2.2 Inrichting

 

Gebouwen

 

Wat betreft type en inplanting is uitsluitend één vrijstaand gebouw toegestaan.

De ontsluiting dient te gebeuren via de Oogststraat.

De bruto vloeroppervlakte (bbvo) bedraagt in totaal maximum 13.350 m2 en voor wonen maximum 10.000 m²

Het aantal wooneenheden bedraagt maximum 100.

De bouwhoogte bedraagt maximum 4 bouwlagen. Bijkomend is maximaal één toren toegelaten in de zuidoostelijke hoek van de zone.

Voor de toren geldt 8 bouwlagen en 30 meter als maximale bouwhoogte. Bijkomend mag een technische verdieping gerealiseerd worden. Deze bijkomende technische verdieping mag niet voor een andere functie ingericht noch gebruikt worden. De vloeroppervlakte van de technische verdieping mag maximaal 1/3 bedragen van de vloeroppervlakte van de verdieping eronder en de gevels ervan moeten terugspringen met minstens de verdiepingshoogte ten aanzien van de gevels van de verdieping eronder.

De toren moet een bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit en verblijfskwaliteit en mag geen negatieve impact hebben op vlak van akoestiek, wind en licht. De toren mag geen negatieve effecten teweeg brengen op vlak van windhinder, windgevaar, schaduwwerking en geluidsoverlast.

De inplanting is vrij te bepalen in zoverre privacy van de aangelanden niet wordt geschonden. Ten aanzien van de overige zonegrenzen moet echter een minimale afstand van 8 meter gevrijwaard worden. Ten aanzien van de Oogststraat gelden evenwel geen afstandsbepalingen.

Alle gevels moeten als voorgevel opgevat te worden. Dit moet afleesbaar zijn minstens in het materiaalgebruik, de geleding en de gevelopeningen.

Technische elementen dienen geïntegreerd te worden in het bouwvolume in zoverre dit mogelijk is of gegroepeerd en afgeschermd geplaatst te worden zodanig dat ze aan het zicht onttrokken worden. Liftuitlopen mogen boven het bouwvolume uitkomen.

 

Niet-bebouwde ruimte

 

De niet bebouwde ruimte moet op een kwalitatieve manier aangelegd worden, hetzij als openbaar domein hetzij als private buitenruimte. Verharding in functie van straataanleg, paden, parking en terrassen is toegestaan maar voldoende groenvoorzieningen moeten het groene karakter waarborgen. In voortuinen is enkel functionele verharding voor het verlenen van toegang tot de gebouwen toegestaan.