Vermoeden van vergunning
Voor oude gebouwen en constructies is het vaak moeilijk om de vergunningstoestand te achterhalen. Om die reden voorziet de wetgeving in een ‘vermoeden van vergunning’ dat onder bepaalde voorwaarden kan worden vastgesteld. Hoewel voor deze constructies nooit een (stedenbouwkundige/ omgevings-) vergunning werd bekomen, worden de constructies van rechtswege geacht te zijn vergund wanneer aan deze voorwaarden is voldaan.
Wanneer is er sprake van een vermoeden van vergunning?
Er bestaan twee soorten vermoedens van vergunning:
- een onweerlegbaar vermoeden van vergunning: constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht vóór 22 april 1962 genieten het onweerlegbaar vermoeden van vergunning.
- een weerlegbaar vermoeden van vergunning: constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht in de periode vanaf 22 april 1962 en vóór 9 november 1979 (eerste inwerkingtreding gewestplan Antwerpen) genieten het weerlegbaar vermoeden van vergunning. Het vermoeden kan dus weerlegd worden, maar het enige geldige tegenbewijs is een proces-verbaal of een niet-anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van 5 jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.
De toepassing van het vermoeden van vergunning is dus afhankelijk van de datum waarop het gebouw of de constructie werd opgericht.
Wie moet het bewijs leveren?
De bewijslast voor een vermoeden van vergunning ligt bij diegene die zich op het vermoeden van vergunning wenst te beroepen.
Wat geldt als bewijs?
- Kadastrale uittreksels of plannen
- Foto’s
- Postkaarten
- Facturen
- Notariële aktes
- Getuigenverklaringen: met minstens vermelding van volledige naam, adres en telefoonnummer (en bij voorkeur ook e-mailadres)
Let wel: uit deze bewijzen moet blijken dat de constructie in zijn huidige bestaande vorm nog steeds als “vergund geacht” kan worden beschouwd.
Rechtszekerheid of advies?
Vind je geen vergunning terug voor jouw perceel en plan je nog verbouwingswerken? Dan kan je een statusrapport vermoeden van vergunning aanvragen. Dit statusrapport vermoeden van vergunning dient vervolgens als startpunt voor jouw omgevingsvergunningsaanvraag.
Statusrapport vermoeden van vergunning
Aanvraag statusrapport vermoeden van vergunning
Klik op aanvragen en vul het e-formulier in. Je ontvangt een bevestigingsmail van jouw aanvraag. De stad onderzoekt jouw adviesvraag en vraagt bijkomende bewijsstukken op indien noodzakelijk. Je ontvangt het advies via e-mail.
AanvragenOpname in het vergunningenregister op basis van het vermoeden van vergunning
Aanvraag vermoeden van vergunning
Klik op aanvragen en vul het e-formulier in. Je ontvangt een bevestigingsmail van jouw aanvraag.
AanvragenWelk eindresultaat mag je verwachten?
Het onderzoek van de aanvraag kan enkele maanden in beslag nemen. Het college neemt op basis van dit onderzoek een beslissing waarvan je een afschrift ontvangt. Als blijkt dat er geen mogelijkheid is om de constructie op te nemen in het vergunningen register op basis van het vermoeden van vergunning, kan een statusrapport vermoeden van vergunning worden opgemaakt waarmee vervolgens een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd.
Je gaat niet akkoord met de beslissing?
Ga je niet akkoord met de beslissing van het college dan kan je beroep aantekenen tegen de beslissing over de opname van de constructie in het vergunningenregister wegens het vermoeden van vergunning.
Je richt je voor deze procedure binnen een termijn van 45 dagen na de beslissing tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen.