Artikel 20 Afsluitingen op onbebouwde percelen

  1. Elk onbebouwd perceel binnen een aaneengesloten straatwand dient op de bouwlijn door een levende afsluiting te worden afgesloten. Indien dit niet mogelijk is kan dit gebeuren met een muur of een schutting. Deze verplichting vervalt indien het onbebouwd perceel een publiektoegankelijke groene invulling krijgt en als dusdanig ingericht en onderhouden blijft.

Zeker in het geval van een onbebouwde, braakliggende kavel dient het perceel goed afgesloten te worden. Aangezien op onbebouwde percelen geen bewoning of gebruik aanwezig is, ontbreekt elke controle op onbedoeld gebruik van het perceel. Daarom wordt verplicht om deze percelen te voorzien van een goede afsluiting die de reinheid van het perceel en de aanpalende openbare ruimte waarborgt. Daarnaast zorgt deze afsluiting voor een grotere veiligheid van de gebruikers van de aanpalende percelen doordat de tuinzone van het bouwblok niet meer direct toegankelijk is.

Deze argumenten zijn niet van toepassing indien het perceel, in afwachting tot het bebouwd wordt een publiek toegankelijke groene invulling krijgt zoals stadslandbouw, een speelpleintje, moestuintjes,… Een kwalitatieve invulling ervan kan een grote meerwaarde betekenen voor de buurt. De bouwcode wilt dit dan ook mogelijk maken door de verplichting tot afsluiting in deze gevallen te laten vallen.

  1. De afsluiting dient aan de volgende eisen te voldoen:

    1. de afsluiting is minimaal 2,60 meter hoog;

    2. de afsluiting is ondoorzichtig;

    3. de afsluiting is voorzien van één toegangsdeur met een maximale breedte van 1,20 meter die afsluitbaar moet zijn met een slot.