Contacteer stad Antwerpen

Heb geen angst om de natuur je tuin te laten vormen

Stel je hebt slechts een kleine buitenruimte in de stad, zoals zovelen rond jou, en die buitenruimte ligt dan nog eens aan de noordzijde. Je zou voor minder uw groene droom opbergen. Neem vooraleer je dat doet eens een kijkje in de schaduwtuin van Jens.

Jens geniet op zijn terras van een tasje koffie in de schaduw van een boom.

Op een zonnige zomerdag hebben we afgesproken met Jens in zijn kleine, maar fijne schaduwtuin in Borgerhout. Het is een verademing om in de gezellige stadswoning een prachtig groen plekje te vinden, met volop bomen die als een natuurlijke parasol dienst doen. En volgens de eigenaar hoef je daar zelfs helemaal niet veel werk in te steken.

Misschien moeten we beginnen met een kanttekening. De tuin van Jens is niet perse ontworpen om zo veel mogelijk schaduw te bieden. Het is een compacte stadstuin van 36m² die zich aan de noordkant van een woning bevindt. Een natuurlijke schaduwtuin dus als het ware. De planten die in Jens zijn tuin voorkomen weerspiegelen dan ook het weinige zonlicht dat ze per dag aangeboden krijgen. En toch geeft dit tuintje een frisse, groene indruk.

terras en tuin op het noorden, veel groen
blad van een varen
voorgevel woning met bloembak en fiets
laag groen, een boom, witgekalkte muur

In de tuin vinden we varens, maarts viooltje, schijnaardbei en een donkere ooievaarsbek. “Dat is eigenlijk de enige plant die ik hier opzettelijk gezet heb. Een tijd geleden werd deze zeldzame plant aangeboden via Natuurpunt,” steekt Jens van wal. “Verder staan er in de tuin een vlier van zo’n veertig jaar oud, een taxus en de stam van een oude appelboom.”

Laat de natuur de ruimte

“Veel mensen willen in hun tuin werken en klagen dan dat ze geen groene vingers hebben. Mijn filosofie is meer van te leren leven met wat er verschijnt en overblijft. Zaden geraken praktisch overal, de natuur zorgt daar wel voor. Het zijn dus eigenlijk de omstandigheden die van deze tuin een tuin gemaakt hebben waar schaduwplanten perfect gedijen. En werk? Een of twee keer per jaar hou ik alles wat korter met een trommelmaaier en voer ik het snoeisel af. Anders wordt de grond te rijk.”

“Ik mis de zon niet echt in mijn tuin. Wij hebben het geluk dat we vlak over een park wonen, maar als je in Antwerpen naar buiten wil, dan zijn parken toch vaak een goede gelegenheid om met het gezin en de familie naar buiten te trekken.” 

De favoriete plant van Jens: zijn varens.

“Mijn favoriete plant zijn de varens. Ik vind dat die een heel mooi uiterlijk hebben, zeker de tongvarens. In oude gebouwen en keldergaten vind je nog wel eens varens. De kalk uit de oude mortel helpt hen bijvoorbeeld om te groeien. En zo merk je dat het helpt om goed met je tuin om te gaan als je kennis hebt van de bodem. Is die rijk aan mineralen of net niet, is het zand of leem, … dat zijn allemaal belangrijke dingen om te weten voor je aan je tuin begint.”

Leren omgaan met de nadelen

“Toegegeven er zitten wel wat slakken in de tuin, maar eigenlijk heb ik hier voor hen geen interessante planten staan. Ze hebben niet veel voedsel, waardoor hun populatie laag blijft. Zou ik hier sla proberen te zetten in een bak, ja dan heb ik wel meer slakken … Zo gaat dat nu eenmaal. Ik geef de planten ook graag water in de ochtend. Zo hebben ze nog de hele dag tijd om zich te laven en is het water al wat verdampt tegen de avond. Als je de bodem ’s avonds nat maakt, dan trekt dat nog eens zo veel slakken aan.”

“In plaats van de seringen zou ik graag nog een berk zetten. Weet je wat dat is met inheemse soorten, je voelt je minder schuldig als je er een weghaalt. Ze komen toch nog ergens anders voor. Ik vind het heel fijn dat we toch nog wat bomen aan de achterzijde hebben die de inkijk beperken en ons een groen scherm bieden om op uit te kijken.”

“We denken er aan om één van de daken nog tot een groen verblijfsdak om te toveren. Onze architect raadt ons aan om het dak te kiezen dat het verste verwijderd is van de huidige tuin. Zo hebben we twee verschillende biotopen en dus ook uiteenlopende redenen nodig om naar de ene of de andere tuin te trekken. Als je buitenruimtes te veel op elkaar lijken, kies je er blijkbaar één uit waar je meestal zit en dat zou dan weer sneu zijn.”

De bomen in Jens zijn stadstuintje trekken een hele hoop vogels aan. Zo vreten duiven de vlier kaal en komen er ook veel bladluizen op die boom af. Dat is dan weer perfect voer voor koolmezen en pimpelmezen.

“Ik heb hier nog een blinde muur op het noorden waar ik eigenlijk graag een klimop op wil zetten. Sommige mensen zijn bang om dan hun muur te beschadigen, maar de beschadiging van een klimop is, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, eigenlijk eerder oppervlakkig. Ja, je kan een klimop niet zo van de muur halen, je ziet dat. Maar de plant heeft weinig werk nodig, is een laatbloeier waardoor insecten er in het najaar nog nectar en het is een perfect huis voor mussen en andere vogels.”

“Kortom. Ik ben best tevreden met mijn kleine schaduwtuin. Ik kan die tenminste met de hand onderhouden en snel genieten van een tas koffie buiten …”

Ook interessant

Dit artikel is gedeeld door