|
In 2010 werd met de oprichting van een brownfieldconvenant, tussen AG VESPA, de Stad Antwerpen, Vlaamse Regering, OVAM en de andere private eigenaars van de site (Anthe NV, Druwel Invest NV, LINP-1 NV), het doel gesteld de site te herontwikkelen tot een gemengd, kwalitatief en ontsluitbaar project met als bestemming wonen, diensten recreatie en bedrijvigheid.
In februari 2015 werd een projectdefinitie opgesteld voor de opmaak van een masterplan voor de site. De projectdefinitie formuleert een aantal ambities met betrekking tot het plangebied. Deze worden in het volgende hoofdstuk kort aangehaald (zie 2.1). De projectdefinitie gaf eveneens een inzicht in de behoeften (zie ook 8.3.1) en het programma van eisen voor het plangebied welke vertaald werden in het masterplan.
Het masterplan werd, op basis van de projectdefinitie, opgemaakt door Palmbout Urban Landscapes, Feddes/Olthof – Landschapsarchitecten, De Smet Vermeulen Architecten bvba en Goudappel Coffeng. De ontwikkelingsvisie binnen het RUP is gebaseerd op het masterplan en wordt eveneens in dit hoofdstuk weergegeven (zie 2.2).
2.1 Algemene ambities
2.1.1 De herontwikkeling van de Slachthuissite als motor voor de opwaardering van de Damwijk
Singel Noord is een gebied met enorme potenties: het is dicht bij de kernstad gelegen, aangesloten op het hoger wegennet, er is veel ruimte beschikbaar en de infrastructuur die vandaag een grote breuk maakt in het landschap zal op middellange termijn volledig hernieuwd worden. De Slachthuissite neemt een centrale positie in in Singel Noord.
Het slachthuis is van oudsher een motor geweest voor de Damwijk. Vandaag ligt de site er grotendeels ongebruikt bij, met uitzondering van een aantal vleesverwerkende bedrijven aan de rand. Het gaat om een erg groot bouwblok met grote volumes dat erg beeldbepalend is in de Damwijk. De vernieuwde Slachthuissite kan van de Damwijk opnieuw een levendige stadswijk maken. Nieuwe bewoners en nieuwe functies kunnen worden aangetrokken, die de huidige noden en tekorten opvangen. De invulling van de Slachthuissite dient een meerwaarde te bieden voor de bewoners van de Damwijk.
Het is daarom ook heel belangrijk om kwalitatieve verbindingen te voorzien tussen de Slachthuissite en zijn omgeving, zoals het Lobroekdok, de Marbaixwijk, zone Sportpaleis enzovoort. Zo moet concreet aangesloten worden op de geplande tweede tunnel onder het spoor naar het park Spoor Noord.
2.1.2 Een nieuwe woonwijk met een cluster aan voorzieningen
Wonen is dus de hoofdbestemming van de nieuwe ontwikkeling. Er dient hierbij wel gestreefd te worden naar een gemengde invulling, waarbij andere functies vermengd worden met het wonen. In de eerste plaats wordt hierbij aan nieuwe (stedelijke) voorzieningen gedacht. Deze voorzieningen zijn een invulling van tekorten en noden die er vandaag zijn of die er zouden ontstaan bij het aantrekken van nieuwe bewoners. Er zal hoog ingezet worden op schoolinfrastructuur en kinderopvang, aansluitend bij de vergroening van de bevolking die in de Damwijk merkbaar is en die mogelijks nog verstevigd wordt door nieuwe gezinnen met kinderen aan te trekken in de nieuwe ontwikkeling. Voor oudere bewoners behoort een woonzorgcentrum tot de mogelijkheden.
De voorzieningen zullen een meerwaarde zijn zowel voor de bestaande bewoners, als voor de nieuwe bewoners. De herontwikkeling van Slachthuissite│Noordschippersdok │Lobroekdok dient bij te dragen aan de opwaardering van de wijk en de woonomgeving, maar mag geenszins een ‘exclusief / zelfvoorzienend’ eiland worden in dit weefsel. Een goede link tussen de nieuwe invulling en het bestaande weefsel is dus van groot belang.
2.1.3 Ruimte bieden aan economie, vermengd met wonen
De Damwijk is van oudsher een zeer gemengde woonwijk geweest, waar wonen en werken naast elkaar bestaan. Deze mix van wonen en werken creëert evenwel soms ook hinder en conflicten. De wens is de goede kwaliteiten van het mengen van wonen en werken te bestendigen en plaats te bieden aan ateliers en bedrijven, die geen hinder veroorzaken voor het woonweefsel. Aandacht moet besteed worden aan het minimaliseren van mogelijke wederzijdse hinder. Onderzoek naar een innovatieve typologie om deze menging te kunnen realiseren is noodzakelijk.
Vandaag is er in de stad een grote vraag naar kantoorachtigen: dit betekent enerzijds kantoorruimte maar deze gecombineerd met magazijn, kleine productie-eenheid, atelier, enzoverder. Echte concentraties van kantoren zijn voorbehouden voor de kantoorlocaties in de stad, waarbij deze omgeving er geen is. Er wordt onder meer gedacht aan de creatieve economie, die vandaag reeds in de wijk aanwezig is. Het gaat om creatieve en culturele activiteiten zoals ateliers voor kunst en mode of audiovisuele bedrijven. Dit soort bedrijven kan als een soort katalysator werken voor de Damwijk. Creatieve bedrijven hebben de reputatie om wijken op te waarderen. De werknemers van deze economie hechten vandaag veel belang aan een goede work-life balance. De aanwezigheid van kwalitatieve detailhandel en horeca in de omgeving van het werk, maar ook woningen, zijn troeven waar werkgevers graag op inspelen om talenten aan te trekken en te behouden. Beiden zullen elkaar versterken.
2.1.4 Mobiliteit als essentieel aandachtspunt
Mobiliteit is een essentieel aandachtspunt in de herontwikkeling van
Slachthuissite│Noordschippersdok│Lobroekdok. Voor elke programmatische invulling van de site dient bijgevolg een toetsing te gebeuren van het mobiliteitsprofiel van de activiteit(en) met het bereikbaarheidsprofiel van de locatie. Er dient aandacht te zijn voor flankerende maatregelen. Bovendien moet rekening gehouden worden met de fasering van de verschillende werfsituaties in de buurt ten gevolge van de Oosterweelverbinding en de voorbereidende werken en het minder hinder plan dat hiervoor wordt opgemaakt.
De Slachthuissite neemt vandaag een deel van het parkeren Sportpaleis / Lotto Arena op zich. Het verdwijnen van deze parkeerplaatsen op termijn moet afgestemd worden met het parkeerconcept Singel Noord en de fasering die hierin is bepaald. Het kader voor het stallen en parkeren wordt gevormd door de bouwcode.
2.1.5 Inpassing in een fragiel stedelijk weefsel
De nieuwe ontwikkeling dient op een kwalitatieve manier ingepast te worden in het bestaande weefsel. De Slachthuissite en Noordschippersdok zijn beiden gelegen tussen de solitaire gebouwen langsheen de Slachthuislaan en het kleinschalige weefsel van de Damwijk. De nieuwe invulling moet opgebouwd zijn volgens zijn eigen logica, enerzijds voortbouwend op het omliggende weefsel, anderzijds voldoende eigenheid bewarend zoals ook vandaag het geval is. Aandacht dient besteed te worden aan de overgang
tussen nieuw en oud en verbindingen moeten gecreëerd worden. Ontbrekende zijden van een bouwblok worden aangevuld. Dit geldt voor elke stadsontwikkeling maar in het bijzonder voor Slachthuissite│Noordschippersdok│Lobroekdok , gezien de ligging in het ruimtelijk en sociaal fragiele weefsel van de Damwijk.
2.1.6 Inzetten op duurzame ontwikkeling
In haar klimaatplan heeft de stad Antwerpen zichzelf de ambitie gesteld om in 2050 een CO2-neutrale stad te zijn. Om deze ambitie waar te maken, wordt er ingezet op op een maximale bijdrage van nieuwe ontwikkelingen. In tegenstelling tot de reeds bebouwde omgeving, bestaat daar de mogelijkheid om vanaf de start het verschil te maken. Daarom wordt duurzame ontwikkeling naar voren geschoven als een ambitie voor de ontwikkeling van Slachthuissite│Noordschippersdok│Lobroekdok.
Bij de uitwerking van deze ambitie moet er aandacht zijn voor een hoge ruimtelijke kwaliteit in combinatie met een hoge milieukwaliteit. Hierbij wordt het streven naar een hoge milieukwaliteit vertaald in hoge ambities op het vlak van groen, verkeer, water, energie, materiaal en afval, lucht/geluid/licht en bodem. Door maximaal rekening te houden met gezondheidsaspecten (terugdringen van luchtvervuiling, geluidsoverlast, lichtverontreiniging, straling, stedelijke hitte en bevorderen van groen/stedelijke natuur) wordt er in het plangebied een gezonde leefomgeving gecreëerd.
2.2 Masterplan
Het masterplan toont een robuust stadsdeel waarin oud en nieuw zijn verenigd. Kenmerkend is de structuur van open ruimtes die het plangebied dooraderen, de vernieuwde slachthuishallen, de publieke ruimte aan het Lobroekdok, het buurtpark en de twee pleinen.
Deze ruimtes vormen de context voor de nieuwe bebouwing die op de vrijkomende terreinen wordt ontwikkeld. De bebouwing is stedelijk van karakter en kent een hoge dichtheid. De basis hiervoor vormt het klassieke stadsblok. Deze bebouwingsvorm biedt in deze context de beste condities om krachtige stedelijke openbare ruimtes en stedelijke woonkwaliteit te ontwikkelen.
De verbeelding van de opbouw en percellering van de bouwblokken is indicatief. Ze is gebaseerd op de programmatische uitgangspunten van vandaag. Gezien de lange looptijd van de ontwikkeling is het echter mogelijk dat deze nog zullen wijzigen. Het Masterplan biedt daarom flexibiliteit in programmering binnen het strikte ruimtelijke kader van de hoofdstructuur van het plan.
In het masterplan wordt aangehaakt op Park Spoor Noord. Een voetgangers- en fietstunnel onder het spoor in het verlengde van de Korte Slachterijstraat of Oude Kalverstraat/Lange Slachterijstraat wordt hier als de meest logische locatie naar voren geschoven. Vandaag wordt er onder andere rekening gehouden met een mogelijke overkapping van de ring. De uitwerking hiervan valt echter onder het proces van de door de Vlaamse regering aangeduide intendant voor de overkapping van de Antwerpse Ring.
2.2.1 Openbare ruimte
Voor de inrichting van de publieke ruimte in Antwerpen werd een uitgebreid draaiboek met richtlijnen opgemaakt. Deze richtlijnen werden met alle betrokken stadsdiensten afgestemd. De normen van de vademecums werden als leidraad gebruikt, waarbij het draaiboek op sommige vlakken een hogere ambitie heeft. De bedoeling van het draaiboek is het verkrijgen van een kwaliteitsvolle aanleg van de publieke ruimte op het vlak van:
-
Leefbaarheid: de publieke ruimte moet comfortabel en veilig zijn voor iedereen en een waaier aan gebruiksmogelijkheden toelaten.
-
Duurzaamheid: de publieke ruimte dient ingericht te worden met duurzame, kwaliteitsvolle materialen die lang meegaan en die het milieu zo weinig mogelijk belasten. Er dient bewust omgegaan te worden met wateropvang en –infiltratie en energieverbruik. Ook dient de aanleg milieuvriendelijke mobiliteit te stimuleren.
-
Beeldkwaliteit: een stadsbrede uniformiteit in materiaalkeuze en type-oplossingen zorgt dat het openbaar domein een esthetisch samenhangend, leesbaar en comfortabel geheel is.
-
Veiligheid: het draaiboek bevat type-oplossingen die de algemene veiligheid, duurzaamheid en leefbaarheid bevorderen.
Naast deze generieke werkwijze voor inrichting van openbare ruimte binnen de Stad bespreken we achtereenvolgens de pleinen en parken welke de belangrijke dragers van het plan vormen. Het gaat achtereenvolgens om:
-
de Kalverwei
-
Het Kalverpad
-
Het Lobroekplein
-
Het Hallenplein
-
De Hallentuin
-
Kadepark
-
De paserelle
Ze zijn allen onderling verbonden en geven de buurt een groen en publiek karakter. Ze zijn bedacht vanuit de kwaliteiten en kansen die de bestaande wijk biedt. Zo is het Lobroekplein getekend op de plek waar nu al de meest horeca aanwezig is. Het nieuwe buurtpark, de Kalverwei is eveneens op een plek getekend waardoor het centraal in de wijk ligt op de grens van oud en nieuw. Het raamwerk is ontworpen om de buurt goed te verbinden met bestaande en toekomstige publieke ruimtes zoals Park Spoor Noord, Spoor Oost en eventueel de kap op de Ring.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200134.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200134.png)
Masterplan
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200135.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200135.png)
Raamwerk openbare ruimte (Masterplan)
De Kalverwei
De Kalverwei vervangt het huidige buurtpark aan de rand van de wijk op Noordschippersdok en ligt centraal in het plangebied. De grootte is vergelijkbaar met het Krugerpark in Borgerhout. Gelijkaardig aan het bestaande buurtpark aan het Noordschippersdok worden speelplekken voorzien. De Kalverwei wordt omsloten door nieuwe en bestaande bebouwing en vormt de schakel tussen de bestaande buurt en de nieuwe ontwikkelingen op de Slachthuissite. Alleen aan de zijde van Den Dam zal de Weilandstraat als verkeersruimte aanwezig blijven. De zijde aan de nieuwe bebouwing is autovrij.
Aan de zijde van de Slachthuislaan is het vormgeven van de aansluiting op de Lobroekdok kade een belangrijke opgave. Hier zal een evenwicht gevonden moeten worden tussen ruimtelijke continuïteit en samenhang in de publieke ruimte enerzijds, en een zekere mate van afscherming van de Slachthuislaan anderzijds. Een mogelijke uitwerking is de aanleg van een glooiend talud als onderdeel van het ontwerp van een passerelle die de Kalverwei kan verbinden met de kade aan het Lobroekdok. Indien op termijn een snelheidsverlaging op de Slachthuislaan naar 50km/u mogelijk zou worden, kan deze verbinding gerealiseerd worden door een gelijkvloerse oversteekplaats voor voetgangers en fietsers over de Slachthuislaan.
Het Kalverpad
Om de bestaande buurt van Den Dam te verbinden met het buurtpark De Kalverwei wordt een groene route voorzien. Dit ‘Kalverpad’ is een langgerekt pad dat loopt van de Twee Netenstraat tot in de Kalverwei. Beurtelings links en rechts wordt het pad geflankeerd door brede groene speelruimtes en bebouwing. In de bebouwing kan bijvoorbeeld een kinderdagverblijf of een nieuwe buurtsporthal een plek krijgen. Het padenpatroon in deze groene route sluit nauwgezet aan op de straatprofielen in de wijk. Het Kalverpad zelf wordt echter nergens door autoverkeer gekruist. In het westelijk deel is het Kalverpad een verkeersvrije ruimte met stoepen langs de bebouwing, in het oostelijk deel ligt er aan één zijde een enkelrichtingsstraat naast.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200136.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200136.png) ![i_RUP_11002_214_10012_00001_200137.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200137.png)
Kalverwei (Masterplan)
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200138.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200138.png) ![i_RUP_11002_214_10012_00001_200139.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200139.png)
Het kalverpad (Masterplan)
Het Lobroekplein
Het Lobroekplein ligt daar waar verschillende elementen uit de buurt samen komen: de Oude Kalverstraat, de Lange Lobroekstraat en de Kalverwei. Vandaag wordt de Lange Lobroekstraat getekend door de aanwezigheid van een industriezone en de veelheid aan cafés en restaurants. Het plein is lang en relatief smal. Het is een 42 tot 50 meter brede verharde pleinruimte, van gevel tot gevel, die direct grenst aan de bestaande horeca- en handelszaken. In de nieuwe bebouwing er tegenover is ruimte voor bijvoorbeeld een buurtsupermarkt en overige buurtvoorzieningen en diensten. Langs de straat zullen parkeerplekken worden aangelegd. Ook kan er een bushalte op het plein worden voorzien.
Het Hallenplein
Het tweede buurtplein in het plan ligt op de kop van de twee Slachthuishallen aan de zijde van de huidige Lange Lobroekstraat. Het vormt samen met het Lobroekplein een tweetal min of meer gelijkvormige stadsruimtes, maar elk met een sterk eigen karakter.
Zo is het Hallenplein verkeersluw en loopt het plein van gevel tot gevel als één ruimte door. Alleen voorlangs de westelijke hal is een overrijdbare strook op het plein voorzien om de twee hallen mee te kunnen ontsluiten en bevoorraden. Het plein is ongeveer 140 meter lang en 28 tot 38 meter breed. Door de aanleg van het langgerekte plein blijven de kopgevels van de hallen tezamen op een prominente plek zichtbaar als icoon van de buurt. Het belang voor de buurt wordt programmatisch ondersteund door het plein te ontwikkelen als een verzamelplaats voor uiteenlopende buurtvoorzieningen die een directe uitloop naar het plein krijgen.
Anders dan het Lobroekplein wordt het plein voornamelijk groen ingericht.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200141.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200141.png)
Het Lobroekplein (Masterplan
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200143.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200143.png)
Het Hallenplein (Masterplan)
De Hallentuin
De hallentuin ligt tussen de oostelijke slachthuishal en de rand van de Marbaixwijk. Deze tuin is georganiseerd rond de grootste boom van Den Dam. De tuin wordt aan de zijde van de Slachthuislaan begrensd door het te behouden portiersgebouw en een nieuwe aanbouw aan de slachthuishal die ruimte biedt aan wonen, werken en een kinderdagverblijf.
Deze ruimte-in-de-luwte kan dienen als schoolplein voor de nieuwe tweestromenschool die in de hal een plek kan krijgen. Ook een kinderdagverblijf kan van deze groene ruimte profiteren. De inrichting zal zo vorm moeten krijgen dat na schooltijd de ruimte ook voor de buurt als speelruimte beschikbaar is.
Kadepark
De kade langs het Lobroekdok wordt omgezet in een publieke ruimte. De watergebonden industriële activiteiten aan het Lobroekdok doven immers uit, terwijl de kwaliteiten van de kade en het Lobroekdok door het verdiepen van de Ring net groter worden. Om de kade bereikbaar te maken worden een aantal oversteken over de Slachthuislaan voorzien en wordt er een passerelle aangelegd die de Kalverwei rechtstreeks verbindt met de Lobroekkade.
In het ontwerp voor de kade wordt onderscheid gemaakt tussen de aanpak van het noordelijk deel en het zuidelijk deel. Van de Schijnpoortweg tot de Kalverstraat is de kade
bebouwd en actief in gebruik. Hier zal een geleidelijke ontwikkeling te verwachten zijn. Tussen de Kalverstraat en de IJzerlaan is de kade echter grotendeels onbebouwd
en extensiever in gebruik. Bovendien zijn hier vandaag al meerdere gronden in bezit van de stad, waardoor mits enkele bijkomende grondverwervingen, de weg vrij ligt om het centrale deel (kade midden) van de kade om te vormen tot een volwaardige publieke ruimte, het ‘Kadepark’. Dankzij de passerelle over de Slachthuislaan is deze
verbonden met Den Dam. Het Kadepark kan worden opgeladen door buurtsportterrein en jeugdvoorzieningen, mogelijks in de vorm van paviljoen(en), welke het park mee vorm geven. Een eerste stap in de herontwikkeling van de kade is de reeds geplande aanleg van een comfortabel wandelpad langsheen de volledige lengte van de kademuur langsheen
het Lobroekdok. Deze wandelkade maakt in zuidelijke richting verbinding naar het Sportpaleis. Voor de horeca in de buurt zou dit van grote waarde kunnen zijn omdat dan de bezoekers van concerten en evenementen op comfortabele wijze kunnen neerstrijken op het Lobroekplein. In noordelijke richting geeft de wandelkade verbinding met de toekomstige groenruimte ten westen van de IJzerlaanfietsbrug (na aanleg Oosterweelverbinding). Deze ruimte biedt mogelijkheden voor herlocalisatie van o.a. het voetbalveld dat vandaag op Noordschippersdok is gelegen. Bij overkapping van de Ring kunnen vanaf de kade ook verbindingen worden gemaakt naar het toekomstige landschapspark aan de overzijde van het Lobroekdok.
In het zuidelijk deel (kade zuid) zal de bestaande bedrijvigheid (of anders in alle geval de bedrijfsbebouwing) voorlopig nog aanwezig zijn. Op langere termijn zal in navolging van het beeldkwaliteitsplan Groene Singel en het Masterplan Publieke Ruimte Singel Noord aangestuurd worden op het beperken van de footprint van de bebouwing en het vergroenen van de tussenruimtes met kadetuinen.
Het noordelijke deel (kade noord) van de kade, dat na realisatie van de Oosterweelverbinding minder geschikt is als publieke verblijfsruimte, wordt meer landschappelijk ingericht en kan daarbij een belangrijke functie opnemen in kader van de waterhuishouding in het gebied (wadi’s,...). De bestaande loods aan de kop van het Lobroekdok blijft behouden gezien zijn afschermend effect ten opzichte van de toekomstige tunnelmond.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200145.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200145.png)
De Hallentuin (Masterplan)
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200146.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200146.png)
Kadepark
Paserelle
De passerelle maakt een verbinding mogelijk tussen de kade aan het Lobroekdok en de Kalverwei. Omdat een ongelijkvloerse oversteek het gevaar in zich heeft uiteindelijk toch niet gebruikt te worden (want gelijkvloers oversteken gaat sneller), is het van groot belang dat de passerelle integraal onderdeel wordt van het ontwerp van de publieke ruimte, in dit geval van de Kalverwei en het Kadepark. Aan de zijde van de Kalverwei wordt de passerelle geïntegreerd in het reliëf dat in het park wordt voorzien. Hierdoor zal een vloeiend verloop van maaiveldniveau’s ontstaan waarmee een comfortabele toegang wordt geboden tot de passerelle. Aan de andere zijde zou de passerelle geïntegreerd kunnen worden met te bouwen sport- en fuifvoorzieningen voor de jeugd.
Indien op termijn een snelheidsverlaging op de Slachthuislaan naar 50km/u mogelijk zou worden, kan deze verbinding gerealiseerd worden door een gelijkvloerse oversteekplaats voor voetgangers en fietsers over de Slachthuislaan.
Aanbod aan buurtgroen
De raamwerkkaart van de openbare ruimte vertrekt van de huidige situatie, maar houdt ook grondige veranderingen in. Zo wordt het huidige buurtgroen van Noordschippersdok bebouwd en verplaatst naar elders in het plan met name naar de Kalverwei en de kades Lobroekdok.
Doorheen de ontwikkeling van het gebied, die gefaseerd zal verlopen, is het altijd de bedoeling om voldoende bruikbaar groen te hebben in de wijk, zowel voor de bestaande als de nieuwe bewoners.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200147.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200147.png)
Referenties passerelle: Paleisbrug Den Bosch,
foto Jannes Linders + Passerelle Peterbos, Anderlecht,
foto Jean-Luc Deru (Photo-Daylight)
(Masterplan)
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200148.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200148.png)
Aanduiding te hanteren terreinoppervlakte(T) bij berekening V/T
2.2.2 Bebouwing en programma
2.2.2.1 Dichtheid
Het masterplan voor de Slachthuissite dat aan onderhavig RUP ten grondslag ligt is een plan voor stadsverdichting. Het beslaat ongeveer de helft van de gronden in de stadswijk Den Dam. Deze gronden worden nu ingenomen door verkeers- en parkeerruimte, overwegend leegstaande bedrijfsgebouwen waaronder de beide Slachthuishallen met hun markante dakensilhouet. Ook het gedempte Noordschippersdok waar een buurtparkje, een voetbalveld, een sporthal en een basisschool liggen, en de kaaien van het Lobroekdok aan de overkant van de Slachthuislaan maken er deel van uit. Vandaag ligt de wijk Den Dam grotendeels afgekeerd van de Slachthuislaan, die een noordelijke schakel van de Singel vormt. Tussen de twee deelgebieden die door de Lange Lobroekstraat verbonden worden, de Marbaixwijk en de rivierstraten rond de Sint Lambertuskerk, gaapt de leegte van het Slachthuisterrein, net daar waar de Lange Lobroekstraat nog een resem eet- en drinkgelegenheden rijk is.
De in het masterplan beoogde ontwikkeling biedt een kans om in Den Dam de stedelijke samenhang te herstellen. Het centrum van de wijk kan weer in het midden komen te liggen, nabij de Slachthuishallen en de restaurants die er hun ontstaan aan danken. De wijk kan eindelijk aansluiting vinden bij de Slachthuislaan en, aan de overkant daarvan, het Lobroekdok. Het plan beoogt de voorzieningen die nu op de te ontwikkelen gronden liggen uit te breiden en aan te vullen met in de wijk nog ontbrekende voorzieningen, en voor werk- en bedrijfsruimte een blijvende toekomst in de wijk te verzekeren. (Alleen de voetbalvelden gaan naar een andere, nabije locatie).
Den Dam is door de spoorwegdam van naburige wijken gescheiden en heeft daarom eigen commerciële en wijkvoorzieningen nodig. Met de inbreng van nieuwe woningen (driekwart van het geplande volume) wordt het draagvlak daarvoor uitgebreid en ligt een meer complete wijk in het verschiet. Ook voor andere grootschalige investeringen die de hele wijk ten goede komen is nieuwe ontwikkeling doorslaggevend: de uitrol van een stadswarmtenet, gevoed door de waterzuiveringsinstallatie aan de Schijnpoort, de versterking van het openbaar vervoer met onder meer een Singeltram.
De dichtheid wordt echter niet egaal gespreid. De lage dichtheid van de goeddeels te bewaren Slachthuishallen wordt gecompenseerd met enkele woontorens, qua maat afgestemd op de nabijgelegen torens in Park Spoor Noord en op het Eilandje. Cadix en Nieuw Zuid zijn relevante vergelijkingspunten, omdat het stadswijken met soortgelijke duurzaamheidsambities zijn op vergelijkbare afstand van het stadscentrum, grenzend aan grootschalige stadslandschappen. Ook voor Den Dam is de open ruimte dichtbij: de Slachthuislaan kijkt uit over een uitgestrekt waterlandschap, met het Lobroekdok, de Schijnvallei en het Albertkanaal; achter de spoorwegdam strekt zich Park Spoor Noord uit.
Het streefbeeld is dat van een dichte stadswijk tussen twee stadsbrede landschapsparken.
Eén van die beoogde landschapsparken, het Ringpark, is op dit ogenblik nog een voor de gezondheid schadelijke verkeersader. De hinder daarvan is weliswaar berekend, de te verwachten lucht- en geluidskwaliteit heeft de planvorming en de fasering beïnvloed (zo is het nieuwe buurtpark minder blootgesteld dan het groen op het Noordschippersdok). Maar ondanks zulke voorzorgen blijft het voornemen om de Ring te overkappen en om te zetten naar een stadsbreed landschapspark het eindperspectief voor de ontwikkeling van de Slachthuissite.
De geplande verdichting is niet alleen voor de wijk, maar ook voor de hele stad voordelig. Centrale, met het openbaar vervoer goed ontsloten gronden worden ontwikkeld. Het grotere buurtpark en ander buurtgroen draagt bij aan de ontharding van de stad. De activering van leegstaande bedrijfsruimte in de binnenstad stopt de verdringing van werkplaatsen naar enkel per auto bereikbare plekken buiten de stad. Het Sportpaleis en de Lotto-arena, attractiepolen die nu in een verkeerskolk liggen, krijgen een volwaardige stadswijk met eet- en drinkgelegenheden op loopafstand, een extra stimulans om met het openbaar vervoer te komen. Voor de wijk gewenste investeringen zoals een overkapping van de Oosterweelverbinding naast het Lobroekdok, het warmtenet en de Singeltram helpen Antwerpen verder in de transitie naar een duurzame stad.
2.2.2.2 Hoogbouw
In het masterplan zijn op vier plekken hoge gebouwen voorzien. Deze gebouwen zijn steeds onderdeel van de bouwblokkenstructuur in het plan. Solitaire volumes komen niet voor. Deze opzet verzacht de impact van hoogbouw op het straatniveau.
De hoge gebouwen zijn zo geplaatst dat ze de stedenbouwkundige structuur van het plan ondersteunen en bijdragen aan goed gevormde stadsruimtes. Hun positie markeert centrale plekken in de wijk: de Kalverwei en de hoofdtoegangsweg, de Kalverstraat. Het gaat nooit om vrijstaande torens, maar telkens om in een specifiek bouwblok ingebonden torens. Minstens één, in de bouwenveloppe aangegeven gevelvlak ligt achteruit ten opzichte van de rooilijnen van het bouwblok.
De toren op de kade markeert de overgang tussen het bebouwde en onbebouwde gedeelte van de kade. Deze in de rand van de Kalverwei versterkt de omslotenheid van de Kalverwei. Daarnaast vormt deze toren een eindpunt van de bouwblokken op het Noordschippersdok, zonder aan de Slachthuislaan al te prominent te concurreren met de andere hoogbouwvolumes. Langs de Oude Kalverstraat zijn aan beide uiteinden hoge volumes voorzien. Het volume op de hoek met de Slachthuislaan begrenst de open ruimte die tussen de slachthuishallen en de Slachthuislaan is gelegen en markeert tegelijkertijd de toegang tot de wijk. De andere toren maakt onderdeel uit van de herontwikkeling van de westelijke hal. De relatief lage hallen en de royaal bemeten open ruimte rondom kan een hoger volume goed aan om daarmee tot een meer stedelijke ruimtevorming te komen. Tezamen met de hoogbouw op de hoek met de Slachthuislaan geeft het aan de Oude Kalverstraat een krachtig stedelijk profiel, zonder dat de Oude Kalverstraat over de gehele lengte door hoge bebouwing wordt geflankeerd.
Tegelijk reageren de torens op elkaar, omdat ze per twee een publieke ruimte markeren: twee torens bakenen de Kalverwei af, twee torens de Kalverstraat. Verder worden de torens vanuit verschillende benaderingen dynamisch waargenomen, zowel vanuit de wijk als vanop de weg of vanuit naburige stadsdelen. Daarom zijn al hun gevels als voorgevels te beschouwen. Dit maakt de ontwerpopgave voor deze torens uitdagend en complex. Hun identiteit is drieledig: ze maken deel uit van een bouwblok, van een op een publieke ruimte gericht koppel, en van een stadslandschap.
Op schaal van het masterplan werd een studie naar de locatiegeschiktheid gedaan, zoals vastgelegd in de Hoogbouwnota Antwerpen. Op basis daarvan werden een aantal aanpassingen gedaan aan de oorspronkelijke volumes. De setbacks die noodzakelijk zijn voor lichtinval, schaduwwerking of windhinder zijn in de voorschriften opgenomen.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200149.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200149.png)
Compositie van hoogbouw: de gebouwen markeren de stadsruimtes (Masterplan)
2.2.2.3 Deelgebieden
In het plangebied zijn door de structuur van openbare ruimtes een aantal deelgebieden te onderscheiden die elk een eigen specifieke bebouwingsopzet kennen:
Deze deelgebieden worden ieder afzonderlijk besproken in de volgende punten.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200150.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200150.png)
Deelruimtes bebouwing en programma (Masterplan)
De fronten op het Noordschippersdok
Het doel is de bebouwing op het Noordschippersdok te ontwikkelen tot een kwalitatief stadsfront.
De positie van de nieuwe bebouwing sluit aan op de stratenstructuur van de wijk. De straten worden elk op hun eigen manier gecontinueerd tot aan de Slachthuislaan en verweven met het Kalverpad.
Dwars op de straten loopt het Kalverpad. Het Kalverpad scheidt het plangebied in twee bebouwbare zijden. Aan de zuidzijde sluit de nieuwe bebouwing aan bij de bestaande bouwblokken op Den Dam en wordt deze bebouwing afgewerkt. Hier wordt de schaal van de bestaande buurt gevolgd. Aan de noordzijde van het Kalverpad verschijnen nieuwe stadsblokken die samen het stadsfront aan het Lobroekdok zullen vormen. Hier wordt een residentieel programma voorzien met incidenteel verhuurbare ruimte of woon-werkomgevingen. De bebouwing is hoger aan de Slachthuislaan en loopt naar de buurt toe af. De bouwhoogte van de fronten varieert tussen de zeven en negen bouwlagen langs de Slachthuislaan, met op de straathoeken een hoogte van vier bouwlagen (uitgezonderd hoek met de Kalverwei). Aan de zijde van het Kalverpad is de bebouwing minder hoog en wordt de mogelijkheid voorzien buurtvoorzieningen te integreren zoals een kinderdagverblijf en een nieuwe sporthal.
In het ontwerp van dit deelgebied wordt rekening gehouden met een mogelijke toekomstige sloop van de sociale woningen tussen de Samberstraat en de Rupelstraat. Mocht in de toekomst ook de woontechnische kwaliteit van de woningen onvoldoende zijn dan is na sloop een meer coherent stedelijk weefsel te ontwikkelen. Op dat moment kan ook het Kalverpad worden gecontinueerd tot aan de Twee Netenstraat. De twee varianten op de figuur (fase 1 en fase 2) laten die flexibiliteit zien.
Het bebouwingsbeeld langs de Slachthuislaan zal bestaan uit een straatwand die is opgebouwd uit naastgelegen panden van afwisselend formaat met een onderste bouwlaag die ruimte biedt aan stedelijk gebruik. Ook aan de zijde van het Kalverpad zal de bebouwing afwisselend van grootte en architectuur zijn. Hiermee sluit de bebouwing in beeld en hoogte aan op dat van de bestaande buurt.
|
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200151.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200151.png)
|
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200152.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200152.png)
|
|
Impressie van de schaal van het bebouwingsfront aan de Slachthuislaan (Masterplan)
|
Impressie van het Kalverpad met zicht op de nieuwe bebouwing op het Noordschippersdok (Masterplan)
|
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200153.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200153.png)
schematische weergave van de ruimtelijke samenhang tussen Den Dam en de bebouwing op het Noordschippersdok (Masterplan)
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200154.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200154.png)
Noordschippers dok Fase 1 (Masterplan) Noordschippers dok Fase 2 (Masterplan)
De Kalverweibuurt
De Kalverweibuurt ligt in het hart van het plangebied tussen de Kalverwei en de slachthuishallen. De nadruk in dit deelplangebied ligt op wonen, maar met de mogelijkheid een aanvullend programma te ontwikkelen langsheen de randen. Het masterplan gaat voor dit deelplangebied uit van een onderscheid tussen de buitenrand en het binnenmilieu. De bebouwing in de binnenruimte is kleinschaliger. De bebouwingsopzet aan de randen heeft wisselende bouwhoogtes en typologieën.
Zo wordt aan de Slachthuislaan dezelfde bebouwingshoogte voorzien als bij de fronten op het Noordschippersdok. Dit stadsbeeld van samengestelde stedelijke bouwblokken wordt verder gezet langs de Oude Kalverstraat (langs de oostgrens van de Kalverweibuurt). De bouwhoogte is hier gemiddeld zeven bouwlagen met een verhoogde plint die ruimte biedt aan commerciële ruimtes. De hoek van de Slachthuislaan met de Oude Kalverstraat biedt ruimte aan een hoger volume tot 22 bouwlagen. Dit hoekgebouw ligt prominent aan de nieuwe toegang tot de wijk.
De bebouwing langs de rand van het Lobroekplein is beperkt tot vijf bouwlagen om aansluiting te vinden bij de hoogte van de bestaande bebouwing rond het plein. Het gelijkvloers kent een hogere ruimte en biedt ruimte voor bijvoorbeeld een supermarkt.
De rand langs de Kalverwei kent een andere typologie. Hier staan een drietal ‘parkresidenties’ in de rand van het park met toegangen en collectieve tuinen gelegen aan de binnenzijde van de Kalverweibuurt. Deze parkresidenties zijn steeds als architectonische eenheden te ontwerpen.
De ligging aan het Lobroekplein biedt de mogelijkheid om ook handelszaken te ontwikkelen. Daarnaast biedt de ligging aan de Slachthuislaan en de Oude Kalverstraat mogelijkheden om ook kleinschalige werkruimtes op het gelijkvloers te voorzien of woningtypes waarin wonen en werken wordt gecombineerd.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200155.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200155.png)
Impressie van de ‘parkresidenties’ aan de Kalverwei (Masterplan)
Slachthuishallen en nabije omgeving
De bestaande slachthuishallen zijn beeldbepalend voor de wijk. De grote schaal en de karakteristieke architectuur dagen uit voor een nieuwe toekomst. Het masterplan wordt gepleit voor een herontwikkeling die kansen biedt voor de lokale en stedelijke economie en die het voorzieningenpeil in de buurt verder ondersteunt.
In de ontwikkelingsstrategie van het masterplan wordt ruimte gelaten voor een geleidelijke herontwikkeling, nieuwbouw maar ook voor gedeeltelijke sloop. Volgende prioritering wordt gehanteerd voor wat betreft het streven naar behoud van de hallen:
-
De oostelijke hal, blijft in zijn geheel behouden en wordt gerenoveerd.
-
Het eerste travee van beide hallen aan de Slachthuislaan en de twee eerste traveeën aan het plein blijven als beeldbepalend ensemble behouden.
-
De portiersloge aan de Slachthuislaan blijft behouden als een solitair paviljoen.
-
De binnenstraat blijft behouden.
-
Aanpassingen en nieuwbouw voegen zich in, rekening houdend met het dakenlandschap.
Op basis van die uitgangspunten worden verschillende varianten voorgesteld die de flexibiliteit illustreren.
De westelijke, lagere, hal kan getransformeerd worden waarbij tegelijk de karakteristieke kopgevels behouden blijven. In de meer getransformeerde varianten ontstaat een complex dat ruimte biedt aan een foodmarket aan het Hallenplein, een dienstencentrum met serviceflats op de hoek, grondgebonden woningen en appartementen gekoppeld aan kleinschalige productieruimtes en eventueel ook kantoren aan de zijde van de Slachthuislaan.
Voor de oostelijke hal, grotere, wordt uitgegaan van het volledig behoud van de constructie en het volume. Het meest concreet op dit moment is de vestiging van een nieuwe tweestromenschool aan het Hallenplein met buitenruimte in de Hallentuin. Ook werkplaatsen van groter formaat kunnen in deze hal een plaats krijgen. De hal biedt kansen voor nieuwe lokale maakindustrie en uitwisseling tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Tussen de oostelijke hal en de te behouden portierswoning langs de Slachthuislaan wordt een nieuwe aanbouw voorzien met onderaan plaats voor een kinderdagverblijf dat samen met de tweestromenschool gebruik kan maken van de Hallentuin. Op de overige bouwlagen kunnen kantoren en appartementen worden ingericht.
Tussen beide hallen wordt een tussenstraat gecreëerd en een parkeerterrein kan worden ingericht aan de kant van de Slachthuislaan.
Tussen het Hallenplein en de Lange Lobroekstraat wordt een woonzorgcentrum ontwikkeld met woningen voor senioren en op het gelijkvloers aan zorg gerelateerde voorzieningen.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200156.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200156.png)
Impressie van de hallen met hoekgebouwen en het woonzorgcentrum op de voorgrond (Masterplan)
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200157.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200157.png)
Modelmatige verkenningen (Masterplan)
De Marbaixwijk
Deze wijk ligt vandaag geïsoleerd van de stad. Door het aanleggen van een nieuwe straat parallel met de Ceulemansstraat ontstaat de mogelijkheid om het bouwblok af te werken. De woningen langs de Ceulemansstraat blijven bestaan en nieuwe woningen kunnen ontwikkeld worden langs de nieuw aan te leggen straat ter hoogte van de Hallentuin.
Om onder andere het isolement van deze wijk op te heffen wordt bij voorkeur de Eendrachtstraat doorgetrokken tot aan de nieuw aan te leggen straat. Dit is mogelijk als de bedrijfshallen die op de kop staan worden afgebroken.
De bebouwing sluit aan bij de schaal van de bestaande buurt door hier in te zetten op stedelijke gezinswoningen en kleinschalige appartementen om de straathoeken vorm te geven.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200158.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200158.jpg)
Referenties Marbaixwijk (Masterplan)
Kadebebouwing
Tussen Schijnpoortweg en de toekomstige Kalverwei staan diverse bedrijfspanden op de kade. Met de aanstaande verdieping van de Ring en de daarmee gepaard gaande afsluiting van het Lobroekdok van het Albertkanaal is er geen toekomst meer voor watergebonden bedrijvigheid. Deze verandering vraagt om een strategie om de bedrijvigheid op de kade te vernieuwen en ruimte te bieden aan nieuwe kleinschalige productie en ambachtelijke bedrijvigheid.
Daarnaast is het de inzet van de stad de ruimte die de bebouwing inneemt te reduceren om een meer open zicht te bieden op het Lobroekdok en om meer ruimte te bieden aan voetgangers op de kade en de Slachthuislaan. Deze ambitie staat verwoord in het Masterplan Publieke Ruimte Singel Noord.
Deze ontwikkelingen en ambities zijn vertaald in een opzet waarin in de toekomst bij vervanging van de bestaande bebouwing op een kleinere footprint mag worden teruggebouwd. Deze kleinere footprint biedt aan de zijde van de Slachthuislaan de ruimte om het Singelfietspad en de voetgangerszone naar een comfortabele breedte te brengen.
Als de Ring is verdiept en overkapt (of een andere maatregel met gelijkaardige effecten op geluid en luchtkwaliteit) bieden kade midden en kade zuid ook een interessante woonomgeving. In de bouwvolumes is daarom de suggestie gedaan om bovenop de werkruimtes aanvullend appartementen te voorzien. Op de kop van deze reeks nieuwe gebouwen, op de overgang van bebouwde naar onbebouwde kade, wordt in dit scenario ook een autonoom stedelijk woongebouw met een woontoren voorzien. Het vormt een markante kop op de kadebebouwing en zorgt door zijn schaal en programma ervoor dat de stedelijkheid van de Kalverweibuurt tot aan het Lobroekdok kan worden voorgezet.
Met inachtneming van de bestaande kavelstructuur kan er een ritmische reeks gebouwen ontstaan waartussen open zicht op het Lobroekdok geboden wordt. Deze tussenruimtes bieden plek aan groen in te richten kadetuinen. Al op kortere termijn kan langs de oever een wandelpad worden aangelegd waarmee de buurt verbonden raakt met de omgeving van het Sportpaleis en Spoor -Oost.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200159.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200159.png)
Impressie van de bebouwing op Lobroekkade Noord (Masterplan)
2.2.3 Verkeersstructuur
Langzaam verkeer
Met de herontwikkeling van de Slachthuissite-Noordschipperdok- Lobroekdok ontstaat voor voetgangers een fijnmaziger en meer samenhangend netwerk van routes in de totale buurt. Met name de route die over het Kalverpad tot in de Kalverweibuurt loopt is geheel autovrij. Maar ook de wandeling over de Kalverwei, het Lobroekplein, Hallenplein en Hallentuin richting de Eendrachtstraat vormt een kwaliteitsvolle route die de twee zijden van de wijk verbindt. Voor beide beschreven routes geldt dat ze zijn opgeladen met publieke voorzieningen zoals winkels, onderwijs en horeca.
De fijnmazigheid maakt dat de omloopafstanden beperkt zijn. Bovendien sluiten de wandelroutes aan op verbindingen met de omringende stad zoals Park Spoor Noord en het Sportpaleis.
Langs de Slachthuislaan en de Oude Kalverstraat worden vrij liggende fietspaden voorzien. Daarnaast worden de straten van Den Dam waar mogelijk voor fietsers verbonden met het fietspad langs de Slachthuislaan. Tezamen met de fietsroutes die voorzien zijn in het verlengde van de Samberstraat en de Lange Lobroekstraat wordt het plangebied daarmee voor fietsers comfortabel ontsloten. In de aanleg van de openbare ruimte zal op diverse plekken ook worden voorzien in fietsparkeervoorzieningen. De ligging ervan is indicatief aangegeven op nevenstaande figuur. In de uitwerking van de openbare ruimte zal dit nader worden uitgewerkt in samenhang met de ligging en de omvang van de voorzieningen in de buurt. Daarnaast zal conform de bouwcode in de bebouwing aan bewoners ruimte worden geboden om fietsen te stallen.
Openbaar vervoer
Vandaag rijdt bus 23 door de Lange Lobroekstraat met haltes bij het Damplein en de Kalverstraat. De buslijn kan in de toekomst via de Oude Kalverstraat en het nieuwe Lobroekplein rijden.
De toename van het aantal bewoners zou het wenselijk maken Station Dampoort te heropenen. De buurt ligt dan ontsloten tussen premetrostation Schijnpoort en Station Dampoort. De buslijn verbindt deze stations met een route die door het plangebied loopt.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200160.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200160.png)
In groen de interne wandelroutes door de wijk, in blauw de voetgangersverbindingen met de omringende stad
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200161.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200161.png)
Openbaar vervoer door en langs de wijk
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200162.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200162.png)
fietsroutes en indicatieve aanduiding van fietsparkeerplaaten in de openbare ruimte
Gemotoriseerd verkeer
Ontsluiting
Voor de nieuwe verkeersstructuur wordt aangehaakt op twee lopende infrastructuurprojecten: de heraanleg van de IJzerlaan en de Slachthuislaan. Beide wegen worden ingezet als stroomwegen met een maximale snelheid van 70 kilometer per uur, wat de mogelijkheid beperkt de buurt direct te laten aansluiten op deze verkeerswegen. Ook is het aantal oversteekplaatsen hierdoor beperkt. Om de oversteekbaarheid te vergroten is de optie van een passerelle in het ontwerp opgenomen. Voor de ontsluiting van de buurt is een ontsluitingsstructuur ontworpen die zoveel als mogelijk onafhankelijk is van de Slachthuislaan, maar tegelijkertijd de extra verkeersdruk in de buurt zo beperkt mogelijk laat zijn. Overigens zal de heraanleg van de IJzerlaan de hoeveelheid doorgaand verkeer over de Lange Lobroekstraat gevoelig helpen verminderen.
De belangrijkste verandering ten opzichte van vandaag is de ligging van de hoofdtoegang tot de wijk. Er wordt voorgesteld de bestaande Kalverstraat op te heffen en deze terug te leggen op zijn historische positie direct langs de voormalige Slachthuishallen. Hiermee wordt het beoogde buurtpark “Kalverwei” aan de Weilandstraat gevrijwaard van verkeershinder en worden de bestaande buurt en de nieuw te ontwikkelen plandelen meer centraal ontsloten. Daarbij komt het hallencomplex - net als in vroeger tijden -prominent en beeldbepalend in de wijk te liggen. Tezamen met de Lange Lobroekstraat vormt de “Oude Kalverstraat” de ruggengraat van de buurtontsluiting.
De Oude Kalverstraat zal de enige toegang tot de wijk zijn vanaf de Slachthuislaan. Daarnaast blijven de bestaande toegangen via de Schijnpoortweg, Damplein en Maasstraat behouden. De wijk, uit richting Slachthuislaan, kan er behalve voor de Oude Kalverstraat ook voor de Samberstraat en Eendrachtstraat gekozen worden. Ook kan de wijk via het Damplein verlaten worden. Met de herinrichting van een gedeelte van de Lange Lobroekstraat tot pleinruimte en de verplaatsing van de Kalverstraat zal vorm gegeven worden aan straatprofielen die doorgaand verkeer door de wijk ontmoedigen. Het ontsluiten van de buurt en de verblijfskwaliteit staan voorop.
De ontwikkelingen moeten gezien worden als de verderzetting van de bestaande wijk Den Dam. Dit idee wordt onder meer tot uitdrukking gebracht in de openbare ruimte. Straten in de nieuwe plandelen zijn voortzettingen of aanvullingen van het al bestaande stratenpatroon, en worden op dezelfde manier ingericht. Inrichtingen die het onderscheid met die van de al bestaande wijk opzoeken, zijn uit den boze. De straatinrichting is dus generiek: vormgevingsprincipes die elders in de wijk gevolgd worden, worden ook in de nieuwe plandelen gevolgd.
Volgende aanpassingen worden voorzien:
Om de Marbaixwijk beter te verbinden met de omgeving wordt voorgesteld de Eendrachtsstraat te verlengen. Deze zal aansluiten op de nieuwe straat aan de Hallentuin. Hiervoor is de verwerving van de bestaande bedrijfshal op de kop van de Eendrachtsstraat noodzakelijk.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200163.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200163.png)
Nieuwe verkeersstructuur
Het stratenpatroon ter hoogte van Den Dam bestaat doorgaans uit smalle straten. Doordat er aan weerszijden wordt geparkeerd en er in sommige straten in twee richtingen wordt gereden zijn de trottoirs smal en is er nauwelijks ruimte om op straat te spelen.. De verkeersstructuur zal hier aangepast worden naar een lussensysteem van enkelrichtingsstraten om de straten te ontlasten. Hiervoor wordt parallel aan het Kalverpad een nieuwe rijstraat voorzien die de verbinding maakt tussen de Rupelstraat en de Weilandstraat. Een tweede koppeling wordt gelegd tussen de Samberstraat en de Twee Netenstraat. Met deze lussen worden de bestaande bebouwing en een gedeelte van het nieuwe programma ontsloten. Hierdoor is het mogelijk het Kalverpad geheel vrij van kruisingen met autoverkeer te ontwerpen. Om dit mogelijk te maken, en om de verkeersdruk in de straten beperkt te houden, wordt voorgesteld om de nieuwe bebouwing op Noordschippersdok te ontsluiten vanaf de Slachthuislaan.
Het aantal aansluitingen op de Slachthuislaan zal ter hoogte van Kade Zuid beperkt worden door een enkelrichtingsrijloper die enkel aansluit op de Slachthuislaan via de Schijnpoortweg en op de kruising met de Oude Kalverstraat. Het wooncomplex dat ter hoogte van de Kalverwei op de kade is voorzien wordt rechtstreeks ontsloten vanaf het kruispunt met de Oude Kalverstraat.
Parkeren
In het masterplan wordt onderscheid gemaakt tussen de parkeerbehoefte voor bezoekers (plaatselijke handel zoals restaurants e.d.) en de bestaande parkeerbehoefte. Deze wordt bovengronds opgelost. De parkeerdruk die het nieuwe programma genereert wordt ondergronds voorzien om de kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen.
Bovengrondse parkeerplaatsen worden voorzien langs de straten en aan de rand van het Lobroekplein. Ook wordt er een openbaar parkeerterrein voorzien tussen de Slachthuislaan en de Slachthuishallen. Met deze opzet kan het aantal parkeerplaatsen dat vandaag in de openbare ruimte aanwezig is behouden blijven en kan het verlies van 60 parkeerplaatsen door de heraanleg van de Slachthuislaan worden gecompenseerd.
Voor de ondergrondse parkings werd op basis van een conservatieve modellering de te voorziene capaciteiten voor de parkingbehoefte voor bewoners en het integrale programma berekend, rekening houdend met onder meer de bouwcode van de Stad Antwerpen. De parkeervoorzieningen (afhankelijk van typologie variërend tussen 1,05 tot 1,35 parkingplaatsen per wooneenheid) werden gemodelleerd en bedraagt circa 3200 parkingplaatsen. Deze parkeervoorziening kan zonder meer onder de beschikbare en private bouwvelden via gemiddeld circa twee ondergrondse bouwlagen voorzien worden zoals veelal klassiek voorzien is. Daarnaast heeft het masterplan de ambitie om intelligent om te gaan met de parkeervoorzieningen dit onder meer door het meer gecentraliseerd clusteren van ondergrondse parkeervoorzieningen. Hierdoor wordt onder meer de leesbaarheid van de wijk verhoogd, de fasering geoptimaliseerd, maar in het bijzonder ook het aantal in- en uitritten verminderd en daar voorzien waar ze zo weinig mogelijk impact kunnen hebben. De boekhouding van de parkeervoorzieningen / parkeerbalans is een onderdeel van de inrichtingsstudie, die toegevoegd dient te worden bij elke vergunningsaanvraag.
Laden en lossen
De bevoorrading van winkels wordt via de voorzijde van de bebouwing georganiseerd. Langs de straten zullen op enkele plekken laad- en losvoorzieningen kunnen worden aangelegd die buiten de venstertijden ook als parkeerplaatsen kunnen dienen.
Alleen grotere units zoals een mogelijke supermarkt aan het Lobroekplein zal een inpandige bevoorradingshof moeten krijgen. Dit is onderdeel van de uitwerking van dat bouwblok.
De hallen worden bevoorraad via de rijloper die rond de westelijke hal is voorzien. In de inrichting van de openbare ruimte moet daartoe rond de hallen voorzien worden in overrijdbare trottoirs waardoor op venstertijden de bevoorrading kan worden verzorgd.
Parkeren ondergronds
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200165.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200165.png)
Overzicht van de nieuw aan te leggen parkeerplaatsen in openbaar gebied.
2.2.4 Duurzaamheidsaspecten
De ambitie is in het projectgebied een project met een minimum aan hinder (geluid, geur, licht, lucht, wind, schaduw,…) te realiseren en een bijdrage aan het stadsklimaat te leveren (water- en energiebeheer, beperken hittestress,…). Door de onmiddellijke nabijheid van de ring en de Slachthuislaan, en de sterk versteende situatie, is de uitgangssituatie voor de ontwikkeling van het projectgebied tot een gezonde leefomgeving suboptimaal te noemen. Op wijkniveau worden echter wel maatregelen genomen om de leefbaarheid in het gebied te verhogen. Enerzijds door bijkomende hinder te vermijden en anderzijds door de aanwezige hinder te remediëren.
Hierdoor werd met de opstart van het masterplan ook reeds de plan-MER aangevat zodat de inzichten van de plan-MER in de visie van het masterplan konden worden geïntegreerd. Op deze wijze werden aspecten betreft geluid, lucht, wind, warmtenet, hittestress en waterhuishouding ontwerpmatig door vertaald.
Waterhuishouding
Een onderdeel van het ontwerp is een duurzaam watersysteem. Dit systeem wordt geïntegreerd in het ontwerp van de openbare ruimte en de bebouwing. Het meest zichtbaar zal dit zijn in de vorm van plekken waar water opgevangen en gebufferd kan worden, en in enkele aanpassingen in maaiveldhoogtes in de nieuw te ontwikkelen gedeeltes. Hiermee wordt het riool ontlast wat gunstig is voor de bestaande buurt.
Het hoofdprincipe is dat het regenwater in de richting van het Lobroekdok wordt afgevoerd. Hiervoor worden twee hoofdverbindingen voorgesteld: enerzijds van het Lobroekplein via de Kalverwei naar het Lobroekddok, anderzijds via het Hallenplein richting het Lobroekdok.
Aan het waterconcept voor Slachthuissite – Noordschippersdok - Lobroekdok liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag:
-
een watersysteem waarin de afvoer van het regenwater en van het afvalwater gescheiden zijn;
-
inpassing van het regenwatersysteem in de publieke ruimte. Er wordt een centrale wadi voorzien in de groeninrichting van de Kalverwei. Daarnaast worden ook wadi’s aangelegd in het Kalverpad, het Hallenplein en de Lobroekkade. Tot slot wordt een waterbergende fundering toegepast onder het Lobroekplein en de Oude Kalverstraat;
-
afvoeren van het wateroverschot bij extreme weersomstandigheden naar het Lobroekdok (waarbij rekening wordt gehouden met het huidige vaste waterpeil van het Lobroekdok van +4,25 m TAW). Hiervoor zal het bestaande maaiveld van de nieuwe ontwikkeling worden opgehoogd.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200166.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200166.png)
schematische weergave van het hemelwaterbergings- en afvoersysteem (bron: Masterplan)
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200167.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200167.png)
Openbare ruimtes ingezet voor waterhuishouding (bron: Masterplan)
Warmtenet
In 2050 wil de stad klimaatneutraal zijn. Om die doelstelling te halen heeft de stad een stappenplan, het “klimaatplan”. De doelstellingen voor 2020 zijn de eerste halte voor dit plan. Gezamenlijke inspanningen van stad, bewoners, bezoekers en bedrijven kan de uitstoot verminderen en de klimaatverandering zo veel als mogelijk afremmen.
Grootschalige stadsontwikkelingsprojecten als de herontwikkeling van de Slachthuissite -Noordschippersdok - Lobroekdok zijn zeldzame kansen voor de toekomst in Antwerpen. Door hun grootschaligheid kunnen ze een grote katalyserende impuls geven aan de reductie van de klimaatimpact op en van de stad.
De Vlaamse energieprestatieregelgeving (EPB) evolueert stapsgewijs naar een energieprestatiepeil waarbij enkel nog bijna-energieneutraal gebouwd mag worden. Tegen de beoogde bouwperiode van het masterplan zal de EPB-regelgeving ertoe leiden dat de energievraag voor ruimteverwarming tot een minimum wordt herleid. In een volgende stap uit de redenering dient ook de resterende energievraag zoveel als mogelijk ingevuld door hernieuwbare- of restenergiebronnen.
Voor de component ruimteverwarming wordt het streefdoel voor de Slachthuissite -Noordschippersdok - Lobroekdok dan ook de “aardgasloze wijk”. Om dit laatste te faciliteren werd een onderzoek gevoerd over de ontwikkeling van een warmtenet in het gebied. Dit onderzoek heeft de haalbaarheid aangetoond van een duurzaam warmtenet in het projectgebied. Om het streefdoel te bereiken wordt het warmtenet gevoed met duurzame warmtebronnen. De aanleg van het warmtenet impliceert dat de te (her)ontwikkelen bouwvolumes hierop worden aangesloten. Hiertoe wordt dan ook binnen de planstructuur de nodige bovengrondse en ondergrondse ruimte voorzien in de gebouwen (warmteaansluiting), het openbaar domein (warmteleidingen) en op eventueel aparte grondpercelen (op of nabij de site voor plaatsing van de warmteproductie).
Het warmtenet zal tevens als katalysator dienen om het netwerk uit te breiden naar de bestaande aanliggende wijken. Hiermee straalt de duurzaamheidsambitie van de Slachthuissite – Noordschippersdok - Lobroekdok ook af naar de ruimere omgeving.
2.2.5 Fasering
De fasering voor de realisatie van de stadsontwikkeling Slachtuissite-Noordschippersdok-Lobroekdok is complex, niet in het minst door de omvang en dus lange duur ervan. Vanuit een analyse van prioriteiten maar ook afhankelijkheden en onzekerheden is een faseringstrategie ontwikkeld die voldoende flexibel is maar die eveneens de structuren van het plan definitief vastlegt waarna gefaseerd en onafhankelijk de bouwvelden kunnen gerealiseerd worden. De ruime mogelijkheden tot tijdelijke invullingen zal het transformatieproces voorts ondersteunen en de identiteit van de wijk vorm geven.
De totale termijn voor de ontwikkeling is vanzelfsprekend niet exact en afhankelijk van complexe factoren maar kan begroot worden op ca 12 tot 18 jaar. We kunnen vandaag dus geen exacte fasering vastleggen maar in hoofdlijnen kan de fasering er als volgt gaan uitzien:
Korte termijn
De eerste fase omvat de realisatie van de Oude Kalverstraat - als nieuwe toegang tot de buurt - waardoor tegelijkertijd met een warmtenet kan worden gestart. Een snelle realisatie van de Oude Kalverstraat maakt het mogelijk om naderhand de bouwvelden langsheen deze nieuwe toegangsweg gefaseerd in te vullen en vooral om de Kalverwei - als nieuwe ‘hart’ van de wijk - al vroeg in het ontwikkelingsverhaal te kunnen realiseren. Met dit alles wordt tegelijkertijd de aanzet gegeven voor de aanleg van het Lange Lobroekplein en het Hallenplein.
Ook de transformatie van de slachthuishallen en omgeving - met bijvoorbeeld de invulling van de oostelijke hal met een school - en de afbouw van de Marbaixwijk kunnen al op korte termijn worden aangevat. De westelijke hal zal in eerste instantie mogelijks tijdelijke functies herbergen vooraleer een grondiger transformatieproces te ondergaan dat afhankelijk is van de op dat moment noodzakelijke ruimtes voor onder meer kleinschalige bedrijvigheid, commerciële activiteiten op buurtniveau zoals een supermarkt, of bewoning. Aan de overzijde van de Slachthuislaan vormt de aanleg van de wandelkade langsheen het Lobroekdok de eerste aanzet tot opwaardering van de kadezone. De bestaande loods op de kop van de Oude Kalverstraat kan daarbij een publieke invulling krijgen.
De bestaande groenruimte van Noordschippersdok - inclusief voetbalveld en sporthal - wordt op deze manier stapsgewijs aangevuld door het raamwerk aan nieuw openbaar domein: respectievelijk de Kalverwei - het Lobroekplein - het Hallenplein - en de Hallentuin. Zodoende beschikt de wijk ruimschoots over een voldoende evenwicht tussen (huidige en toekomstige) bewoners en beschikbaar buurtgroen en pleinen.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200168.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200168.png)
Fase 1, korte termijn (Masterplan)
Middellange termijn
De bouwvelden van de fronten op Noordschippersdok zullen gefaseerd worden uitgevoerd en zijn eerder op middellange termijn gepland, wanneer ook het voetbalveld kan worden verhuisd en een nieuwe sporthal is gebouwd. Het voetbalveld kan worden geherlocaliseerd in de groenzone ten westen van de IJzerlaanfietsbrug, welke ontstaat bij realisatie van de Oosterweelverbinding. Aanliggend aan deze fronten wordt het Kalverpad gerealiseerd welke de schakel vormt tussen de bestaande woonstraten aan Weiland-, Dijle-, Rupel-, Twee Neten- en Samberstraat, en de nieuwe bebouwing langsheen de Slachthuislaan.
Ook het Kadepark kan, na het verdwijnen van de huidige bedrijfsactiviteiten op de centrale kadezone, worden gerealiseerd. Door realisatie van de ongelijkvloerse verbinding vanuit de Kalverwei naar het Kadepark ontstaat daarbij een ononderbroken wandeltraject welke de wijk met het water van het Lobroekdok verbindt. De noordelijke kadezone is op vlak van omgevingskwaliteit slechts geschikt voor publieke activiteiten wanneer de luchtkwaliteit en het geluidsniveau voldoet. Dit is afhankelijk van de uitvoering van de Oosterweelverbinding. Zolang deze zone niet voldoet wordt ze ingericht als landschappelijke groenzone. Op de zuidelijke kadezone kan de huidige private bedrijvigheid een transformatieproces opstarten tot nieuwe bedrijfsvolumes in functie van kleinschalige productie en ambachtelijke bedrijvigheid.
De huidige groenzone op Noordschippersdok komt te vervallen, maar het nieuwe raamwerk van publieke ruimtes wordt tegelijkertijd verder aangevuld door de realisatie van het Kalverpad langsheen de Frontbebouwing, en het centrale Kadepark aan de overzijde van de Slachthuislaan.
Ook dan beschikt de wijk over een voldoende evenwicht tussen (huidige en toekomstige) bewoners en beschikbaar buurtgroen en pleinen.
De realisatie van een bijkomende spooronderdoorgang voor voetgangers en fietsers ter hoogte van het Lobroekplein zou het raamwerk van publieke ruimtes bovendien rechtstreeks aantakken op Park Spoor Noord waardoor deze nog bereikbaarder wordt voor de volledige buurt.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200169.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200169.png)
Fase 2, middellange termijn (Masterplan)
Lange termijn
Op lange termijn biedt een overkapping van de Oosterweelverbinding andere mogelijkheden voor de kade. De omgevingskwaliteit bij overkapte R1 , of een uitvoering waarbij op een gelijkaardige manier het geluid afkomstig van de Ring wordt gemilderd, laten ook wonen toe op de centrale en zuidelijke kadezone, waardoor inplanting van bijkomend woonprogramma op de kade haalbaar is.
De noordelijke kade blijft ingericht als landschappelijke zone zolang de omgevingskwaliteit op dit deel niet verbetert door bijv. bijkomende milderende maatregelen rond de tunnelmond, algemene verschoning van het wagenwark, etc.
Centraal op de kade wordt een woontoren voorzien welke de overgang markeert van bebouwde naar onbebouwde kade. De focus van dit hoogbouwvolume ligt op wonen, maar de onderste lagen bieden ook mogelijkheden voor publieke functies. Ook op de koppen van de bedrijfsvolumes op de zuidelijke kade kunnen bovenop de werkruimtes aanvullend woningen worden gerealiseerd.
De realisatie van dwarsverbindingen over het Lobroekdok kunnen het mogelijk toekomstige ‘Lobroekpark’ - dat gelegen is bovenop de overkapte Ring - verbinden met de omliggende wijken, waaronder de Damwijk.
De dwarsverbinding aan de Kalverwei sluit daarbij rechtstreeks aan op het Kadepark en vormt als het ware het verlengde van de passerelle die vertrekt vanuit de Kalverwei.
Het Lobroekpark, het potentiële park bovenop een overkapte ring, kan mee instaan voor de bijkomende nodige groenbehoefte die ontstaat door realisatie van de kadetoren en de woonlagen bovenop de bedrijvigheid. De realisatie van een dwarsverbinding naar het Lobroekpark vormt daarbij een belangrijke voorwaarde.
![i_RUP_11002_214_10012_00001_200170.png [image]](i_RUP_11002_214_10012_00001_200170.png)
Fase 3, lange termijn (Masterplan)
|