Hoofdstuk 4 Zuivering van afvalwater - openbaar en privaat

De stad Antwerpen wil de vervuiling van het grond- en oppervlaktewater zo veel mogelijk voorkomen. De stad investeert daarom in de ruimtelijke zones “centraal gebied”, “collectief geoptimaliseerd buitengebied” en “collectief te optimaliseren buitengebied” in een openbaar rioleringsstelsel voor het transport van het afvalwater naar een gewestelijke waterzuiveringsstation (rwzi). Bij de (her)aanleg van de riolering in de openbare straat, streeft de stad Antwerpen en haar rioolbeheerder de scheiding van regen- en afvalwater na. Ook tracht de stad het hemelwater op het openbaar domein zoveel als mogelijk lokaal te bufferen. Het nuttig gebruiken en infiltreren van hemelwater op het private domein is één van de sleutelfactoren tot een duurzaam waterbeheer. Voor particulieren en bedrijven is dat een belangrijke taak en uitdaging. De gemeentelijke rioolbeheerder is verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud van de openbare riolering en bijgevolg ook voor het toelaten en realiseren van gebruikersaansluitingen. De Bouwcode formuleert de technische vereisten voor de wijze waarop de lozing van het huishoudelijke afvalwater en het hemelwater in het openbare rioleringsstelsel gerealiseerd dient te worden voor een efficiënte verwerking van het afval- en hemelwater.

 

Artikel 45 Openbare riolering in collectief gebied

  1. Openbare rioleringen voor de collectieve inzameling worden aangelegd door de stad Antwerpen of door de aangestelde gemeentelijke rioolbeheerder.

  2. De collectieve zuivering van afvalwater gebeurt door het Vlaamse Gewest of de door haar aangestelde maatschappij.

  3. Het zoneringsplan bepaalt welke gebouwen onmiddellijk of toekomstig aangesloten moeten worden op de openbare riolering en welke gebouwen aangesloten dienen te worden op een individuele waterzuiveringsinstallatie (IBA).

  4. De aansluitingen van de privé-riolen op de openbare riolering worden enkel gerealiseerd door de aangestelde gemeentelijke rioolbeheerder.

  5. Onderhoud en plaatselijke herstellingen van het gedeelte van de aansluiting gelegen op de openbare ruimte kunnen aangevraagd worden door de eigenaar, de gebruiker van de aansluiting of de gemeentelijke rioolbeheerder kan zelf het initiatief nemen na vaststelling tot noodzaak. De kosten van het onderhoud en de plaatselijke herstellingen zijn voor rekening van de gemeentelijke rioolbeheerder. De kosten van het onderhoud en de plaatselijke herstellingen op het private domein zijn voor rekening van de huiseigenaar.

  6. De belanghebbende eigenaars dienen onmiddellijk na de uitvoering van de rioleringswerken te zorgen voor het reglementair afvoeren van hemelwater en huishoudelijk afvalwater.

Artikel 46 Private zuivering en lozing door gebouwen gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied

Het is verplicht om bij nieuwbouw en bij verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden, het grijze en zwarte afvalwater te zuiveren middels een goedgekeurde individuele behandelingsinstallatie afvalwater (IBA). De verplichting om een IBA te voorzien vervalt indien:

    1. Het gebouw geen toilet bevat

    2. Het gebouw slechts sporadisch afvalwater produceert. In dat geval moet de IBA vervangen worden door een gesloten opvangsysteem zonder overloop naar oppervlaktewater of grondwater, met een periodieke ophaling van het afvalwater.

Bepaalde inwoners wonen te afgelegen om de aanleg van een openbare riolering economisch en ecologisch rendabel te maken. Gebouwen met een toilet in deze zone dienen aangesloten te worden op een individuele behandelingsinstallatie (IBA). Het gezuiverde afvalwater stroomt dan af naar een infiltratievoorziening of oppervlaktewater. Voor het rechtstreeks lozen in de ondergrond gelden specifieke technische regels. Een correcte dimensionering van de IBA volgens de verwachte vuilvracht is cruciaal voor de goede werking van de installatie.