Vijf tips voor een groenere kinderopvang
Met 'Groene Voetjes in de kinderopvang' helpt de stad Antwerpen kinderdagverblijven aan natuurlijke, avontuurlijke speelplekken. Het EcoHuis deelt vijf tips voor kinderdagverblijven met groene plannen.

In 2018 openden de vier kinderdagverblijven die deelnamen aan het proefproject 'Groene Voetjes' hun nieuwe buitenruimte. Kijk even mee en lees onze vijf tips voor een succesvolle transformatie.
Tip 1 - doe het samen
Een succesvolle transformatie bereik je pas als heel het team zich betrokken en gehoord voelt. Een kinderdagverblijf met groene plannen neemt dus best de tijd om met personeel en ouders na te denken wat ze willen en hoe dat kan gebeuren.
Samen de nieuwe buitenruimte aanleggen vergroot de betrokkenheid en drukt de kosten. Eventueel kan een professional begeleiden.
Het is ook belangrijk dat het kinderdagverblijf nadenkt hoe de nieuwe buitenruimte zoveel mogelijk gebruikt kan worden. Hoe kunnen barrières overwonnen worden?
- Luiers verschonen? Met een buiten-luiertafel is dat geen probleem.
- Fruit kan ook gezellig buiten opgegeten worden.
- Grote kinderdagverblijven kunnen afspraken onder de verschillende leefgroepen maken om slapers bij te houden.
- Zit een leefgroep niet vlakbij de tuin? Met een bolderkar kunnen baby's en kruipers snel naar buiten.
- Een kinderdagverblijf hoeft niet altijd met iedereen op hetzelfde moment naar buiten. Soms is het gemakkelijker om om de beurt met een paar kindjes buiten te gaan. Er moet dan wel op gelet worden dat uiteindelijk alle kindjes buiten zijn geweest.
- Er moet niet altijd urenlang buitengespeeld worden. Denk bijvoorbeeld aan regenweer. Een kwartiertje buiten kan al veel verschil maken.
- Ouders kunnen hun kind in de tuin afzetten of ophalen. Zo zien ze ineens hoe fijn daar gespeeld wordt.

Tip 2 - ga het hele jaar naar buiten
Het heeft veel meerwaarde om een buitenruimte heel het jaar door te gebruiken. Kinderen leren zo over de seizoenen en laden hun batterijtjes op. Ook koud of regenachtig weer hoeft geen spelbreker te zijn. Regenpakjes en warme kleren bieden bescherming. Misschien kunnen ouders oude regenkledij, laarzen, mutsen en wanten doneren?
Ook voldoende schaduwplekken zijn belangrijk om op zonnige en warme dagen comfortabel buiten te kunnen spelen. Staan er bomen? Dat is geluk hebben. Maak er gebruik van. Zijn er geen natuurlijke schaduwplekken? Dan kunnen ze gecreëerd worden met wilgenconstructies, nieuwe bomen, begroeide pergola's, groene slingers en schaduwdoeken.
Let op met tegels, rubbermatten en kunstgras. Die kunnen in de zomer heet worden. Natuurlijke ondergrond zoals snippers en gras blijven koeler en zijn dus een stuk aangenamer voor de voetjes.
Tip 3 - hoe meer variatie, hoe leuker
Hoe meer kinderen buiten kunnen ontdekken en beleven, hoe leuker en leerrijker het wordt. Variatie kan bestaan in het aanbieden van verschillende spelvormen, maar ook in reliëf en verschillen in ondergrond. Een plek is bijvoorbeeld nog leuker als kinderen er zowel gras, zand als houtsnippers kunnen ervaren. Komen er veel katten langs? Span het zand dan af met een net.
Het hele jaar door de zintuigen prikkelen kan ook met goede plantencombinaties. Denk bijvoorbeeld aan winterbloeiers, mooie herfstverkleuringen, geurende lentebloesems, lekker zomerfruit...
Tip 4 - ook baby's willen naar buiten
Ook voor baby's en kruipertjes is het waardevol om buitenspel te creëren. Natuur prikkelt de zintuigen en brengt tot rust. Op sommige kinderdagverblijven vind je een hoekje speciaal voor de allerkleinsten. Die ligt best het dichtste bij de binnenruimte. Zo kunnen de begeleiders ze snel naar binnen en buiten nemen en blijven de kruipers op een afstand van de meer avontuurlijke plekken voor de grotere peuters.
Wat altijd scoort bij baby's is een gezellig, knus wilgenhutje waar ze kunnen voelen, kijken en luisteren. Voor kruipertjes zorgt een kleine wilgentunnel voor eindeloos plezier.
Tip 5 - je moet niet alle risico's mijden
Niemand wil dat kinderen iets overkomt tijdens het buiten spelen. Maar volledig risicoloos kan geen enkele plek zijn. Dat is dus ook geen verplichting. De wetgever vindt het even belangrijk dat er voldoende speelkansen zijn. Bovendien is het belangrijk dat kinderen leren om risico's te herkennen en ermee om te gaan.
De mogelijke risico's moeten wel in kaart gebracht worden met een risicoanalyse. Waar zijn er risico's en zijn die niet te groot?
Ook 'giftige' planten hoef je niet per se allemaal te mijden in de buurt van kleine kinderen. Sommige planten zoals klimop zijn op papier wel giftig, maar het risico op vergiftiging is niet altijd groot.
Nemen we het voorbeeld van klimop: enkel bij hoge consumptie van zijn besjes treden er symptomen op (braken, krampen of diarree). Maar die besjes zijn zo vies dat een kind ze doorgaans onmiddellijk uitspuwt en de kans op hoge consumptie daarom zeer klein is.
Dit is het verhaal bij veel 'giftige' planten. Slechts een handvol planten wordt resoluut afgeraden in de buurt van (kleine) kinderen. Een overzicht van deze af te raden planten vind je op de website van het Antigifcentrum.
Op naar een groene kinderopvang
Wil je de buitenruimte van jouw Antwerps kinderdagverblijf vergroenen? Dat kan!
Via het Lerend Netwerk Groene Voetjes in de kinderopvang krijg je in enkele sessies tips en tricks aangereikt om tot een succesvolle transformatie te komen. Je kan ook een subsidie tussen 1500 en 7500 euro aanvragen via het Projectenfonds Groene Voetjes.