BPA PELIKAANSTRAAT

 

 

1 Inleiding

 

1.1 Redenen van opmaak van het BPA

De diamantsector groeit vanuit een internationaal platform voor diamanthandel naar een meer gediversifieerde sector. De verticale integratie van de juwelensector en de diamantsector zal naar de toekomst een verbreding brengen in de economische activiteiten. Een toekomstige uitbreiding en herstructurering van de diamantwijk zal hierbij noodzakelijk zijn.

 

In het najaar 2002 werd de bouwblokstudie Pelikaanstraat opgemaakt voor de ontwikkeling van een aantal braakliggende percelen en leegstaande gebouwen in de Diamantwijk. Meer specifiek betreft het een aantal percelen vervat in faillissementen uit de jaren ’80-‘90. Door de ontwikkeling van de stationsomgeving als H.S.T.-locatie en het vervallen van het BPA nr.9 ontstond er een sterke speculatie op deze percelen. De verschillende ontwerpen met zeer hoge bebouwingsdichtheid deden de grondprijs stijgen, waardoor de effectieve ontwikkeling stagneerde.

 

Om de ontwikkeling van de Diamantwijk terug te initiëren werd er vanuit de stad een visie opgebouwd omtrent de site. Hiervoor werd er vanuit een overgang tussen twee contexten: nl. de hoge densiteit en functionele mix van de stationsomgeving en de lage densiteit van de woonwijk tussen de Pelikaanstraat en het Stadspark, gezocht naar een aantal kwalitatieve en rendabele invullingen voor de specifieke sites.

 

Dit BPA werd opgemaakt om verdere speculatie op de gronden te vermijden door het vastleggen van bouwenveloppen en andere randvoorwaarden.

 

1.2 Situering van het plangebied

(Bijlage 1: Uittreksel topografische kaart, gewestplan en stratenplan)

(Bijlage 2: Luchtfoto)

 

Het plangebied is gelegen in de 19de eeuwse gordel van de stad Antwerpen (district Antwerpen-Noord) tussen de Leien en het Centraal station.

Het BPA wordt afgebakend door de Pelikaanstraat (oosten), de Lange Kievitstraat (zuiden) en de Lange Herentalsestraat, Schupstraat, Hoveniersstraat, Rijfstraat en Vestingstraat (westen en noorden).

 [image]

 

1.3 Beschrijving van de bestaande toestand

De opbouw van de stationsomgeving kent, door de specifiek omliggende stedelijke structuur en de dubbelzijdige ontwikkeling van het station, een opbouw in een aantal functionele fragmenten: het statiekwartier als recreatieve uitgangsbuurt, de site van de Zoo van Antwerpen als toeristische aantrekkingspool, het noordelijke deel als een sterk gemengde woon – werk omgeving, de diamantwijk en de nieuwe ontwikkeling van de stationsomgeving Zuid als een gebied met hoge dichtheid voor personeels - en bezoekersintensieve activiteiten.

 

De diamantwijk als een van de fragmenten van de stationsomgeving heeft een 19e eeuwse structuur en wordt gekenmerkt door een bebouwing met hoge dichtheid en kantoorontwikkelingen in functie van de diamantsector.

 

De site zelf bestaat in het noordelijk deel uit grootschalige kantoorontwikkelingen. Het zuidelijk deel kent een invulling met woonbebouwing en handelszaken. De bebouwing in dit gedeelte is kleinschaliger en sluit aan bij het omliggende woonweefsel.

Centraal in de site ligt een groot braakliggend terrein. Een deel van dit terrein wordt gebruikt als parking.

In het zuidelijk gedeelte komen een aantal leegstaande panden voor.

 

[image][image] 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 [image]

 

 [image]

 

 [image]

 

 [image]

 

1.4 Administratieve inlichtingen

 

1.4.1 Datum van het Besluit van de Gemeenteraad houdende de voorlopige aanvaarding van het ontwerpplan.

 

2 Planningscontext

 

2.1 Ruimtelijke plannen met bindend karakter

 

2.2 Ruimtelijke beleidsplannen

 

2.2.1 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (voorontwerp versie november 2005)

Het Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen is niet opgevat als een traditioneel comprehensief plan dat alles overal wil vastleggen. De houding die wordt aangenomen kan omschreven worden als renovatio urbis. Dit betekent punctuele en discrete acties in strategische gebieden. In het structuurplan wordt een Actief beleid voorgesteld, waarbij enkel de zaken geformuleerd worden, in welomschreven gebieden, die kunnen en moeten gezegd worden. Naast het Actief beleid wordt ook het generiek beleid vastgelegd als ruimtelijke strategie. ‘Generieke’ regels gelden voor iedereen en zijn afgewogen ten opzichte van alle gebieden van de stad.

 

Generiek beleid in de ecostad

Stadspark aangeduid als ‘juridisch beschermde gebieden + parken’

 

Generiek beleid in de spoorstad

Binnen het beeld van de spoorstad wordt gesteld dat openbaar vervoer een positieve rol kan spelen in het verwezenlijken van een nieuwe stedelijke concentratie, waarbij de verdere spreiding, fragmentatie en gebrek aan stedelijkheid in het grootstedelijk gebied wordt tegengegaan. Dit houdt onder andere in dat nieuwe grote ontwikkelingsgebieden zich situeren op belangrijke knooppunten van openbaar vervoer.

 

Om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen en als oplossing om zich beter binnen de Ring te verplaatsen, wordt een goed uitgerust parkeer- en overstapsysteem uitgewerkt. Er wordt op lange termijn gestreefd naar een beperking van het parkeren, met uitzondering van bewoners- en kortparkeerders. Hieraan gekoppeld wordt Antwerpen Centraal aangeduid als transferium: een overstapplaats op openbaar vervoer, gelegen op een goed ontsloten plek voor voetgangers, fietsers en voertuigen. Transferia verzamelen het lokaal verkeer en lokale gebruikers en geven toegang tot regionaal en (inter)nationaal openbaar vervoer.

 

De stedelijke boulevards verdelen het verkeer tussen de verschillende stadsdelen (districten). De stedelijke boulevard Roderveldlaan – Posthofbrug en Pelikaanstraat verbindt het stedelijk centrum van Pulhof met de omgeving centraal station, langs het spoorwegviaduct van Berchem. De vernieuwing van het station Antwerpen Centraal moet worden verder gezet, afgestemd met de ontwikkelingen in de omgeving.

 

Generiek beleid inde poreuze stad

De porositeit van de stad (waarbij de stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen zich moeten kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoonten van de maatschappij) moet gebruikt en verbeterd worden door handelsactiviteiten, wonen en werken te integreren in elkaars nabijheid. Het terugdringen van de leegstand is hieraan gekoppeld.

ouwblokprojecten

De stationsomgeving van Antwerpen Centraal is aangeduid als focusgebied. In de focusgebieden kan prioriteit worden verleend aan het opzetten van bouwblokprojecten als strategisch, stedenbouwkundig instrument ter ondersteuning van stadsontwikkeling. Hierbij wordt, op basis van ontwerpmatig onderzoek, nagegaan hoe een bouwblok ruimtelijk, economisch en sociaal, op korte termijn, opgewaardeerd kan worden. daarbij wordt een proces en een organisatie opgestart in functie van de uitvoering van minimum één deelproject binnen het bouwblok en als maximum het ganse bouwblok.

De bouwblokprojecten worden in hoofdzaak geconcentreerd in de 'modernistische' hoogbouwwijken, gebieden met grote dichtheden, gebieden met industriële gebouwen in transformatie, residentiële gebieden onder commerciële city-druk en gebieden met significante leegstand boven winkels. Voor dit soort gebieden is dit de strategie die vaak het meest bruikbaar is en het beste resultaat kan opleveren.

Het plangebied is aangeduid als bouwblokproject.

 

Winkelstraten

Grafisch worden langs het plangebied volgende straten aangeduid als winkelstraat:

  • Vestingstraat

  • Pelikaanstraat

 

Generiek beleid in de dorpen en de metropool

Het metropolitaan gebied is de belangrijkste ruimte voor de ontwikkeling van representatieve en grootstedelijke economische functies. De algemene regel die toegepast moet worden, wil zowel gebruik maken van economische functies om processen rond stadsvernieuwing en transformatie te promoten en te implementeren, als van een stedelijke vernieuwing om processen rond economische groei te promoten en te implementeren.

 

Hierbij worden o.a. volgende criteria gehanteerd:

  • Kantoren op knopen van openbaar vervoer, minder auto’s in het stadscentrum

Belangrijke knopen voor openbaar vervoer in de spoorstad kunnen de belangrijkste locaties worden voor nieuwe kantoorontwikkelingen binnen het metropolitaan gebied. Als HST-station is Antwerpen-Centraal de locatie met de grootste internationale potentie.

  • Benadrukken van de metropolitane functies en identiteit

Een aantal sterke en stevig gedefinieerde sectoren hebben vandaag een plek binnen het metropolitaan gebied; dit aspect moet benadrukt worden, met de focus op een aantal behoeften en mogelijkheden.

Het plangebied maakt deel uit van de diamant- en juwelencluster:

De diamant- en juwelencluster moet ruimte en voorzieningen voorzien voor industriële activiteiten gelinkt aan de diamant en juwelen, voor een verdeelcentrum voor diamanten en voor aanverwante detailhandel en winkels. De doelstelling van het ruimtelijk structuurplan is om een netwerk te definiëren dat de bestaande productiegebieden in het diamantdistrict en de aanverwante detailhandel verbindt met andere aantrekkelijke sectoren binnen de stad, bijvoorbeeld mode. Dit netwerk kan een goede relatie bepalen die zowel stedelijke als economische elementen versterkt.

Bovendien moet nagedacht worden over de beste plek voor nieuwe sites voor diamant(klein)handel; het ruimtelijk structuurplan ondersteunt de idee van een ‘diamanticoon’ in de nieuwe hal van het centraal station, zo wordt haar rol als toegangspoort voor de naburige detailhandelsplekken – die beter gedefinieerd moeten worden – gekoesterd.

Het is belangrijk om de activiteiten uit te breiden en om de randactiviteiten gelinkt aan de diamantsector te versterken. Dat kan de bijzondere werkkracht die niet meer nodig is voor de productie van de diamant opvangen.

Bovendien moet de mogelijkheid onderzocht worden om meer te investeren in gespecialiseerd onderwijs, door het realiseren van nieuwe scholen, zowel voor beroepsonderwijs als voor management of juweelontwerp; ook dit kan gelinkt worden aan de mode- of designsector. Borgerhout kan een goede locatie zijn voor deze structuur, gelinkt aan bestaande voorzieningen als het Designcentrum.

 

Volgende doelstellingen voor het werken zijn relevant voor het plangebied:

  • Behoud van de historische internationale clusters

Diamant

De positie van de stad als zenuwcentrum van de diamant moet verdedigd worden. Het voorziene verlies aan jobs in de industriële diamantbedrijvigheid kan gecompenseerd worden door de creatie van meer jobs in de commerciële diamantbedrijvigheid. Naast de grote internationale bedrijven is er een belangrijk aantal middelgrote bedrijven en ‘niche’-bedrijven. Deze staan onder hevige druk. Diamanthandelaars en verkopers zijn vaak direct of indirect betrokken in de productie van juwelen. Tot op vandaag is de handel in juwelen, zowel ruwhandel als kleinhandel, zo goed als afwezig in Antwerpen. In relatie tot de diamant zijn er grote mogelijkheden voor Antwerpen als een distributiecentrum van juwelen. De handel in juwelen leidt ook tot belangrijke nevenactiviteiten zoals productie, transport, financiën, verzekeringen en bezoekers. De creatie van een cluster van diamant en juwelen kan nieuwe activiteiten stimuleren en nieuwe jobs voortbrengen.

  • Ruimte voor nieuwe groeisectoren

Kantoren

Het doel is om in Antwerpen (en de regio) een aantal aantrekkelijke kantoorlocaties te ontwikkelen waar hoofdkantoren de hoofdactiviteit zijn. Naast de renovatie van het bestaand patrimonium, zal er anderzijds ook een substantiële uitbreiding nodig zijn van de kantooroppervlakte met nieuwe locaties om het huidige marktaandeel binnen Vlaanderen en op de internationale markt te kunnen handhaven. Nieuwe uitbreidingen dienen vooral te mikken op hoogkwalitatieve ontwikkelingen.

 

Selecties voor het werken

  • Nieuwe kantoorlocaties

Het streven is om de nieuwe grootschalige kantoorontwikkelingen te sturen naar de geselecteerde zones. Op deze wijze kunnen enerzijds de mobiliteitsstromen gericht worden naar de best bereikbare plekken (combinatie openbaar vervoer en weg) en kunnen de stedenbouwkundige relaties met de overige functies uitgewerkt worden.

Anderzijds voorkomt men dat een overaanbod aan kantoren gecreëerd wordt met als gevolg dat de kantoren aan ‘dumpingprijzen’ verhuurd worden.

De kantoorontwikkelingsgebieden zijn, met uitzondering van het noorden van het Eilandje (en luchthaven van Deurne), ook in het afbakeningsvoorstel van het grootstedelijk gebied Antwerpen (door het Vlaams gewest) geselecteerd als ontwikkelingspolen niveau 1 (internationaal) of niveau 2(grootstedelijk), en dus coherent met de mobiliteitsinzichten en planningsstrategieën.

 

Antwerpen centraal (57.000 + 35.000m²) is als zoekzone voor kantoorlocaties aangeduid. Hier worden volgende gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven aangehaald die eveneens een ruimtelijke hiërarchie bepalen:

 

Actief beleid

Het plangebied situeert zich binnen de omgeving van het Centraal Station.

Het Centraal Station is een sleutelgebied in Antwerpen: het station zelf, de nabijgelegen diamantwijk, de zoo en de Keyserlei-Meir. Sinds enkele jaren wordt er een belangrijk en thematisch uitgesproken programma uitgevoerd, met o.a. de uitbouw van meer representatieve handelsruimten voor de diamantsector.

De doelstellingen voor het programma Centraal Station zijn o.a.:

  • de ontwikkeling van dit gebied als een representatieve ruimte, een hoogdynamisch onthaal voor Antwerpen, ondersteund door het beeld van de dorpen en metropool;

  • het programma bestaat uit een mix van stedelijke activiteiten, dikwijls openbare en aantrekkelijke grootstedelijke functies (kantoren, winkels, diensten, toerisme, recreatie en woningen) maar ook lokale activiteiten, parken en speelpleintjes. Over het algemeen kan een hoge graad van verwevenheid bereikt worden, zonder daarbij te veel druk uit te oefenen op de omliggende woonwijken;

 

Diamantwijk-Kievitplein-zuid wordt in het structuurplan aangeduid als strategisch project. Voor dit gebied wordt volgend programma vooropgesteld:

De projecten in de omgeving centraal station omvatten verschillende stedelijke ruimtes: de diamantwijk, waar een traditionele handel, met name die in diamanten, vandaag de dag een nieuwe relatie zoekt met de stedelijke ruimte; de nieuwe kantoorlocatie Kievit, waar de bouw van nieuwe hoogbouw kantoren gecompenseerd moet worden door een hoogkwalitatief openbaar domein en door een aangepaste mix van functies, ook publiek; het gebied tussen de spoorweg en de Van Immerseelstraat, waar een programma van stedelijke vernieuwing gecombineerd wordt met een nieuw park.

Deze gebieden, net zoals vele andere in Antwerpen, dragen grote potenties in zich, maar zijn nu eerder verzwakt - vooral op het vlak van openbaar domein - en gefragmenteerd. De voornaamste doelstelling van het project is dus het leggen van nieuwe relaties die de bestaande links versterken en aanvullen met enkele nieuwe, en die dit gebied meer openen naar de stad toe, meer zichtbaar maken en er een aangename en leefbare plek van maken.

De strategie om deze doelstelling te bereiken omvat een aantal acties. Ten eerste is de reorganisatie van de toegankelijkheid noodzakelijk om congestie, die zou kunnen ontstaan naar aanleiding van de aanwezigheid van metropolitane centraliteiten, te vermijden. De omschrijving van potentiële gebruikers van de nieuwe parkings die gebouwd worden, moeten nauwkeurig onderzocht worden.

Een tweede aspect is de mogelijkheid om een geïntegreerd systeem van openbaar domein te realiseren door bestaande en nieuwe parken (zoo en stadspark) te verbinden en de ruimte van de straat te gebruiken als corridors voor lage mobiliteit.

Een laatste aspect gaat specifiek over de diamantwijk en combineert acties om de kwaliteit en de zichtbaarheid van de economische, in het bijzonder handelsactiviteiten, te verhogen, met een programma van stedelijke vernieuwing. De herstructurering en vervanging van de bestaande bebouwde ruimte moet zorgvuldig gefaseerd worden volgens de dynamiek van de sector om overschatte hoeveelheden te vermijden. De herdefiniëren van de zuidelijke zijde, waar een groot leeg gebied zal gebruikt worden voor nieuwe woningen, moet een aangepast percentage aan woningen omvatten, alsook de mogelijkheid tot privaat en publiek gebruik van de open ruimte. Het gebied waar de residentiele functies aanwezig zijn, kan het meest toegankelijke deel van de wijk zijn; de meest beveiligde zone met een streng politietoezicht kan meer naar binnen gericht zijn. De ontwikkeling van dit gebied moet beschouwd worden in relatie met het karakter van een nieuw stedelijk front dat zal ontstaat aan het nieuw station. Een van de hypotheses in de discussie is om het gelijkvloers van het nieuwe centraal station te gebruiken als een atrium, met ruimte voor nieuwe commerciële activiteiten met een goed profiel, ook gerelateerd aan de diamantsector. Het 'traject diamant' zal dan starten in het centraal station en verder lopen langs een 'Diamantboulevard' aan de oostelijke zijde van het station, en ageren als een filter naar de bestaande diamantwijk.

 

 [image]

 

 

2.3 Sectorale studies

 

2.4 Overige relevante studies en plannen

 

2.5 Beschermde monumenten en landschappen

 

Binnen het plangebied is de Diamantbeurs beschermd als monument (MB 21.12.2001).

Ten noordoosten van het plangebied is de onderbouw van het Centraal Station beschermd als monument (KB 14.10.1976).

 

De afbakening van deze monumenten is aangeduid op het plan bestaande toestand.

 

 

3 knelpunten en potenties

 

3.1 knelpunten en potenties

    • De leegstaande panden en braakliggende terreinen hebben een imagoverlagend effect.

    • De beperkt aanwezige publieke ruimte is erg onaangenaam ingericht.

    • Het bouwblok is nauwelijks doorwandelbaar, waardoor het een erg benauwde indruk nalaat.

 

3.2 Potenties

    • De braakliggende terreinen bieden de mogelijkheid om met nieuwe invullingen het imago van de buurt op te krikken.

    • Bij de invulling van de braakliggende terreinen kan de doorwandelbaarheid van het gebied verhoogd worden. hierdoor kan opnieuw ‘ademruimte’ gecreëerd worden binnen het dens bebouwd weefsel.

 

 

4 Doelstellingen

    • Nieuwe ontwikkelingen in het gebied dienen zich naar schaal en morfologie aan te sluiten bij de aanwezige functies in de wijk.

    • Nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogen de huidige woonfunctie en de specifieke socio-culturele activiteiten niet verdringen.

    • Er dient een overgang gecreëerd te worden tussen de twee bestaande contexten: de hoge densiteit van de diamantsector en de lagere densiteit van de woonwijk tussen het Stadspark en de Pelikaanstraat.

 

 

5 Ontwikkelingsvisie voor het gebied

 

Stationsomgeving als multifunctionele ontwikkelingspool

Zoals in andere steden werkt ook het station Antwerpen-Centraal enerzijds als belangrijke poort voor de stad en anderzijds als motor voor de ontwikkeling van de directe omgeving. De uitbouw van het station opent ontwikkelingsperspectieven t.a.v. de invulling van de braakliggende terreinen voor stedelijke functies (hotel, shopping, ...) en woonfunctie in de aangrenzende wijken, voor het hergebruik van onderbenutte of leegstaande gebouwen (cinemacomplexen, kantoorgebouwen, ...) voor het revitaliseren van de aanwezige recreatieve en toeristische functies (dierentuin, ...) en handel en diensten (hotels, restaurants,... ) en voor het opnieuw aantrekkelijk maken en beter functioneren van de openbare ruimtes (pleinen, boulevards, ...).

 

Integratie

De nieuwe ontwikkeling op de braakliggende gronden van het bouwblok voorziet een centrale publieke ruimte die als drager fungeert voor de nieuwe ontwikkeling. Deze publieke ruimte wordt via doorsteken verbonden met het bestaande stratenpatroon. Hierdoor wordt enerzijds een nieuwe wand gecreëerd ten opzichte van de diamantwijk en wordt anderzijds een rechtstreekse verbinding gemaakt met de tweede uitgang van het H.S.T-station.

 

Massa

De vooropgestelde bouwvolumes bouwen de hoge densiteit van het noordelijke deel af en maken met het resterende gedeelte een overgang naar de aangrenzende woonwijk. Op deze wijze kunnen de verschillende gebouwen voldoende bezonning krijgen waardoor er naast de hoge dichtheid van een handel en kantoorontwikkeling ook nog mogelijkheden open blijven voor de integratie van een woonfunctie.

Aan de zijde Pelikaanstraat wordt de bestaande gevelwand van 8 bouwlagen verder door getrokken richting Plantin Moretuslei. De hoge bebouwing van het noordelijke deel met 12 bouwlagen wordt afgebouwd ter hoogte van de doorsteek naar de tweede stationstoegang. Verder wordt de bebouwing trapsgewijs van 8 bouwlagen verminderd naar 4 bouwlagen in de Lange Kievitstraat en de Lange Herentalsestraat.

 

Functies

De ontwikkeling van de stationsomgeving als multifunctioneel knooppunt gekoppeld aan de verschuivingen binnen de diamantsector stellen handel en kantoorachtige ontwikkelingen voor de site voorop, waarbij de woonfunctie voor een minimaal gedeelte dient geïntegreerd te worden binnen de contouren van de site. Naast deze basisfuncties zijn er diverse aanvullende en ondersteunende functies mogelijk zoals hotels, horeca en eventuele culturele activiteiten.

 

Ontsluiting en parkeren

Binnen de stationsomgeving wordt er heden een parkeercapaciteit gerealiseerd van ongeveer 2200 wagens waarvan 800 onder het Astridplein, 600 onder het Station Kievitplein en 1600 binnen de ontwikkeling van het Grup. Van deze ganse capaciteit zullen er ongeveer een 1500 plaatsen fungeren als publieke parking.

Gezien deze capaciteit en de diverse mogelijkheden voor de ontsluiting van het gebied met openbaar vervoer dient bij nieuwe ontwikkelingen de parkeercapaciteit sterk beperkt te worden. Hierdoor kan de doorstroming van verkeer in de reeds overvolle toegangswegen naar de toekomst blijvend gegarandeerd worden.

 

Als richtcijfer voor de parkeercapaciteit voor zowel nieuwe kantoorachtige of handelsontwikkelingen kan gerekend worden met 1 parkeerplaats per 150m² oppervlakte, 1 parkeerplaats per woongelegenheid en 1 parkeergelegenheid per 4 hotelkamers. Voor andere functies dient er verfijnd onderzoek te gebeuren voor de vaststelling van de parkeercapaciteit.

De ontsluiting van deze parkings dient maximaal te gebeuren via de Pelikaanstraat, zodat de diamantwijk langs de binnenzijde zo weinig mogelijk belast wordt met extra verkeer. Tevens is het profiel van deze straten niet voorzien op het ontsluiten van hoge capaciteit aan voertuigen. Mogelijks dient de wijkcirculatie herbekeken te worden in functie van de Pelikaanstraat, zodat deze rechtstreeks kan aansluiten op de hoofdinvalsweg Plantin-Moretuslei.

 

 [image]

 [image]

 

6 Juridisch-administratieve aspecten

 

6.1 Gevolgen voor de feitelijke en/of juridisch bestaande toestand

Bestaande bestemmingen
(gewestplan)

Nieuwe bestemmingen
(BPA)

oppervlakte (ha)

woongebied

  • zone voor gesloten bebouwing

0,4927

  • zone voor kantoren

2,7305

  • zone voor binnenruimte

1,3384

  • zone voor binnenplein

0,3117

  • openbare wegenis

0.5897

 

Totale oppervlakte: 5,463 ha

 

6.2 Bijkomende inlichtingen

 

7 Juridisch-technische gegevens

 

7.1 Rooilijnplannen

Er zijn geen rooilijnplannen van toepassing op het plangebied.

 

7.2 Bestaande wegenis

  • Pelikaanstraat

  • Lange Kievitstraat

  • Lange Herentalsestraat

  • Schupstraat

  • Hoveniersstraat

  • Rijfstraat

  • Vestingsstraat

 

7.3 Wijziging wegenis

Binnen het plangebied worden nieuwe doorgangen en een plein gecreëerd die het bouwblok doorwaadbaar maken. Deze krijgen een (semi-)publiek karakter maar blijven privaat.

 

7.4 Bestaande waterlopen

Geen.

 

7.5 Beschrijving van de eventuele gevolgen voor waterlopen

Geen.

 

7.6 Beschermde monumenten en landschappen

De Diamantbeurs wordt als beschermd monument behouden en opgenomen in het BPA.

 

8 Overleg en inspraak

 

8.1 Adviezen van de beheerders van de wegenis

 

8.2 Bijkomende inlichtingen vanuit de plenaire vergadering

Het BPA werd aangepast om tegemoet te komen aan de adviezen van de plenaire vergadering.

 

Het verslag van de plenaire vergadering is toegevoegd als bijlage samen met de verstrekte adviezen van de betrokken besturen en van de Gecoro.

 

Advies Rohm Antwerpen en ARP (gecoördineerd advies)

Rohm Antwerpen en ARP merken op dat geen parkeernormen zijn opgenomen in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften. De stad merkt op dat richtlijnen zijn uitgewerkt in de toelichtingsnota, maar dat deze gezien de beperkte oppervlaktedekking van dit BPA niet worden opgenomen in de voorschriften. De richtlijnen naar parkeercapaciteit zullen worden opgenomen in een afzonderlijke verordening voor het ganse gebied.

 

Rohm Antwerpen en ARP stellen dat de bebouwingspercentages in de binnengebieden vrij hoog zijn, rekening houdend met de grote dichtheid in het gebied. De bebouwingspercentages garanderen evenwel een zeker minimum aan open ruimte en liggen lager voor de gebieden palend aan woonzones. Bovendien gaat het hier om beperkte bouwhoogtes, die vooral voldoende licht en bezonning moeten garanderen in de aanpalende bebouwbare zones. Om die reden werd voor de gebieden palend aan woonzones het aantal lagen teruggebracht van 2 naar 1. Daarnaast zorgt de ‘zone voor binnenplein’ voor een aanzienlijke ontpitting centraal in het bouwblok. Deze centrale publieke open ruimte biedt (samen met het vlakbij gelegen stadspark en een minimum van 60 % onbebouwde ruimte per perceel in de binnengebieden palend aan de woonzones) voldoende bewegings- en ontspanningsmogelijkheden voor de buurtbewoners.

 

 

Advies provincie Antwerpen

De provincie merkt op dat geen parkeernormen zijn opgenomen in de verordenende stedenbouwkundige voorschriften. De stad merkt op dat richtlijnen zijn uitgewerkt in de toelichtingsnota, maar dat deze gezien de beperkte oppervlaktedekking van dit BPA niet worden opgenomen in de voorschriften. De richtlijnen naar parkeercapaciteit zullen worden opgenomen in een afzonderlijke verordening voor het ganse gebied.

 

De provincie stelt dat de bebouwingspercentages in de binnengebieden erg hoog zijn om een meer doorwaadbaar bouwblok te verkrijgen. De doorwaadbaarheid wordt echter vooral gegarandeerd door de publieke ‘zone voor binnenplein’, die met 3 publieke doorsteken de doorwandelbaarheid van het bouwblok sterk verhoogt. Deze zone zorgt voor een aanzienlijke ontpitting centraal in het bouwblok.

De bebouwingspercentages garanderen een zeker minimum aan open ruimte en moeten vooral voldoende licht en bezonning garanderen in de aanpalende bebouwbare zones.

 

De maatregelen betreffende het inrichten van het binnengebied als verblijfsruimte gelden binnen de ‘zone voor binnenplein’ die wel degelijk grafisch is weergegeven op het bestemmingsplan. De effectieve inrichting van het plein als verblijfsruimte zal deel uitmaken van de invulling van de momenteel braakliggende terreinen.

 

Advies districtsraad

Het district vraagt om de parkeernormen op te nemen in de voorschriften. De stad merkt op dat richtlijnen zijn uitgewerkt in de toelichtingsnota, maar dat deze gezien de beperkte oppervlaktedekking van dit BPA niet worden opgenomen in de voorschriften. De richtlijnen naar parkeercapaciteit zullen worden opgenomen in een afzonderlijke verordening voor het ganse gebied. De richtcijfers die in de toelichtingsnota zijn opgenomen, resulteren uit studiewerk naar de capaciteit van de omgeving.

 

Het district vraagt om in de voorschriften vast te stellen dat de ‘zone voor binnenplein’ bestemd is om ingericht te worden als openbare ruimte met minimaal 3 publieke doorsteken. De stad merkt op dat het publieke karakter wordt gegarandeerd in de voorschriften, maar, gezien het BPA de mogelijkheid moet bieden om een beveiligde zone te realiseren en het feit dat het een ontwikkeling betreft van een binnengebied, met een minimale openbaar stelling van de ruimte tussen 6.00 uur en 22 uur ’s avonds. Deze ruimte intekenen als openbare ruimte zou tot gevolg hebben dat de vooropgestelde doelstelling van de Hoge Raad van Diamant voor beveiliging van de Diamantwijk niet gerealiseerd kan worden.

Er worden 3 publieke doorgangen gerealiseerd onder dezelfde voorwaarden van openbaarstelling zoals opgenomen bij de ‘zone voor binnenplein’. De primaire verbindingen blijven de doorsteek naar de Pelikaanstraat en Hoveniersstraat, gezien de noodzakelijke verbinding met de 2e stationstoegang. De doorgang naar de Lange Herentalsestraat krijgt eveneens een publiek karakter, zodat het binnenplein steeds langs 3 zijden ontsloten kan worden. De verbinding naar de Lange Kievitstraat is een secundaire verbinding die niet noodzakelijk een publiek karakter dient te hebben om een meerwaarde te bieden aan de gebruikswaarde of verblijfswaarde van het binnenplein. Er wordt hier eveneens geopteerd voor een privatief, mogelijks publiek, karakter van deze doorsteek om, in geval van een beveiligde zone, het aantal controlepunten niet nodeloos op te voeren.

 

8.3 Resultaat van het openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek liep van 15/04/2006 tot 15/05/2006. Er werd 1 bewaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift werd behandeld door de ontwerper en de gecoro. Het advies met betrekking tot het bezwaarschrift is toegevoegd als bijlage.

 

Ingevolge het bezwaarschrift werd volgende aanpassing aangebracht in het BPA:

  • In de voorafgaande bepalingen is een uitzondering t.o.v. de voorschriften voorzien voor nutsvoorzieningen.

 

8.4 Advies van het College van burgemeester en schepenen

 

9 Bijlagen

 

Bijlage 1 Topografische kaart-gewestplan-stratenplan

 

 [image]

 

 

Bijlage 2 Luchtfoto

 

 [image]

 

Bijlage 3 Woonbehoeftestudie

 

 [image]

 

Bijlage verslag en adviezen plenaire vergadering