DEEL 1 ALGEMEEN | |
Artikel 1 Toepassingsgebied De bouwcode is van toepassing op het ganse grondgebied van de stad Antwerpen, uitgezonderd het havengebied aangeduid op het volgende kaartbeeld en bepaald op basis van de afbakening volgens GRUP Afbakening Zeehavengebied (RUP_02000_212_00202_00001).
Aanduiding van het havengebied (rode arcering) waarvoor de bouwcode niet van toepassing is. Artikel 2 Algemeen kader
De vereisten van het Koninklijk besluit dd. 7 juli 1994 (en latere wijzigingen) tot vaststelling van de basisnormen voor preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, zijn van toepassing (behoudens uitzonderingen via de afwijkingscommissie). Voor middelhoge gebouwen (hoogste bouwlaag gelegen tussen 10 en 25 meter ten opzichte van de laagste opstelzone voor de brandweer dient bijvoorbeeld. voor elke wooneenheid aan de achtergevel een tweede vluchtweg voorzien te worden onder de vorm van een vaste brandladder. Voor grootschalige projecten wint men dus best ook eerst het advies van de brandweer in.
Artikel 3 Afwijkingsmogelijkheid
Dit artikel vervangt in feite het artikel 95 “Gelijkwaardigheidsprincipe” uit de vorige bouwcode. Het biedt de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning de mogelijkheid om een afwijking te vragen op deel 2 en deel 3 van de voorschriften van deze bouwcode.
Artikel 4 Definities 1 Aaneengesloten bebouwing of rijbebouwing: Bebouwingswijze waarbij het hoofdgebouw minstens twee gemene muren of wachtgevels of een combinatie van beide heeft. 2 Autostalplaats en autoparkeerplaats:
3 Baanwinkelgebied: Percelen gelegen te Boomsesteenweg met huisnummers 465-957 en 546-1000 en te Bredabaan met huisnummers 809-967 en 896-1026. 4 Bebouwde grondoppervlakte: Bruto-vloeroppervlakte van het vloerniveau ter hoogte van het maaiveld (voetafdruk) op een perceel of terrein, exclusief de overdekte, niet-afgesloten terrassen. 5 Beplanting: Gewas waarmee de grond is beplant, bestaande uit stengel en bladeren, zoals struiken, kruidachtigen en bomen. 6 Beschoeien: Het aanbrengen van een oever- of bodemversteviging in de baangracht om afkalving, uitspoeling en instorting tegen te gaan. 7 Bouwblok: Een overwegend bebouwde ruimte die bestaat als een verzameling van aan elkaar grenzende percelen, omringd door straten en/of natuurlijke grenzen. 8 Bouwdiepte: Afstand vanaf de bouwlijn waar over de gehele diepte is of mag worden gebouwd, inclusief afdaken en uitbouwen, exclusief gelijkvloerse terrassen. 9 Bouwhoogte: Hoogte gemeten vanaf het straatniveau tot aan het hoogste punt van het gebouw, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals technische ruimten, schoorstenen, antennes, liftkokers … De bouwhoogte kan verschillen van de kroonlijsthoogte. 10 Bouwlaag: Horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van het gelijkvloers, bewoonbare kelders of bewoonbare lagen onder het dak. Niet-bewoonbare kelders, niet-bewoonbare zolders, niet-overdekte dakterrassen of dakspeelplaatsen worden niet meegerekend als bouwlaag, indien deze zich over de volledige bouwlaag bevinden. 11 Bouwlijn: Lijn waarachter een van de gevels van een gebouw geplaatst is of geplaatst kan worden; de grens van de bouwperimeter. 12 Bouwvolume: Het bruto-bouwvolume van een constructie en haar fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld; 13 Buitenruimte: Toegankelijke ruimte in open lucht. Zowel de onbebouwde ruimte van het perceel op het gelijkvloers als de terrassen op de verdiepingen. 14 CHE - gebied: Cultureel, historisch en/of esthetisch waardevol gebied zoals aangeduid in het gewestplannen, bijzondere plannen van aanleg en in ruimtelijke uitvoeringsplannen. 15 Centrumgebied: Percelen grenzend aan de straten die behoren tot:
Een inventaris van de straten die tot de verschillende districtskernen behoren zijn opgelijst in bijlage van deze bouwcode. 16 Centrumschil: Het Antwerpse grondgebied dat niet behoort tot “centrumgebied” en “overig gebied”. Een kaart met aanduiding van dit gebied is in bijlage van deze bouwcode te raadplegen. 17 Constructie: Gebouw, bouwwerk, vaste inrichting, verharding, publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds. 18 Dakoppervlakte: Verticale projectie op een horizontaal vlak van de buitenafmetingen van het dak. 19 Dakvlak: Buitenzijde van het dak, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten. 20 Dakkapel: Uitspringend raam of deurgeheel met dak dat het dakvlak onderbreekt. 21 Dakterras: Toegankelijke buitenruimte op het dak van een gebouw (of een deel ervan) dat is aangelegd als een terras. 22 Duurzaam materiaal: Bouwfysisch verantwoord en bestendig materiaal. Het gebruik en de productie van het materiaal voldoen bovendien in voorkeursvolgorde aan volgende principes:
23 Fietsstalplaats en fietsparkeerplaats:
24 Functiewijziging: Het wijzigen van de hoofdfunctie van een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is. Volgende functies worden als hoofdfunctie beschouwd:
25 Garage: Bergplaats voor de auto die regen- en winddicht is. 26 Gassen:
27 Gebouw: Elke constructie, die een voor mensen toegankelijke ruimte vormt, omsloten door buiten- en/of scheimuren, een fundering en een dak.
28 Gelijkvloers: Onderste bouwlaag van een gebouw, gelegen boven de pas van het maaiveld. 29 Gescheiden riolering: Dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor het infiltreren, het bufferen en afvoeren van hemelwater. 30 Gevel: Buitenmuur van een gebouw met uitzondering van de scheimuur De voorgevel is de gevel van een gebouw grenzend aan één of meerdere straatzijden. 31 Gevelbreedte: Breedte van de voorgevel gemeten in een rechte lijn tussen de twee punten gevormd door de voorgevel en de zijgevel(s)/scheimu(u)r(en). De gevelbreedte van een hoekgebouw wordt per straat afzonderlijk gemeten. 32 Gevelvlak: Buitenzijde van de gevel, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten. 33 Gezin: Een gezin bestaat uit één persoon of uit meerdere personen die op duurzame wijze in dezelfde woning samenleven. 34 Groene ruimte: Onverhard, waterdoorlatend, onbebouwd en begroeid oppervlakte. 35 Groendak: Een dak bedekt met vegetatie en een aantal onderliggende lagen die nodig zijn voor de ontwikkeling van deze vegetatie en de opslag van regenwater.
36 Grootschalig project: Met grootschalige projecten wordt bedoeld:
37 Herbouw: Een constructie volledig afbreken, of méér dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken en/of het verwijderen van de vloerplaten, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen. 38 Hoogstammige boom: Boom die op 1m hoogte een stamomtrek heeft van minstens 100cm. Hoogstammige fruitbomen worden gelijkgesteld met hoogstammige bomen. 39 Horecaterras:
40 Individuele voorbehandelingsinstallatie: Een individuele voorbehandelingsinstallatie (IBA) is een lekvrije installatie die huishoudelijk zwart en grijs afvalwater zuivert tot de vooropgestelde normen. Het zuiveringsproces van een IBA gebeurt meestal in drie stappen, namelijk de voorbehandeling, de biologische zuivering en de nabehandeling. 41 Insprong: Terugspringend bouwdeel ten opzichte van het gevelvlak of dakvlak.
42 Kernwinkelgebied: Percelen gelegen aan één van de volgende straten:1 Aalmoezeniersstraat (nrs. 1-13 en 2-6), Abdijstraat, Amerikalei (nrs 79-95), Anselmostraat (nrs. 1-45 en 2-68), Appelmansstraat, Armeduivelstraat, Beatrijslaan (nrs. 1-27 en 2-42), Belegstraat (nrs. 35-47 en 42-46), Belgiëlei (nrs. 2-18), Berendrechtstraat (nrs. 35-63), Bist, Blancefloerlaan (nrs. 1-81 en 2-48), Borrewaterstraat (nrs. 1-39 en 2-36), Bredabaan (nrs. 267-739 en 252-778), Brederodestraat, Bresstraat, Carnotstraat, Cogelsplein, Dambruggestraat (nrs. 1-37 en 181-189 en 2-34 en 222-232), De Burburestraat (nrs. 1-11 en 2-6), De Keyserlei, Diepestraat (nrs. 1-161 en 2-170), Dorpstraat te Ekeren, Driehoekstraat (nrs. 1 en 2-42), Driekoningenstraat, Drink, Eiermarkt, Everdijstraat (nrs. 23-35), Frank Craeybeckxlaan, Frankrijklei (nrs. 17-61 en 44-96), Frans Van Hombeeckstraat (nrs. 2-8), Frederik Van Eedenplein, Fruithoflaan (nrs. 1-91 en 2-80), Gallifortlei (nrs. 1-149 en 2-124), Geefstraat, Gemeentestraat, Gentplaats, Geuzenstraat, Gijzelaarsstraat (nrs. 1-3 en 2-12), Gillisplaats, Gitschotellei (nrs. 71-261 en 80-278), Graaf Van Egmontstraat (nrs. 1-19 en 2-12), Groendalstraat, Grotesteenweg (nrs. 1-157 en 42-188), Haarstraat (nrs. 21-23 en 16-24), Handelstraat , Heistraat (nrs. 1-130 en 2-96), Herentalsebaan (nrs. 125-425 en 96-478), Hessenbrug, Hogeweg (nrs. 4-32), Hoogstraat, Hopland , Hoveniersstraat, Huidevettersstraat, Ijzerenwaag, Italiëlei (nrs. 32-42), Jan Van Gentstraat (nrs. 1-31), Jezusstraat, Jules Moretuslei (nrs. 133-319 en 322-462), Kammenstraat, Kapelstraat (1-105 en 2-88), Kasteelpleinstraat, Kelderstraat, Kerkstraat (nrs. 1-91 en 2-94), Kern, Kioskplaats, Kipdorpbrug, Kipdorpvest (nrs. 27-45 en 30-44), Kleine Markt, Kleinesteenweg (nrs. 1-9 en 2-10), Kloosterstraat-Antwerpen, Kloosterstraat-Ekeren (nrs. 1-99 en 2-90), Komedieplaats , Koningin Astridplein, Korte Gasthuisstraat, Korte Koepoortstraat, Korte Nieuwstraat (nrs. 1-11 en 2-28), Korte Zavelstraat, Kristus-Koningplein, Kronenburgstraat (nrs. 35-41 en 52), Lange Beeldekensstraat (nrs. 103-171 en 106-158), Lange Dijkstraat (nrs 1-27 en 2-28), Lange Gasthuisstraat (nrs. 1-13 en 2-14), Lange Herentalsestraat (nrs. 1-25 en 2-20B en 52-70), Lange Kievitstraat (47-91 en 32-68), Lange Klarenstraat (nrs. 14-20 en 19-31), Lange Koepoortstraat, Lange Nieuwstraat (nrs. 1-13 en 2-16), Lelieplaats, Leopoldplaats, Leopoldstraat, Leysstraat, Lode Zielenslaan (nrs. 1 en 2-10), Lombardenstraat (nrs. 4-18), Lombardenvest, Luikstraat, Maria-Theresialei (nrs. 1-23), Markt, Marnixplaats, Mastplein , Mechelseplein, Mechelsesteenweg (nrs. 1-113 en 2-140), Meir, Meirbrug, Melkmarkt, Mercatorstraat (nrs. 2-34), Minderbroedersrui, Museumstraat (nrs. 1-11 en 2-40), Nationalestraat, Oever (nrs. 23-29 en 16-28), Offerandestraat, Oudaan, Oudebarreellei (nrs. 33-119 en 2-122), Paardenmarkt, Paleisstraat (nrs. 3-15 en 2-16), Pelikaanstraat, Plantin en Moretuslei (nrs. 47-91 en 54-64), Pourbusstraat (nrs. 1-23 en 2-8), Prekersstraat (nrs. 65-75 en 34-46), Quellinstraat, Reyndersstraat (nrs. 1-11 en 2-16), Riemstraat, Rijfstraat, Scheldestraat (nrs. 1-35 en 2-40 en 68-100), Schoenmarkt (nrs. 1-35 en 2-24), Schrijnwerkersstraat, Schupstraat, Schuttershofstraat, Simonsstraat, Sint-Bernardsesteenweg (115-187 en 199-303 en 218-356 en 450-474), Sint-Elisabethstraat (nrs. 73-83 en 42-58), Sint-Franciscusplein, Sint-Gummarusstraat,, Sint-Jacobsmarkt (nrs. 57-97 en 66-104), Sint-Jansplein, Sint-Jorispoort, Sint-Katelijnevest, Sint-Pieterstraat, Sint-Rochusstraat (nrs. 1-9 en 2-10), Statielei (nrs. 1-19 en 2-8), Statiestraat te Berchem, Steenhouwersvest, Steenstraat (25-31 en 22-24), Te Couwelaarlei (nrs. 97-103 en 128-134), Teniersplaats, Ter Heydelaan (nrs. 25-67), Terninckstraat (nrs. 1-21 en 2-4), Theodoor Van Rijswijckplaats, Turnhoutsebaan te Deurne (nrs. 1-125 en 2-124), Turnhoutsebaan te Borgerhout (1-413 en 2-410), Twaalfmaandenstraat (nrs. 1-23), Van Amstelstraat (nrs. 2-28), Van Arteveldestraat (nrs. 1-3 en 2-6), Van De Wervestraat (nrs. 93-99 en 74-92), Van Maerlantstraat (nrs. 1-9 en 2-6), Van Stralenstraat (nrs. 2-16), Van Wesenbekestraat, Varkensmarkt, Veltwijcklaan (nrs. 1-3 en 2-12), Verlatstraat (nrs. 1-3 en 2-10), Vestingstraat, Victor Roossensplein, Vlaamsekaai , Vleminckveld (nrs. 2-18), Volkstraat, Vondelstraat, Waalsekaai, Wapper, Waterhoenlaan (nrs. 1-17 en 2-20), Weggestraat, Wiegstraat, Wijngaardbrug, Wittestraat (nrs. 71-105 en 82-104), Wolstraat. De selectie van deze straten is overgenomen uit de beleidsnota detailhandel 2013, zoals goedgekeurd op de collegezitting van 30 augustus 2013 (jaarnummer 08658). 43 Kelder: Ruimte die volledig of gedeeltelijk onder het maaiveld ligt tussen de fundering en het gelijkvloers. Bewoonbare kelder: kelder waarvan het vloerniveau maximum 1,50 meter onder het maaiveld ligt met een minimum plafondhoogte van 2,20 meter. Niet-bewoonbare kelder: kelder die niet voldoet aan de definitie van bewoonbare kelder. 44 Kroonlijsthoogte: Hoogte van een gebouw die gemeten wordt van het maaiveld tot de bovenkant van de deksteen of kroonlijst. 45 Landschapsatlas De inventaris van de relicten van de traditionele landschappen waarin de landschapskenmerken weergegeven worden als ze een erfgoedwaarde hebben. 46 Maaiveld: Bovenvlak van huidig of toekomstig bouwterrein 47 Onderhouds- en instandhoudingswerken: Werken die het ongewijzigd gebruik van het gebouw voor de toekomst veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen. 48 Openbaar domein: Elk goed dat aan een openbare rechtspersoon toebehoort en (hetzij omwille van zijn aard, d.i. het natuurlijk openbaar domein, hetzij wegens een bijzondere aanpassing, hetzij wegens het historisch of wetenschappelijk belang ervan) nodig is voor een openbare dienst of voor de tegemoetkoming aan een openbare noodwendigheid en dat in die functie door geen enkel ander kan vervangen worden. 49 Openbare ruimte: De wegen of pleinen die openstaan voor weggebruikers zoals voetgangers, fietsers, voertuigen of ander verkeer. 50 Overig gebied: Het gebied dat niet tot het centrumgebied en de centrumschil behoort. Dit valt samen met postcodes 2040 en 2180. 51 Perceel: Stuk grond, al dan niet bebouwd, waaraan een kadastraal nummer is toegekend. 52 Perceelsgrens: De kadastraal vastgelegde grens tussen twee of meerdere percelen. 53 Publiciteitsinrichting: Ieder visueel middel hoofdzakelijk gebruikt voor publicitaire doeleinden, zichtbaar vanaf het openbaar domein en aangebracht op de buitenzijde van een gebouw of constructie of op een verplaatsbare inrichting of rollend materiaal. Overheidsinformatie, aankondigingen van socio-culturele en educatieve aard en publiciteit bij straatmeubilair vallen niet onder deze definitie.
54 Rooilijn: Huidige of ontworpen scheidslijn tussen de openbare ruimte en de aangelande eigendommen. Zij heeft tot taak de openbare ruimte op een bepaalde breedte te handhaven of te brengen. 55 Scheidingsmuur: Muur die twee eigendommen van elkaar scheidt. Scheidingsmuren kunnen ontkoppeld of enkelvoudig zijn.
56 Septische put: Septische putten zorgen voor de voorbehandeling van normaal huishoudelijk afvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen. De septische put is vervaardigd uit beton of kunststof en heeft ten minste twee compartimenten. De verschillende afdelingen van de septische put moeten met elkaar in verbinding gesteld worden d.m.v. in de scheidingsmuren aangebrachte openingen die groot genoeg zijn om beroering in de middenzone ter vermijden. 57 Sorteerstraatje: Systeem van containers dicht bij de woning waar de bewoner zelf zijn huishoudelijk afval selectief naar toe brengt. Het systeem wordt volgens de technische en stedenbouwkundige richtlijnen van de stad geplaatst op publiek toegankelijk terrein. Het systeem wordt gebruikt onder toezicht en volgens de reglementering van de stad. De bedieningszone van een sorteerstraatje bedraagt 150 meter in loopafstand, gemeten vanaf de voordeur tot de dichtstbijzijnde container. 58 Stationsomgeving: Een inventaris van de straten die tot de stationsomgeving behoren, zijn opgelijst in bijlage van deze bouwcode. 59 Straatbeeld: De verschijningsvorm van het geheel van de gebouwde omgeving die de begrenzing en zicht vormt van een publieke open ruimte. 60 Straatwand: De samenvoeging van alle voorgevels tussen twee straathoeken. 61 Technische installaties: Installaties of zelfstandige onderdelen ervan die geen verblijfsfunctie hebben, zuiver utilitair zijn en bijdragen tot de technische werking van het gebouw, zoals HVAC (heating, ventilation, air-conditioning), liften,… 62 Technische ruimte: Ruimte die enkel voor technische installaties wordt gebruikt. 63 Technische zone: Zone voor technische installaties en/of technische ruimten. 64 Terras: Toegankelijke verharde ruimte in openlucht, op of buiten een gebouw, aangelegd als verblijfs- of wandelplaats. 65 Toegelaten bouwvolume: Theoretisch volume waarbinnen een gebouw, of constructie zich moet bevinden. 66 Tuin: Niet-openbare ruimte in de openlucht die zich situeert op de begane grond. De tuin kan gelegen zijn aan de voor-, zij- en/of achterkant van het gebouw. 67 Tuinhuis: Constructie in een tuin, met als enige functie om iets in op te bergen. 68 Totem: Publiciteitsdrager bestaande uit een paal waaraan publiciteitsborden bevestigd zijn/worden. 69 Uitbreiden: Vergroten van een bestaande constructie, het anders bouwen ervan zonder dat het volledig wordt afgebroken of heropgericht. Het gebeurt buiten het bestaande bouwvolume en met volumevermeerdering. 70 Uitsprong: Vooruitstekend bouwdeel ten opzichte van het gevelvlak of dakvlak. 71 Verblijfsruimte: Ruimte voor het langdurig verblijven van mensen. Hieronder vallen, zonder limitatief te zijn: leefruimten, keukens, slaapkamers, kamers, kantoor/bureelruimten, onderwijslokalen. Enkele voorbeelden van ruimten die hier niet onder vallen: badkamers, toiletten, handelszaken, restaurants, cafés, ruimten voor industrie en ambacht, bergplaatsen. 72 Verbouwing: Het doorvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste zestig procent behouden blijven. 73 Verharding: Kunstmatig aangelegde grondbedekking (al dan niet door het uitvoeren van constructieve werken) om het weerstandsvermogen van de bodem te vergroten en die mogelijks de waterdoorlaatbaarheid ervan beperkt. 74 Vloeroppervlakte:
Niet tot de netto-vloeroppervlakte behoren:
75 Voetpad: Gedeelte van de openbare ruimte bestemd voor voetgangers, dat duidelijk is afgebakend van de gedeelten bestemd voor het overige verkeer.
76 Vrije hoogte: Netto hoogteverschil tussen de bovenzijde van de afgewerkte vloerpas en de onderkant van het afgewerkt plafond of een dragende balkenstructuur. 77 Wachtgevel: Gedeelte van de scheidingsmuur waartegen het gebouw op het aangrenzende perceel aangebouwd kan worden. 78 Water:
79 Woning:
80 Zolder: Ruimte die onder meer gevormd wordt door schuine dakvlakken.
81 Zoneringsplan voor de behandeling van afvalwater: Plan opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij dat de ligging van de vier zuiveringszones inzake de zuivering van afvalwater weergeeft. Per zone zijn bepaalde maatregelen opgelegd met betrekking tot waterafvoer. De zones zijn te raadplegen via het geoloket van de VMM. De vier zones zijn:
|