Op dinsdag 30 april 2002 vertrok de vierde ploeg van Post Deurne naar een melding van een beperkte brand in een magazijn in Wijnegem. Ter plaatse bleek er veel meer aan de hand. Door een aantal factoren escaleerde de brand snel en werden de omstandigheden voor de brandweer gevaarlijker. Brandweerman François Wouters - Çois - liet er het leven tijdens het uitvoeren van zijn job. Nu, 20 jaar later, blikken brandweermannen Kristof Demuys (50) en Patrick Meyten (62) terug op de dag die hun leven volledige veranderde.
Kristof begint: “Ik weet nog perfect hoe laat de oproep binnen kwam. Dat was om tien voor twee. Van de rest van de interventie herinner ik me maar flarden. Tijdens het aanrijden zagen we een kleine rookpluim en we hebben toen een beetje ‘gejuicht’ omdat je als beginnende pompier eigenlijk wel uitkijkt naar je eerste grote interventie. Daar heb ik me achteraf heel schuldig over gevoeld. De melding van de interventie was niet al te groot dus we verwachtten ook niet veel. Zelfs bij aankomst was het eerste beeld heel beperkt. Het werd wel al snel duidelijk dat het om een gekke plaats ging want de brand bevond zich in een magazijn dat nog in een groter magazijn stond. Onze ploeg had de (beperkte) brand eigenlijk heel snel gevonden en omschreven* maar toen escaleerde het he-le-maal.”
Kristof haalt even adem want het verhaal doet hem na alle jaren duidelijk nog veel. “Toen we binnen in het magazijn waren, zagen we heel veel hekken en losse spullen. Later bleek ook dat het magazijn een opslagplaats was voor gevaarlijke stoffen. Maar die waren niet opgeslagen zoals het hoorde…”. Kristof kijkt bezorgd naar Patrick en vertelt verder: “Het was de allereerste keer dat we een brandwerende broek droegen, hierdoor voelden we niet dat de temperatuur heel plots aan het stijgen was. Want het was op een paar seconden echt superheet in het magazijn. We voelden dat het we niet meer konden houden want ondertussen breidde de brand ook uit en begonnen de metalen constructies in elkaar te zakken, er volgde zelfs een stofexplosie. Het was zó warm dat we gewoon naar buiten moesten gaan en toen we buitenkwamen, sloeg het noodlot toe.”
Patrick kwam net met de tweede autopomp van Deurne aan en het hele magazijn stortte als een kaartenhuis in elkaar. Hij vertelt: “Toen de mannen buiten kwamen, werd al snel duidelijk dat Cois er niet bij was. Onze ploeg was niet meer voltallig. De toenmalige adjudant ging helemaal rond het gebouw maar Cois was nergens te bespeuren. Er werd een radiostilte gehouden, alle wagens werden uitgezet maar Cois maakt zich niet kenbaar. Die stilte, die was echt oorverdovend… Er is heel lang en veel gezocht naar de Cois want onze ploeg wilde niet vertrekken zonder dat we hem gevonden hadden. Ondertussen begin je ook te denken: wat is er gebeurd? Is hij verloren gelopen? Had hij hittestress?** Pas nadat de adrenaline wegebt, begint het besef te komen… Want Cois werd pas de dag daarna, op 1 mei, om half zeven door een andere ploeg gevonden. Cois was 49 jaar.”
*Wanneer een brand omschreven is, wil dat zeggen dat de brandhaard gevonden is en dat hij beperkt wordt zodat hij niet groter kan worden of verder uitbreiden.
** Het overkomt je wanneer de temperatuur in je interventiekledij blijft oplopen. Zo’n uitrusting is vanzelf al behoorlijk warm. Reken daarbij het ademluchttoestel dat de brandweerman op zijn rug draagt en de vaak moeilijke omstandigheden waarmee je geconfronteerd wordt. Dan kan het al eens gebeuren dat je lichaamstemperatuur begint te stijgen, net alsof je koorts hebt. Door het zweten wordt de vochtbalans verstoord en begin je uit te drogen.
<< Lees verder onder de foto >>
Kristof vertelt zijn verhaal verder: “In tijden van miserie ga je harder aan elkaar hangen. Een paar weken na de brand zijn we samen met de ploeg op bezinningsweekend gegaan. Toen zijn er eindelijk verschillende emoties naar boven gekomen en dat heeft onze ploeg echt goed gedaan. We zijn in alle jaren nooit meer uit elkaar getrokken en we zijn een ploeg gebleven. Hoe je het ook draait of keert, dit was een ‘mijlpaal’ in onze carrières. We begrijpen elkaar en jongere pompiers kunnen daar niet goed mee volgen. De band tussen iedereen die dat meemaakte, is onverbreekbaar. Dat incident komt altijd naar boven, er zal altijd over gebabbeld worden. Want ook die datum blijft hangen. Je vergeet zoiets niet.”
“Op het moment dat het gebeurde, had iedereen er een ander verhaal van.” vult Pat aan. “In onze ploeg werd er veel over gepraat maar in je privéleven kon niemand dat begrijpen of er mee volgen. Want mensen die het niet hebben meegemaakt, kunnen dat moeilijk begrijpen en dat nemen we hen ook niet kwalijk. Maar als mens draag je dat altijd mee. Je wordt er elke keer aan herinnerd. “Ik kon het ook zijn” flitst soms nog wel eens door m’n hoofd. Je wordt zo ontzettend hard geconfronteerd met je sterfelijkheid, dat is waanzinnig. Een maand na de brand, heb ik een testament laten opmaken.”
Kristof vertelt nog: “Eerlijk? Ik ben echt heel lang niet oké geweest. Elke keer als ik in de brandweerwagen stapte, werd ik herinnerd aan die dinsdag in april. Maar je leert er wel mee leven. Je geeft het een plaatsje en je gaat verder op je eigen manier. Wij hebben echt pech gehad dat we dit hebben moeten meemaken. Ik ben helemaal veranderd hierdoor, ik ben echt meer van het leven beginnen genieten.”
“Het is gek om te zeggen maar uit zulke interventies leer je ontzettend veel. Kort na de Gyprocbrand werden alle brandweermensen uitgerust met bodyguards. Dat zijn toestellen die een signaal uitzenden als je 20 seconden niet meer beweegt. Je kan er ook zelf een noodsignaal mee uitsturen.” vertelt Kristof.
Patrick gaat al snel verder: “Ondertussen is op 20 jaar tijd zoveel veranderd. We oefenen elke dag, er zijn superveel opleidingen en de organisatie is veel professioneler geworden. Nu kunnen beroepspompiers ook vrijwilliger zijn in de brandweerzone waar ze wonen. Dat zorgt voor veel meer kennis en motivatie. Maar ook het materiaal is verbeterd, onze wagens zijn veel beter uitgerust.
<< Lees verder onder de foto >>
“Over de brandweer wordt gezegd dat het één grote familie is. En dat is écht zo. De brandweer staat voor gelukzalige momenten met elkaar delen. Maar ook de slechte momenten deel je. Want als je slechte dagen niet zou delen met anderen, dan ga je eraan kapot.” vertelt Kristof moedig. “Zulke dingen kan je wel delen in je ploeg en daar hou ik zo van.”
Patrick sluit af: “De jongere generatie vergeet soms wel eens wat wij, de oudere mannen, vroeger allemaal meegemaakt hebben. We mogen niet vergeten dat er veel kameraden voor ons gevallen zijn. We mogen Cois niet vergeten, maar dat geldt voor alle slachtoffers die tijdens onze prachtige job om het leven kwamen.”