Kippen houden in de stadstuin: wat zijn de voor- en nadelen en de do’s en don’ts. In dit artikel vind je enkele tips als je zelf aan kippen wil beginnen. En hoe zit het nu met hanen in de stad? Mag dat wel en waarmee moet je rekening houden?
Kippen staan op nummer één als meest geschikte dieren om te houden in een stadstuin. Ze hebben niet veel plaats nodig en hun verzorging is relatief eenvoudig. Kippen zijn niet graag alleen en dus neem je er best minimum twee. Ze hebben wel wat (loop)ruimte nodig: reken op minimum twee m2 buitenruimte per kip. Bovendien hebben kippen ook graag wat gras in hun ren. Daarom is een kippenren uit twee delen ideaal, want dan kan je ‘omweiden’: één deel tijdelijk afsluiten tot het terug begroeid is en zo steeds afwisselen. De dieren hebben zowel zon als schaduw nodig. Je zet ze best op een zonnige plek, maar wel met een boom, haag of struik in de buurt. Zorg er voor dat er genoeg zonnige ruimte is, zodat alle kippen kunnen zonnebaden zonder elkaar te storen.
Het gebied waarin je woont, bepaalt de mogelijkheden rond het houden van dieren. Is dit in een verkaveling, dan kijk je best de verkavelingsvoorschriften na. Die kan je opvragen via de dienst omgevingsvergunningen. Als het toegelaten is om kippen te houden, gelden er in stedelijk gebied de volgende voorwaarden:
Hou je ook aan de voorschriften rond de afmetingen en plaatsing van het hok en de omheining (zie pagina 25 van deze publicatie).
Er zijn veel verschillende rassen en soorten kippen. Eén van de belangrijkste verschillen is het onderscheid tussen vleeskippen, legkippen en krielkippen. Andere rassen betekent ook dat de kippen zich anders gedragen en dat ze andere noden hebben. Sommige zijn groter, scharrelen veel, andere doen dat weinig, zijn agressiever of juist tammer. Heb je niet zo veel plaats in je tuin, kies dan voor kleinere kippen (van de meeste rassen bestaan er dwergversies) of krielkippen.
Je kan ook voor een bepaald ras kiezen omdat je de kippen mooi vindt of omdat ze bijvoorbeeld minder scharrelen (kippen met kortere poten).
Op de markt vind je vooral hybride kippen die gekruist zijn om zoveel mogelijk eitjes te leggen. De eerste jaren leggen zij makkelijk meer dan 200 eieren per jaar. Eet je dagelijks een eitje, dan ben je met deze kippen goed af. Je kan er ook voor kiezen een kip te adopteren bij Red een legkip, een organisatie die ‘afgedankte’ legkippen aan een nieuw leven helpt.
Hanen zijn, net zoals kippen, meestal toegelaten in de stadstuin. Als er hanen worden gehouden in de stedelijke omgeving, komen er vaak klachten rond lawaaioverlast. Het is daarom belangrijk om op voorhand met de buren te overleggen en problemen tijdig te bespreken voor er tussenkomst van bemiddeling of politie nodig is. Met betrekking tot lawaaioverlast staat er in de politiecodex dat:
Een oplossing voor geluidsoverlast van hanen kan een nachthok zijn. Een afsluitbaar en donker hok dat toe kan tussen 22 en 6 uur kan ervoor zorgen dat de hanen niet te vroeg beginnen kraaien en de buren hier niet teveel last van ondervinden.
Zie je een stel kippen in je stadstuin helemaal zitten? Richt dan eerst even hun toekomstige plek in. Voorzie een kippenhok en ren, en maak een keuze in ras en soort kip.
Nog niet veel ervaring met kippen? Dan zijn dit handige tips:
Op zoek naar nog meer informatie? Velt heeft een boek over kippen houden in de tuin dat verkocht wordt in het EcoHuis. Op de website van VLACO vind je ook heel wat basisinformatie terug.
In alle gevallen moet de wet betreffende de bescherming en het welzijn der dieren gerespecteerd worden en is het verboden om pluimvee, kleinvee en konijnen in kelders (tuin, garage, koer) en bewoonde vertrekken te kweken of te slachten (Artikel 502 van de politiecodex).
Wil je problemen met of overlast door kippen melden, dan kan dat via de website van stad Antwerpen.