INLEIDING

De Stedenbouwkundige verordening van de stad Antwerpen, kortweg bouwcode, is de stedelijke stedenbouwkundige verordening die wordt aangenomen om het bouwen binnen de stad Antwerpen te reglementeren.

Ze bevat voorschriften die van toepassing zijn op alle constructies op het grondgebied van Antwerpen. Voor het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning dienen de ingediende plannen aan deze voorschriften te voldoen. Het raadplegen van dit document is dus uitermate belangrijk voor iedereen met bouwplannen in Antwerpen.

De bouwcode heeft als doel basiskwaliteit van het bouwen te garanderen, zowel voor het gebouw, zijn bewoners en gebruikers, als voor de omgeving. Deze beoogde kwaliteit omvat duidelijke uitspraken over de leefbaarheid, duurzaamheid, beeldkwaliteit en veiligheid. Deze vier kernwaarden worden in de bouwcode vertaald in randvoorwaarden of voorschriften over de ruimtelijke en technische kwaliteit waaraan alle gebouwen of constructies moeten voldoen.

Leefbaarheid. De stad dient voor iedereen een aangename plek te zijn om te wonen, te verblijven, te werken en te bezoeken. Elke ruimte, of het nu gaat om een deel van een gebouw of om een stadswijk, dient daarom geschikt te zijn voor het bedoelde gebruik.

“Leefbaarheid garanderen” wil op het niveau van een wijk of stadsdeel zeggen dat de draagkracht van de omgeving niet overschreden wordt, of anders gesteld dat de leefkwaliteit van de omwonenden verbetert. De draagkracht geeft de mate weer waarin een bepaald gebruik van de ruimte door een bepaald gebied verdragen wordt, zonder dat het bestaande gebruik en de eigenheid van de ruimtelijke structuur in het gedrang komen. Ruimtelijke draagkracht heeft te maken met de tolerantie van de ruimte om bijkomend gebruik op te vangen. Op een iets kleiner schaalniveau betekent “leefbaarheid garanderen” er voor zorgen dat naburige gebouwen elkaars verblijfskwaliteit niet verminderen bijvoorbeeld door in elkaars “weg” te gaan staan en zicht of licht te ontnemen van de naburige bebouwing.

De leefbaarheid garanderen op het niveau van het gebouw zelf wil zeggen dat er een aantal basiskwaliteiten steeds gerealiseerd dient te worden zodat een ruimte gecreëerd wordt waarin een mens optimaal presteert. Iedereen heeft het recht om te wonen of te verblijven met voldoende comfort en hygiëne. Ruimtes dienen voldoende groot te zijn, en over voldoende licht, lucht en uitzicht te beschikken. Elke woning heeft nood aan een minimale buitenruimte. En elke woning dient vlot toegankelijk te blijven. Bovendien verwacht een gebruiker praktische ruimten die beantwoorden aan welomschreven functionele eisen, die correct geproportioneerd zijn en in goede relatie tot elkaar staan.

Duurzaamheid. Bouwen in de stad dient op een duurzame manier te gebeuren. Er wordt immers niet enkel gebouwd voor onszelf en enkel voor nu, maar voor een veel langere periode, voor andere gebruikers en in een omgeving waarmee rekening moet gehouden worden. Antwerpen wil een voorbeeldige milieustad zijn en bij de verschillende facetten van het bouwen rekening houden met ecologische criteria. Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu.

Een duurzaam gebouw is een gebouw dat een lange tijd kan meegaan. Dat kan door er in de structuur van het gebouw mee rekening te houden dat het gebouw aanpasbaar of herbruikbaar is. Gebouwen moeten vele generaties, leefstijlen en behoeften overleven. Ze moeten nuttig, geschikt en bruikbaar blijven. Deze flexibiliteit kan zich zowel uiten naar mogelijk hergebruik en uitbreidbaarheid naar de toekomst toe, als naar huidig multifunctioneel gebruik. Duurzaamheid kan men ook in een bouwproces brengen om te kiezen voor kwalitatieve materialen die een lange tijd kunnen meegaan. Een duurzaam gebouw is dus een gebouw dat verder durft te kijken dan de minimumeisen van de dag van vandaag maar ook al probeert keuzes te maken die ook voor de toekomst goed zullen zijn. Duurzaam bouwen wil zeggen zo min mogelijk een belasting vormen voor het milieu, nu en in de toekomst. Technieken en materialen die een positief effect hebben op het stedelijk klimaat zoals aangepaste materialen, hernieuwbare energiesystemen, wateropvang en infiltratiemogelijkheden,… worden daarom gestimuleerd. Tot slot heeft duurzaamheid ook te maken met de ecologische impact van de bouwwerken op de aanwezige biodiversiteit en op het ecologische netwerk waarvan de site deel uitmaakt. Idealiter zouden de aanwezige belangrijke natuurwaarden in situ (o.a. aanwezigheid van vogelbroedplaatsen, stedelijke ecologische verbindingszones, ….) zoveel als mogelijk behouden moeten blijven.

Beeldkwaliteit. Bouwen in de stad zal steeds iets toevoegen aan het stadsbeeld. Elke verbouwing of nieuwbouw, hoe beperkt ook, bepaalt mee hoe de stad er uit ziet. Antwerpen is en wil een aantrekkelijke stad zijn en streeft daarom naar een hoge beeldkwaliteit van de stedelijke omgeving. In een dynamische en tegelijk historisch waardevolle stad als Antwerpen is het immers belangrijk om aandacht te hebben voor het kwalitatief stadsbeeld.

Die aandacht voor de beeldkwaliteit is even belangrijk bij monumenten in de historische binnenstad als bij een woning in een gewone woonwijk. Ook daar moet het bouwen immers bijdragen tot een aantrekkelijk straatbeeld. Beeldkwaliteit wordt bepaald door de verschijningsvorm van een gebouw, een object, een omgeving of het samenspel daarvan. Het beeldbepalend karakter van een gebouw ligt in belangrijke mate in de visuele relatie van het gebouw met zijn omgeving. De stad hecht veel belang aan de harmonie van een gebouw met de omgeving. Daarom is het aangewezen om het gebouw in een ruimer gebied te zien. Daarnaast worden het uitzicht van een gebouw en de samenhang met de omgeving ook bepaald door de vormelijke kwaliteiten van de bebouwing zelf (volumes, schaal, materialen, gevelopbouw, kleur, …) en door allerhande toevoegingen aan het gebouw.

Veiligheid. Bouwen in de stad dient een veilig gebruik van de ruimte te garanderen voor zowel bewoners, gebruikers als bezoekers. Bouwwerken mogen dus zeker geen onveilige situaties veroorzaken en de gebruikers niet in gevaar brengen.

Veiligheid begint met de bescherming van de bewoner of gebruiker. Het gebouw dient daarom te allen tijde veilig opgetrokken te worden volgens alle geldende normen met betrekking tot brandveiligheid, gezondheid en stabiliteit, zodat een normaal gebruik van het gebouw steeds zonder gevaar is. Plekken waar overzicht en controle verdwijnen geven snel een gevoel van sociale onveiligheid of lokken gedrag uit zoals sluikstorten of vandalisme, dat niet bijdraagt tot een veilige en aangename omgeving. Een levendig straatbeeld, waarbij voldoende functies in de gebouwen in relatie staan met het leven op straat, vormt hier een belangrijk onderdeel van.

De bouwcode is opgebouwd op basis van deze vier kernwaarden.