Wist je dat katten … 

• tijdens de winter vaak naar buiten willen, zelfs als het koud is?
• een goede pels hebben die hen tegen de koude beschermt?

Doe daarom zeker dit: 

• Zorg dat je kat altijd naar binnen kan via een kattenluik.
• Is het buiten te koud en kan ze niet naar binnen? Dan zoekt ze misschien een andere plaats op, bijvoorbeeld het warme motorblok van een wagen. Kijk daarom in de winter altijd even onder je auto voor je de wagen start.
• Zorg voor een beschutte, warme plaats met vers drinkwater. Bijvoorbeeld een kartonnen doos met een deken in.
• Controleer regelmatig of de plek nog droog is.
   

Wist je dat honden …

• geen echte wintervacht hebben, wat problemen kan geven bij rassen met een dunne vacht en bij oude of zieke honden?
• moeilijker de weg terugvinden bij een wandeling in de sneeuw, omdat geursporen dan sneller uitgewist zijn?
• vaak niet comfortabel wandelen in de sneeuw, wat soms zelfs vrieswonden veroorzaakt?

Doe daarom zeker dit: 

• Zorg dat je hond een dekentje heeft.
• Laat je hond niet met een natte vacht buiten, want dat isoleert slecht.
• Laat je hond zeker niet achter in de auto, want daar heeft hij niet genoeg ruimte om te bewegen en zo kan hij niet warm blijven.
• Laat je hond chippen. Zo vind je hem gemakkelijker terug als hij verdwaalt.
• Smeer bij extreme koude de voetzolen van je hond in met vaseline of uierzalf.
• Maak de poten van je hond na een winterwandeling schoon met lauw water en een propere handdoek. 
• Kijk erop toe dat je hond geen sneeuw opeet: dat kan maag- en darmklachten veroorzaken. 
• Zorg voor vers drinkwater.
• Let op met strooizout. Het droogt de huid uit en kan irritatie, of zelfs chemische brandwonden veroorzaken.
• Het is snel donker. Zorg dat jij en je hond zichtbaar zijn. Gebruik een reflecterend veiligheidshesje, een reflecterend tuigje of een knipperlichtje.
   

Wintertips voor andere dieren

Konijnen 

• Verplaats je konijn nooit plots van een koude naar een warme ruimte of omgekeerd. Het grote temperatuurverschil kan het dier ziek maken.  
• Geef het konijn regelmatig extra hooi en stro. Zorg dat het een wind- en waterdichte plaats heeft.
• Ververs regelmatig het drinkwater want bij koude temperaturen bevriest het snel. Een beetje stro rond het drinkflesje kan bevriezing tegengaan.
• Neem beter 2 konijnen dan 1. Konijnen zijn groepsdieren. Zo hebben ze altijd gezelschap en warmte van elkaar, ook als jij er niet bent.

Cavia’s 

• Cavia’s hebben een warme omgeving nodig. Hou ze bij voorkeur binnen.
• Zorg voor een extra laag bodembedekking in het hok.

Vijverdieren 

• Verwijder al het bladafval uit het water want dat zorgt voor verzuring.
• Hak het ijs nooit kapot en giet geen kokend water op het ijs. Zo zou je de dieren in de vijver kunnen verwonden.
• Een ijslaag op je vijver houdt de watertemperatuur stabiel en is dus goed voor de vissen.
• Vissen hebben nood aan zuurstofrijk water. Plaats daarom een ijsvrijhouder die een klein gat in het ijs zal vrijhouden. Je kan langs het vrijgehouden gat ook wat water uit de vijver halen. Zo ontstaat er een luchtlaag onder het ijs.

Kippen 

• Kippen moeten zowel binnen als buiten kunnen lopen. Zorg voor een goed geïsoleerd kippenhok.  
• Zorg voor vers drinkwater. Je kan eventueel een verwarmingselement onder de drinkbeker plaatsen.  
• Zorg voor koolhydraatrijk voedsel zoals gerst, maïs en zonnebloempitten.  
• Hun kammen en lellen zijn gevoelig voor bevriezing. Smeer ze bij temperaturen onder de -6 graden Celsius is met vaseline of uierzalf.
• Hou het buitenverblijf sneeuwvrij, zodat de kippen kunnen scharrelen. 

Vogels 

• Voeder nooit vogels op het openbaar domein. Overtreders riskeren een boete tot 350 euro.
• Wil vogels helpen in de winter? Lees hier enkele nuttige tips.