2.1 Krijtlijnen

 

De ruimtelijke visie voor Hoekakker werd door BUUR in opdracht van de ontwikkelaars en in nauw overleg met de stad Antwerpen vastgelegd in een masterplan waarin een aantal krijtlijnen en concepten werden geformuleerd. Vanuit volgende vier krijtlijnen werd de visie voor Hoekakker vastgelegd:

  • Groen voor Ekeren-Donk

  • Ruimte geven aan water

  • Stedelijk weefsel afwerken

  • Connecties met de wijk

 

2.1.1 Groen voor Ekeren-Donk

Door het grootste deel van het projectgebied tot park te maken, wordt een antwoord gegeven op de vraag naar meer gebruiksgroen voor Ekeren. Op die manier wordt de site een groen hart voor Donk in functie van recreatie en ontmoeting. Het nieuwe park wordt als één geheel gezien met het groengebied Het Laar aan de overzijde van de Gerardus Stijnenlaan. Hoewel dit gebied vandaag niet publiek toegankelijk is, vormt het visueel wel een meerwaarde in de beleving van het nieuwe parkgebied.

Hoekakker is momenteel geen waardevol natuurgebied. De inrichting van het park biedt echter kansen om de ecologische waarde van de site te verhogen en zo de natuur tot bij de omwonenden te brengen. De beek wordt opgewaardeerd en de structuur wordt versterkt zodat de Oudelandse beek een volwaardige plaats krijgt in het park.

 

2.1.2 Ruimte voor water

In het nieuwe park liggen kansen om ook de wateropgave voor Hoekakker op een goede manier aan te pakken. Door het park grotendeels overstroombaar te maken, kan veel meer dan de noodzakelijke buffercapaciteit worden voorzien. Water wordt in Hoekakker als thema omarmd, en zal mee de identiteit van het park bepalen. Op die manier wordt het watersysteem een leesbaar onderdeel van het landschap.

De randen van het projectgebied zijn hoger gelegen dan het centrale groengebied en bijgevolg niet overstroombaar. Op deze ‘droge’ randen kan gebouwd worden.

Om de overstromingen vanuit de Oudelandse beek op te vangen, is een minimum buffer nodig van 11.700 m³. In plaats van deze waterbuffer compact op het terrein te positioneren met een eenduidige functie, wordt een waterbuffer van 40.000 m³ landschappelijk geïntegreerd in het parkgebied. De randen van het projectgebied sluiten aan de bestaande straatniveaus en zijn niet overstroombaar (4.2 TAW). Vanaf de randen van het park daalt het grondpeil geleidelijk tot aan het winterbed van de beek.

De waterhuishouding van het park zal variëren doorheen de tijd. Mensen zullen de beek zien aanzwellen bij hevige regens en terug zien krimpen als het droger wordt. Bij grote stormen kan de beek uit haar oevers treden. De neerslagreeksen (huidige en aannames klimaatadaptatie) toonden aan dat de buffer nooit helemaal gevuld zal zijn. Er blijft altijd een veilige marge behouden.

 

In de directe zone rond de beek wordt een nattere zone gecreëerd. Bijkomend kan op bepaalde plekken meer of minder worden afgegraven zodat ook verder van de beek poeltjes en drassige zones ontstaan, wat de ecologie van het gebied ten goede komt en in het parkontwerp interessante condities oplevert.

 

2.1.3 Stedelijk weefsel afwerken

In de droge randen worden bouwvelden afgebakend. In deze bouwvelden situeren zich de woningen en voorzieningen, alsook parkeerinfrastructuur voor de bewoners en de nodige wegenis. De overige ruimte van de bouwvelden wordt ingevuld met publieke ruimte en tuinen.

In de bouwvelden wordt ingezet op een mix van verschillende woningen en doelgroepen. Zo blijft flexibiliteit behouden voor de toekomst. Het project zal gefaseerd worden gebouwd. Algemeen worden twee types gebouwen voorzien in het project: eengezinswoningen die aansluiten bij de wijk en vrijstaande gebouwen (gestapelde woningen en voorzieningen) die afgestemd zijn op het park.

De cluster met voorzieningen wordt gesitueerd aan de Prinshoeveweg omwille van bereikbaarheid en zichtlocatie. Mogelijke voorzieningen zijn een buurtwinkel, een kinderdagverblijf, een dienstencentrum, kleine zelfstandige activiteiten en andere gemeenschapsfuncties. De bebouwde rand bepaalt mee de beleving in het park.

 

2.1.4 Connecties met de wijk

Het bestaande traag netwerk in de omgeving wordt versterkt binnen het projectgebied, dat tot nu toe amper toegankelijk was. Centraal door het park loopt een fietsverbinding van noord naar zuid. In een latere fase kan dit fietspad eventueel worden doorgetrokken langsheen de site van het rusthuis ten zuiden, aantakkend op de E. Waghemansbrug, om zo de verbinding te maken richting Merksem.

Verschillende oost-west paden binnen de wijk connecteren de buurt met het park en sluiten aan op de bestaande straten. De bijkomende paden in het projectgebied versterken de fiets- en wandelroutes naar de haltes van het openbaar vervoer.

De voorzieningen worden het dichtst bij ontsluiting met openbaar vervoer geplaatst, namelijk de bushalte aan Prinshoeveweg. Betreffende buslijn maakt de verbinding met het station en het centrum van Ekeren.

Het stratenpatroon sluit aan op de bestaande wegenis. Bijkomende doorsteekbewegingen voor gemotoriseerd verkeer worden vermeden én het autoverkeer wordt verspreid over de site zodat er minimaal overlast is op de buurt. Het verkeer wordt gebundeld op de lus Prinshoeveweg – De Oude Landen – Laar. Het masterplan zet in op bijkomende buurtondersteunende functies zodat korte verplaatsingen te voet of per fiets gebeuren i.p.v. met de auto. Bovenlokale voorzieningen zijn niet wenselijk om de verkeersattractie te beperken. De ontsluiting van de woonvelden gebeurt via autoluwe erfstraten. Deze sluiten niet rechtstreeks aan op het park.

De nieuwe bewoners parkeren in ondergrondse parkeergarages onder de bouwvelden. Deze parkings zijn in lengte beperkt om ondergrondse waterstromen niet te hinderen. De parkeergelegenheid voor bezoekers wordt verspreid over het terrein in kleinere parkeerpockets in de bouwvelden en aan het park en eventueel ondergronds voor bezoekers van de voorzieningen.

 

 

 

 [image]

Masterplan Hoekakker : overzichtsplan