Een tuin voor alle noden

Willy heeft zijn stadstuintje ingedeeld op de noden van zijn vrouw en hemzelf. Op het terras vooraan eten ze bij het minste sprietje zon buiten. Daarachter ligt een stukje gazon omrand door bloemen om te zonnebaden en naar de vogeltjes te kijken die van hun hapjes komen pikken. Helemaal achteraan ligt de serre en een moestuintje met groenten en kruiden. Dit is de plek waar Willy composteert.

Achterin de tuin ligt de ‘mesthoop‘. Dit is een hoekje, afgemaakt met planken waar voornamelijk onkruid en grotere plantenresten op een hoop worden gegooid. Het afval verteert hier heel langzaam, maar toch kan Willy er af en toe compost uit oogsten. Het leuke is dat er spontaan een tomatenplant, courgetteplant en een zonnebloem op zijn gaan groeien. Lelijk kan je de mesthoop dan ook niet noemen.

Over mesthoop, compostvat en wormenbak

Willy composteert op verschillende manieren.

Een deel van het gft-afval uit de keuken gaat in de wormenbak. Het vocht dat Willy hiervan opvangt gebruikt hij als meststof voor zijn tomaten en de andere bloembakplanten.

In het compostvat komt de rest van het gft-afval terecht samen met onkruid, het gft-afval van de buurvrouw (naast samentuinieren kan je dus ook samencomposteren), het kleine beetje grasmaaisel dat hij van zijn gazon heeft, snoeisel en wat houterig materiaal dat Willy van de buurman krijgt of dat hij opveegt nadat de groendienst is langsgekomen om te snoeien en verhakselen.
Het compostvat staat op een goed beschutte plek waar niet veel zon komt, zodat het vat nooit echt heet wordt.

Willy's tuin ziet er heel netjes uit en toch is het een echte kringlooptuin: er gaat geen afval buiten en er worden geen meststoffen of grond aangevoerd. Als dat in meer tuintjes zou gebeuren, zouden er minder (vaak niet-ecologische) meststoffen verkocht worden en zou de gft-vuilkar veel minder door de straten moeten rijden.

Het valt op hoe mooi van kleur en structuur de tuingrond van Willy is. Mooi donker en kruimelig, net wat de planten graag hebben.

Compostmythes

Er circuleren een heleboel mythes over composteren, zoals: Mogen er wel citrusschillen bij de compost? En wat met eierschalen? Hoe vaak moet je een compostvat leegmaken? En hoe vaak beluchten? Stinkt dat echt niet? Komen die beestjes daar vanzelf in?

Willy is er allemaal heel ontspannen over, met een portie gezond verstand geraakt je al heel ver.
Elke ochtend gooit hij zijn geperst appelsientje in het compostvat en ook af en toe een eierschaal, daar heeft hij nog nooit problemen mee gehad. Zolang het afval maar divers blijft en eenzelfde soort niet domineert, loopt er bij hem niets fout.

Verwerkte etensresten zoals brood, gekookte restjes, kaas of sauzen in je compostvat of -hoop gooien is dan weer wel om problemen vragen. Zo’n restjes trekken muizen en soms ook ratten aan en dragen niet bij aan een goede vertering. Ook zieke planten gooit Willy nooit bij de compost. In een stadtuintje is het heel moeilijk om een composthoop warm genoeg te krijgen om zeker te zijn dat de ziektekiemen dood gaan.

Ook onkruidzaden gaan in een eigen composthoop niet altijd kapot, daar zijn de tomatenplantjes die soms spontaan in zijn bloembakken beginnen te groeien het bewijs van.

Giftige planten zoals een geranium of het loof van aardappelen en tomaat mogen dan weer wel zonder problemen bij de compost.

Eén keer per jaar maakt Willy het compostvat leeg, dan haalt hij onderaan het verteerde materiaal eruit. De compost mengt hij in het voorjaar onder de grond van de moestuin en gebruikt hij ook voor de bloembakken.

Gemiddeld één keer per week belucht hij het compostvat met de beluchtingsstok en neemt hij een kijkje in zijn vat of alles goed loopt. Meer tijd steekt hij er niet in.

Stinken doet het normaal gezien niet. Stinkt je vat of hoop toch dan is er vermoedelijk iets mis met de structuur (te veel nat groen materiaal en te weinig bruin materiaal) ofwel is er niet voldoende verlucht.

En de beestje die komen normaal gezien vanzelf. Willen ze bij jou toch niet komen dan kan je altijd bij het EcoHuis terecht tijdens de openingsuren om naar wormen te vissen in de composthoop. Deze kan je dan in je wormenbak, compostvat of -hoop loslaten om een goede start te maken.