|
Het plangebied maakt deel uit van de Scheldekaaien. De kaaien hebben afwijkende morfologische en functionele kenmerken ten opzichte van de aangrenzende stadsdelen. Zo is de binnenstad, ten zuiden van de Brouwersvliet, opgebouwd uit compacte bouwblokken en doorweven met een historisch statenpatroon. De wijk Eilandje, ten oosten van het plangebied, wordt gekenmerkt door grotere bouwblokken, een mix van kleinschalige gebouwen met grotere gebouwen (die oorspronkelijk veelal dienst deden als pakhuis), en de open ruimte van de dokken.
Het stedenbouwkundig ensemble van de gebouwen en de kwaliteit van de gebouwen speelt een belangrijke rol als herinnering aan de ontwikkeling van het havengebied. De sluiscomplexen en de dokken zijn aanleiding voor de verdere groei en uitbreiding in de 19de eeuw van de handel en industrie in het havengebied geweest. De opbouw van de dokken steken als havenactiviteit door de zone van de kaaien heen (via Bonapartesluis en Kattendijksluis) en halen daarmee een deel van de geïsoleerde activiteiten de stad in. De aan de dokken gerelateerde functies werden veelal in de bebouwing langs de dokken gesitueerd. Vanaf Rijnkaai vertrokken boten naar de nieuwe wereld. Dit leverde naast werk en activiteiten ook bewegingen van passagiers in de hele stad op. Aanverwante functies kregen een plaats om te ontwikkelen. De kaaien als plaats van havenarbeid en aan de activiteiten gerelateerde functies zijn hoofddragers van het gebied. De karakteristieken van de kaaien kunnen alleen bewaard blijven als het geheel in de tijd leesbaar blijft. Onmisbare elementen in de beeldvorming van de kaaien zijn onder meer de kaaimuur, de havenkranen, de loodsen, de kraansporen en spoorlijn, de meerpalen.
Tijdens de opmaak van het masterplan Scheldekaaien werd een cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd waarin alle bovengronds erfgoed in kaart werd gebracht en een waardering kreeg:
De metalen afdaken 26-27 aan Rijnkaai werden na de Tweede Wereldoorlog vervangen door moderne, afgesloten constructies in beton en metselwerk. De nieuwe hangars 26 en 27 kregen een tweede bouwlaag op pijlers van 6 à 7 meter hoogte, wat uniek is op de Antwerpse Scheldekaaien. Begin 21ste eeuw werden deze hangars gerenoveerd en herbestemd tot burelen voor mediagebonden activiteiten. De oorspronkelijke structuur van de loodsen, met drie gesloten zijden en één open naar de Schelde, werd bewaard. Er werden bouwfysische aanpassingen doorgevoerd, zijnde thermische isolatie, grote raampartijen op de verdieping aan Scheldezijde en ruwhouten gevelbekleding. Het gebouw werd opgenomen in de vastgestelde inventarislijst voor erfgoed.
Deze loods werd in 1964 gebouwd als autobergplaats en herstelwerkplaats. Het bestaat uit een betonnen schaalconstructie van 13 traveeën opgevuld met rode baksteen. Aan de zuidzijde zijn de laatste twee traveeën opengelaten en beëindigd met driehoekige ongelijkzijdige steunberen. Het gebouw werd opgenomen in de vastgestelde inventarislijst voor erfgoed.
![i_RUP_11002_214_10023_00001_200195.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10023_00001_200195.jpg)
Bestaande toestand plangebied RUP Rijnkaai en omgeving: historisch erfgoed
Het uitzicht van de Scheldekaaien begin 21ste eeuw is gecreëerd meer dan een eeuw vroeger in het kader van grootschalige infrastructuurwerken die als doel hadden de havenactiviteiten uit te breiden. Een zeer ingrijpende onderneming was de rechttrekking van de Schelde, uitgevoerd tussen 1877 en 1883. Een gekasseide strook van 80 meter breed langs de Schelde werd ingericht met kades, havenkranen, treinsporen en opslagplaatsen. Er werden over de hele strook twee reeksen sporen getrokken: de rails langs de straatkant van de afdaken waren bedoeld voor het goederenverkeer tussen de Scheldekaaien en het goederenstation Zuid, de sporen langs de kaaimuur waren bedoeld om de havenkranen op te rollen. De elf havenkranen langs de Rijnkaai zijn samen met dergelijke sporen bewaard. Deze kranen zijn allemaal van een verschillende type: de oudste is van 1907, de jongste van 1963. Samen weerspiegelen ze de technologische evolutie van de havenactiviteit. In 2002 werden de kranen beschermd als monument.
De Bonapartesluis is opgenomen in de inventarislijst voor erfgoed. Het Bonapartedok en het Willemdok zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tot 1903 heette de dokken respectievelijk “Klein Dok” en “Groot Dok”, ontworpen en aangelegd in 1803-12 door ir. J. N. Mengin ingevolge decreet van 26 juli 1803 van Napoleon, die het bevel gaf tot het graven van de eerste twee besluisde dokken in Antwerpen. De oriëntering is nauwkeurig oost-west. In 1807 werd met het graven van het Bonapartedok begonnen en op 1 januari 1811 werd het ingevaren. Met de bouw van het Willemdok werd aangevat in 1808 en in 1812 werd het voor de scheepvaart geopend. De Bonapartesluis bestaat uit bakstenen kaaimuren met arduinen boord- en dekplaten. Op de kaaimuren repeteren geplaatste ijzeren meerpalen. Het benedenhoofd is in 1974 gedempt en deze sluis werd vervangen door een vaste rijweg/dam.
In de onmiddellijk omgeving van het plangebied zijn ook volgende gebouwen/constructies noemenswaardig:
De Kattendijksluis is in 1858-1859 gebouwd als getijdensluis. De vijf paar houten sluisdeuren werden oorspronkelijk met mankracht bewogen. Over beide sluishoofden lagen een rolbrug dat door perswater werd bewogen, de Rijnbrug en de Kattendijkbrug. Deze werden in 1969 gesloopt na de bouw van de vaste betonnen Kattendijkbrug over het benedenhoofd. In 2011 werd de Kattendijksluis gerenoveerd en werd één van de oorspronkelijke rolbruggen gereconstrueerd en in gebruik genomen.
Aan beide zijden van de Kattendijksluis staan sluiswachtershuisjes. Deze werden in 1909 gebouwd en zijn beschermd.
Dit gebouw met markante ronde vorm is opgetrokken in beton, baksteen en glas en is een opvallend baken op de hoek van Rijnkaai. Het is een ijkpunt in de omgeving en representeert een belangrijke omslag in de benadering van havenarbeiders. Het is een beschermd gebouw.
Inventarisatie bovengronds erfgoed en waardering (bron: cultuurhistorische studie Scheldekaaien)
Deze gebouwen werden in de periode 1872 tot 1935 gebouwd voor de Red Star Line rederij als magazijnruimte. De Red Star Line was bedrijvig in het vrachtvervoer maar is vooral bekend voor het vervoer van passagiers meestal in combinatie met vracht. Vanaf ca. 1881 wordt het door het steeds stijgende aantal landverhuizers voor de rederij het vervoer hiervan een flink winstgevende zaak. Minstens een deel van het gebouwencomplex diende dan ook als gezondheidscentrum voor het medisch onderzoek en bevatte o.a. ontsmettingsketels voor de bagage. Het geheel is samengesteld uit 3 aparte gebouwen waarvan het nummer 17A gelegen is aan de Rijnkaai, een tweede op de hoek van de Rijnkaai / Montevideostraat en een derde in de Montevideostraat. Het geheel is beschermd en werd gerenoveerd en herbestemd tot museum.
Dit beeldbepalend neogotisch gebouw is een beschermd monument en bevindt zich in goede staat. Stedenbouwkundig heeft het gebouw een markante ligging. Het is een belangrijk baken in de stad aan de zijde van de Schelde. Het gebouw werd op de Zeeuwse Koornmarkt gebouwd, een marktplein waar sinds 1562 graanmarkt werd gehouden. In 1892-1895 werd het gebouw opgericht naar een ontwerp van de architecten H. Kennes en F. Truyman voor de huisvesting van verschillende openbare diensten. Het Loodswezen nam een belangrijke rol in voor de scheepvaart. De begeleiding van schepen op de Schelde en naar de havens is van belang voor een goede organisatie in de haven en heeft dan ook een rol gespeeld in de bloei van de handel op en om de Schelde. Alle activiteiten die bijdragen aan de bewegingen in de haven zijn samengevoegd in deze instelling. In 1859 werd de eerste Loodswet in werking gesteld. Daarna werden de Rijksloodsdiensten opgericht. Het Loodswezen vertegenwoordigt meer dan een eeuw havenactiviteiten en wordt vandaag nog steeds voor zijn oorspronkelijke functie gebruikt.
Het voormalig bedieningshuis van het Bonapartedok is een beschermd monument en bevindt zich in goede staat. Het wordt momenteel gebruikt als café-restaurant. Dit neoclassicistisch gebouw dateert uit 1863 en is een belangrijk onderdeel van de Bonapartesluis en –dok. Aan weerszijden van de Bonapartesluis stond een bedieningshuisje. De tegenhanger aan de noordzijde van de sluis werd in 1976 gesloopt.
Karakter van de kaaien (bron: cultuurhistorische studie Scheldekaaien)
Ook het ondergronds erfgoed werd in kaart gebracht en gewaardeerd in een cultuurhistorisch onderzoek bij opmaak van het masterplan Scheldekaaien.
In het noordelijk deel zijn de kaaien gedeeltelijk in de voormalige Scheldebedding aangelegd zodat hier een lage archeologische verwachting is.
Het zuidelijk deel, vanaf de Amsterdamstraat, heeft een middelhoge verwachting en behoort tot de noordwestelijke zone van de Spaanse Omwalling. Resten van het oude Sint-Laureisbastion zijn nog te verwachten in de ondergrond. Het bastion ‘Kattenberg’ werd opgetrokken ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog. Ook van de 16de eeuwse platform- kazematstructuren zijn mogelijk nog resten aanwezig. Verder is ook het 19de eeuwse Fort Sint-Laurent nog grotendeels bewaard is.
Algemeen zijn het Verdrag van Malta en het Onroerend Erfgoeddecreet de belangrijkste principes voor omgang met archeologie waarbij een minimale verstoring van het bodemarchief en een maximale vrijwaring van de archeologische relicten nagestreefd wordt. Indien verstoring onafwendbaar is, is archeologisch onderzoek noodzakelijk.
Archeologie en archeologische verwachting (bron: cultuurhistorische studie Scheldekaaien)
|