|
2.1 Algemene visie vanuit beleidsdocumenten
In het s-RSA maar ook in de visie van het BPA Pelikaanstraat en de visie “Antwerpen, de stationsomgeving, een briljant in ontwikkeling” wordt de omgeving van het Centraal Station aangeduid als te ontwikkelen representatieve ruimte bestaande uit een mix van stedelijke activiteiten. De Diamantwijk-Kievitwijk is hierbij aangeduid als een strategisch project en een belangrijke poort tot de stad. Doelstelling voor deze omgeving is het verder stimuleren van de potenties van de plek als kantoorlocatie en ook als locatie voor grootstedelijke functies.
Stedelijke vernieuwing van de Diamantwijk is gewenst en te onderzoeken, en dit met een garantie voor het behoud van de diamantsector op deze plek. Door de functieverruiming kan de wijk een nieuw stedelijk front krijgen aan de zijde van de Pelikaanstraat in antwoord op het vernieuwde Centraal Station of de tweede voorkant van het station. Daarnaast is het van groot belang dat een gemengde stedelijke omgeving ontstaat waarbij de hele dag door activiteiten in het gebied plaatsvinden. Dit betekent dat naast kantoren ook woningen en aan het wonen gerelateerde functies gestimuleerd moeten worden. Ook handel, bedrijvigheid, recreatie, diensten, gemeenschapsvoorzieningen en toeristische functies kunnen leiden tot een gemengde stedelijke omgeving. Deze gewenste stedelijke omgeving dient zowel op bovenlokaal als op lokaal niveau te functioneren. Ruimtelijk en stedenbouwkundig moet er voldoende aandacht uitgaan naar de overgang tussen de grootschaligheid van de Diamantwijk enerzijds en de kleinschaligheid van de woonomgeving anderzijds.
2.2 Omgevingsanalyse
De uitwerking van de visie en ruimtelijke concepten is gevoed door een omgevingsanalyse. Mede op basis van de omgevingsanalyse werd gekozen om via de stedenbouwkundige voorschriften een brede waaier aan functies toe te laten en om in te zetten op een ruimtelijk ontwikkelingsmodel waarbij publiek toegankelijke en autovrije verblijfsplekken zullen ontstaan in het bouwblok.
Deze omgevingsanalyse brengt aan de hand van geodata (GIS) en statistische data de omgeving op een kwantitatieve en objectieve manier in beeld en draagt bij tot de ontwikkeling van een onderbouwde gebiedsgerichte visie.
De onderwerpen die in de omgevingsanalyse aan bod komen zijn :
Door de stadsdiensten werd op 3 momenten tijdens het planproces een omgevingsanalyse van het plangebied uitgevoerd, namelijk in 2016, 2018 en 2021.
De analyse gebeurde op volgende statistische gebieden:
-
Buurtvoorzieningen (loopafstand 400m, 5 min): wijk Centraal station
-
wijkvoorzieningen: Amandus - Atheneum, Centraal station, Stadspark,
-
Theaterbuurt-Meir, Universiteitsbuurt
-
Stadsdeelvoorzieningen (loopafstand 1.600m, 20 min of 10 min fietsen): wijken Amandus - Atheneum, Centraal station, Haringrode, Historisch centrum, Sint-Andries, Stadspark, Stuivenberg, Theaterbuurt-Meir, Universiteitsbuurt, Zurenborg, Borgerhout Intramuros noord, Borgerhout, Intramuros zuid
Samengevat geeft de omgevingsanalyse volgende tekorten aan.
Een tekortzone in het plangebied wijst erop dat het plangebied cruciaal is vanwege bereik of nabijheid om een bepaald tekort op te lossen. Als er tekorten worden gedetecteerd in de wijk(en) waartoe het plangebied behoort, dan kan dit tekort worden opgevangen in het plangebied of op een andere locatie in de wijk, in functie van draagkracht of capaciteit. Als er zowel tekorten als tekortzones zijn in het plangebied, dan hebben deze absolute prioriteit.
In de wijk Centraal Station en het plangebied zijn er tekorten en tekortzones wat betreft volgende buurtvoorzieningen: gebruiksgroen (<5 ha), speelterrein en buurtsportterrein. Voor kinderopvang betreft het enkel een tekortzone en geen tekort. Er zijn geen tekorten aan basisschool, jeugdwerk, apotheker, superette, bakker, slager en bank.
In het plangebied zijn er tekorten en tekortzones wat betreft de volgende wijkvoorzieningen: hondenloopzones en samentuinen.
Wijkgroen en pleinen (>5 ha) worden gezien als een tekort maar geen tekortzone.
In de omgekeerde richting zijn er voor dienstencentrum enkel een tekortzones en geen
tekorten.
Er zijn geen tekorten voor huisarts, tandarts en supermarkt.
Wat betreft stadsdeelvoorzieningen zijn er tekorten en tekortzones voor volkstuin, zwembad en recyclagecentrum.
Alleen tekorten en geen tekortzones voor stadsdeelgroen (>10 ha), deeltijds kunstonderwijs beeld, fuifruimte en sporthal.
Er zijn geen tekorten voor middenschool, deeltijds kunstonderwijs muziek, jeugdhuis en centrum, bibliotheek, cultuurcentrum, stadskantoor en politiekantoor.
Uit de bevraging van de Antwerpse Monitor vinden de inwoners uit de wijk Centraal station dat er voldoende winkels (dagelijkse aankopen) en culturele voorzieningen zijn. Over de aanwezigheid van groen zijn ze minder tevreden.
2.3 Visie - Aspecten
Vanuit bovenstaande algemene visie werden uitdagingen en onderzoeksvragen voor het plangebied geformuleerd die beantwoord en vertaald werden in het grafisch plan en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften.
1| de grandeur van weleer – het heropwaarderen van de Diamantwijk
De Diamantwijk was van oudsher een stationsomgeving met een niet te miskennen uitstraling. Het RUP laat toe deze uitstraling van weleer opnieuw te etaleren door het verruimen van functies en typologieën van de gebouwen. Deze uitdaging wordt verder vertaald in de gewenste beeldkwaliteit van de gebouwen en van het publieke domein. Er zijn meetbare voorschriften die verhoudingen tussen de gebouwen en het publiek domein vastleggen en de schaalgrootte van de gebouwen bepalen waarbij rekening wordt gehouden met de grootschaligheid maar ook met de kleinschaligheid van de omgeving.
Het RUP stimuleert de vernieuwing van het patrimonium in de Diamantwijk met behoud van de erfgoedwaarde. Er worden bijkomende ontwikkelingssmogelijkheden gegeven aan de gebouwen langsheen de beveiligde straat Schupstraat-Hoveniersstraat-Rijfstraat.
2| strategische projecten geven het station een tweede voorkant
De ligging van het plangebied nabij de tweede toegang tot het treinstation aan het Kievitplein biedt een belangrijke troef die bijdraagt aan de identiteit, herkenbaarheid en de levendigheid. Deze toegang dient te worden omgevormd tot een tweede voorkant. Om deze uitdaging te kunnen realiseren wordt in het RUP een breed scala aan functies toegelaten en wordt het plangebied als het ware gelinkt aan het station via een te ontwikkelen netwerk van langzaam verkeersverbindingen, gekoppeld aan een opeenvolging van publiek toegankelijke hoven in het plangebied.
3| stedelijke dichtheid - dens maar leefbaar en groen
Het RUP leunt sterk aan bij het BPA wat betreft het maximaal bouwvolume . Het opleggen van een hogere verdiepingshoogte, leidt evenwel tot een beperking van de ontwikkelbare vloeroppervlakte. De verhoging van de verdiepingshoogte heeft tot doel om de verblijfskwaliteit in de gebouwen te verbeteren en duurzaam bouwen mogelijk te maken. De strategische ligging maakt dat een hoge bebouwingsdichtheid gewenst is. Tegelijkertijd ambieert het plan een aandeel aan groen en open ruimte.
In het plangebied wordt de oprichting van twee torens op aangeduide plekken toegelaten. Realisatie van de eze torens zal resulteren in een kleinere footprint van de ‘onderbouw’ en bijgevolg meer open ruimte op maaiveld of in een minder hoge ‘onderbouw’.
4| goede bereikbaarheid & duurzame modal split 12-88%
De site ligt op een strategische plek in de binnenstad: naast het Centraal Station en nabij verschillende andere openbaar vervoersknooppunten zoals bus- en metrostations. Het RUP gaat uit van een duurzame modal split van 12%/88%. Dit impliceert dat 88% van de verplaatsingen van of naar het plangebied te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer gebeuren.
Verder staat de doorwaadbaarheid van het gebied centraal. Een netwerk van paden door het binnengebied creëert secundaire routes voor langzaam verkeer.
5| duurzame stationsbuurt
Met de vervanging van het BPA door een RUP wil de stad maximaal inzetten op duurzaamheid en klimaatadaptatie door bij te dragen aan CO2-neutraliteit tegen 2050.
Dit vertaalt zich naast het streven naar een duurzame mobiliteit in verplichte aanleg van groendaken en groenaanleg op het maaiveld.
6| leesbare en kwalitatieve publieke ruimte, publieke hoven en doorsteken
Het bouwblok is opgebouwd uit een bebouwingsrand, dwarsbeuken met hogere bebouwing en daartussen open plekken, de zogenaamde hoven. De maximale bouwhoogte van de bebouwingsrand is afgestemd op de dimensionering van het aangrenzend openbaar domein. De publiek toegankelijke hoven dienen kwalitatief te worden ingericht met een aanzienlijk aandeel groen en moeten goed toegankelijk zijn. Om hier levendige plekken van te maken, wordt een invulling van de plinten opgelegd met functies die dit ondersteunen. Er worden duidelijke toegangen gecreëerd tot de hoven waarvan de zichtbaarheid geaccentueerd wordt in het straatbeeld. De ruimtebeleving wordt gegarandeerd door voldoende brede en hoge doorsteken in de bebouwing. De doorsteken verbinden de publieke hoven met de omliggende straten op een logische manier om zodoende de site maximaal te integreren in de omgeving.
In de niet-publiek toegankelijke hoven wordt eveneens gestreefd naar meer ruimtelijke kwaliteit en worden de bebouwingsmogelijkheden beknopt.
7| levendige buurt
Het plan stelt een levendige buurt voorop. De uitdaging bestaat er in om een grotere functiemix te bekomen. De structuur van dit bouwblok laat een ontsluiting langs zowel de Pelikaanstraat / Lange Kievitstraat / Lange Herentalsestraat toe als langs de Schupstraat / Hovenierstraat / Rijfstraat. Dit biedt kansen om als het ware onafhankelijk van de beveiligde diamantwijk andere stedelijke functies te kunnen inbrengen en ontsluiten die zorgen voor een meer open, levendige en attractieve woon- en leefomgeving en benutting van het toeristisch-recreatief potentieel. Er wordt onder meer gedacht aan wonen, aan de diamant-complementaire bedrijvigheid, kleinhandel, ateliers en gemeenschaps-voorzieningen.
Ook laat het RUP de totstandkoming van onderlinge relaties toe zonder de diamantsector te hinderen. Het RUP biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om ruimten gemeenschappelijk te gebruiken, zoals bijvoorbeeld fietsstalplaatsen en autoparkings.
2.4 Ruimtelijke concepten
De ruimtelijke concepten zijn het resultaat van het ruimtelijk onderzoek door de Stad Antwerpen. De concepten hebben enerzijds betrekking op ‘de randen’, anderzijds op het ‘binnengebied’. Met randen wordt de straatkant (Vestingsstraat / Pelikaanstraat / Lange Kievitstraat / Lange Herentalsestraat / Diamantstraten: Schupstraat-Hoveniersstraat-Rijfstraat) bedoeld. Het binnengebied betreft de ruimte tussen de randen
2.4.1 De randen
Binnen het hoofdconcept ‘de randen’ worden verschillende elementen gedefinieerd:
-
Verbindingen van omgeving, buurten en straten
-
Grandeur van weleer & gemengd stadsmilieu
-
Bouwhoogten – straatbreedtes – functies
-
Kleine schaal en grote schaal
-
Ontsluiting
Verbinding van omgeving, buurten en straten
Het plangebied grenst aan twee belangrijke verbindingen: de verbinding van het Centraal Station met het Stadspark via de Lange Kievitstraat en de verbinding van het Kievitplein langs de Pelikaanstraat naar De Keyserlei. Pelikaanstraat en Lange Kievitstraat zijn binnen het plangebied dan ook de meest representatieve randen of straten. Enerzijds wordt er verbinding gemaakt naar de omgeving door het versterken van de randen. Anderzijds doorbreken twee langzame verkeersassen de randen waardoor er een alternatieve ontsluiting voor voetgangers en fietsers via het binnengebied ontstaat.
Grandeur van weleer & gemengd stadsmilieu
De Pelikaanstraat was een zeer levendige straat met tal van cafés waar diamanten verhandeld werden. Een minimum percentage aan commerciële ruimten of andere meer levendige functies in de plint moet deze aantrekkelijkheid en beleving weer terugbrengen. Meer specifiek gaat het om niet-diamant gerelateerd programma om zo van het plangebied een gemengd stedelijk gebied te maken. Er wordt een tweede voorkant langsheen het station gecreëerd.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200140.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200140.png)
Diamantbeurs met ingang langs de Pelikaanstraat (bron: Meesters van het Diamant, Erik Laureys. Foto: Yvan Verbraeck)
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200141.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200141.png)
Verbinding op grote schaal (bron: Stad Antwerpen)
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200142.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200142.png)
Gemengd stadsmilieu: concentratie diamantsector langs beveiligde straten (links) en tweede voorkant met gemengde functies aan Pelikaanstraat (rechts) (bron: Stad Antwerpen)
De beveiligde zone Schupstraat-Hoveniersstraat-Rijfstraat wordt bestendigd en een verdere concentratie en verdichting van het diamantgerelateerd programma is toegelaten.
Bouwhoogten – straatbreedtes – functies
Aan de randen wordt gestreefd naar een evenwichtige verhouding tussen de bouwhoogte en de straatbreedtes. Daar waar de straat smal is (Lange Kievitstraat / Lange Herentalsestraat / Hoveniersstraat / Rijfstraat / Vestingsstraat) wordt een maximale bouwhoogte van 19m toegelaten.
Om een representatieve voorkant (een stedelijk front) langsheen de Pelikaanstraat te realiseren in antwoord op het Centraal Station, wordt er ingezet op het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit aan deze zijde, de ontwikkeling van een zogenaamd ‘stedelijke front’. Om overgangen te creëren tussen verschillende korrelgroottes wordt een flexibiliteit gecreëerd in de toegelaten bouwhoogte. Op die manier kan een harmonie vanuit bescheiden dissonantie ontstaan: in een broederlijk samengaan en naast elkaar staan van tijdslagen, enigszins afwijkend van elkaar maar toch deel van het geheel (cf. Beleidsnota Atypische Stadsbouwmeester 2016-2020). De nodige vrijheid wordt ingebouwd door te werken met een gemiddelde maximale bouwhoogte van 34m (met een minimum van 19m en een maximum van 45m). Zo wordt de dense bebouwing van het gebied naar de voorgrond getrokken en wordt een meer metropolitane uitstraling van de stationsomgeving gerealiseerd.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200143.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200143.png)
Figuur 2-1 referentiebeelde stedelijk front reeks 1
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200144.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200144.png)
Figuur 2-2 referentiebeelden stedelijk front reeks 2
Om voldoende (leef)kwaliteit in de ruimtes te garanderen wordt het maximaal aantal toegelaten verdiepingen binnen de maximale bouwhoogte vastgelegd:
-
maximum 5 bouwlagen in geval van max. 19m bouwhoogte;
-
maximum 5 bouwlagen + gemiddeld één teruggetrokken bouwlaag in geval van max. 19m + 1 bouwlaag bouwhoogte;
-
gemiddeld maximum 9 bouwlagen met een absoluut maximum van 12 bouwlagen in geval van een maximale gemiddelde bouwhoogte van 34m.
De minimale verdiepingshoogte in de plint is 3,6m ter ondersteuning van de gewenste levendigheid.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200145.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200145.png)
Gemiddelde maximale bouwhoogte (bron: stad Antwerpen)
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200146.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200146.png)
Typesnedes: bouwhoogtes van het huidige BPA (blauw volume) en het nieuwe RUP (groen volume) (bron: stad Antwerpen)
Kleine schaal, grote schaal
Als gevolg van de groei van de diamantsector zijn vele kleine percelen samengevoegd en is de kleine korrel stelselmatig gewijzigd in een steeds grotere korrel. De omgeving wordt daarentegen wel nog steeds gekenmerkt door kleinschaligheid (met uitzondering van het station). Specifiek voor het zuidelijk en westelijke deel (Lange Herentalsestraat en Lange Kievitstraat), wat voornamelijk een woonomgeving is, wordt er gezocht naar een harmonieuze aansluiting op de bestaande bebouwing en afstemming op de dimensionering van het openbaar domein. De Lange Kievitstraat vraagt om een opwaardering, waarbij de ‘Pelikaansite’ een impuls kan geven. De achterliggende kwalitatieve groene hoven en nieuwe toegangen kunnen eveneens een impuls vormen voor investeringen in deze straat en bijhorende publieke ruimte.
Ontsluiting
Een functioneel, verkeersveilig en leesbaar openbaar domein met hoge verblijfskwaliteit op maat van het Centraal Station blijft het uitgangspunt. De functies van de Pelikaanstraat als buscorridor en van de Lange Kievitstraat als belangrijke verbinding voor langzaam verkeer blijven behouden. Er worden doorsteken en toegangen voorzien voor langzaam verkeer die de verschillende hoven met elkaar en met de omliggende straten verbinden.
Daarnaast is er een zekere autobehoefte vanuit het bestaande en het nog te ontwikkelen stedelijk programma. Het uitgangspunt is om de impact van het bestemmingsverkeer op de omgeving te beperken ten gunste van het langzaam verkeer en openbaar vervoer door beperking van parkeermogelijkheden en een spreiding van in- en uitritten voor het projectgebied.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200147.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200147.png)
Breedte en hoogte van de doorsteken staan in functie van maximale belevingskwaliteit
bron: stad Antwerpen)
2.4.2 Het binnengebied
Ook voor ‘het binnengebied’ worden verschillende concepten gedefinieerd:
-
het hoven-model
-
densiteit en hoogbouw
-
doorwaadbaarheid
Het hoven-model
Mede als gevolg van de perceelstructuur is er een structuur van ‘hoven’ ontstaan. Historisch hebben percelen die breed genoeg waren zich in het binnengebied in de hoogte kunnen ontwikkelen. Het RUP gaat hierop verder en vertrekt vanuit het idee dat de tussenliggende ruimte de minimale vorm van de hoven definieert.
Een hof is een ruimte in het binnengebied, zowel bebouwd als ongebouwd, dat omsloten wordt door hogere bebouwing langsheen de vier zijden. Hierdoor wordt er als het ware een tussenliggende ruimte gecreëerd. Een hof kan zowel een verhard als een groen karakter hebben. Perceeloverschrijdend denken ligt aan de basis om de potenties van dit model verder te kunnen ontwikkelen. De hoven binnen het RUP zijn afgestemd op haalbare bouwdieptes, de aanwezigheid en perimeter van onroerend erfgoed en de gewenste open ruimte.
Met het uitbouwen en verfijnen van de hovenstructuur, wordt getracht om meer licht, lucht en groen in het bouwblok te brengen ten gunste van bestaande en nieuwe functies. Met de hoven kunnen nieuwe doorsteken/verbindingen en (publieke) verblijfsplekken gemaakt worden. Op deze manier wordt een tevens meerwaarde voor de buurt gecreëerd. Daarnaast speelt groen een belangrijke rol in een zeer verharde en dens bebouwde omgeving. Aandacht gaat uit naar:
-
Hittestress overdag en nachtelijke hittestress, droogte en wateroverlast, lucht- en akoestische kwaliteit
-
De bebouwing staat steeds in verhouding tot het hof zodanig dat de kwaliteit (licht, lucht en groen) bewaakt wordt.
In het RUP wordt een minimale kwaliteit van de hoven vastgelegd. Deze kwaliteit heeft betrekking op:
-
voldoende zonlicht in het hof;
-
voldoende groen en hoogstammig groen in het hof;
-
goede toegankelijkheid via de gebouwen gelegen rondom het hof en/of via de omliggende straten;
-
de toegangen tot gebouwen;
-
levendige en/of publiek toegankelijke functies in de plint rond het hof.
Het hovenmodel binnen het RUP wordt gekenmerkt door een zekere flexibiliteit. Rondom de hoven wordt op een aantal plaatsen gewerkt met flexibele bouwlijnen waardoor de vorm van het hof nog kan verfijnd worden in de architecturale uitwerking van een project.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200148.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200148.png)
Het hovenmodel: volgens BPA (links) en volgens RUP (rechts) (bron: Stad Antwerpen)
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200149.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200149.png)
Illustraties kwaliteit van het hof (bron: Stad Antwerpen)
Densiteit en hoogbouw
Gezien het plangebied op een zeer centrale en strategische locatie ligt, is een relatief hoge densiteit aangewezen. Twee hoogteaccenten, met een maximale hoogte van 100m, zijn toegelaten. De torens flankeren het centrale publiek toegankelijke hof. De torens worden op een voldoende afstand van elkaar en van de bestaande bebouwing ingepland. Het principe van densiteit versus open ruimte is hier eveneens van kracht. De torens staan in voor de realisatie van een aanzienlijk deel van de vloeroppervlakte waardoor de bouwhoogte van de onderbouw verlaagd kan worden en de verblijfskwaliteit in de publiek toegankelijke hoven wordt gegarandeerd.. Deze aanpak bevordert de leefbaarheid zowel in het plangebied als voor de onmiddellijke omgeving.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200150.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200150.png)
Figuur 2-3 snede door het projectgebied tussen Pelikaanstraat – Lange Herentalsestraat : potentiële ontwikkeling in overeenstemming met het RUP
Onderstaande figuren tonen de mijlpalen in de evolutie van het ontwerpproces.
Initieel werd het BPA als vertrekpunt genomen. Dit resulteerde in een geconcentreerd bouwprogramma met een aaneenschakeling van bouwvolumes tot maximum 45 meter hoogte en twee accenten van 50 meter.
Vervolgens werd het concept van de additionele hoogbouw geïntroduceerd : 2 torens van maximum 100 meter die als het ware als ‘overdrukklep’ functioneren om met behoud van het bouwprogramma aan en in de onderbouw meer kwaliteit toe te voegen.
Tot slot werd geland met een optimalisatie van het schema met twee torens en een afgeslankte onderbouw, waarbij werd gekozen om de doorsteken in open lucht te realiseren en op die manier de bouwvolumes van elkaar los te maken en om de bouwhoogte van de volumes rond de publiek toegankelijke hoven bijkomend te verlagen in functie van de belevingswaarde en verblijfskwaliteit in het binnengebied.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200151.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200151.png)
Figuur 2-4 evolutie ontwerpproces projectgebied : maximale bouwhoogte 45 meter en twee accenten van 50 meter
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200152.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200152.png)
Figuur 2-5 evolutie ontwerpproces projectgebied : initieel bouwprogramma en maximale bouwhoogte 45 meter en twee accenten van maximum 100 meter
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200153.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200153.png)
Figuur 2-6 evolutie ontwerpproces projectgebied : verbindingen naar de hoven in open lucht, maximale bouwhoogte rond de hoven verlaagd en twee accenten van maximum 100 meter
Onderstaande figuur geeft de schaduwwerking weer van het weerhouden schema, dat als basis werd genomen voor de opmaak van het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften.
De eerste kolom is een weergave van de situatie op 21/06, de tweede op 21/09 en de derde op 21/12.
De eerste rij toont het verschil tussen de drie tijdstippen in het jaar om 9.00 ’s ochtends, de tweede om 12.00 op de middag en de derde om 15.00 in de namiddag.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200154.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200154.png)
Figuur 2-7 schaduwwerking ontwikkelingsmogelijkheden
Doorwaardbaarheid
Het zuidelijk deel van het binnengebied wordt doorwaadbaar door de verschillende paden die de publieke hoven met elkaar verbinden. Deze paden zijn enkel toegankelijk voor voetgangers en fietsers en hebben overdag een publiek karakter.
Initieel werd uitgegaan van een kruisvormig patroon en verbinding van en naar Pelikaanstraat, Langs Herentalsestraat, Lange Kievitstraat en Schupstraat. Naar aanleiding van reacties en bezwaren uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek en vanuit bekommernis over de openbare veiligheid werd beslist om de verbinding met de Schupstraat niet meer als een verplichting op te leggen en een aanpassing door te voeren naar een t-vormig patroon.
![i_RUP_11002_214_10025_00001_200155.png [image]](i_RUP_11002_214_10025_00001_200155.png)
paden en publiek toegankelijke hoven (bron: Stad Antwerpen)
2.5 Programma
Over heel het plangebied wordt een stedelijke mix nagestreefd. Mogelijke functies zijn handel, horeca, wonen, kantoren, bedrijvigheid en ateliers, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. Het programma staat in relatie tot het mobiliteitsprofiel van de stationsomgeving.
2.6 Hoogbouw
Ter aftoetsing van de twee hoogteaccenten in het plangebied werd een hoogbouwrapport: fase 1 locatiegeschiktheid opgesteld. Dit rapport voldoet aan de principes opgesteld in de HoogBouwNota van de Stad. Deze nota vormt het ruimtelijke beleidskader voor hoogbouw in Antwerpen en stelt dat aanvragen voor hoogbouwprojecten afgetoetst moeten worden aan de kwaliteitseisen, richtlijnen en aandachtspunten
In functie van het ontwerpend onderzoek op planniveau en van het RUP werd enkel de locatiegeschiktheid behandeld. De architecturale geschiktheid zal aan bod komen in kader van het ontwerpend onderzoek op projectniveau en bij de vergunningsprocedure.
De locatiegeschiktheid kent 5 criteria: stedelijk functioneren, stadsbeeld, mobiliteit, milieueffecten en lucht en geluid.
2.6.1 Stedelijk Functioneren en stadsbeeld
Subcriteria: ruimtelijke draagkracht en structuur, meerwaarde voor stads- en buurtleven, impact op stads- en wijkniveau, impact op de privacy.
In het rapport wordt gesteld dat de combinatie van de hoogbouw en de groene publiek toegankelijke pleinen (hoven) een belangrijke rol kan spelen in de profilering van de tweede voorkant van het Centraal Station en het versterken van de ruimtelijke sequentie tussen het Centraal Station en de Theaterbuurt. Het project kan, door zijn omvang, op schaal van de stad geactiveerd worden en levendige ontwikkelingen en verdichting in de Stationsbuurt stimuleren. Hierbij wordt er verder gebouwd op de bestaande torens van Kievitplein en projectgebied Kievit II. Door afwerken van de onvolledige straatgevels langs Pelikaanstraat, Lange Kievitsraat, Lange Herentalsestraat, en realisatie van twee torens in het hart van het projectgebied kan dit stadsdeel mooi afgewerkt worden en zo een nieuwe dynamiek creëren voor de volledige Diamantwijk.
2.6.2 Mobiliteit
Subcriteria: openbaar vervoer, mobiliteitstoets
Hoogbouw genereert door zijn schaal een zekere geconcentreerde verhoging van verkeer. Zoals eveneens onderzocht in het Plan-MER (zie 4.1.2 Doorvertaling in het RUP) kan door het gemotoriseerd verkeer ondergronds te brengen, de ruimte op het maaiveld ingezet worden voor langzaam verkeer. Het project zal voor gemotoriseerd verkeer bereikbaar zijn langs drie toegangen: Lange Herentalsestraat, Lange Kievitstraat en Pelikaanstraat .
2.6.3 Milieueffecten
Subcriteria: windhinder en windgevaar
De stad Antwerpen streeft naar een windkwaliteit van “matig tot goed windcomfort voor
slenteren”.
Om de windkwaliteit voldoende af te wegen werd een vergelijking gemaakt tussen 6 scenario’s:
-
2 torens van 100 m in binnengebied, 1 toren van 50 m aan de Pelikaanstraat.
-
hoogbouw langs de Pelikaanstraat: 1 toren van 100 m in binnengebied, 1 toren van 100m aan Pelikaanstraat.
-
geen hoogbouw, resterende randvoorwaarden opgelegd door het RUP
-
5 bouwlagen langs de Pelikaanstraat (19m), 2 torens van 100 m in binnengebied
-
5 bouwlagen langs de Pelikaanstraat (19m), 2 torens van 70 m in binnengebied
-
9 bouwlagen langs de Pelikaanstraat (34 m), 2 torens van 70 m in binnengebied Scenario 3 wordt als referentiescenario naar voor geschoven.
De windanalyse van het referentiescenario toont aan dat ter hoogte van de centrale zone van de Pelikaanstraat (de autozone) het windcomfort bij slenteren als onaanvaardbaar wordt beoordeeld. Op basis daarvan kan vastgesteld worden dat het huidige straatprofiel en de straatinrichting zorgen voor een versnelling van de wind uit de noordelijke –en zuidelijke richtingen, het zogenoemde streetcanyoneffect.
Scenario 1 kan bijgevolg als neutraal beschouwd worden aangezien tussen de beide scenario’s geen verschil in het windcomfort wordt waargenomen. De wind wordt gegenereerd door de huidige profilering van de ‘streetcanyons’ en niet door de komst van de hoogbouwvolumes.
Subcriterium: Geluid
De toename van het omgevingsgeluid is beperkt waarneembaar, met een beperkte invloed op het comfort van de omwonenden. Compenserende maatregelen moeten overwogen worden.
Subcriterium: Lucht
Op het bouwterrein, in de Pelikaanstraat en in de relevante delen van de Lange Herentalsestraat wordt de toetswaarde voor stikstofdioxide (jaargemiddeld) niet overschreden.
In de Lange Kievitstraat ter plaatse van het nieuwbouwproject wordt de toetswaarde voor stikstofdioxide ruimschoots overschreden. De buitenlucht in de Lange Kievitstraat lijkt daarmee ongeschikt als ventilatielucht voor woningen en andere gevoelige bestemmingen als scholen. Veiligheidshalve adviseert de stad dit uitgangspunt te hanteren voor de gehele gevelhoogte in de Lange Kievitstraat. Ook is het van belang om de toename van het verkeer door de Lange Kievitstraat vanwege het bouwplan te beperken. Dit zal gunstig zijn voor de luchtkwaliteit in de straat.
Subcriterium: Licht- en zonnetoetreding
De lichtstudie toont aan dat de grootste impact op de onmiddellijk omgeving van het projectgebied het grootste is aan de noordzijde, namelijk voor de bestaande gebouwen op de zuidelijke hoek van de Schupstraat en de Lange Herentalsestraat. Indien het RUP hier gerealiseerd wordt zal de afstand tot deze gebouwen ten opzichte van de hoogbouw toenemen en een verbeterde lichttoetreding conform de richtlijnen gerealiseerd kunnen worden.
Het RUP legt de opmaak van een inrichtingsstudie op als informatief document bij de vergunningsaanvraag, waarbij aangetoond moet worden dat aan de kwaliteitseisen volgens de voorschriften wordt voldaan. Het opzet van het grafisch plan en bijhorende voorschriften is bewust flexibel qua bouwhoogte en inplanting van de bouwvolumes, om maatwerk toe te laten bij de uitwerking van de architectuur.
Subcriterium: Energie
Een bijna energieneutrale site is mogelijk door maximaal in te zetten op energiezuinige gebouwen en gebruik van hernieuwbare energie via thermische zonnecollectoren, PV-panelen en warmtepomp op beo-veld.
Zowel op vlak van stedenbouwkundige en ruimtelijke inpassing, als op vlak van de verschillende milieueffectenanalyses (vooral licht- en windstudies), vormt de centrale ligging het beste scenario.
2.7 Beeldkwaliteit
Naar aanleiding van het voorontwerp RUP werd door het college opdracht gegeven aan de Stadsbouwmeester tot de opvolging en bewaking van de architecturale kwaliteit bij de ontwikkeling van de Pelikaansite.
Het beeldkwaliteitsplan is in opmaak.
Aspecten die in het beeldkwaliteitsplan aan bod komen zijn :
|