7 BIJLAGE 3: BELEIDSKADER

 

7.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen

 

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd door de Vlaamse Regering in 1997 goedgekeurd.
In het RSV wordt de metafoor “Vlaanderen: open en stedelijk” voorgesteld om een trendbreuk te realiseren in het ruimtelijk ordeningsbeleid in Vlaanderen. Open en stedelijk duidt op het gewenst onderscheid tussen enerzijds de steden en stedelijke gebieden en anderzijds de buitengebieden.

 

Om dergelijk gedifferentieerd beleid te kunnen voeren, worden afbakeningen van stedelijke gebieden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgesteld.

 

In de afbakening van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening grootstedelijk Gebied Antwerpen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 19 juni 2009, is het studiegebied niet gelegen in het stedelijk gebied en behoort dus als gevolg tot het buitengebied.

 

Als doelstellingen voor het ruimtelijk beleid in het buitengebied gelden onder meer:

  • vrijwaren van de essentiële functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bosbouw, wonen en werken op niveau van het buitengebied;

  • tegengaan van versnippering van open ruimte;

  • groeien in de kernen;

  • versterken van de open ruimte door de functies landbouw, natuur en bos;

  • bereiken van gebiedsgerichte kwaliteit;

  • gebiedsgerichte ruimtelijke ordening op basis van het fysisch systeem.

 

Voor de ruimtelijke herstructurering van bestaande kleinhandelslinten en -concentraties en voor de inplanting van nieuwe kleinhandelszaken wordt volgende ontwikkelingsperspectieven voorgesteld:

 

Binnen ieder stedelijk gebied of kern van het buitengebied worden op het niveau van de betrokken kern interessante locatievoorwaarden gecreëerd voor de inplanting van kleinhandel. De bereikbaarheid en de leefbaarheid van het stedelijk gebied of kern van het buitengebied als geheel moet voorop staan. In de afbakeningsplannen voor de stedelijke gebieden worden geschikte locaties aangeboden voor verkeersgenererende activiteiten waaronder baanwinkels, shoppingcentra, enz.

 

Voor kleinhandelslinten en -concentraties die structuurloos gegroeid zijn langs verkeerswegen en dit zowel in stedelijke gebieden, in stedelijke netwerken of zelfs in het buitengebied is een ruimtelijke herstructurering via inrichting van essentieel belang. Onder ruimtelijk herstructureren wordt verstaan het verbeteren van de bestaande ruimtelijke samenhang en relaties tussen de kleinhandelsvestigingen en met de omgeving, het verhogen van de verkeersleefbaarheid, de verkeersveiligheid en interne verkeersorganisatie en de ontsluiting (o.m. parkeren) en het creëren van een hogere beeldwaarde of imago van het kleinhandelslint of -concentratie en de omgeving.

 

Met betrekking tot woondichtheden wordt gestreefd naar een minimale woondichtheid van 15 woningen per hectare in de kernen in het buitengebied. Een differentiatie naar woningtype en dichtheid is gewenst, zowel binnen een ruimtelijk samenhangend geheel als tussen verschillende samenhangende gehelen onderling.

7.2 Provinciaal structuurplan Antwerpen

 

Het provinciaal ruimtelijk structuurplan werd in januari 2001 definitief vastgesteld. Het ruimtelijk concept voor de Antwerpse fragmenten (één van de vier hoofdruimten in de provincie) bevat een aantal verschillende deelruimten, waarvan het noordelijk bebouwd perifeer landschap en de Antwerpse gordel binnen deze context relevant zijn.

 

  • Hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’

Het studiegebied voor het RUP Mariaburg ligt binnen de hoofdruimte Antwerpse fragmenten. Dit is het deel van de Vlaamse Ruit dat op het grondgebied van de provincie Antwerpen is gelegen.

 

Het beleidsperspectief voor dit gebied is ontwikkeling, inspelend op de hoogwaardigheid van het gebied, en voorzichtigheid, rekening houdend met de beperkte draagkracht ervan.

 

De kwaliteit van de woonomgevingen moet worden verhoogd, met nieuwe nederzettings- en woontypologieën, nabijheid van voorzieningen, goede verplaatsingsmogelijkheden en groenstructuren. Verder moeten in de fragmentenstad nieuwe verdichtingsplekken worden aangeduid.

 

  • Deelruimte ‘bebouwd perifeer landschap’

Het bebouwd perifeer landschap, waartoe Brasschaat en Kapellen behoren, wordt beschouwd als gebied met een dominante bovenlokale groenstructuur met daarin een aantal activiteitenconcentraties die in de relatie staan tot de nabijheid van het grootstedelijk gebied. Beide elementen (groenstructuur en grootschalige voorzieningen) maken van het gebied een stedelijk park in de Antwerpse fragmenten.

 

In het bebouwd perifeer landschap vormen de hoofddorpen beperkte verdichtingspunten in een parkachtig gebied met belangrijke natuurlijke waarden en zonder grote ontwikkelingspotenties voor bijkomende woningen en bedrijventerreinen. Grootschalige uitbreidingen zijn niet gewenst.

 

  • Deelruimte ‘Antwerpse gordel’

De Antwerpse gordel is een groenstructuur van grootstedelijk niveau verweven met de Antwerpse fragmenten. Hij verbindt verschillende soorten natuurlijke landschappen en open ruimte elementen. De gordel biedt 'ademruimte' aan het grootstedelijk gebied en aan de Antwerpse fragmenten door het aanbod van niet bebouwde ruimte, door het mogelijk maken van (grootstedelijke) recreatie en (hoofdzakelijk grondgebonden) landbouw. De gordel is begrensd door het grootstedelijk gebied en remt de suburbanisatiedruk af. Het gebied is gemengd natuurlijk en cultuurlijk met openheid als belangrijkste karakteristiek.

 

De gordel bestaat uit (delen van) Brasschaat en Kapellen, de twee aangrenzende gemeenten van Ekeren.

 

Een doelstelling voor deze ruimte is het tegengaan van bebouwing. Om de rol van grootstedelijke groenstructuur waar te maken, wordt uitbreiding van bebouwing in het gebied tegengegaan. Ook wordt een bescherming, versterking en verbinding van onderdelen van de gordel vooropgesteld. Bestaande elementen worden beschermd en zo mogelijk vergroot. Dit geldt bijvoorbeeld voor ingesloten landschapskamers en kasteeldomeinen.

 

7.3 Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk

 

De provincie Antwerpen stelde, in opdracht van de Vlaamse overheid, het Bovenlokaal Functionele fietsroutenetwerk (BFF) op voor de provincie Antwerpen. Dit netwerk is hiërarchisch opgebouwd uit drie soorten routes die samen een provinciedekkend netwerk vormen:

  • Fietsostrades vormen de ruggengraat van het BFF. Het zijn langeafstandsfietspaden langs rechtlijnige infrastructuren zoals spoorlijnen en kanalen. Comfort (breed en verhard) en veiligheid (non-stop, in de voorrang en afgescheiden van het autoverkeer) zijn de belangrijkste inrichtingsvoorkeuren.

  • Functionele fietsroutes verbinden de woonkernen met attractiepolen zoals dorpskernen, winkelcentra, sportcentra, culturele centra, scholen en bedrijventerreinen. Ze zijn de kortste verbinding en lopen daardoor meestal langs drukken wegen (historische steenwegen die bijvoorbeeld van centrum naar centrum lopen).

 

Het BFF werd in juni 2001 goedgekeurd door de Vlaamse overheid en is opgenomen in de herziening van het RSPA (richtinggevend gedeelte).

 

[image]Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (bron: geoloket.provincieantwerpen.be, geraadpleegd maart 2017)

 

Ten westen van het plangebied ligt de fietsostrade F14 Antwerpen – Essen. Deze route is grotendeels ingericht conform het Vademecum Fietsvoorzieningen. Voor het deel gelegen tussen Schriek en Vloeiende werd nog geen fietsinfrastructuur aangelegd.

Ter hoogte van de gemeente Essen en tussen Oude landen en het Albertkanaal zijn er nog enkele delen van de fietsostrade die niet conform zijn aangelegd of waar de fietsinfrastructuur beperkt.

Langsheen Schriek en de Kapelsesteenweg is een bovenlokale functionele fietsroute geselecteerd: ter hoogte van Schrik is momenteel geen fietsinfrastructuur aangelegd. De fietspaden langsheen de Kapelsesteenweg zijn niet conform het Vademecum Fietsvoorzieningen ingericht. Ter hoogte van de Veltwijcklaan is een alternatieve route gelegen die momenteel niet conform is ingericht.

 

7.4 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brasschaat

 

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brasschaat werd door de bestendige deputatie goedgekeurd op 29 september 2005. In het richtinggevend gedeelte van het GRS zijn enkele opties genomen die betrekking hebben op het studiegebied van dit RUP.

 

Volgende ruimtelijke concepten op gemeentelijk niveau zijn daarbij van belang:

  • Behoud en versterking van het eigen karakter van de woonentiteiten, waaronder Mariaburg

  • Beken als ecologische linten doorheen het natuurlijk en cultureel landschap. Dit concept heeft onder andere betrekking op de Kaartse beek op de grens met Kapellen en de Laarse beek

  • Voor wat betreft mobiliteit is de Kapelsesteenweg opgenomen voor de ontsluiting met openbaar vervoer en als as binnen het fietsnetwerk.

 

In het GRS worden zeven deelruimten onderscheiden, elk met hun eigen specificiteit. De gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte Mariaburg gaat uit van:

  • Poortfuncties en herinrichting van de Kapelsesteenweg

Het centrum van Mariaburg moet zowel in het noorden als in het zuiden duidelijk worden afgebakend. Door middel van poorten wordt aan de weggebruiker duidelijk gemaakt dat het winkelgebied een verblijfskarakter heeft.

Voor de deelruimte Mariaburg geldt dat de Kapelsesteenweg het centrumgebied vormt, met een verdichting ter hoogte van de Katerheidemolen.

  • Behouden en versterken van het groene karakter van de wijk

  • Versterken van de openbare ruimte rond de Katerheidemolen

  • Kaartse beek als drager van de open kamer

De gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte Vriesdonk houdt onder meer in:

  • Behouden en versterken van het groene karakter van het woonpark.

  • Versterken van de centrumfunctie donk

Het gebied rond de kerk en het winkelcentrum kan fungeren als schakel tussen Vriesdonk en Ekeren-Donk, met de kleinhandelszaken aan Ekerse zijde van de Kapelsesteenweg als uitloper.

  • Poortfuncties aan de Kapelsesteenweg

  • Handelsvestigingen: langs de Kapelsesteenweg, tussen de Donksesteenweg en de Caterslei, zijn geen nieuwe handelsvestigingen mogelijk.

 

Buiten het centrumgebied van Mariaburg en Donk streeft de gemeente een uitdovingsbeleid van (grootschalige) commerciële functies langs de Kapelsesteenweg na. Ook wil zij het omvormen van woningen in kantoren en praktijken afremmen.
Binnen de gewenste ruimtelijk-economische structuur zijn de ontwikkelingsperspectieven voor kleinhandel opgenomen.

 

  • Kleinhandel bij voorkeur concentreren in de centrumgebieden;

  • Tegengaan van de vorming van handels- of kantoorlinten langs verbindingswegen. Deze worden bij voorkeur in de woonkernen gevestigd;

  • Kleinschalige handelsfuncties krijgen de voorkeur op grotere winkelketens om de eigenheid van de centrumgebieden te behouden;

  • Buiten de centrumgebieden is kleinhandel ook toegelaten, evenwel op niveau van de woonomgeving.

 [image]

Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, gewenste structuur Mariaburg

 [image]

Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, gewenste structuur Vriesdonk

 

7.5 Biologische waarderingskaart

Een deel van het studiegebied is op de biologische waarderingskaart aangeduid als complex met biologisch waardevolle en minder waardevolle elementen. Het gaat om de parkachtige omgeving in het bouwblok ontsloten door de Weerstandersstraat, Edward Caertsstraat en Schriek.

Grenzend aan het studiegebied is het overgrote deel van het kasteelpark Hof de Bist aangeduid als biologisch waardevol met plaatselijk, langs de Isabellalei, een zeer waardevol gebied. De zeer waardevolle eenheden binnen dit laatste gebied zijn de beplanting: zuur eikenbos en gemengd loofhout.

 

[image]Biologische waarderingskaart (2014)

 

7.6 Decreet Integraal Waterbeleid – Watertoets

 

Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003, gewijzigd door het wijzigingsdecreet Integraal Waterbeleid van 19 juli 2013, vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 (artikel 8) legt op dat elk ruimtelijk plan onderworpen moet worden aan een ‘watertoets’. Als uit de watertoets blijkt dat het ruimtelijk plan schade aan het watersysteem kan veroorzaken, moet de verantwoordelijke overheid maatregelen opnemen om die schade te vermijden, te beperken, te herstellen of te compenseren.

 

Er werden watertoetskaarten opgemaakt die dienen ter evaluatie van de effecten van vergunningsplichtige ingrepen of van plannen of programma’s waarbij het bodemgebruik op een bepaalde locatie of voor een bepaald gebied wordt gewijzigd. Op basis van deze watertoetskaarten worden voor het plangebied volgende vaststellingen gemaakt.

 

Het plangebied bevindt zich in het bekken van de Benedenschelde, meer bepaald in het deelbekken van de Benedenschijn. Nagenoeg op de grens van het plangebied zijn 2 waterlopen gelegen, met name de Kaartse beek (of Schoon Schijn) in het noorden en de Donkse beek in het zuiden, beide van 2de categorie.

 

De Kaartse beek is de noordelijke grens van het plangebied en vormt de administratieve scheiding met de gemeente Kapellen. Aan de zijde van de Kapelsesteenweg is de waterloop ingebuisd onder het terrein van de aanwezige supermarkt. Hier zijn plannen om de waterloop te herwaarderen en terug in open bedding te brengen. Verder westwaarts is de waterloop open en grenst ze langs de zijde van Ekeren aan de tuinen van private percelen. Op het overgrote deel van de tuinen is er geen bebouwing of verharding in de onmiddellijke omgeving van de waterloop. Op enkele percelen zijn tuinhuizen opgericht. Voor een vijftal percelen is er bebouwing of verharding tot aan de waterloop. Op het eind van de jaren ’90 werd de zone rond de Kaartse beek getroffen door overstromingen. De watertoetskaart geeft aan dat het gebied langs de waterloop voor een groot deel effectief overstromingsgevoelig is. Dit geldt zowel voor de percelen direct grenzend aan de waterloop als voor de vier bouwblokken ten zuiden ervan.

De Donkse beek stroomt door twee bouwblokken in het zuiden van het plangebied. Het overgrote deel van de waterloop is ingebuisd. De zone rond de Donkse beek is tevens door overstromingen getroffen eind jaren ’90. Op de watertoetskaart is een zone aangeduid die mogelijks overstromingsgevoelig is.

 

Verder zijn in de omgeving van het studiegebied enkele kleinere fragmenten in het woonpark van Brasschaat effectief overstromingsgevoelig. Hetzelfde geldt voor de open ruimte van de Puihoek op de grens met Kapellen. Ook een deel van het park Hof De Bist wordt als mogelijks overstromingsgevoelig aangeduid.

 

 [image][image]

 

 [image]

Waterlopen + Watertoets – overstromingsgevoelige gebieden (2014)

 

Op basis van de watertoetskaarten (www.geopunt.be) kunnen voor het plangebied volgende vaststellingen worden gemaakt:

  • Het plangebied is hoofdzakelijk matig grondwaterstromingsgevoelig, vier zones worden aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstroming;

  • Delen van het plangebied worden als effectief overstromingsgevoelig aangeduid in de omgeving van de Kaartse beek. In de omgeving van de Isabellalei en de Marcel De Backerstraat en ter hoogte van de Donkse beek in het zuiden van het plangebied worden delen als mogelijk overstromingsgevoelig aangeduid;

  • Het plangebied is hoofdzakelijk gelegen in infiltratiegevoelig gebied met uitzondering van 4 zones die als niet-infiltratiegevoelig worden aangeduid;

  • Het plangebied is niet erosiegevoelig.

 

[image]Watertoets - erosiegevoelige gebieden + infiltratiegevoelige bodems

 

Mogelijke effecten

 

De invulling van het plangebied voorziet slechts beperkt de mogelijkheid van bijkomende gebouwen en/of verharde oppervlakten. Toch kunnen er effecten op het lokale afwateringssysteem zijn. Het RUP dient steeds te beantwoorden aan de vigerende normen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De opvang en afvoer van hemelwater afkomstig van de extra gebouwen dient in overeenstemming met deze verordening opgevangen te worden op het terrein zelf, waardoor er geen effecten te verwachten zijn op de waterhuishouding.

 

Het RUP legt bovendien op dat verharde oppervlakten in de tuinen maximaal in waterdoorlatende materialen moeten voorzien worden. Voor opvang van hemelwater worden volgende principes gehanteerd: recuperatie van hemelwater op private gebruik voor toilet- en spoelvoorzieningen hebben de hoogste prioriteit, gevolgd door infiltratie, buffering en vertraagd lozen.

 

Ter hoogte van de waterlopen worden verhardingen niet toegestaan, met uitzondering van kleinschalige openbare nutsvoorzieningen en afsluitingen. Er wordt aangeraden in alle effectief en mogelijk overstromingsgevoelige zones voldoende ruimte te voorzien voor waterbuffering (en infiltratie indien mogelijk). Voor de inbreidingsgebieden wordt voorzien dat het hemelwater dient te worden gebufferd in een open systeem met maximale infiltratie in het binnengebied zelf.

 

Voor de waterlopen staat het verbeteren van de ecologische waarde en de ruimtelijke en landschappelijke betekenis voorop. Er wordt ruimte geboden aan de waterlopen zodat de natuurlijke functie plaatselijk kan herstellen. De zone ter hoogte van de Kaartse en Donkse beek herbergt centraal een (te herwaarderen) waterloop met aan weerszijden een reservatiestrook (5m) die bouwvrij en obstakelvrij wordt gehouden. Deze strook wordt ook gebruikt voor beheer en onderhoud. Enkel bouwwerken in functie van waterbeheer en toegankelijkheid, zoals oeverbeschoeiingen en oversteken in functie van de toegankelijkheid van percelen, mogen gebouwd worden. Overwelvingen of inbuizingen worden enkel toegestaan indien het voor de aanleg van een openbare weg noodzakelijk is of het de enige toegang tot een kadastraal perceel betreft. Bovendien wordt slechts één overwelving of inbuizing per kadastraal perceel toegestaan. Deze overwelvingen dienen uitgevoerd te worden als ‘dek op oever’. Afwijkingen kunnen enkel na omstandige motivatie worden toegestaan. Hierdoor wordt geoordeeld dat aan de waterlopen binnen het plangebied voldoende ruimte wordt gegeven en er geen significant negatieve effecten worden verwacht voor de waterlopen en hun structuurkwaliteit door uitvoering van het RUP.

 

7.7 Signaalgebied Mariaburg

 

Het signaalgebied ligt langs het Schoon-Schijn op grondgebied van de gemeente Kapellen en van de stad Antwerpen.

 

Het deelgebied in de gemeente Kapellen aan de Lieve Gevaertstraat is volgens het gewestplan gelegen in een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s en is verfijnd met het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) "Vloeiende en omgeving" (18 oktober 1984). In dit BPA wordt dit blok voor ongeveer de helft voorzien als bufferstrook (zuidelijk deel tegen Schoon Schijn) en voor de andere helft als zone voor voortuinstroken en openbare wegen (noordelijke uitloper). Dit deelgebied is momenteel een braakliggend terrein en deels bebost. Aan de westelijke rand is een klein bedrijf actief met toegang vanuit de Maria-Theresialei in Antwerpen.

 

Het deelgebied langs de Maria-Theresialei in Antwerpen district Ekeren heeft de gewestplanbestemming zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's. Het is momenteel onbebouwd en in gebruik als groenzone.

 

Op 11 april 2014 werd het signaalgebied Mariaburg door de Algemene Bekkenvergadering Benedenscheldebekken geselecteerd voor opname in de prioritair te onderzoeken signaalgebieden. De motivatie voor opname is als volgt: “een aanzienlijk deel van dit signaalgebied is effectief overstromingsgevoelig. Het is een groot aaneengesloten gebied. Nu reeds zijn er waterproblemen aan de zijde van de stad Antwerpen. Ontwikkeling van de bedrijfspercelen in Kapellen kan dat nog versterken.”

Het volledige niet-ontwikkelde gebied met bestemmingszone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's wordt meegenomen in de afbakening. Een globale visie voor het niet ontwikkelde deel is immers aangewezen.

 

Watersysteem

Het signaalgebied is aangeduid als effectief overstromingsgevoelig, het deelgebied in district Ekeren als recent overstroomd gebied (ROG) en risicozone voor overstromingen. De overstroming is grotendeels afkomstig vanuit het Schoon-Schijn. Regelmatig klagen bewoners in de Maria-Theresialei dat de achtergelegen gronden (achtertuinen) langs de waterloop onder water staan.

 

Gebiedsvisie

Vanuit het waterbeleid wordt geargumenteerd dat het waterbergend vermogen van dit gebied behouden moet blijven. Het gebied heeft een belangrijke functie voor waterberging en dit mag niet verloren gaan. Om dit planologisch te verankeren, moet het deelgebied aan de Maria-Theresialei opgenomen worden in het proces voor de opmaak van het RUP Mariaburg met als nieuwe bestemming groen/groene buffer, of met als functionele invulling groen en waterberging.

 

Conclusie

Voor het deelgebied aan de Maria-Theresialei legt de startbeslissing opgemaakt door het bekkensecretariaat Benedenscheldebekken volgende bepalingen op voor het deel gelegen op grondgebied van stad Antwerpen: “Het stukje KMO-zone dat gelegen is in Antwerpen wordt mee opgenomen in het gemeentelijk RUP Mariaburg met als nieuwe bestemming groen / groene buffer of met als functionele invulling groen en waterberging.”

 

De startbeslissing voor het signaalgebied werd ter goedkeuring voorgelegd aan het bekkenbureau van 27 oktober 2015. De Commissie Integraal Waterbeleid besprak het advies op vergadering van 10 december 2015. De startbeslissing werd goedgekeurd door de Vlaamse Overheid op 31 maart 2017.

 

 

Situering signaalgebied Mariaburg

 [image]

 

 [image]

7.8 Landschappen, bouwkundig erfgoed en archeologie

 

7.8.1 Landschap

 

Het plangebied ligt net binnen het traditionele landschap ‘Noorderkempen’.

 

Hof De Bist werd in de tweede helft van de negentiende eeuw aangelegd als landschapspark. Het groenbestand is een restant van de historische bebossing in de streek. Hof De Bist is opgebouwd uit groene en recreatieve elementen en draagt bij tot de beleving van de wijk.

 

Centraal op het Van den Weyngaertplein staat de kerk van Mariaburg. De kerk heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de wijk. De oprichting ervan had een aantrekkingskracht op de toekomstige bewoners zodat de verkoop van gronden vlotter verliep. Het plein is belangrijk voor het sociaal leven in de wijk. De recreatieve voorzieningen op het plein, met name een speeltuin en een petanquebaan worden intens gebruikt. Ook van groot belang voor de werking en de betekenis van het plein is de buurtschool. De groene elementen op het plein, waaronder meerdere hoogstammen, versterken de beleving ervan.

 

Ter hoogte van de Edward Caertstraat springt de Willy Staeslei terug zodat een plein ontstaat. Deze insprong wordt officieel niet als plein aangeduid, de informele naam is ‘Mariaplein’. Het plein is binnen de wijk van minder belang dan het Van den Weyngaertplein. Het gebruik is niet gericht op activiteiten, wel zijn enkele rustbanken aangebracht. Rondom is een jonge bomenrij aangeplant. De waarden van het Mariaplein zijn beperkt. De culturele en ecologische waarde zijn laag. Hetzelfde geldt voor de recreatieve en de belevingswaarde.

 

Binnen het plangebied is het privaat groen veelal bepalend voor het landschapsbeeld. Het betreft de particuliere tuinen die al dan niet bebouwd zijn, groen bij voorzieningen en een aantal grotere onbebouwde gebieden. De aanwezigheid van groen in de tuinen is van belang voor de belevingswaarde van de bewoners. Naarmate de bouwblokken een meer open structuur krijgen en dus de zichtbaarheid van het groen verhoogt, verhoogt ook de belevingswaarde ervan voor de omgeving. De zichtbare hoogstammen op bepaalde percelen verhogen de belevingswaarde langs de straatkant.

 

De belevingswaarde van het woonpark in Brasschaat ten oosten van het plangebied is hoog. De aanwezigheid van groen vormde zowel bij het ontstaan van de wijk als nu een belangrijke troef en aantrekking voor bewoners. De gemeente Brasschaat heeft het profiel van een ‘groene gemeente’. Onder meer de aanwezigheid van woonparken bevestigt dit profiel. De culturele waarde is tevens hoog. Het woonpark biedt een kijk op de oorspronkelijke ontwikkeling van het gebied met ruime beboste percelen en villa’s. De selectie als relictzone in de landschapsatlas bevestigt deze stelling.

 

De laatste decennia zijn een aantal nieuwbouwprojecten gerealiseerd die een andere korrel hebben dan de oorspronkelijke bebouwing.

 

Van den Weyngaertplein

[image] 

 

Mariaplein

 [image]

 

7.8.2 Bouwkundig erfgoed

 

De vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed is een uitgebreid wetenschappelijk overzicht van het bouwkundig patrimonium in Vlaanderen. De inventaris van het bouwkundig erfgoed bevat zowel beschermde als niet-beschermde gebouwen. Voor beschermde gebouwen geldt de regelgeving van het monumentendecreet.

 

In het studiegebied zijn geen beschermde stads- of dorpsgezichten of landschappen. Er zijn 7 gebouwen beschermd als monument bij MB dd. 14/12/2015:

  • Villa Louise, Bist 125;

  • Villa ’t Bellenhof, Bist 52;

  • Villa Les Rochers, Bist 54;

  • Villa Kerckx, Bist 66,

  • Villa Albert, Edward Caertsstraat 39;

  • Villa Carlo, Fortuinstraat 15-17

 

In het studiegebied zijn 149 panden (123 relicten) opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed (zie verder tabel).

 

De inventaris van het bouwkundig erfgoed werd vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 28 november 2014. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed bepaalt eenduidig in een overzichtelijke lijst per gemeente het gebouwd patrimonium van Vlaanderen. Aangezien de visie op onroerend erfgoed doorheen de jaren evolueert en het patrimonium in Vlaanderen onderhevig is aan veranderingen zoals verbouwingen, sloop en adreswijzigingen, is regelmatige actualisatie van de vastgestelde inventarisgegevens aangewezen.

 

Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Deze vrijwaring verschilt echter sterk van een bescherming als monument. Voor beschermde monumenten gelden immers alle juridische bepalingen uit het onroerenderfgoeddecreet. Ten gunste van gebouwen uit de vastgestelde inventaris gelden er binnen het onroerend erfgoedbeleid, stedenbouwkundig, woon- en energieprestatiebeleid een aantal uitzonderingsmaatregelen, met als doel dit bouwkundig erfgoed zoveel mogelijk te vrijwaren. Er zijn vier wettelijke rechtsgevolgen. Drie van de vier rechtsgevolgen zijn belangrijk voor particuliere eigenaars.

  • Voor gebouwen uit de vastgestelde lijst mag je afwijken van de normen rond energieprestatie en binnenklimaat, als dat nodig is om de erfgoedwaarde van het pand in stand te houden. http://www.energiesparen.be/epb/uitzonderingen (Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid en het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (in werking getreden op 1 januari 2011))

  • Zonevreemde gebouwen uit de vastgestelde lijst kunnen gemakkelijker een nieuwe functie krijgen. Zo kan een leegstaande hoeve bijvoorbeeld een woonfunctie krijgen, ook al ligt hij in agrarisch gebied. (Besluit van de Vlaamse regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen, art. 10)

  • Wanneer je een gebouw uit de vastgestelde lijst wil afbreken, heb je een stedenbouwkundige vergunning nodig. De aanvrager van de sloopvergunning moet een extra exemplaar van het dossier met bijkomend fotomateriaal indienen. De gemeente kan de sloopvergunning alleen uitreiken, nadat zij advies heeft gevraagd over de erfgoedwaarden van het gebouw. (Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, art. 4 en 8 en 17 en 20, 6°. Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen art. 1, 1°, g)

  • Bij gebouwen in de inventaris wordt sociale huisvesting door renovatie gestimuleerd. In de sociale-woningbouw geldt de regel dat kosten voor renovatie maximaal 80% mogen bedragen van de prijs voor een nieuwbouw van dezelfde omvang. Als de renovatiekosten meer bedragen, moet het gebouw worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Voor gebouwen uit de lijst geldt die 80% regel niet. (Besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 houdende de financiering van verrichtingen in het kader van sociale woonprojecten en de daaraan verbonden werkingskosten, artikel 8, §2, tweede lid, 3°)

 

De opname van een pand of een constructie in de vastgestelde inventaris van het Bouwkundig Erfgoed heeft op het Vlaamse beleidsniveau enkel bovenstaande juridische gevolgen. Het staat andere overheden of administraties echter vrij om hun adviezen te baseren op de informatie die beschikbaar is via de inventaris. Vanuit andere beleidsvelden of overheden kan men zich op de inventaris baseren om het bouwkundig erfgoed via een aantal specifieke maatregelen te waarderen.

 

De stad Antwerpen heeft hierop geanticipeerd in zijn stedelijke bouw –en woningverordening (Bouwcode artikel 5: Cultuurhistorisch erfgoed). Dit artikel is van kracht voor zowel gebouwen gelegen in CHE-gebied als voor gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

 

Volgende tabel geeft het overzicht van de 149 panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed binnen de contour van RUP Mariaburg:

 

Inventaris van onroerend erfgoed te Ekeren – RUP Mariaburg

  

straat

huisnr

vastgestelde inventaris

monument

inventarisnr

beschermingsbesluit

1

Bist

43

ja

-

214447

  

2

Bist

45

ja

-

214450

  

3

Bist

47

ja

-

11417

  

4

Bist

50

ja

-

214451

  

5

Bist

52

ja

ja

214452

MB 14/12/2015

6

Bist

54

ja

ja

11418

MB 14/12/2015

7

Bist

56

ja

-

214453

  

8

Bist

62

ja

-

214454

  

9

Bist

66

ja

ja

11419

MB 14/12/2015

10

Bist

82

ja

-

214455

  

11

Bist

84

ja

-

214455

  

12

Bist

93

ja

-

214456

  

13

Bist

104

ja

-

214443

  

14

Bist

125

ja

ja

214446

MB 14/12/2015

15

Bist

141

ja

-

214854

  

16

Bist

147

ja

-

214447

  

17

Edward Caertsstraat

13

ja

-

214472

  

18

Edward Caertsstraat

31

ja

-

214473

  

19

Edward Caertsstraat

37

ja

-

214475

  

20

Edward Caertsstraat

39

ja

ja

11420

MB 14/12/2015

21

Fortuinstraat

8

ja

-

214518

  

22

Fortuinstraat

15

ja

ja

214511

MB 14/12/2015

23

Fortuinstraat

17

ja

ja

214511

MB 14/12/2015

24

Fortuinstraat

18

ja

-

214512

  

25

Fortuinstraat

20

ja

-

214513

  

26

Fortuinstraat

22

ja

-

214514

  

27

Fortuinstraat

24

ja

-

214515

  

28

Fortuinstraat

28

ja

-

214517

  

29

Fortuinstraat

33

ja

-

214520

  

30

Frans Standaertlei

2

ja

-

214520

  

31

Frans Standaertlei

4

ja

-

214520

  

32

Frans Standaertlei

9

ja

-

214524

  

33

Frans Standaertlei

11

ja

-

214524

  

34

Frans Standaertlei

13

ja

-

214524

  

35

Frans Standaertlei

14

ja

-

214519

  

36

Frans Standaertlei

16

ja

-

214519

  

37

Frans Standaertlei

18

ja

-

214519

  

38

Frans Standaertlei

27

ja

-

214521

  

39

Frans Standaertlei

30

ja

-

214522

  

40

Frans Standaertlei

48

ja

-

214523

  

41

Frans Standaertlei

57

ja

-

214594

  

42

Kapelsesteenweg

353

ja

-

11403

  

43

Kapelsesteenweg

355

ja

-

214543

  

44

Kapelsesteenweg

369

ja

-

214544

  

45

Kapelsesteenweg

469

ja

-

214545

  

46

Kapelsesteenweg

471

ja

-

214546

  

47

Kapelsesteenweg

473

ja

-

214547

  

48

Kapelsesteenweg

531

ja

-

214549

  

49

Kapelsesteenweg

535

ja

-

214550

  

50

Kapelsesteenweg

547

ja

-

214551

  

51

Kapelsesteenweg

581

ja

-

214552

  

52

Kapelsesteenweg

591

ja

-

214553

  

53

Kapelsesteenweg

593

ja

-

214553

  

54

Kapelsesteenweg

603

ja

-

214554

  

55

Kapelsesteenweg

609

ja

-

214555

  

56

Kapelsesteenweg

641

ja

-

214556

  

57

Kapelsesteenweg

645

ja

-

214557

  

58

Kapelsesteenweg

647

ja

-

214557

  

59

Kapelstraat

12

ja

-

214559

  

60

Kapelstraat

14

ja

-

215029

  

61

Karel De Wintstraat

2

ja

-

214561

  

62

Karel De Wintstraat

4

ja

-

214561

  

63

Karel De Wintstraat

6

ja

-

214561

  

64

Karel De Wintstraat

8

ja

-

214561

  

65

Karel De Wintstraat

10

ja

-

214561

  

66

Karel De Wintstraat

36

ja

-

214562

  

67

Korte Bist

24

ja

-

214573

  

68

Korte Bist

30

ja

-

214574

  

69

Korte Bist

32

ja

-

214574

  

70

Korte Bist

34

ja

-

214574

  

71

Korte Bist

36

ja

-

214574

  

72

Leo Vermandellei

11

ja

-

214583

  

73

Leo Vermandellei

13

ja

-

214582

  

74

Leo Vermandellei

15

ja

-

214582

  

75

Leo Vermandellei

17

ja

-

214582

  

76

Leo Vermandellei

19

ja

-

214583

  

77

Leo Vermandellei

21

ja

-

214583

  

78

Leo Vermandellei

26

ja

-

214584

  

79

Leo Vermandellei

30

ja

-

214585

  

80

Leopoldlei

26

ja

-

214589

  

81

Leopoldlei

34

ja

-

214589

  

82

Leopoldlei

38

ja

-

214589

  

83

Leopoldlei

40

ja

-

214589

  

84

Leopoldlei

45

ja

-

214590

  

85

Leopoldlei

46

ja

-

214591

  

86

Leopoldlei

49

ja

-

214592

  

87

Leopoldlei

68

ja

-

214593

  

88

Leopoldlei

70

ja

-

214593

  

89

Leopoldlei

76

ja

-

214594

  

90

Leopoldlei

78

ja

-

214595

  

91

Leopoldlei

82

ja

-

214596

  

92

Leopoldlei

103

ja

-

214586

  

93

Leopoldlei

116

ja

-

214587

  

94

Leopoldlei

120

ja

-

214588

  

95

Marcel De Backerstraat

5

ja

-

214602

  

96

Marcel De Backerstraat

6

ja

-

214603

  

97

Marcel De Backerstraat

8

ja

-

214604

  

98

Marcel De Backerstraat

9

ja

-

214605

  

99

Marcel De Backerstraat

12

ja

-

214841

  

100

Marcel De Backerstraat

17

ja

-

214600

  

101

Marcel De Backerstraat

24

ja

-

214601

  

102

Maria-Theresialei

1

ja

-

214713

  

103

Maria-Theresialei

7

ja

-

214612

  

104

Maria-Theresialei

12

ja

-

214608

  

105

Maria-Theresialei

16

ja

-

214609

  

106

Maria-Theresialei

23

ja

-

214610

  

107

Maria-Theresialei

38

ja

-

214611

  

108

Maria-Theresialei

88

ja

-

214613

  

109

Nijverheidslei

11

ja

-

214622

  

110

Nijverheidslei

37

ja

-

214624

  

111

Nijverheidslei

101

ja

-

214619

  

112

Nijverheidslei

104

ja

-

214620

  

113

Nijverheidslei

114

ja

-

214621

  

114

Nijverheidslei

145

ja

-

214623

  

115

Oudstrijderslei

2

ja

-

214636

  

116

Oudstrijderslei

9

ja

-

214638

  

117

Oudstrijderslei

11

ja

-

214635

  

118

Oudstrijderslei

40

ja

-

214637

  

119

Prinshoeveweg

21

ja

-

11412

  

120

Prinshoeveweg

35

ja

-

214644

  

121

Schepersveldlei

74

ja

-

212414

  

122

Schriek

230

ja

-

214647

  

123

Schriek

254

ja

-

11423

  

124

Schriek

315

ja

-

214591

  

125

Schriek

317

ja

-

214648

  

126

Schriek

321

ja

-

214649

  

127

Schriek

332

ja

-

214650

  

128

Schriek

358

ja

-

214651

  

129

Van de Weyngaertplein

(parochiekerk)

ZN

ja

-

11424

  

130

Van de Weyngaertlei

52

ja

-

214671

  

131

Van de Weyngaertlei

53

ja

-

214672

  

132

Van de Weyngaertlei

62

ja

-

214673

  

133

Van de Weyngaertlei

64

ja

-

214674

  

134

Van de Weyngaertlei

66

ja

-

214675

  

135

Van de Weyngaertplein

28

ja

-

214677

  

136

Van de Weyngaertplein

35

ja

-

214678

  

137

Van de Weyngaertplein

36

ja

-

214678

  

138

Veltwijcklaan

283

ja

-

214693

  

139

Veltwijcklaan

285

ja

-

214693

  

140

Weerstandersstraat

60

ja

-

11420

  

141

Weerstandersstraat

62

ja

-

11420

  

142

Willy Staeslei

1

ja

-

214705

  

143

Willy Staeslei

11

ja

-

214707

  

144

Willy Staeslei

25

ja

-

214708

  

145

Willy Staeslei

85

ja

-

214709

  

146

Willy Staeslei

87

ja

-

214710

  

147

Willy Staeslei

89

ja

-

214807

  

148

Willy Staeslei

93

ja

-

214711

  

149

Willy Staeslei

96A

ja

-

214712

  

 

 

Aanduiding monumenten en panden die voorkomen op de Vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed

 [image]

 

7.8.3 Archeologie

 

Binnen het plangebied is 1 archeologische site gekend:

  • ID 366132: historische bebouwing, aangeduid op basis van ferrariskaart

 

Aangrenzend aan het plangebied zijn 4 archeologische sites gekend:

  • ID 112069: vondstconcentratie silex artefacten uit de steentijd, meer bepaald het Mesolithicum (vondst dateert uit de jaren 1930)

  • ID 366132 (drie polygonen met zelfde nummer): historische bebouwing, aangeduid op basis van ferrariskaart

  • ID 103366: ‘Bisschoppenhof’, historische hoeve en kasteel (17de eeuw), portierswoning van kasteel in inventaris bouwkundig erfgoed onder ID 12791

  • ID 112031: ‘Katerheidemolen’; oude molen uit de 18de eeuw (bouw tussen 1774 – 1778) (staat er nog); in inventaris bouwkundig erfgoed onder ID 47912, met oud naambord nabij dat in inventaris staat onder ID 216249. De vorige molen uit de 16de eeuw werd platgebrand bij beleg van Antwerpen herbouwd in 1598.

 

Door de archeologische dienst van de stad Antwerpen is een beleidsondersteunende advieskaart aangemaakt. Deze kaart heeft in het kader van het Onroerend erfgoeddecreet geen juridische status, maar kan dienen als informatiebron. Deze beleidsondersteunende advieskaart is opgebouwd uit verschillende zones die elk, vanuit archeologisch en planologisch opzicht, anders moeten benaderd worden. Deze kaart en de afbakening van de zones houden geen restricties in wat betreft de ruimtelijke planning. Zij regelt enkel de inspraak van de archeologie in ruimtelijke ontwikkelingen die gepaard gaan met bodem-ingrepen en dus per definitie ook gevolgen voor het archeologisch patrimonium (kunnen) hebben.

 

Het studiegebied van het RUP is grotendeels gelegen in de 'algemene onderlaag', wat betekent dat adviesplicht geldt voor projecten met grondwerken groter dan 2000 m². Het studiegebied valt tevens deels in 'archeologisch aandachtsgebied', dit houdt een adviesplicht in voor alle projecten van dat gebied.

 

Centrale archeologische inventaris: aanduiding gekende archeologische sites

 [image]