Met de fiets naar school
Fietsen is leuk, gezond en goed voor het leefmilieu. Toch is het voor ouders niet altijd vanzelfsprekend om hun kinderen met de fiets naar school te sturen door het drukke verkeer in de stad. Nochtans leren kinderen het verkeer alleen meer goed inschatten als ze er ook regelmatig zelf aan deelnemen, zeggen experts. De boodschap aan de ouders: fiets met jouw kinderen mee naar school en wijs ze op de risicos.

Fietsen is goed voor kinderen, maar: het is nodig om goed uit je doppen te kijken in het verkeer. Dat is in een notendop de boodschap van verkeersdeskundigen. Om fietsgedrag te verzoenen met verkeersveiligheid, neemt de overheid verschillende initiatieven. Zo zijn bijna alle woonwijken in Antwerpen een zone 30. Kinderen jonger dan 9 jaar mogen altijd op de stoep fietsen, zelfs als er een fietspad is.
Wat kan je als ouder doen?
- Stippel een veilige route uit. De schoolverzekering verzekert het normale traject tussen thuis en school. Dat hoeft dus niet de kortste weg te zijn.
- Heeft jouw kind, tussen ongeveer 10 en 12 jaar, voldoende fietsvaardigheid om zelfstandig naar school te fietsen? Verken de route dan (meermaals) samen op voorhand en bespreek de gevaarlijke punten en maak eventueel precieze afspraken: hier altijd stoppen, daar oversteken, ... Lees meer via de brochure 'Zet je kinderen veilig op weg'.
Wat kan de school doen?
- organiseren van een fietspool: kinderen fietsen daarbij onder begeleiding van een volwassene in een groepje naar school. Om te kunnen fietspoolen, moeten de kinderen voldoende fietsvaardig zijn om op de openbare weg en in groep te kunnen fietsen.
- raadpleeg Klas op stap, de portaalsite voor uitstappen en activiteiten voor scholen op het grondgebied van de stad Antwerpen.
- Basisscholen kunnen terecht bij Sam De Verkeersslang voor fietsinformatie, werkboekjes en campagnemateriaal.
- Een fietsmeester komt naar uw school. Samen met de leerkracht geeft hij praktische fietstips aan de leerlingen.
Tips voor fietsende leerlingen
De basis van alles is een veilige fiets
- Pomp je banden goed op.
- Zorg dat voor- en achterremmen goed werken.
- Reflectoren zijn verplicht, vooraan en achteraan, in de wielen of op de banden en ook op de trappers.
- Vooraan en achteraan heb je verlichting nodig. Kies best voor een type dat niet dooft als je stilstaat.
- Controleer of het stuur en het zadel op jouw maat afgesteld zijn en goed vast staan.
- Zorg voor een fiets met de juiste maat. In stilstand moet het mogelijk zijn met twee voeten stevig op de grond te staan.
Ga op voorhand op verkenning
- Stippel de veiligste route tussen thuis en de school uit. Dat is niet noodzakelijk de kortste. Voor de verzekering is dat geen probleem. Integendeel zelfs: verzekeringsmaatschappijen hebben liefst dat je de veiligste route volgt.
- Probeer de route vooraf uit. Maak de tocht meer dan één keer, zodat je kan letten op gevaren in verschillende verkeerssituaties en zodat er een zekere vertrouwdheid met het traject kan ontstaan.
Zien en gezien worden
Zien:
- Dat jij een auto of voetganger hebt gezien, betekent nog niet dat de chauffeur of de voetganger jou heeft gezien. Probeer altijd oogcontact te maken en voer je manoeuvre pas uit wanneer je zeker bent dat de ander er rekening mee houdt.
Gezien worden:
- Vrachtwagens en auto’s hebben een dode hoek. In die dode hoek ben je onzichtbaar voor de chauffeur.
- Ga als fietser nooit naast een vrachtwagen staan. Blijf er liever achter of, wanneer er een ‘fietssluis’ met aanlopend fietspad is, zover mogelijk vooraan.
- Kies voor kledij in lichte kleuren en voor boekentassen of rugzakken met reflecterende stroken.
- Let erop dat boekentassen achterop de fiets je fietslicht niet onzichtbaar maken.
- Om kleine kinderen beter zichtbaar te maken in het verkeer, is het een goed idee om de fiets uit te rusten met een fietswimpel.
Zien alleen is niet genoeg.
- Niet alles kan je zien. Al was het maar omdat je geen ogen op je rug hebt. Daarom is het belangrijk niet alleen je ogen, maar ook je oren de kost te geven.
- Laat je muziek eventjes achterwege. Je mist je favoriete muziek, maar niet de informatie die soms het verschil maakt tussen een veilige of een gevaarlijke situatie. En je zult versteld staan van de bonus die je krijgt: de stad heeft soms een prachtige ‘soundscape’ te bieden.
Groen is geen vrijgeleide
- Steek nooit over wanneer het verkeerslicht op rood staat. Het is niet omdat je geen verkeer ziet naderen dat er ook geen verkeer is.
- Groen licht betekent niet automatisch dat de kust vrij is. Leer dat je ook bij groen altijd eerst kijkt of er echt geen verkeer aankomt. Dat is zelfs zeer waarschijnlijk: op de meeste kruispunten krijgt afslaand verkeer tegelijk groen met de rechtdoor overstekende voetgangers. Houd ook altijd rekening met de mogelijkheid dat automobilisten, bromfietsers of fietsers het rode licht negeren.
Veilig in groep
Naar school fietsen betekent vaak ‘in groep fietsen’. Dat is gezellig en soms ook veiliger. Een groep fietsers wordt sneller opgemerkt dan een eenzame fietser. Maar in groep fietsen brengt ook risico’s met zich mee:
- Te dicht bij elkaar fietsen vergroot het risico op valpartijen.
- Om ‘samen te blijven’ bestaat de neiging om kort op elkaar te fietsen. Te kort om nog tijdig obstakels te kunnen zien en uit te wijken of af te remmen. Afstand houden is de boodschap.
Assertief, niet agressief
Eis zelfbewust je plaats op de rijweg op en laat je niet in de goot drukken waar de kans op valpartijen groter wordt. Laat zien dat je er bent en houd voldoende afstand van obstakels. Maar assertiviteit is geen agressiviteit: houd dus ook steeds rekening met de andere weggebruikers en breng door je gedrag nooit jezelf of iemand anders in gevaar.
Maximaal met twee
Binnen de bebouwde kom mogen fietsers naast elkaar rijden, maar nooit met meer dan twee. Let er wel op dat je het verkeer uit de tegenrichting niet hindert.
Ook buiten de bebouwde kom mag je als fietser naast elkaar rijden. Maar als er een voertuig nadert, moet je achter elkaar gaan fietsen.
Opgelet voor de tram(sporen)
- Trams hebben altijd voorrang. Steek dus alleen over als er geen tram nadert.
- Hou er op trambanen ook rekening mee dat de ene tram de andere kan verbergen. Steek dus niet blindelings over na het passeren van een tram: er kan er nog één uit de andere richting komen.
- Leer extra voorzichtig te zijn met tramsporen, zeker bij regenweer. Die kunnen erg verraderlijk zijn om in te vallen.
- Als je traject de tramsporen volgt, houd dan voldoende afstand om te vermijden dat je wiel vastraakt in het spoor.
- De sporen kruisen doe je zo haaks mogelijk en tegen een lage snelheid.
- Stap bij twijfel af en neem je fiets even aan de hand.
Maak het fietsen niet te zwaar
Probeer het gewicht van je boekentas of rugzak zoveel mogelijk te beperken. Zware lasten maken het fietsen vermoeiender en maken het lastiger om je evenwicht te bewaren.
Hou het droog
Ook al lijkt het soms anders, in ons land regent het maar 8% van de tijd. Toch kan het geen kwaad om altijd voorbereid te zijn op een onverwacht regenmoment. Steek daarom lichte regenkledij in een ademende stof in de boekentas.