Op het podium draag ik mijn BZA-shirt uit dankbaarheid
Van doorzetten kent korporaal Werner Roels (44) als ultraloper alles. Zijn prestaties wijdt hij aan zijn drie “fundamenten”: zijn eigen ingesteldheid, zijn gezin en de brandweer. “Moest één van die drie wegvallen dan is het game-over. Zolang ik deze kan koesteren dan staan er nog mooie dingen op de planning”, vertelt Werner.
“Trainen voor een ultramarathon is een proces van jaren. Ik trainde en liep al lang voordat ik acht jaar geleden begon met ultralopen. Zulke wedstrijden kunnen bijvoorbeeld 48 uur, zes dagen of een afstand van honderd kilometer of tweehonderd kilometer duren. Je kan het zo gek niet bedenken en het bestaat (lacht).
Ik hou echt van die langere wedstrijden omdat je langer met jezelf bent en vaker de man met de hamer tegenkomt. Het mentale aspect is vaak veel zwaarder. Na 120 kilometer is mijn lichaam kapot en moet wilskracht mij er doorheen krijgen. Wanneer ik de finish haal, voel ik overweldigende blijdschap. Dan staat mijn familie mij op te wachten nadat ze onderweg ook gesupporterd hebben. Er heerst dan euforie en blijdschap en dat blijft nog enkele dagen nadien. Je vergeet dat niet na één nacht slapen.
Texel, waar het allemaal begon
De ultraloop waar het allemaal mee begon, is de Zestig van Texel. Dat eiland voelt voor mij als thuiskomen. Ik had vernomen dat ze daar ook loopwedstrijden hielden van 60 km (één keer rond het eiland) en 120 km. Ik wilde heel graag die 120 km doen, maar mocht niet deelnemen omdat er strenge selectiecriteria zijn waar ik niet aan voldeed. Ik had zelfs de organisatie gemaild, maar tevergeefs. In 2015 liep ik dan het parcours van zestig kilometer en dat was echt heel tof.
Twee jaar later wilde ik opnieuw deelnemen, maar nu aan de loop van 120 km. Ik contacteerde de organisatie opnieuw omdat ik nog altijd niet aan de criteria voldeed. Deze keer gaven ze mij een ‘wildcard’ en mocht ik meedoen. Misschien met het idee om van mijn gezaag af te zijn (lacht). Die wildcard stimuleerde mij enorm! Die winter ervoor heb ik getraind zoals nooit tevoren. Ik nam deel aan de wedstrijd en heb die toen ook gewonnen! Iedereen was verbaasd, ik ook, want ik nam het op tegen enkele grotere namen en van mij had nog niemand gehoord. Toen dacht ik echt: “dit is iets voor mij”.
(lees verder onder de foto's)
Kleine wereld
Bij het ultralopen kom je dikwijls, om niet te zeggen altijd, dezelfde mensen tegen. Er heerst een enorm groepsgevoel en competitiviteit is er zo goed als niet. Elkaar ondersteunen is net wat het leuk maakt. Of je nu tweede of derde bent, dat doet er niet toe. Tijdens mijn deelname aan de Spartathlon 2019 in Griekenland hielp ik een Nederlandse dame Leonie. Tijdens de tocht van 247 kilometer kreeg zij het moeilijk met een berg te beklimmen. Ik besloot toen om bij haar te blijven en haar te helpen. Op zulke momenten vergeet je je eigen prestatie gewoon. Ik denk dat bijna iedere ultraloper wel zulke verhalen heeft. Op grote evenementen zoals het WK in Kroatië 2018 is de beleving ook supertof. Zo werden er shirts uitgewisseld van verschillende landen.
Niet altijd rozengeur en maneschijn
Ik weet niet goed of ik ultralopen nog een hobby kan noemen of dat het eerder een verplichting geworden is. Het is een dure sport omdat je veel opofferingen moet maken. Je staat ermee op en gaat er ook mee slapen. Online zien mensen alleen maar de mooie momenten, de kers op de taart, maar niet de moeilijke. Zo ben ik ook al moeten stoppen tijdens wedstrijden omdat ik te moe was of zelfs onderkoeld raakte. Om te trainen loop ik soms drie marathons in een week. Je steekt er heel veel tijd in als je die uren optelt want ik ben elke dag aan het trainen.
BZA op het podium
Dat ik zo vaak kan trainen is dankzij mijn werk. Als ik een andere job had, dan had dit niet gelukt. Daarvoor ben ik de brandweer enorm dankbaar, want anders had ik dit nooit kunnen bereiken. Buiten de shiften ben ik thuis en tijdens de shiften kan ik in de fitness op de kazerne sporten om fysiek paraat te zijn voor interventies. Ik werk sinds 2009 bij Brandweer Zone Antwerpen en ben dan ook enorm fier op mijn job.
Wanneer ik een medaille haal en op het podium sta, draag ik ook vaak een T-shirt van BZA als bedankje. Lopen naar mijn werk doe ik niet, daarvoor is de afstand te kort (lacht). Binnenkort loop ik opnieuw de Ten Miles samen met BZA én mijn dochters. Afgelopen jaar liepen we mee met een tiental kinderen in rolstoelen. Dat was fantastisch! Enerzijds als vader van twee mooie dochters en anderzijds als brandweerman met die lieve kinderen.”