Artikel 43 Septische putten

  1. Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. De verplichting tot het voorzien van een septische put vervalt voor volgende gebouwen:

    1. gebouwen gelegen in de zone “individueel te optimaliseren buitengebied”

    2. gebouwen die geen toilet bevatten

De lage stroomsnelheid van het afvalwater is kenmerkend voor het rioolstelsel in Antwerpen. Hierdoor komt de vaste slibfractie snel tot bezinking in de rioolbuis. Tevens heeft het ontkoppelen en aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel tot gevolg dat het spoelend effect van het hemelwater in de afvalwaterriolen afneemt. In nieuwe woonwijken zijn de diameters van de DWA-riolen ook kleiner dan in een gemengd stelsel. Dit kan leiden tot het geleidelijk dichtslibben van de rioolbuizen en een toename van de kans op wateroverlast en geurhinder. Het slib kan aanleiding geven tot een biogene zwavelzuuraantasting van de buizen. Om de bovengenoemde gevolgen op de effectieve werking en levensduur van het riool tegen te gaan is het aangewezen om het private afvalwater een voorbehandeling te doen ondergaan voordat het geloosd wordt in het openbare riool. Dat gebeurt met een septische put. Een septische put geeft een minimale biologische behandeling aan het afvalwater en maakt afvalwater vloeibaar. Na deze voorbehandeling, zal het effluent verdere zuiveringsstappen moet ondergaan. Een septische put is geen individuele afvalwaterbehandeling (IBA).

  1. Voor de dimensionering van septische putten gelden per gebouwcategorie volgende gebruikersequivalenten:

 

Functie

Gebruiksequivalent (GE)

Wonen

1 GE / slaapkamer + 1 extra GE

Kantoren

1 GE / 20m² BVO*

Handel of diensten

1 GE / 150m² BVO*

Bedrijvigheid, industrie of ambacht

1 GE / 150m² BVO*

Reca

1 GE / 30m² BVO*

Logies

2 GE / slaapkamer

Gemeenschapsfuncties

2GE / toilet

(*BVO = bruto-vloeroppervlakte)

 

Bij elk gebouw met een sanitaire voorziening gelegen in centraal gebied, collectief geoptimaliseerd buitengebied of collectief te optimaliseren buitengebied dient het zwarte afvalwater eerst aangesloten te zijn op een septische put. Bovendien wordt voor gebouwen gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied ook het grijze afvalwater aangesloten op de septische put, als voorlopige maatregel totdat de openbare riolering is aangelegd. De dimensies van de septische put zijn in die zone dan ook groter.

  1. Voor gebouwen in het centraal gebied en het collectief geoptimaliseerd buitengebied moet de septische put voldoen aan volgende specifieke eigenschappen:

    1. Alleen het zwart water moet naar de septische put afgevoerd worden ter voorbehandeling.

    2. De afvoer van grijs water en de overloop van de septische put worden afwaarts van de septische put, op het perceel, aan elkaar gekoppeld op de DWA-leiding.

    3. Voor gebouwen met enkel een woonfunctie bedraagt de minimale inhoud :

      1. tot en met 5 gebruikersequivalenten: 2000 liter

      2. vanaf het 6de gebruikersequivalent: bijkomend 300 liter per gebruikersequivalent

      3. vanaf het 11de gebruikersequivalent: bijkomend 225 liter aanvullend volume per gebruikersequivalent.

    4. Voor gebouwen met een andere functie bedraagt de minimale inhoud:

      1. tot en met 3.000 liter voor de eerste 5 gebruikersequivalenten, met een minimum van 2.000 liter;

      2. Vanaf het 6de gebruikersequivalent: bijkomend 600 liter per gebruikersequivalent;

      3. Vanaf het 11de gebruikersequivalent: bijkomend 450 liter per gebruikersequivalent.

  2. Voor gebouwen in het collectief te optimaliseren buitengebied moet de septische put voldoen aan volgende specifieke eigenschappen:

    1. Zowel het zwart water als het grijs water moeten naar de septische put afgevoerd worden ter voorbehandeling.

    2. Hemelwater mag niet worden afgevoerd via de septische put.

    3. Op het moment dat de openbare straatriolering is aangelegd, wordt het grijze afvalwater niet langer op de septisch put aangesloten, maar rechtstreeks op de uitgaande DWA-leiding.

    4. De minimale inhoud van de septische put bedraagt:

      1. tot en met 5 gebruiksequivalenten: 3000 liter

      2. vanaf het 6de gebruiksequivalent: bijkomend 600 liter per gebruiksequivalent

      3. vanaf het 11de gebruiksequivalent: bijkomend 450 liter per gebruiksequivalent.