RUP DAM-WEST - TOELICHTING BIJLAGEN

Colofon

 

  • Projectleiders

  • Ellen Lamberts enTom Wuyts

  • Ontwerpend Onderzoek

  • Tom Wuyts, Filip Pittillion en Arcadis Belgium

  • Tekenbureau

  • Arcadis Belgium

  • Programmaleider

  • Filip Pittillion

  • Planologisch ambtenaar

  • Frank de Bruyne

  • Secretariaat

  • Bedrijfseenheid stadsontwikkeling

  • Francis Wellesplei1, 2018 Antwerpen

  • tel. +32 3 338 23 81

  • Ludo.Lorrendopt@stad.antwerpen.be

  • Vormgeving

  • Grafisch centrum van de stad Antwerpen

  • Verantwoordelijke uitgever

  • Christel Bogaerts, Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen

 

 

OVERZICHT BIJLAGEN

Bijlage 1: Planningscontext (juridische en beleidscontext)

 

Bijlage 2: Analyse feitelijke toestand

 

Bijlage 3: Screening planMER-plicht - conclusie

 

Bijlage 4: Watertoets

 

Bijlage 5: Ontsluiting van het plangebied

 

Bijlage 6: Waardevolle gebouwen

 

Bijlage 7: Ruimtelijk haalbaarheidsonderzoek kindercampus Hardenvoort

 

Bijlage 8: uittreksel uit de atlas van de buurtwegen

 

 

 

 

BIJLAGE 1: PLANNINGSCONTEXT

 

RUIMTELIJKE PLANNEN MET BINDEND KARAKTER

 

Gewestplan

 

Gewestplannr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979).

Gewestplanwijzigingen: BVR 23/05/1996; 28/10/1998; 07/07/2000.

 

De gewestplanbestemming van KMO gronden aan de rand van het park is achterhaald.

Figuur 1 - Gewestplan

 

 [image]

 

BPA’S/RUP’S

Het GRUP ‘Oosterweelverbinding’(16/06/2006) grenst aan het RUP ‘Dam _west’ voor wat betreft de bepalingen ivm de op te heffen reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden van het gewestplan.

Het plangebied is gelegen in het grootstedelijk gebied Antwerpen. Het GRUP is in opmaak. Het GRUP doet geen specifieke uitspraken met betrekking tot het plangebied Dam _west.

In het kader van het GRUP voor de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen werd een planMER opgesteld (2008). Het planMER doet geen specifieke uitspraken met betrekking tot het plangebied Dam _west.

 

Het BPA nr 97 Dam West dateert van juni 1988 eis naar rooilijnen en bestemmingen niet meer accuraat. Het BPA wordt voor het volledig in herziening gesteld.

BPA stedelijk park SpoorNoord (29/06/2005): de afbakening van het plangebied van voorliggend RUP is grotendeels afgestemd op de plangrens van dit BPA. Enkel het opleidingsgebouw en bijhorende voorschriften worden herzien door voorliggend RUP.

 

Figuur 2 - BPA 97 Dam West

 

 [image]

 [image]

 

 

 

RUIMTELIJKE BELEIDSPLANNEN

 

1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geeft de beleidscontext op Vlaams niveau. Het RSV concipieert Vlaanderen open en stedelijk waarbij de stedelijke gebieden selectief worden uitgebouwd en de open ruimten worden behouden en waar mogelijk worden versterkt.

 

De uitgangspunten voor stedelijke gebieden zijn ontwikkeling, concentratie en verdichting. Dit betekent o.m. een beleid gericht op het creëren van bijkomende woningen in een kwalitatieve woonomgeving en het versterken van het stedelijk functioneren (diensten, gemeenschapsvoorzieningen, stedelijke voorzieningen,…)

 

De ligging van het plangebied in het grootstedelijk gebied Antwerpen waarbij de herwaardering van een historisch stuk stedelijk weefsel wordt nagestreefd door een invulling van stedelijke woonvormen vermengd met bedrijvigheid, diensten en gemeenschapsvoorzieningen maakt dat het RUP conform is aan de principes van het RSV.

 

2. Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen

Het provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen hanteert hoofd- en deelruimten om de beleidsvisie voor de provincie weer te geven. Het gewenste ruimtelijk beeld voor de hoofdruimte “Antwerpse fragmenten” wordt voor de stad Antwerpen verder gebiedsgericht uitgewerkt aan de hand van de deelruimte “Grootstedelijk Antwerpen”.

 

Eén van de doelstellingen voor de deelruimte Grootstedelijk Antwerpen heeft betrekking op het vernieuwen van grote delen van het grootstedelijk gebied die door suburbanisatie tot veroudering en achteruitgang hebben geleid.

 

De herontwikkeling van Dam _west kan beschouwd worden als een uitvoering van deze doelstelling.

 

 

 

Overige relevante wetgeving en plannen

 

Stedenbouwkundige verordeningen

Onderstaand wordt een overzicht weergegeven van geldende stedenbouwkundige verordeningen in het plangebied. Gebiedsgerichte RUP’ s zoals het RUP Dam_west kunnen nog wel, zoals voorzien in artikel 56 van het decreet, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben de bepalingen van de bestaande stedenbouwkundige verordeningen die daar strijdig mee zijn, van rechtswege opheffen.

Voor zover de voorschriften van het RUP de bepalingen van de verordeningen niet overschrijven, zijn ze van toepassing.

 

Gemeentelijke Bouw- en woningverordening

De bouw- en woningverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad van Antwerpen in zitting van 11 september 1984 en latere wijzigingen, is van kracht tenzij anders vermeld in onderhavige voorschriften. De bouw- en woningverordening, beter gekend als de ‘bouwcode’ is momenteel in herziening gesteld.

 

Gewestelijke verordening Hemelwaterputten

 

Besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling vaneen gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater bvr 1/10/2004 b.s. 8/11/2004 wijz. bvr 23/6/2006 b.s. 22/8/2006

De verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kantoren

De stedenbouwkundige verordening Kantore(SVK) werd opgesteld om de verdere groei van grootschalige kantoorontwikkelingen (>1.500m²) op het grondgebied van de stad Antwerpen te concentreren en in de daarvoor geschikte en in het s-RSA aangeduide gebieden. Met de SVK wil de stad de ongebreidelde ontwikkeling van grootschalige kantoren buiten voldoende ontsloten gebieden een halt toeroepen.

De wijk Dam behoort niet tot één van de vier afgebakende gebieden op het Antwerpse grondgebied waarbinnen grootschalige kantoorontwikkelingen (>1.500m²) mogelijk zijn.

De SVK werd opgesteld op basis van een uitgebreid onderzoek, weergegeven in de kantorennota en het s-RSA. De Kantorennota Antwerpen werd in april 2005 door de stad Antwerpen in samenwerking met Voka -Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland gepubliceerd. Deze Kantorennota legde de basis voor het verdere kantoorbeleid in Antwerpen. In het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) werden de grote lijnen van deze Kantorennota geïntegreerd.

De SVK is echter niet goedgekeurd omdat het toepassingsgebied van het instrument verordening hier niet geschikt voor bleek. Een RUP is een geschikter instrument. De stad plant daarom de opmaak van zulk RUP.

 

 

 

Toetsingstabel bestaande juridische toestand

De relevante elementen van de bestaande juridische toestand worden aangegeven in onderstaande tabel.

Tabel 1 - Toetsingstabel bestaande juridische toestand

 

 

Type plan

(gedeeltelijk) In het gebied

Aangrenzend

RUIMTELIJK

Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in uitvoering van het RSV

geen

geen

 

Provinciale ruimtelijke
uitvoeringsplannen

geen

geen

Algemene plannen van aanleg

geen

geen

Verkavelingsvergunningen

geen

geen

SECTORAAL

NATUUR

SBZ gebieden
(vogel-habitatrichtlijngebieden)

geen

geen

Erkende natuurreservaten

geen

geen

Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)

geen

geen

Gebieden met recht van voorkoop

Antwerpen Noord, waaronder Dam, is aangeduid als een bijzonder gebied voor huisvesting met een decretaal recht van voorkoop (Vlaamse Wooncode). De begunstigde instanties zijde erkende SHM’s, de VMSW en hun lokale maatschappijen, de gemeenten en het OCMW.

Idem + ten noorden van Ijzerlaan, Eilandje (westzijde Noorderlaan) en Lobroekdok is een decretaal recht van voorkoop van toepassing voor het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen.

 

Biologische waarderingskaart

Binnen het plangebied zijn geen biologisch waardevolle elementen terug te vinden.

Net ten noorden van het plangebied, ter hoogte van de Ijzerlaan zien we een klein element met biologisch waardevolle en minder waardevolle elementen.

 

WATER

Beschermingszones grondwaterwinning

geen

geen

Bevaarbare waterlopen

geen

geen

Onbevaarbare waterlopen

geen

geen

Risicozones overstromingen

geen

geen

Van nature overstroombare gebieden (NOG)

Volledig, overstroombaar vanuit waterloop of door afstromend water

idem

 

Watertoetskaart

Het oostelijke deel van het plangebied is effectief overstromingsgevoelig

Ten oosten van het plangebied is effectief overstromingsgevoelig

 

Recent overstroomde gebieden (ROG)

Nee

Nee

MILIEU

Milieuvergunningen

geen

geen

Bodemvervuiling

geen

geen

SEVESO-inrichtingen

-

LD: SigmaKalon Belgium (binnen 2 km).

Gebieden met recht van voorkoop vanuit natuur

geen

geen

LANDBOUW

 

 

Ruilverkaveling

geen

geen

MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN

Beschermde monumenten

Station Antwerpen-Dam (1996-11-08), objectnr: 0A000010, dossiernr: DA002009

geen

 

Beschermde landschappen

geen

geen

Beschermde dorpsgezichten

geen

geen

Landschapsinrichting

geen

geen

Inventaris bouwkundig erfgoed (gn juridisch statuut)

Verschillende gebouwen in de Bredastraat:

 
- Vml. St. Jacobskapel (nr. 34)

 
- Schoolgebouwen (nr.35-39)

 
- Hoekhuis met de Drie Snelle straat (80-84)

 
- Art Nouveau enkelhuizen (nr. 113-131)

Ook aan de Ijzerlaan:

- Vml. “Fabriek gebroeders De Beuckelaer Cichorei (nu Imberco)

 
- thans pakhuis z.g. “Le globe”
(nr. 54-56)

Nvt.

 

Landschapsatlas

Ankerplaatsen – relictzones – lijnrelict - puntrelict

geen

geen

VERKEER

Rooilijnen

La traverse du Dam, commune de Merxem, faisant partie de la route d’ Anvers vers Breda (09/02/1870); Viaduct Dam – La route de Bruxelles vers Breda par le viaduc construit au dessus de la gare du Stuyvenberg (19/10/1889).

 

Gewestwegen

R10 Binnensingel

R10 Binnensingel; N1 Brussel-Antwerpen-Breda.

 

Bovenlokaal functioneel
fietsroutenetwerk

-

Functionele en alternatieve functionele fietsroute.

 

Voet- en buurtwegen

geen

geen

 

Leidingen

-

-

Overige

Herwaarderingsgebied Antwerpen Dam (30/05/1984); Woonvernieuwingsgebied (07/04/1998).

 

 

 

 

BIJLAGE 2: ANALYSE FEITELIJKE TOESTAND

 

STEDENBOUWKUNDIG KADER - FUNCTIONELE ANALYSE

Om de huidige situatie te becijferen en tendensen in kaart te brengen, werd een beroep gedaan op GIS gegevens van 2006 en een terreinopname in april 2007. De analyse van de bestaande feitelijke toestand gebeurde over het geheel van de wijk Dam gelegen tussen de Slachthuislaan-Ijzerlaan en het Park SpoorNoord.

 

Wonen

Dam totaal

Wooncentrum in Dam Oost

Hoofdzakelijk typologie van rijwoningen met uitzondering van appartement-complexen voor sociale woningbouw

Dam _west

128 woningen

61% t.o.v. andere functies (op basis van adres)

32% qua ruimtebeslag (historiek als bedrijventerrein)

49% eengezinswoningen, 5% appartementen, 46% oneigenlijke appartementen (gesplitste burgerwoningen): maw nauwelijks appartementscomplexen met uitzondering van (geplande) nieuwbouwprojecten

gestapelde woningen zijn tendens!

Ombouwen van bedrijfspanden tot woningcomplexen is tendens (vooral in zuidelijke zone)!

49 sociale woningen (zonder aantallen van geplande sociale woningen);

15,2 % t.o.v. aantal huishoudens

28,9% met geplande sociale woningen!

Een vergelijking wat sociale woningen betreft in de omgeving: Dam Oost: 30,%; Gemiddelde stad: 11,3%; Richtcijfer stad: 15 – 35%; Gekaderd in overzicht sociale woningbouw rond het park (Stuivenberg, Dam Rest: gemiddeldes van 20% en meer)

Tendens van nieuwbouw sociale woningen; geeft huidig eindtotaal van circa 30%; is voldoende gelet op richtcijfer van de stad;

 

Figuur 24 - Woningtypologie

 

 [image]

 [image]

 

Figuur 25 - Sociale huisvestingscomplexen

 

 [image]

 [image]

Bedrijvigheid

Dam totaal

Historisch gegroeid: traditie van binnen-scheepvaart (havengerelateerde bedrijvigheid) en van slachtactiviteiten

Bedrijvigheid geconcentreerd aan historische infrastructuren

 

Dam _west

Overwegend grootschalige perceelsstructuur

Bedrijvigheid vooral gerelateerd aan ontsluitingsweg Ijzerlaan

Kantoren nauwelijks aanwezig tenzij gerelateerd aan bedrijf

Wel tendens om zuivere productiebedrijvigheid in te ruilen voor meer kantoorachtigen, vooral in noordelijke deel tegen de Ijzerlaan

Vooral in zuidelijke zone: transformatie van bedrijfspanden naar woningbouwcomplexen is tendens

 

Handel

Dam totaal

Over heel de wijk Dam: woonondersteunende lokale handel (bakker, beenhouwer, krantenwinkel, apotheek, kruidenier) minimaal ‘geconcentreerd’ op Lange Lobroekstraat met uitzondering van handvol kruideniers en 1 superette (over te nemen);

Woonondersteunende bovenlokale handel (Aldi, Lidl) op Slachthuislaan;

Handvol grotere gespecialiseerde handelszaken (slachthuisgerelateerd of andere thematieken) met bovenlokale afzet.

 

Dam _west

1 videotheek

georiënteerd op Dam Oost, Seefhoek, Stuivenberg of elders

Twee bovenlokale en grootschalige speciaalzaken (Belgica meubelen, verbouwgereedschap).

Geen opmerkelijke tendensen.

 

Horeca

Dam totaal

Slachthuis gerelateerde horeca: Concentratie van restaurants in Lange Lobroekstraat; bovenlokaal; gelet op sluiting van het Slachthuis is toekomst af te wachten (hoezeer zijn ze afhankelijk in hun reputatie van de nabijheid van de vleesmijn en wat is de potentiële invloed van het park);

Dam _west

Historisch gegroeid, Dam als cafébuurt;

2 cafés op het Damplein, 2 in de Bredastraat; 3 eetzaken op Viaduct Dam, een handvol restaurants in bouwblok langs Ijzerlaan;

1 café – discotheek in Damstation;

1 geplande horecazaak in het park WDT loods en mobiele horeca in SPTM;

1 recent geopende horecazaak op hoek Viaduct Dam maar voorts geen noemenswaardige tendensen.

 

Voorzieningen

Dam totaal

Enkel in Dam Oost

Minimaal op wijkniveau en buurtgericht (basisschool, parochiecentrum met buurtwerking Den Elegast en zalen voor verenigingen)

Geen aantrek voor omtrek (eerder omgekeerd) - met uitzondering van CDO, Zenith en toekomstige Freeclinic (Schijnpoortweg)

1 basisschool in Demerstraat

Dam _west

Afwezig, met uitzondering van het postkantoor (met halftijdse bediening)

Bereikbaarheid voorzieningen Stuivenberg zullen verbeteren door Park SN, deze voorzieningen komen ‘op loopafstand’ te liggen.

Geplande voorzieningen in het park: polyvalente ruimten in SPTM, evenementenruimte en buurtsporthal in WDT-loods, kindercampus (brede school met DKO, muziekschool,…);

 

Mobiliteit

Viaduct Dam veel gebruikte route voor sluikverkeer.

Wegen (V-ontsluiting Bredastraat, Viaduct Dam, Ijzerlaan) zijbreed gedimensioneerd. De V-ontsluiting van de wijk vormt de hoofddrager van het gebied, waarbij de diverse vertakkingen de lokale ontsluiting verzorgen. De Smallestraat – Kalkstraat vormt vandaag een ontsluiting voor diverse bedrijven in het noordelijke deel van Dam _west. Het profiel van deze straten is sterk gefragmenteerd en biedt weinig tot geen beeldkwaliteit.

Vlotte ontsluiting met bus (frequente bediening richting Rooseveltplaats). Geplande tramverlenging richting Ekeren maakt ontsluiting met openbaar vervoer volledig.

Enkel voetpaden, geen fietspaden.

Geen publieke parkings.

Parkeren langs de straatkant en op vlakten thv Bredastraat.

 

Open en groene ruimte

2008 /2009: Park Spoor Noord (18 ha), ruim voldoende op buurt- en wijkniveau (cfr GIS simulaties Groene Singel)

 

STEDENBOUWKUNDIG KADER - FOTOREPORTAGE

Aan de hand van een fotoreportage wordt hierna een beeld geschetst van de ruimtelijk-morfologische structuur van het plangebied.

 

Figuur 26 - projectsite Silowet

 

 [image]

Figuur 27 - Zicht vanuit park op driehoekig bouwblok Viaduct Dam

 

 [image]

 

Figuur 28 - Damplein-Damstation

 

 [image]

Figuur 29 - Damplein-Belgica meubelen

 

 [image]

Figuur 30 - Viaduct Dam, zicht richting Ijzerlaan

 

 [image]

Figuur 31 - Hardenvoort (1)

 

 [image]

 

Figuur 32 - Hardenvoort (2)

 

 [image]

Figuur 33 - Opleidingsgebouw gelegen in het park-op voorgrond-projectgrond kindercampus

 

 [image]

 

Figuur 34 - Woningen thv viaduct Noorderlaan op hoek Bredastraat-Hardenvoort

 

 [image]

Figuur 35 - Bredastraat

 

 [image]

 

 

Figuur 36 - Joossensgang

 

 [image]

Figuur 37 - Smallestraat-vanuit Bredastraat

 

 [image]

Figuur 38 - Toegang CDO (Bredastraat)

 

 [image]

 

 

Figuur 39 - Zicht vanuit het park op driehoekig bouwblok Viaduct Dam

 

 [image]

Figuur 40 - Kalkstraat

 

 [image]

Figuur 41 - Ijzerlaan-zicht richting Noorderlaan

 

 [image]

Figuur 42 - Ijzerlaan-zicht richting Bredastraat

 

 [image]

Figuur 43 - Ijzerlaan thv toegang Bredastraat

 

 [image]

 

Figuur 44 - Bredastraat-gedeelte tussen Ijzerlaan en Viaduct Dam

 

 [image]

 

 

Figuur 45 - Zicht op magazijnen in binnengebied bouwblok Imberco

 

 [image]

 

Figuur 46 - Viaduct Dam met links recent project (groepswoningbouw,gelijkvloers handelsruimte) en rechts een leegstaand pand (gepland project sociaal woningbouw)

 

 [image]

Figuur 47 - Binnengebied Drie Snelle

 

 [image]

Figuur 48 - Site Electrabel in binnengebied Drie Snelle

 

 [image]

Figuur 49 - Oostelijke plangrens-keerwand HST-lijn-onderhoudszone Infrabel

 

 [image]

BIJLAGE 3: SCREENING PLANMER - CONCLUSIE

 

Er werd een screening op Plan-mer plicht uitgevoerd (zie nota). Als conclusie in deze nota werd het volgende opgenomen:

 

Het plan valt onder de toepassing van het plan-mer-decreet, maar is niet van rechtswege plan-mer-plichtig.

Uit deze screening blijkt bovendien dat er niet verwacht wordt dat het plan in significant negatieve milieueffecten zal resulteren.

 

BIJLAGE 4: WATERTOETS

 

BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE

 

Het projectgebied Dam-West ligt in een waterrijk gebied. Ongeveer 1,5 kilometer ten westen van het projectgebied loopt de Schelde. Vlak ten westen van de Noorderlaan ligt het Asiadok. Ten noordoosten van Dam-West loopt het Albertkanaal. Vanuit het zuidoosten stroomt het Groot Schijn, een waterloop van eerste categorie noordwestwaarts.
Op 1 kilometer ten oosten van Dam_west wordt het Groot Schijn gevoed door het Klein Schijn (Wezelsebeek), een waterloop van tweede categorie. Verder stroomafwaarts buigt het Groot Schijn af naar het noorden.

 

Alle watertoetskaarten werden geraadpleegd: de hellingenkaart, de kaart met erosiegevoelige gebieden, de winterbedkaart, de kaart met overstromingsgevoelige gebieden, de kaart met grondwaterstromingsgevoelige gebieden en de kaart met infiltratiegevoelige bodems. De meest relevante watertoetskaarten voor het studiegebied worden hieronder besproken.

Uit de kaart met overstromingsgevoelige gebieden kan worden afgeleid dat het westelijke deel van het projectgebied Dam-West niet overstromingsgevoelig is, terwijl het oostelijk deel van het gebied effectief overstromingsgevoelig is.

Omdat het niet om een recent overstroomd gebied gaat (cf. raadpleging ROG-kaarten), betreft het een deel van een gemodelleerd overstromingsgebied (MOG). De gebruikte modellen voor de afbakening van MOG’s zijn steeds gebaseerd op gedetailleerde topografische opmetingen van de gemodelleerde waterloop (in dit geval waarschijnlijk het Groot Schijn dat oostwaarts ligt of minder waarschijnlijk de Schelde die westwaarts ligt), waarbij om de 50 tot 200 meter dwars-profielen van de bedding van de waterloop opgenomen worden. Via een hydrologische (neerslag-afvoer) modellering en een hydrodynamische modellering zijn de modellen in staat om, na afijking, de waterstand (in m TAW) in de rivier en in de overstroomde gebieden te beschrijven voor geselecteerde buien. De aldus bekomen waterlijn wordt tenslotte in combinatie met informatie over de valleihoogte aangewend om de gemodelleerde overstromingsgebieden af te bakenen.

We kunnen hier aldus stellen dat de inkleuring als ‘effectief overstromingsgevoelig’ een resultaat is van een theoretische benadering op een grotere schaal (Vlaanderen). In de praktijk gaat het niet om een recent overstroomd gebied of om een risicogebied voor overstromingen.

 

Hierbij dient wel gesteld dat het gebied van Dam_west een hoge grondwaterstand kent, wat soms problemen geeft in kelders. Deze hoge grondwaterstand is toe te schrijven aan de opwaartse druk veroorzaakt door het Albertkanaal en de nabijgelegen dokken. Sommige delen van Dam_west bevinden zich onder het niveau van het wateroppervlak van de dokken en het Albertkanaal.

De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van in grepen op de grondwaterstroming. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Voor de watertoets, die onder meer van belang is voor het evalueren van geplande bouwwerken, gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar de ondiepe grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies: tunnels, schachten, kelders, ondergrondse garages, damwanden, kwelschermen en dergelijke. Voor dergelijke constructies zijn meestal ook uitgravingen nodig, en vaak gaat de aanleg of de instandhouding ervan ook gepaard met het onttrekken van grondwater door drainering, tijdelijke bemaling of permanente bemaling. Ingevolge de vele waterlopen in de nabijheid van het projectgebied is het volledige projectgebied Dam-West gelegen in een zone die zeer gevoelig is voor grondwaterstroming (type 1). Wanneer in deze zone ondergrondse constructies gebouwd worden met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m, dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.

De kaart met infiltratiegevoelige gebieden toont voor het ganse plangebied Dam-West niet infiltratiegevoelige bodems. Dit wil zeggen dat ze niet geschikt zijn voor infiltratie. De reden voor hun ongeschiktheid voor infiltratie ligt waarschijnlijk in het feit dat ze bebouwd zijn enerzijds, maar ook in de hoge grondwaterstand anderzijds.

Momenteel is het plangebied voorzien van een gemengd rioleringsstelsel. Hemelwater en afvalwater worden gemend afgevoerd via de Royerssluis naar de RWZI Kielsbroek gelegen ten zuiden van het stadscentrum op enkele kilometers van het plangebied.

Er zijn evenwel plannen (maken geen deel uit van voorliggend RUP!) om het plangebied op termijn af te koppelen en te voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel. Om de problemen van de hoge grondwaterstand op te lossen en dit grondwaterpeil onder controle te houden denkt men eraan om de regenwaterafvoerleiding te voorzien o.v.v. poreuze (geperforeerde) buizen. Op deze manier kade grondwaterstand ter hoogte van Dam_west voldoende laag gehouden worden. Indien het grondwaterpeil te hoog komt, wordt het grondwater afgevoerd. Elders kan dit grondwater doorheen de poreuze buizen opnieuw in de bodem infiltreren.

 

Figuur 50

 

 [image]

 

Figuur 51 - ROG (Risicozones overstromingen)

 

 [image]

 

Figuur 52 - DHM (Digitaal HoogteModel)

 

 [image]

Figuur 53 - overstromingsgevoeligheid

 

 [image]

Figuur 54 - infiltratiegevoeligheid

 

 [image]

HET PLAN

 

De realisatie van het RUP brengt geen noemenswaardige toename van de verharde oppervlakte met zich mee (eerder status quo of beperkte afname van de verharde oppervlakte te verwachten).

 

Het RUP voorziet bovendien volgende maatregelen:

Bij nieuwbouw of uitbreiding is het verplicht om nieuwe daken aan te leggen als groendak, indien het dak een helling heeft van minder dan 15°;

De verplichting tot het aanleggen van een groendak vervalt voor de dakoppervlakte die voorzien wordt van een hemelwaterput waarvan de inhoud overeenstemt met de grootte van het dakoppervlak;

Voor verhardingen van onbebouwde ruimten gelegen buiten de zones voor publiek domein, mogen enkel waterdoorlatende materialen worden gebruikt;

Voor de Kalkstraat, Snellestraat en Joossensgang is verharding met asfalt evenmin toegelaten

 

Het plan voorziet ook dat voldaan wordt aan de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening m.b.t. de opvang en afvoer van hemelwater.

 

BESCHRIJVING EN BEOORDELING EFFECTEN

Conform artikel 8 van het decreet inzake integraal waterbeleid moet het RUP in het kader van de planvorming en het vergunningenbeleid getoetst worden op de watergerelateerde aspecten.

 

Watertoets op planniveau

Een eerste toetsing gebeurt op het planningsniveau.

Zoals reeds gesteld ligt het plangebied Dam-West niet in een recent overstroomd gebied of in een risicogebied voor overstromingen. Voor de hoge grondwaterstand wordt op termijn een oplossing voorzien. Deze oplossing wordt voorzien, los van dit plan.

Het volledige plangebied is gelegen in een zone die zeer gevoelig is voor grondwaterstroming (type 1). Wanneer in deze zone ondergrondse constructies gebouwd worden met een diepte van meer dan 3 m of een horizontale lengte van meer dan 50 m, dient advies aangevraagd te worden bij de bevoegde adviesinstantie.

De kaart met infiltratiegevoelige gebieden toont voor het ganse plangebied Dam-West niet infiltratiegevoelige bodems. De hoge grondwaterstand bevestigt dit. Dit wil zeggen dat de bodem in het plangebied niet geschikt is voor infiltratie.

In deze fase kan reeds gesteld dat in de geplande situatie:

de verharde oppervlakte niet toeneemt;

hemelwater afkomstig van gebouwen deels zal aangewend worden voor hergebruik (hemelwaterputten), en voor het overige vertraagd afgevoerd worden (groendaken).

hemelwater en afvalwater op termijn gescheiden zal worden. Hierbij wordt er door gebruik te maken van poreuze buizen voor gezorgd dat de grondwaterstanden ter hoogte van het plangebied niet voor problemen kunnen zorgen.

de vuilvracht mogelijk zal toenemen. Gezien de afkoppeling zal het volume dat naar het RWZI moet afgevoerd worden, evenwel afnemen (helpt overstortfrequentie stroomafwaarts dalen);

 

Er wordt niet verwacht dat het plan in negatieve effecten zal resulteren voor wat de waterhuishouding betreft.

 

Watertoets op projectniveau

Een tweede toetsing situeert zich op het inrichtings- en kavelniveau en gebeurt in een latere fase, wanneer meer nauwkeurige technische informatie beschikbaar is met betrekking tot de uitvoering van de diverse bouwwerken. Dit situeert zich op het vergunningenniveau, in het kader van de aanvragen van de vereiste stedenbouwkundige vergunningen.

Indien bemaling noodzakelijk is voor de aanleg van ondergrondse constructies, zal om de stabiliteit van de nabijgelegen weginfrastructuur niet in het gedrang te brengen, voor de concrete bouwprojecten waarbij bemaling nodig is, een technische studie moeten uitwijzen of maatregelen nodig zijn om de stabiliteit te garanderen. Conform Art. 8 van het Decreet Integraal Waterbeleid moet deze informatie voor concrete projecten aangeleverd worden bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning.

 

BIJLAGE 5: ONTSLUITING V/H PLANGEBIED

 

INLEIDING

In het kader van voorliggend RUP werd beknopt onderzoek verricht naar de mobiliteitsaspecten in het plangebied. Het onderzoek richt zich hoofdzakelijk naar de mogelijke scenario’s voor de ontsluiting van de wijk Dam voor de verschillende weggebruikers en de parkeerproblematiek. Tenslotte werden er conceptvoorstellen uitgewerkt voor enkele straten in de wijk.

Het onderzoek moest meer inzicht verschaffen in de mobiliteitsproblematiek. Indien relevant worden aspecten meegenomen in het verordenend gedeelte van het RUP.

 

Toegankelijkheid en bereikbaarheid van het plangebied

De toegankelijkheid en bereikbaarheid van de wijk Dam zal zich inschrijven binnen de visie van de Vlaamse Overheid en de Stad op een duurzame stedelijke mobiliteit volgens het STOP-principe, waarbij achtereenvolgens prioriteit gegeven wordt aan voetgangers (stappers), fietsers (trappers), openbaar vervoer en tenslotte aan privé autoverkeer.

 

Stappers

Gezien bij het onderzoek steeds wordt uitgegaan van de integrale omgevingscontext, is het evident dat in een stedelijke woon- en werkomgeving zoals Dam_west in eerste instantie wordt gefocust op het creëren van voor de voetganger aangepaste en kwaliteitsvolle ruimtes. Alle straten worden voorzien van brede voetpaden en straatbeplanting. Smallere straten zoals de Smallestraat, Drie Snellestraat en Joossensgang krijgen bij voorkeur een straatbreed profiel met erfkarakter (geen afzonderlijke trottoirs of voetpaden).

 

Voetgangers moeten zich veilig en vlot kunnen verplaatsen en op een veilige manier de verschillende stopplaatsen van het openbaar vervoer bereiken.

 

Trappers

Op de volgende plaats wordt gefocust op de fietser. Fietsers verdienen een volwaardige plek in de stad. De in het S-RSA geselecteerde boulevards zijn verbindende assen bij uitstek voor de aanleg van veilige en comfortabele routes. De Leien, Noorderlaan en Ijzerlaan-Slachthuislaan maken allen deel uit van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De geplande voetgangers- en fietsbrug over het kanaal ipv de Ijzerlaanbrug maakt deel uit van een alternatieve fietsroute. In functie van de aanleg van comfortabele fietspaden door de wijk Dam moet vooral gefocust worden op de aansluitingen met de routes van het BFF en met de padenstructuur in het park SpoorNoord.

 

De opening van het volledig parkgebied, inclusief de geplande onderdoorgangen van bestaande infrastructuren op het parkdeel oost (viaduct Dam en de spoorlijn) zal leiden tot een aanpassing van het verplaatsingsgedrag van voetgangers en fietsers in deze omgeving. Waar de zwakke weggebruikers gedurende tientallen jaren gedwongen waren het spoorwegemplacement te kruisen op 1 punt, het viaduct Dam, ontstaan nu een aantal veilige en comfortabele alternatieven. Het viaduct Dam zal, als noordzuidverbinding voor de zwakke weggebruiker, sterk aan belang verliezen aangezien het overwinnen van het hoogteverschil niet meer noodzakelijk is. Het is zaak het gebruik van de veilige padenstructuur in het park te stimuleren en vanuit de omliggende woonwijken duidelijke aansluitingen met deze padenstructuur te voorzien. In die optiek wordt in het RUP een doorgang getekend parallel aan het spoor tussen het Damplein en de geplande fietsbrug. Vanop het Damplein is een oversteekplaats gepland naar het park (langs de oostelijke kant van het viaduct dam).

 

Figuur 55 - Concept fietsverkeer

 

 [image]

 

Openbaar vervoer

De infrastructuren, deel uitmakend van het verbindend lager netwerk, die de wijk omgeven zoals de Noorderlaan en de Ijzerlaan, zullen op termijn worden aangepast en uitgerust met traminfrastructuur. Beide wegen worden getransformeerd tot stedelijke boulevards en dragen door de toevoeging van stamassen van het OV bij tot een duurzame mobiliteit, m.n. een betere bediening van de wijk Dam _west door het openbaar vervoer.

 

Vanuit de wijk worden duidelijke relaties uitgewerkt met de Noorderlaan en Ijzerlaan. Specifieke aandacht gaat uit naar de inplanting van de halteplaatsen en relatie met de nieuwe OV-lijnen; de aanleg van de trambusbaan op de Noorderlaan gebeurt –bekeken vanuit de bereikbaarheid van Dam_west– bij voorkeur excentrisch.

 

Figuur 56 - Mogelijk ontwikkelingsscenario OV

 

 [image]

 

Privaat autoverkeer

Tenslotte moet de stad eveneens bereikbaar blijven voor het privaat gemotoriseerd verkeer.

Twee duidelijke trends zijn hierbij aanwezig: een afname van de beschikbare ruimte voor gemotoriseerd privaat verkeer op stedelijke wegen en het openbaar domein in het algemeen (zowel naar aantal rijstroken als bovengrondse parkeerruimten) ten voordele van andere modi en voetgangers en fietsers; een capaciteitstoename op het hoger wegennet (aanleg van missing links, opdelen verkeersstromen, toevoegen rijstroken,…).

 

Over het algemeen wordt er gestreefd naar het kanaliseren van de verkeersstromen voor de ontsluiting van de wijk Dam naar het hoofdwegennet via de Noorderlaan en de Ijzerlaan. In alle overige straten primeert de woon- en verblijfsfunctie. Om sluipverkeer via de Bredastraat en Hardenvoort tegen te gaan, stellen we voor de wijk voor wat betreft personenwagens, te ontsluiten naar het hoofdwegennet via één duidelijke toegang aan de Ijzerlaan. Momenteel is dit de enige volwaardige toegang tot Dam _west. Een secundaire interlokale verbinding via het Viaduct Dam tussen Dam _west en de Stuyvenberg-St. Jansplein blijft bestaan.

 

Om meer kwalitatieve ruimte ter beschikking te stellen van de zwakke gebruikers zijn een invoering van enkelrichtingstraten of het afknippen van de wijk ter hoogte van de Kempenstraat en ter hoogte van de Lange Lobroekstraat belangrijke denkpistes.

 

Volgende tekening geeft een beeld van de bestaande en van de wenselijke toestand.

 

Figuur 57 - Bestaande verkeersstroom

 

 [image]

 

Figuur 58 - Wenselijke verkeerstroom

 

 [image]

Visie op de parkeerproblematiek

In het kader van dit RUP worden enkele voorstellen gedaan om de parkeerproblematiek aan te pakken. De voorstellen kunnen vertaald worden in stedenbouwkundige voorschriften.

 

Een voorwaarde voor een prettige woonomgeving is dat de openbare ruimte meer is dan een openbare parkeerplaats. Hoe hoger de dichtheid hoe meer parkeerdruk op de openbare ruimte. Gezien de te verwachten toename van de vraag naar parkeerruimte in het plangebied (hoofdzakelijk als gevolg van een toename van het aantal woningen) zal er op toegezien worden dat er in geval van nieuwbouw voldoende parkeerplaatsen voorzien worden op privaat terrein.

 

Parkeren aan de straatzijde van een gebouw of direct in de woning, betekent een sterk ruimtebeslag daar waar je juist contact met de straat of tuin wilt en heeft als gevolg dat elke woning steeds met de wagen bereikbaar moet zijn, dikwijls ten koste van kwaliteit en inrichtingsmogelijkheden van het openbaar domein.

 

Om het storende beeld van auto’s in het straatbeeld te vermijden is het belangrijk nieuwe parkeermogelijkheden zoveel mogelijk te groeperen en/of te integreren in de bebouwing. In binnengebieden van bouwblokken is het van belang dat de aanleg van parkeergebouwen en/of parkeerplaatsen de aanleg van private buitenruimte(terrassen/tuinen) bij de woningen niet hypothekeert. Dit impliceert het maximaal inzetten op ondergrondse parkeerruimten of het creëren van kleinschalige gegroepeerde parkeergebouwen voor de buurt.

 

Het groeperen van parkeerplaatsen op die manier koppelt de auto ook los van de individuele woning en moedigt het gebruik van andere vervoersmodi aan. Idealiter leunt de fietsenstelplaats dichter aan bij de woning dan de autoparkeerplaats.

 

Concept ontwerpvoorstellen openbaar domein Bredastraat – Joossensgang

De optimalisatie van het woonklimaat in Dam_West kan gebeuren via een herinrichting van het openbaar domein. In het kader van voorliggend RUP werden bij wijze van voorbeeld enkele voorstellen uitgewerkt voor de herinrichting van de Bredastraat als voorbeeld van een woonstraat en de Joossensgang als voorbeeld van een woonsteeg (zie volgende pagina’s).
De ontwerpkeuzes kunnen bij uitbreiding worden toegepast in de rest van de wijk Dam. Een heraanleg van het volledige openbare domein van de wijk dringt zich op, gefaseerd in korte, middellange en lange termijn, op basis van een samenhangend ontwerp en op basis van een mobiliteitsvisie op wijkniveau in samenhang met de mobiliteit op stedelijk niveau.

 

Figuur 59 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 1

 

 [image]

Figuur 60 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 1

 

 [image]

Figuur 61 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 1

 

 [image][image]

Figuur 62 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 1

 [image]

Figuur 63 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 1

 

 [image]

Figuur 64 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 2

 

 [image]

Figuur 65 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 2

 

 [image]

Figuur 66 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 2

 

 [image]

 [image]

Figuur 67 - Conceptvoorstel inrichting Bredastraat -variant 3

 

 [image]

 

BIJLAGE 6: WAARDEVOLLE GEBOUWEN

Achter het verlaten spoorwegemplacement ligt de 19e eeuws volkswijk ‘Den Dam’. Een Antwerpse volksbuurt geklemd tussen verkeersaders, een dok, een kanaal, een spoorweg en een emplacement. Den Dam is een resultaat van de wilde 19e eeuwse stadsgroei, nadat de Spaanse wallen werden gesloopt en de nieuwe Brialmontlinie werd aangelegd. Door de aanleg van de Brialmontvesting (1859 e.v.) werd het toenmalige ‘Dambrugge’ feitelijk afgescheiden van Merksem. I1871 werd Dambrugge definitief bij Antwerpen gevoegd. Bijna alle straatnamen op den Dam kregen hun benaming tussen 1870 en 1890. De wijk Dam kan worden opgedeeld in vier deelwijken: Dam Vooruit, Lobroek en Slachterij-Schijnpoort en Dam Achteruit. Het onderzoeksveld bevindt zich in de deelwijk ‘Dam Vooruit’.

 

Het gebied rond het Damplein, Hardenvoort en Bredastraat is het historische Dam, geënt op het middeleeuwse gehucht Dambrugge. In het stratenplan kan men lezen hoe dit oude Dambrugge door de eeuwen heen organisch groeide en op het einde van de 19e eeuw zijn huidige stratenpatroon verkreeg. Daarbij speelden de grote noordwaartse handelsroute via de huidige Bredastraat en de trafiek op de Schijn (huidige Joossensgang) een hoofdrol. De Bredastraat is een kronkelende straat met neoclassicistische bepleisterde en beschilderde of gecementeerde burgerhuizen uit het einde van de 19e – begin 20ste eeuw, voorts magazijnen en pakhuizen. Op het nummer 34 staat sinds eeuwen de Sint-Jobskapel, een relict van een aanzienlijke 16e eeuwse leprakolonie die Antwerpen hier inplantte. De nabijgelegen Joossensgang is een overwelving van de vroegere Schijn, de rivier die den Dam haar middeleeuwse bloei bracht. De bewaard gebleven magazijnen in de Joossensgang tonen de latere 19e eeuwse industriële opgang van den Dam.

 

Werkwijze voor de opmaak van de inventarisatie:

Aangezien deze inventarisatie het authentiek karakter van de wijk ‘Dam vooruit’ wil ondersteunen werd voor het opstellen van de criteria teruggegrepen naar de ontstaansgeschiedenis van de wijk. Daarbij werd een onderscheid gemaakt naar de opvallende creaties, die als beeldbepalend door type of beschermingswaardig worden bestempeld, en de eerder modale architectuur. Deze zijn architecturaal bescheidener maar wel typerend voor de ontstaansgeschiedenis van de wijk. Voor deze panden wordt de term beeldbepalend door reeks gebruikt. De waardebepaling is in plan en tabel weergegeven.

 

Deze inventarisatie is gericht op de beeldkwaliteit en heeft als doel het behoud van het beeldbepalend patrimonium in de wijk ‘Dam vooruit’ . Er moet opgemerkt worden dat, ondanks de aanwezigheid van een waardevol patrimonium, bijzonder weinig gebouwen zijn opgenomen in ‘de inventaris van het bouwkundig erfgoed’. Deze inventarisatie is daarom een aanzet tot verder onderzoek op structureel, historisch en bouwkundig vlak van dit waardevol patrimonium. Voor de panden die een waardebepaling kregen, moet steeds advies gevraagd worden aan de dienst welstand –en monumentenzorg.

 

Terminologie

 

T: beeldbepalend door type

Wanneer voor het gebouw, als type, geldt dat zowel de dialoogwaarde met de omgeving als de uitstraling van de architectuur naar het publiek domein als verrijkend wordt ervaren en inspirerend is voor de ontwikkeling.

T (1): magazijn en/of pakhuis

T (2): neo-classicistische burgerhuis uit einde 19e-begin 20ste eeuw

T (3): pand in art-decostijl

T (4): huis in art-nouveaustijl met gekleurde bakstenen gevel uit het begin van de 20ste eeuw

T (5): fabriekspand

 

R: beeldbepalend door reeks

Inspirerend voor de ontwikkeling omwille van de reeksvorming. Op het ‘Dam vooruit’ vindt men verschillende groeperingen van dezelfde of gelijkaardige panden. Dikwijls zijn ze samen gebouwd, maar vaak ook harmonisch naast elkaar gegroeid. Deze reeksen zijn een specifieke kwaliteit omdat ze het individuele pand verschalen naar een grotere maat.

R (1): groepering van gekleurde bakstenen gevels – voormalige spoorwegarchitectuur

R (2): groepering van neo-classicistische burgerhuizen

R (3): groepering van pakhuizen

 

!: beschermingswaardig

Het gebouw wordt behouden. Eventuele herbestemmingen worden getoetst op hun gevolgen op ruimtelijk, structureel, economisch en cultureel vlak, de hiermee gepaard gaande ingrepen tasten het gebouw conceptueel niet aan, maar worden integendeel waardevolle toevoegingen.

 

Inventaris

 

foto

straat

huisnummer

waardebepaling

architecturale waardering

historische waardering

 

 [image]

Bredastraat

35

!

Scholengroep rond een rechthoekige binnenkoer.

Straatgevel van dertien traveeën en twee bouwlagen in baksteenbouw met gebruik van natuursteen voor plint, puilijst, doorlopende lekdrempels en banden;

Centrale ingangstravee met rechthoekige vleugeldeuren en bovenlicht in geprofileerde rondboogomlijsting met aan de linkerzijde een baksteenbouw van twee lagen met zadeldak bekroond met een dakvenster onder houten kroonlijst en aan de rechterzijde een flankerende lagere puntgevel met topstukken en een rondboogvenster;

Oorspronkelijke scholengroep met jongens-en meisjesschool, geopend i1896, bijhorende kindertuin van 1904.

 

 [image]

Bredastraat

37

!

Hoofdgebouw van acht traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met een licht vooruitspringend middenrisaliet en verdiepte muurvlakken met segmentboogvensters;

 

 

 [image]

Bredastraat

39

!

Toegangstravee , naar achterliggend bakstenen bouwvolumes, met rechthoekige vleugeldeuren en bovenlicht in geprofileerde rondboogomlijsting met een flankerende puntgevel met topstukken en een rondboogvenster, identiek aan nummer 35.

 

 

 [image]

Kalkstraat

1-3

 

Baksteenbouw van vijf traveeën en drie bouwlagen onder licht hellend zadeldak met verdiepte muurvlakken en blauwe hardstenen plint.

Drie rechthoekige toegangspoorten met aan weerszijden een raamopening met traliewerk

Het magazijn werd opgetrokken aan het begin van de 20ste eeuw met wijzigingen in de jaren ‘30.

 

 [image]

Kalkstraat

7

T (1)

Baksteenbouw van vijf traveeën en twee bouwlagen onder plat dak. langwerpige, rechthoekige raam -en deuropeningen met origineel stalen schrijnwerk.

Het magazijn werd in 1931 opgetrokken door de Amerika Natie.

 

 [image]

Ijzerlaan

 

T(2)

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met neo-classicistische stijlkenmerken van vier traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak met centraal een oeil de boef en twee flankerende dakkapellen. lager aanpalend volume en later toegevoegde gesloten terrasconstructie

Een voormalig burgerhuis in neo-classicistische stijl waarvan de uiterst rechtse travee eind jaren 30 werd aangepast.

Momenteel ingericht als restaurant ‘les Routiers’.

 

 [image]

Noorderlaan

18

T(3)

Symmetrisch opgebouwd pand van drie bouwlagen en 4

traveeën onder plat dak met art-deco kenmerken.

Dit appartementsgebouw werd opgetrokken in de nieuwe moderne stijl, met art-deco kenmerken, aan het begin van de 20ste eeuw

 

 [image]

 

Kalkstraat

Ijzerlaan

18-26

T(2)

Bepleisterde en beschilderde klassieke lijstgevel van negen traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak met blauwe hardstenen plint.

Rechthoekige venster -en deuropeningen met geprofileerde omlijsting.

Vormt één geheel met het hoekpand Ijzerenlaan 26.

De naam van de brasserie ‘Bitterpeeën’ verwijst naar de toenmalig gevestigde cichoreifabrieken van de gebroeders De Beukelaar, in de volksmond ‘den bitterpeeën’.

In 1934 werd gevel en de binneninrichting aangepast aan de toenmalige stijl.

 

 [image]

Bredastraat

107

T(2)

Assymetrisch hoekpand met bakstenen lijstgevel, met gecementeerde accenten, van zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met houten kroonlijst op consoles.

Centrale ingangstraveen met bekroning van top -en schouderstukken en aan weerszijden twee identieke dakkapellen met rondboogvenster. Segmentbogige vensteropeningen met gecementeerde bovenomlijsting.

Café ‘Den Bonten Os’ was in de 20ste eeuw een welgekend café waar zowel de werkende als varende ‘Damklasse’ hun avonturen uitwisselden.

 

 [image]

Damplein

20-23

T(1)

Baksteenbouw, met natuurstenen banden ter hoogte van de vensteropeningen, met een hoofdvolume van 9 traveeën en drie bouwlagen met een partiële verhoging op de uiteinden. Het middenfronton wordt bekroond met een topstuk met natuurstenen hoekaccenten.

Aan weerszijden van het hoofdvolume een bakstenen lijstgevel van drie bouwlagen, waarvan het rechtse pand werd voorzien van een mansardedak.

Chocolaterie Meurisse ltd, sinds 1845 gevestigd op het damplein, verbouwde aan het begin van de jaren 30 de gevel en de binneninrichting van het pakhuis. In de jaren ‘50-’60 werden nog verschillende wijzigingen aan het pand toegevoegd ten behoeve van de chocolaterie. Momenteel is het pakhuis ingericht als meubelzaak ‘Belgica’.

 

 [image]

Damplein

24-25

T(4)

Symmetrisch opgebouwd vroeg 20ste eeuw pand met een gekleurde bakstenen lijstgevel van vijf traveeën en vier bouwlagen onder mansardedak.

Benadrukte hoger opgaande middentravee met verdiepte muurvlakken met rondboogvensters, erker met bovenliggend balkon en een rechthoekige toegangspoort.

Aan weerszijden van de middentravee bevinden zich bakstenen lisenen met een natuurstenenbekroning en ter hoogte van de bovenste verdieping een beeld.

Sterk gewijzigde pui.

In 1932 werd de gevel en de binneninrichting aangepast aan de toenmalige mode. Begeleidende spoorwegarchitectuur

 

 [image]

 [image]

Bredastraat

80-82

T(2)

Vermoedelijk vroeg 19e eeuws dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen, deels onder pannen zadeldak. Bepleisterde en beschilderde gevels met rechthoekige vensters en een rechthoekige toegangsdeur met blauwe hardstenen omlijsting in neo-classicistische stijl met imposanten onder gestrekte waterlijst. In de nummer 80 werd de gelijkvloerse pui sterk gewijzigd.

Het pand bestond reeds als herbergafspanning in de 19e eeuw. Het was niet alleen door havenarbeiders en buurtbewoners gekend, maar ook buiten de toenmalige Merksemse grenzen. Wanneer men op reis was kon men er zijn paard laten verzorgen en slaapgelegenheid vinden. Er was ook een florissante paardenhandel, die van vader op zoon voortging (familie Schillemans).

 

 [image]

Driesnellenstraat

9

T(1)

Baksteenbouw van negen traveeën en één bouwlaag onder zadeldak met verdiepte muurvlakken en segmentbogige imitatieopeningen. De segmentbogige vensteropeningen zijn dichtgemaakt.

Op het einde van de 19e eeuw werd in de Driesnellenstraat (vroegere Binnenweg) een paardentramlijn uitgebaat.

De paardentrammaatschappij heette ‘ Tramway du Nord d’Anvers’ of afgekort T.N.A. Alle loodsen en stallen met toebehoren bevonden zich achter afspanning ‘In de drie snellen’.

 

 [image]

Viaduct-Dam

104-106

T(3)

Symmetrisch opgebouwd pand met een vermoedelijk oorspronkelijke bak-stenen gevel van zeven traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak.

Dakbekroning met eetopstuk en een geprofileerde kroonlijst en aan weerszijden hol aflopend met een natuurstenen hoekaccent. Verdiepte muurvlakken met rechthoekige vensteropeningen en pilasters met Ionisch

kapiteel.

I1922 werd de gevel ede binneninrichting aangepast aan de toenmalige mode.

 

 [image]

Viaduct-Dam

102

T(2)

Rijhuis met een gekleurde bakstenen lijstgevel met dito banden in contrasterende kleuren uit het begin van de 20ste eeuw van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Gevel in eclectische stijl met in de fries mozaïekpanelen en segmentbogige raamopeningen met diamantkoppen. Gewijzigde gelijkvloerse pui.

Burgerhuis uit het begin van de 20ste eeuw waarvan de gelijkvloerse pui recent werd gewijzigd en in schril contrast staat met de geornamenteerde lijstgevel op de eerste verdieping.

 

 [image]

Viaduct-Dam

100

T(2)

Rijhuis met ongelijk aantal traveeën en twee bouwlagen in eclectische stijl uit het begin van de 20ste eeuw.

Bakstenen gebouw met witte speklagen en sierstukken.

Gave panelen met strikken en guirlandes op de borstwering van de eerste bouwlaag en in het fries.

Op de gelijkvloerse verdieping gekoppelde rechthoekige vensters onder gietijzeren latei en op de eerste verdieping drie segmentbogige vensteropeningen.

Burgerhuis uit het begin van de 20ste eeuw.

 

 [image]

Hardenvoort

46

T(2)

Assymetrisch klassiek opgebouwd hoekpand van drie

bouwlagen met zadeldak en kroonlijst. Gecementeerde lijstgevel met pilasters en rechthoekige raamopeningen.

Burgerhuis uit het begin van de 20ste eeuw.

 

 [image]

Hardenvoort

36

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Uniforme reeks uit het begin van de 20ste eeuw waarvan de kleur van de bakstenen lijstgevels voor een eigenheid zorgt. Op het einde van de 20ste eeuw werden reeds verschillende aanpassingen aan gevel en dak uitgevoerd.

 

Hardenvoort

34

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

32

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

30

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

28

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

26

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

24

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

22

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Hardenvoort

20

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

 [image]

Hardenvoort

8

T(4)

Bakstenen gebouw met witte speklagen en sierstukken van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Vooruitspringende eerste travee met rechthoekige toegangspoort onder gietijzeren latei.

Voormalig burgerhuis dat werd aangepast aan de toenmalige noden en modes in 1939 en 1957.

 

 [image]

Viaduct-Dam

1

T(2)

Assymetrisch klassiek opgebouwd hoekpand van drie bouwlagen met aangepast mansardedak onder houten kroonlijst op consoles. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel rechthoekige raamopeningen en centrale middentravee met balkon.

Gewijzigd gelijkvloers.

Aangepast burgerhuis uit het begin van de 20ste eeuw dat werd verbouwd in 1989.

 

 [image]

Viaduct-Dam

11

R(2)

Enkelhuis uit het begin van de 20ste eeuw van twee bouwlagen onder mansardedak.

Klassiek opgebouwde bepleisterde en beschilderde lijstgevel onder houten kroonlijst.

Burgerhuizen uit de jaren '20 van vorige eeuw.

 

Viaduct-Dam

13

R(2)

Enkelhuis uit het begin van de 20ste eeuw van twee bouwlagen onder mansardedak.

Klassiek opgebouwde bepleisterde en beschilderde lijstgevel onder houten kroonlijst.

 

 

 [image]

joossensgang

ZN

R(3)

!

Reeks van bakstenen magazijnen en pakhuizen in de joossensgang. Deze gang was gelegen tussen de twee Schijnarmen, aanvankelijk z.g. Schijngang.

De joossensgang is een overwelving van de vroegere Schijn, de rivier die den Dam haar middeleeuwse bloei bracht. De bewaard gebleven magazijnen in de joossensgang zijn een voorbeeld van de latere 19e eeuwse industriële opgang van den Dam. In 1871 kreeg de joossensgang haar huidige benaming.

 

joossensgang

16

R(3)

!

Reeks van bakstenen magazijnen en pakhuizen in de joossensgang. Deze gang was gelegen tussen de twee Schijnarmen, aanvankelijk z.g. Schijngang.

 

 

joossensgang

14

R(3)

!

Reeks van bakstenen magazijnen en pakhuizen in de joossensgang. Deze gang was gelegen tussen de twee Schijnarmen, aanvankelijk z.g. Schijngang.

 

 

joossensgang

12

R(3)

!

Reeks van bakstenen magazijnen en pakhuizen in de joossensgang. Deze gang was gelegen tussen de twee Schijnarmen, aanvankelijk z.g. Schijngang.

 

 

joossensgang

10

R(3)

!

Reeks van bakstenen magazijnen en pakhuizen in de joossensgang. Deze gang was gelegen tussen de twee Schijnarmen, aanvankelijk z.g. Schijngang.

 

 

 [image]

joossensgang

8

R(3)

!

Reeks van bakstenen magazijnen en pakhuizen in de joossensgang. Deze gang was gelegen tussen de twee Schijnarmen, aanvankelijk z.g. Schijngang.

 

 

 [image]

Bredastraat

38

T(2)

Reeks van twee burgerhuizen met neoclassicistische bepleisterde en gecementeerde lijstgevel uit het einde van de 19e eeuw.

De burgerhuizen zijn nog een restant van de oorspronkelijke, kronkelende Bredastraat met neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde of gecementeerde burgerhuizen uit het einde van de 19e en begin 20ste eeuw, afgewisseld met magazijnen en pakhuizen.

 

 [image]

Bredastraat

36

T(2)

Reeks van twee burgerhuizen met neoclassicistische bepleisterde en gecementeerde lijstgevel uit het einde van de 19e eeuw. Enkelhuizen van drie traveën en drie bouwlagen onder schilddak.

 

 

 [image]

 [image]

Bredastraat

34

T(1)

Rechthoekig gebouw met verankerde en gecementeerde tuitgevel op schouderstukken onder zadeldak. Radvenster in top en een rechthoekige poort onder ijzeren balk.

Waarschijnlijk restant van de voormalige ‘Sint-jobskapel’. Kapel horend bij de pesthuisjes hier gevestigd rond midden 16e eeuw.

De vroeg 17e eeuwse kapel werd in 1797 gesloten en nadien grondig verbouwd tot werkplaats, kolenmagazijn, e.a.

 

 [image]

Bredastraat

32

T(1)

Pakhuis met een bakstenen tuitgevel op schouderstukken onder zadeldak.

Rechthoekige toegangspoort met bovenliggend venster

Voormalig pakhuis.

 

 [image]

Bredastraat

24

x

Een blauwe hardstenen poortomlijsting die leidt naar verschillende wooneenheden in een binnengebied.

 

 

 [image]

Bredastraat

18

T(2)

Enkelhuis met ongelijk aantal traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak met houten kroonlijst. Bepleisterde en wit beschilderde lijstgevel met neo-classicistische stijlkenmerken (panelen, pilasters, bossage, ..),

Het enkelhuis is nog een restant van de oorspronkelijke, kronkelende Bredastraat met neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde of gecementeerde burgerhuizen uit het einde van de 19e en begin 20ste eeuw, afgewisseld met magazijnen en pakhuizen.

 

 [image]

 [image]

Bredastraat

14

x

Een blauwe hardstenen (geverfde) poortomlijsting die leidt naar verschillende woonblok in een binnengebied.

 

 

 [image]

Hardenvoort

1

T(5)

twee voormalige bloemsilo’s

Door de opkomst van industriële bloemmolens, zoals Vader Stucken op de Dam, verdwenen er vele molens in de nabijgelegen districten. Begin 1977 neemt de N.V. Dossche De Antwerpse Bloemmolens (opgericht in 1886) over en na de sluiting

van de Molens Van der Stucken, verandert zij haar naam in molens van Antwerpen.

 

 [image]

 [image]

Hardenvoort

ZN

T(5)

Vrijstaand bakstenen gebouw van negen traveeën en één bouwlaag onder zadeldak. Geaccentueerde dakkapel ter hoogte van de tweede travee die de kroonlijst doorbreekt. Negen rondboogvensters op de gelijkvloerse verdieping. Twee dichtgemetste toegangspoorten in

de rechterzijkant en e en gewijzigde toegang aan de linkerzijde.

Onderdeel van de voormalige spoorweginstallaties van de NMBS tussen het Hoofdgoederen- en Stuivenbergstation.

 

 [image]

 [image]

Hardenvoort

ZN

!

Vrijstaand gebouw van zestien traveeën en twee bouwlagen, plaatselijk drie bouwlagen, in baksteenbouw met geaccentueerde plint, puilijst, doorlopende lekdrempels en banden; Twee vrijwel identiek vooruitspringende traveeën met een tuitgevel. leiedak met enkele kleine dakkapellen. Interne staalstructuur van dubbele vakwerkligger op kolommen, stalen IPN liggers met gewelven in kiftbeton en elegante stalen ‘Polonceau’ spanten met een keramisch pannen onderdak.

Voormalig opleidingsgebouw voor machinisten van de NMBS.

 

 [image]

Damplein

1

T(4)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenelijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

2

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

3

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

4

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

5

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

6

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

7

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

8

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

9

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

13

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

14

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

Het damplein bestaat uit woon- en winkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw.

Begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Viaduct-Dam

78

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

De straat Viaduct-Dam is een viaduct en aansluitend weggedeelte met gebogen tracé over de spoorweginstallaties. In 1877 Viaduct genoemd, in 1897 Viaduct-Dam.

lintbebouwing uit het einde van de 19e - begin 20ste eeuw als begeleidende spoorwegarchitectuur

 

Viaduct-Dam

76

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

Viaduct-Dam

72

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

 [image]

Viaduct-Dam

70

R(1)

Deel van een reeks enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw van vier bouwlagen, overwegend met gekleurde bakstenen lijstgevels. Aanpassingen.

 

 

 [image]

Viaduct-Dam

64

T(4)

Enkelhuis van vier bouwlagen met een gekleurde bakstenen lijstgevel. Gewijzigde gelijkvloerse verdieping.

De straat Viaduct-Dam is een viaduct en aansluitend weggedeelte met gebogen tracé over de spoorweginstallaties. In 1877 Viaduct genoemd, in 1897 Viaduct- Dam. lintbebouwing uit het einde van de 19e - begin 20ste eeuw als begeleidende spoorwegarchitectuur.

 

 [image]

Damplein

1

M

Het neogotisch stationsgebouw is samengesteld uit twee vleugels van vier traveeën en een bouwlaag aan de Z-zijde en twee traveeën en twee bouwlagen aan de N-zijde. Een combinatie van lijst- en trapgevels van bak- en natuursteen afgewerkt met kantelen, pinakels en topstukken bekroond met schild- en zadeldaken. Kruiskozijnen onder blind bewerkt boogveld naast rond- en spitsboogvensters met traceerwerk. Korfboogdeur in geprofileerde hardstenen omlijsting met waterlijst, topstukken en oculus in rechthoekige omlijsting.

Het uit 1895-1898 daterende neogotische stationsgebouw werd door de ophoging van het oostelijk ringspoor in 1907 in zijn geheel 36 meter verplaatst. Dit was goedkoper dan afbraak en nieuwbouw.

Het stationsgebouw is een beschermd monument waarin het ‘Centrum voor communicatie, Informatie eParticipatie’

is gevestigd dat de renovatie en herinrichting van het park ‘Spoor Noord’

en zijn omgeving beheert. Het grootste deel van het gebouw op het gelijkvloers is verbouwd tot een uitgaansgelegenheid.

 

BIJLAGE 7: RUIMTELIJK HAALBAARHEIDSONDERZOEK KINDERCAMPUS HARDENVOORT

 

1. OPDRACHT

De opdracht omvat een integratie van een kindercampus op de site hardenvoort rekening houdend met een programma van eisen van Lerende stad, de context van het park spoornoord en de uitgangspunten van het voorontwerp RUP Dam West.

 

De basisdocumenten die werden aangewend in deze nota zijn:

Visienota

Programma analyse Ag Stadsplanning

RUP - arcadis

Programma analyse Ag Vespa

Projectbundel DKO door 360 architecten

 

Het product is een nieuw te bepalen bestemmingsgrens met aanvullende voorschriften die kunnen opgenomen worden in het RUP Dam West.

 

Volgende aandachtspunten worden voorafgaand uitgewerkt, nl.:

Een duidelijk programma van eisen met precisering van de eventuele onderdelen die in dubbele gebruik worden genomen.

De opmaak van een eenduidige perceelscontour als basis voor de berekening van het programma.

 

2. GEGEVENS

De gegevens verwerkt in de verschillende nota’s werden vergeleken en op punt gezet voorafgaand aan het onderzoek.

 

Bouwprogramma

Het bouwprogramma is gebaseerd op het programma aangereikt door Lerende Stad. Als aanpassing op de nota opgemaakt door Vespa is er 600m² meer open ruimte opgenomen zoals voorzien in het programma van Lerende Stad. Het bouwprogramma werd omgerekend naar een bruto totaal op basis van de coëfficiënt die Vespa hanteert nl. 1.33 ipv 1.25.

 

Tabel 3 - Bouwprogramma

 

 

gebouw

Buitenruimte (open + overdekt)

Basisschool 400ll

3885 m²

2880 m² (2400 + 480)

Middenschool 150ll

2765 m²

936 m² ( 720 + 216)

Netto totaal

6650 m²

 

Bruto totaal ( x 1.33)

8844 m²

3816 m² (3210 + 696)

 

 

Perceel

Ook op niveau van het perceel werden verschillende getallen gebruikt. De vergelijking van deze getallen met de opmeting ifv het park geeft een verschil van 323 m².

 

Een deel van het verschil is een stuk van de bestemmingszone voor het opleidingsgebouw aan de zijde van het park. Dit deel van het perceel kan niet als bouwzone beschouwd worden. De bouwzone wordt gereduceerd tot de fysische contouren van het opleidingsgebouw.

 

Een van de uitgangspunten van de bouwzone ‘kindercampus’ was een gevelwand evenwijdig met ‘shelter’. Daarom wordt de richting van de perceelsgrens van het RUP aan deze zijde aangehouden vertrekkend vanaf het meest oostelijke punt van het opleidingsgebouw.

 

Tabel 4 - Perceel

 

RUP

Bouwzone

5631 m²

 

opleidingsgebouw

600 m²

 

bebouwbare opp

5031 m²

Visienota

bouwzone

5365 m²

 

opleidingsgebouw

573 m²

 

bebouwbare opp

4792 m²

Verschil

 

323 m²

 

 

Figuur 68 - Afbakening gietgrond

 

 [image]

Tabel 5 - Bouwprogramma

 

 

Werkhypothese perceel

bouwzone

5392 m²

 

opleidingsgebouw

562 m²

 

bebouwbare opp

4830 m²

 

 

3. GEDEELD GEBRUIK IN PROGRAMMA

In de voorafgaande studies werden vier belangrijke items aangenomen:

1. er is een gedeeld gebruik mogelijk van de speelruimte voor de middenschool, lagere en kleuterschool.

2. de dakverdiepingen kunnen aangewend worden als speelruimte rechtstreeks gekoppeld aan een (groep) van leslokalen.

3. sportfaciliteiten worden gedeeld gebruikt

4. een deel van bergingen en sportfaciliteiten kan (gedeeltelijk) ondergronds opgevangen worden

 

Werkwijze

1 – hyptohesen in programma

Omdat de keuze en haalbaarheid van deze voorafnamen niet eenduidig te beheersen is een volumestudie werden ze ondergebracht in vijf verschillende hypothesen rond het programma, nl. een opbouwende graad van overlapping in bouwprogramma en een gedeeld gebruik van de buitenruimte. Het gedeeld gebruik van de buitenruimte heeft de meeste invloed op de organisatie van de site.

 

2 – aanpassing perceelsgrenzen - bouwhoogte

Er wordt gezocht naar drie types van aanpassingen om het bouwprogramma in te passen in de context van park Spoornoord, nl.:

door een extrapolatie van de bouwhoogte aan de zijde Noorderlaan
en/of

een verschuiving van de perceelsgrenzen aan zijde Noorderlaan

 

Hypothese 1 | geen overlappingen

alle buitenruimte wordt op nivo 0 gerealiseerd

buitenruimte wordt voor kleuter/basis/middenschool zonder overlappingen voorzien

sportfaciliteiten worden bovengronds georganiseerd

sportfaciliteiten worden voorzien als een dubbel hoge ruimte en gebruiken dus het dubbel aan oppervlakte

sportfaciliteiten worden voorzien zonder overlappend gebruik

overdekt buitenruimte wordt mee voorzien in het bebouwd volume

 

Programma

Bouwvolume = 10830 m² 8844m² + 1290m²

(dubbel hoog sport) + 696m² (overdekte buitenruimte)

Open ruimte = 3120 m²

 

Hypothese 2 | overlappingen in buitenruimte

idem hypothese 1 behalve:

buitenruimte voor basis/middenschool wordt gedeeld gebruikt

buitenruimte voor kleuters wordt afzonderlijk voorzien

 

Programma

Bouwvolume = 10614 m²

h1 – 216m² (overlap overdekte buitenruimte)

Open ruimte = 2400 m²

h1 – 720m² (overlap buitenruimte)

 

Hypothese 3 | sport gedeeltelijk verzonken

idem hypothese 1 behalve:

sportvoorzieningen worden gedeeltelijk verzonken waardoor geen extra m² worden opgenomen voor een dubbel hoge ruimte

Programma

Bouwvolume = 9540 m²

h1 – 1290m² (dubbel hoog sport)

Open ruimte = 3120 m²

 

 

Hypothese 4 | sport gedeeltelijk verzonken + gedeeld gebruik

idem hypothese 1 behalve:

sportvoorzieningen worden gedeeltelijk verzonken waardoor geen extra m² worden opgenomen voor een dubbel hoge ruimte

sportvoorzieningen worden gedeeld gebruikt door basisschool en middenschool

 

Programma

Bouwvolume = 8895 m²

h1 – 1290m² (dubbel hoog sport) – 645m² (gedeeld gebruik sport)

Open ruimte = 3120 m²

 

Hypothese 5 | sport gedeeltelijk verzonken + gedeeld gebruik

| overlappingen in buitenruimte

idem hypothese 1 behalve:

sportvoorzieningen worden gedeeltelijk verzonken waardoor geen extra m² worden opgenomen voor een dubbel hoge ruimte

sportvoorzieningen worden gedeeld gebruikt door basisschool en middenschool

buitenruimte voor basis/middenschool wordt gedeeld gebruikt

buitenruimte voor kleuters wordt afzonderlijk voorzien

 

Programma

Bouwvolume = 8676 m²

h1 - 1290m² (dubbel hoog sport)

- 645m² (gedeeld gebruik sport)

- 216m² (overlap overdekte buitenruimte)

Open ruimte = 2400 m²

h1 - 720m² (overlap buitenruimte)

 

 

Figuur 69 - Matrix

 

 [image]

 

Oplossing binnen de perceelsgrenzen

 

Een oplossing binnen de huidige perceelsgrens is enkel haalbaar indien:

sportruimte en buitenruimte gedeeld gebruikt worden

er een hoogte accent wordt geïntegreerd, bv aan de zijde Noorderlaan

 

Oplossing met behoud van hoogte maar verschuiving grenzen

Een oplossing waarbij de hoogteprincipe, zoals opgenomen in het rup, worden aangehouden resulteert in een verschuiving van de perceelsgrenzen.

 

Het maximaal programma (hypothese 1) is haalbaar. Het gecombineerd gebruik van bepaalde programmaonderdelen biedt bijkomende mogelijkheden naar programma.

 

 

Oplossing met verschuiving grenzen + hoogte accent

Een oplossing waarbij wordt gewerkt met een combinatie van een verschuiving van de perceelsgrenzen en een hoogte accent maakt het mogelijk om het maximaal programma (hypothese 1) te realiseren.

 

Het gecombineerd gebruik van bepaalde programmaonderdelen biedt bijkomende mogelijkheden naar programma.

 

4. ADVIES

De oplossing binnen de huidige perceelsgrenzen vergt veel voorafname op het bouwprogramma en biedt weinig flexibiliteit gezien de beperkte marge op het aanbod buitenruimte.

 

De oplossingen met de verschuivingen van de perceelsgrenzen bieden meer mogelijkheden en reserves in programma. De keuze met behoud van hoogte sluit het best aan op de uitgangspunten van het RUP. Het toevoegen van een hoogteaccent versterkt het beeld van de school in de huidige en nieuwe context, bij de sloop van het viaduct. Het toegevoegde hoogteaccent sluit niet aan bij de principes van het RUP waar er werd gekozen om uitsluitend bestaande torens toe te laten en deze bij eventuele sloop niet te herbouwen.

 

Er wordt voorgesteld om de toekomstige perceelsgrens te verplaatsen conform type 3 waarbij er rekening wordt gehouden met:

de nieuwe toegang aan de kop van het opleidingsgebouw zoals opgenomen in het projectvoorstel van 360 architecten

het reeds uitgevoerd deel van de aanleg van het park, in hoofdzaak een speelruimte, kan gevrijwaard worden

 

Volgende richtlijnen worden aangepast in het RUP:

Bouwhoogte:

basisrichtlijn blijft behouden, nl 12m aansluitend aan opleidingsgebouw en 16m aan hardenvoort

hoogteaccent tot 24m binnen afgebakende zone aan de hoek Noorderlaan

Bouwlijn:

de verplichte bouwlijn rondom het perceel wordt enkel behouden op de rooilijn met Hardenvoort en de binnenruimte aan het park tot de grens met de shelter

 

Figuur 70 - Aangepaste bebouwingsmogelijkheden

 

 [image]

Figuur 71 - invulling met toren- programma is maximaal zonder overlapping of gedeeld gebruik

 

 [image]

Figuur 72 - invulling zonder toren(max 16 m)- programma maximaal met gedeeld gebruik buitenruimte (LS en MS)

 

 [image]

BIJLAGE 8 : UITTREKSEL UIT DE ATLAS VAN DE BUURTWEGEN

 

Figuur 73 - Atlas der buurtwegen

 

 [image]