1.1.1 Historische context

voetnoot1

Ontstaan Rubenshuis en Kolveniershof

De Kolveniersgilde is opgericht in 1490 als de jongste van de zes Antwerpse schuttersgilden. Aanvankelijk werkten de schutters als enigen met vuurwapens en aan het vroegste vuurwapen, de clovers, ontleende ze haar naam. De gilden fungeerden als een soort veiligheidsfirma’s en genoten heel wat aanzien. De Kolveniers hadden hun gildenhuis in de Halve Maan in de Gildekamersstraat, maar vanaf de vroege zestiende eeuw beschikten ze over een schuttershof met doelen, aan de rand van de stad, langsheen de Wapper. Dit hof met grote bomen liep door tot aan de Schuttershofstraat en had aan de straatkant een eenvoudig huis.

In 1610, wanneer Rubens - twee jaar na zijn terugkeer uit Italië - en zijn vrouw Isabella Brant een huis met grond kopen aan de Wapper, krijgen de Kolveniers een befaamde buurman. Het duurt dan ook niet lang voor ze een schilderij bestellen bij de grootmeester: de beroemde ‘Triptiek met de Kruisafneming’ voor boven hun altaar in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, opgeleverd rond 1615. Een deel van de betaling gebeurde in natura: de Kolveniers lieten op hun kosten een hoge tuinmuur bouwen tussen het schuttershof en de (renaissance)tuin van Rubens.

In de daaropvolgende jaren werd Rubens’ woning naar eigen ontwerp uitgebreid met een halfronde beeldengalerij, een groot atelier en een portiek, die in de late jaren 1610 waren voltooid. Het nieuwe deel was de belichaming van Rubens’ artistieke idealen: de Grieks-Romeinse oudheid en de kunst van de Italiaanse renaissance. Het gebouw met zijn rijke en antiek geïnspireerde decoraties kende zijn gelijke niet in het toenmalige Antwerpen. Rubens’ architecturale ingrepen – het halfronde ‘Pantheon’, het atelier, de portiek en tuinaanleg – verleenden het huis de uitstraling van een Italiaans ‘palazzo’. Ook de Kolveniers waren in 1631 gestart met een nieuwbouw met zeven halfronde boogvensters tegen het bestaande gebouw. In 1635 werd dit Kolveniershof opgeleverd. De blauwe hardsteen van de bogenrij van het Kolveniershof is geleverd door dezelfde Henegouwse steenkapper die ook de blauwe hardsteen van de Rubensportiek geleverd heeft. In 1660, twintig jaar na de dood van Rubens, werd het huis verkocht.

Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw ondergaat het Rubenshuis verschillende verbouwingen en geraakt het enigszins in de vergetelheid, terwijl het Kolveniershof de grote ruimte kon verhuren voor evenementen, zoals banketten, toneelvoorstellingen, concerten, bals en kunstveilingen. Na verkoop onder de Franse bezetter raakte ook dit erfgoed vergeten, al bleven de grote zalen in gebruik voor recreatie en opslag.

 

Inrichting Rubensmuseum en Rubenianum

In de loop van de 19de eeuw groeit opnieuw het besef om de woning van Rubens als monument in te richten. Wanneer de stad Antwerpen het complex in 1937, een jaar na de bescherming als monument, kan verwerven, wordt – o.l.v. stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke – een grondige restauratie en reconversie doorgevoerd. In 1946 wordt deze reconstructie van de voormalige woning van Rubens geopend als museum. De portiek en het tuinpaviljoen zijn vandaag de meest authentieke restanten van het zeventiende-eeuwse complex zoals Rubens het kende.

 

Het Kolveniershof werd in diezelfde periode (1941) ‘herontdekt’ en als tijdsgenoot en buur onmiddellijk geapprecieerd als geschikte locatie voor het nog op te richten Rubenianum. In 1971 werd het een beschermd monument, in 1975 vond de eerste steenlegging plaats van de kantoornieuwbouw, ontworpen door arch. Jos Gabriëls (1920

– 1979, Brasschaat), maar het duurde tot 1981 voor het Kolveniershof met nieuwbouw de thuis werd van het Rubenianum.

Naar aanleiding van het Van Dyck-jaar in 1999 ontwerpt architect Stéphane Beel een functioneel paviljoen op de Wapper vóór de kunstenaarswoning. Dankzij deze nieuwe ruimte zijn ondersteunende museale functies zoals onthaal en museumshop uit het museum gehaald. Deze ingreep vermindert de druk op de ‘woning’ wat het parcours en de collectie ten goede komt.

 

Rubenstuin

De tuinruimte zoals vandaag afgebakend in het RUP Binnenstad als “zone voor groen” bevat enerzijds de tuin ten tijde van Rubens zijn leven in Antwerpen en anderzijds na de oorlog vergroot met de zogenoemde Ganzenweide. Deze groenzone is ontstaan na het slopen van het hoge appartementsgebouw tussen de eenheidsbebouwing Hopland nr. 1-

11 (hoek Wapper) en 13-23 (hoek Kolveniersstraat). Dit appartementsgebouw verving in

1911, op zijn beurt, de veel lagere 16de-eeuwse bebouwing en de uitgang naar Hopland. De tuinaanleg dateert volledig uit de restauratiefase, naar ontwerp van tuinarchitect Georges Wachtelaer uit 1942, en evoceert een wat in die tijd beschouwd werd als een

17de-eeuwse tuin. Bepaalde elementen werden mede geïnspireerd op details uit schilderijen van Rubens. De basisstructuur is bepaald door een hoofdas, aangevuld met drie andere assen. De hoofdas is gelegen tussen de inkompoort, de centrale doorgang van de portiek en het tuinpaviljoen. De eerste, bijkomende as is bepaald door de poort met gang naast het werkhuis, in het verlengde waarvan een loofgang geplaatst is en vormgegeven naar laat-16de-eeuwse model. De andere is geaxeerd op het later gecreëerde terrein tussen Rubens’ tuin en Hopland. De groenzone langs Hopland is aangelegd als een grasveld (ter vervanging van de eerder aangelegde, maar „mislukte‟ boomgaard) en in de Rubenstuin zelf is in de as met de loofgang een fontein geplaatst. Een derde bijkomende as is gecreëerd dwars op de hoofdas, door de plaatsing van een monumentale stenen zitbank midden tegen de noordwand van de tuin.

Deze gestructureerde aanleg van de centrale tuin, zorgt voor een rustpunt temidden van de in aard, volume, materialen, kleuren en architecturale kwaliteit sterk variërende omringende bebouwing.

 

 [image]

Toegangspoort met zicht op de centrale as vanuit Wapper

Foto: Tim Van de Velde

 

Bescherming van de site

Het Rubenshuis en -tuin op Wapper 9–13 en Hopland 13 werd beschermd als monument bij KB 06/02/1936 met objectnummer 4.01/11002/154.1 / OA000230. (Wapper 15 of de lichtstraat / vroegere inkom tussen Rubenshuis en Rubens Inn is niet beschermd.)

Het Kolveniershof in de Kolveniersstraat 16 werd om zijn historische en artistieke waarde beschermd als monument bij KB 08/09/1971 met objectnummer

4.01/11002/342.1 / OA001021.

 

 

Pand

Kadaster

Afd. 3, sectie C

 

Bouwjaar

 

Renovatie

Eigendom

stad Antwerpen sinds

 

Beschermingsbesluit

 

Objectnummer

Rubenshuis en –

tuin,

Wapper 9-13

 

Perceelnr. 1358 F

 

< 1610 - 1620

 

1940-46

 

1937

 

KB 06/02/1936

 

4.01/11002/154.1/ OA000230

Rubenshuis en –

tuin,

Wapper 9-13

 

Perceelnr. 1358 F

 

< 1610 - 1620

 

1940-46

 

1937

 

KB 06/02/1936

 

4.01/11002/154.1/OA000230

Rubenshuis en –

tuin, Hopland 13

 

Perceelnr. 1358 F

 

< 1610 - 1620

 

1940-46

 

1937

 

KB 06/02/1936

 

4.01/11002/154.1/OA000230

Kolveniershof, Kolveniersstraat

16

 

Perceelnr. 1370E

 

1635

 

1738

 

1948

 

KB 08/09/1971

 

4.01/11002/342.1/OA001021

Rubenianum, Kolveniersstraat

18-20

 

Perceelnr. 1370E

 

1975 - 1980

 

n.v.t.

 

1948

 

n.v.t.

 

n.v.t.