Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen

  1. Elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.

Het is algemeen verplicht om bij een nieuwbouw of een grondige verbouwing het regenwater en afvalwater op het eigen terrein te scheiden. Bij de (her)aanleg van de riolering op de openbare weg, streeft de stad Antwerpen en haar rioolbeheerder de scheiding van regen- en afvalwater ook na. Indien er een gescheiden rioleringsstelsel wordt aangelegd in de straat moet het afvalwater en hemelwater van alle gebouwen gescheiden worden afgevoerd op het ogenblik dat de rioleringswerken in de straat zijn uitgevoerd. Uitzonderingen op deze verplichting zijn de bestaande gebouwen van het gesloten type, indien er werken in of onder de woning nodig zijn om het regenwater naar de straat te leiden.

  1. De afvoerleidingen van de privé-riolering dienen met een dusdanige helling aangelegd te worden dat ze zelfreinigend zijn. 

Als richtwaarden gelden hierbij :

  • voor zwart afvalwater: min. 2%

  • voor grijs afvalwater: min. 1%

  • voor regenwater: max. 2%

  1. Afvoerroosters van niet-vervuilende verharde oppervlakten worden aangesloten op een private infiltratie- of buffervoorziening. Indien dit niet kan wordt deze aangesloten op de regenwaterafvoer (RWA).