In Merksem is de naam ‘Carolus Eugenius Dierckxens’ onlosmakend verbonden met bakkerij ‘de Volkslust’. In 1883 richtte hij zijn eerste bakkerij op aan de Bredabaan. Vroeger bestonden waren er dikwijls veel kinderen in een gezin en brood was hét bestanddeel van de dagelijkse voeding. Deze bakkerij werd tot drie keer toe vergroot maar bleek alsnog snel te klein. In 1903 bouwde hij een nieuwe grote bakkerij in de toenmalige Onderwijsstraat, nu de Van Heybeeckstraat.
Aan de overzijde van de straat, het gedeelte waar nu de feestzalen van De Volkslust zijn, bevonden zich vroeger de stallen van de paarden van het uitgebreide wagenpark van de bakkerij. Er konden wel 30 paarden staan en er was een eigen smid en wagenmakerij. De bakkerij had zelfs een eigen schilder om de karren te beschilderen. Verder waren er ook 50 brooddragers in dienst, die allemaal in een klassevol uniform, brood rondbrachten met paard en kar. Ze brachten brood aan huis en leverden ook brood aan vijf winkelpunten. Op zijn hoogtepunt produceerde de bakkerij tot wel 15.000 broden per dag!
Na het overlijden van Eugène, werd de eenmanszaak omgevormd tot een NV, deze werd beheerd door zijn weduwe en vijf kinderen. Elke zoon kreeg een eigen afdeling (distributie, bloemmolens excelsior, Gebroeders Dierckxens, steenkool en mazout,…).
Het waren bijzonder moeilijke tijden tijdens de twee wereldoorlogen voor de bakkerij. Er werden paarden en auto’s opgeëist, leveringen van meel bleven achterwege, er viel een vliegende bom net naast de bakkerijgebouwen,…
Na de tweede wereldoorlog werd de bakkerij voor de laatste keer gemoderniseerd. Zo werden onder andere de paarden vervangen door bestelwagens. Maar de kosten voor de thuisbezorging van brood bleken ondragelijk geworden te zijn en hakten er financieel stevig op in.
Exact één eeuw na de stichting van bakkerij De Volkslust ging de bakkerij in faling.
Momenteel zijn er nog twee familieleden uit de zevende generatie nog steeds actief in het bakkersleven:
