Contacteer stad Antwerpen

Stuivenbergziekenhuis: een unieke werkplek

Stuivenberg vertelt : Ontdek de persoonlijke verhalen en herinneringen van vroegere verpleegkundigen van het Stuivenbergziekenhuis aan die unieke werkplek. Met grote ronde zalen en een bijzonder verluchtingssysteem was het voor die tijd een heel vooruitstrevend ziekenhuis.

ziekenhuisbedden in een halve ronde

Licht lucht en ruimte

“Stuivenberg was uniek in de geschiedenis. Het was het eerste ziekenhuis in Antwerpen waar er maar één patiënt in een bed lag. En ook de grote ronde zalen die verbonden waren door een gang beneden en een open gang boven, waren fantastisch om kruisinfecties te voorkomen. Ook de verluchting was bijzonder. Het was een heel vooruitstrevend ziekenhuis.” ― Els

Erg typisch aan het Stuivenbergziekenhuis is de paviljoenbouw met ronde torens en ziekenzalen. Geïnspireerd door Florence Nightingale baseerde architect Frans Baeckelmans zijn ontwerp op haar principes van licht, lucht en ruimte. Dat zorgde voor hoge plafonds en ramen met uitzicht op bomen. Een bijzonder ventilatiesysteem zorgde voor een voortdurende luchtstroom. Erg opvallend waren de ronde zalen voor de patiënten. Omdat die minder hoeken hadden, waren de zalen beter te poetsen en hoopte men dat ziekteverwekkers dus minder kans zouden hebben om zich te ontwikkelen.

Toezicht op de patiënten

De ronde zalen bepaalden ook hoe de dagelijkse zorg in het ziekenhuis verliep. In het midden was er een centrale verpleegpost, door het zorgpersoneel ook wel ‘de molen’ genoemd. Vanuit deze post konden ze vanuit één punt het welzijn van alle patiënten in de gaten te houden. Zo vertelt Lutgard hoe verpleegkundigen en een neuroloog tijdens een overleg in de verpleegpost plots opmerkten dat een patiënt ongecontroleerd aan het eten was. De arts liet dit ongewoon gedrag verder onderzoeken en ontdekte een complicatie in de hersenen.

In één zaal stonden meestal 24 bedden, elk met een nachtkastje in de buitencirkel van de zaal. Enkel de eerste en laatste twee bedden hadden gordijntjes. De anderen hadden dus maar weinig privacy. Er waren een aantal kamerschermen, maar niet voldoende voor iedereen. Daarom kregen ernstig zieke patiënten vaak een bed in een eersteklaskamer of één van de bedden met gordijntjes.

“Bij een collega stierven drie patiënten tijdens hetzelfde bezoekuur. Bij de eerste overledene plaatste ze kamerschermen. Terwijl ze de dokter opbelde, zag ze een tweede patiënt sterven. En toen de arts de overlijdens vaststelde, stierf een derde persoon. En wat moet je dan doen? Ze had geen kamerschermen meer. Dus dan ziet inderdaad iedereen wat er gebeurt.” ― Els

Elke zaal was ingedeeld volgens ziektebeeld. Zo waren er zalen voor orthopedie, gynaecologie, urologie, interne geneeskunde en intensieve zorgen, en een kinderzaal. Voor elk van de geneeskundige afdelingen bestond een mannen- en een vrouwenzaal.

Door de band genomen, pasten de patiënten zich vlot aan de dynamiek van een zaal aan. Dat is geen evidentie, want ook zij moesten soms ook het gedrag van dronken, agressieve of verwaarloosde medepatiënten ondergaan.

“Ik denk dat je alleen in Stuivenberg zoveel ziektebeelden ziet. Assistenten zeiden altijd dat als je in Stuivenberg hebt gestaan, dat je dan ongeveer alles hebt gezien. Delirium tremens of grote wonden van verwaarlozing, dat zie je nergens behalve in Stuivenberg. Ik maakte een keer mee dat toen we de kousen uit deden van een verwaarloosde man, zijn tenen in zijn sokken bleven hangen…” ― Els

verpleegsters in een ziekenhuiszaal

Gasthuiszusters

Bij de oprichting van het ziekenhuis stonden de Gasthuiszusters in voor de zorg. Zij waren toen verantwoordelijk voor de vier achterste paviljoenen. De niet-religieuze lekenzusters werkten in de voorste vier zalen. Onder meer door de oprichting van het Hoger Instituut voor Verpleegkunde, veranderde hun rol en verdwenen de Gasthuiszusters stilaan. In 1977 verlieten ze het Stuivenbergziekenhuis. Vier jaar later werd ook de kapel afgebroken om plaats te maken voor een moderne vleugel.

“Ik heb nog geweten dat de achterste zalen van het Stuivenbergziekenhuis toen allemaal van de nonnen waren. Er waren er dertien, maar ze zijn zachtjes aan verdwenen.” ― Els

Veranderingen

De structuur van het ziekenhuis groeide mee met de tijd en met nieuwe inzichten. Zo kwamen er na WO II eersteklaskamers bij in de verbindingsgangen tussen de zalen voor de meer begoede patiënten die wat meer privacy wilden in ruil voor een hogere bijdrage.

“Als er geen eersteklaskamers meer vrij waren, dan kwamen patiënten toch op de grote zaal terecht. In het begin vonden zij dat vervelend. Maar meestal wilden ze nadien er toch niet meer weg. Ze zeiden: ‘Nee, laat mij hier maar liggen’. Dat hangt natuurlijk van de sfeer af die je er creëert.” ― Mady

In de jaren 1980 werden de zalen steeds meer onderverdeeld in kleinere kamers voor vier personen. Hoewel de cirkelvormige architectuur bleef bestaan, verdween daarmee het karakter en de dynamiek die de ronde zalen vroeger kenmerkten.

een verpleegster

Geheugen van Stuivenberg

'Stuivenberg vertelt' maakt deel uit van het programma Geheugen van Stuivenberg. ErfgoedLab Antwerpen werkte daarvoor in 2021-2023 samen met studenten Verpleegkunde van de Karel de Grote Hogeschool en studenten Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen. Welke getuigenissen vinden we waardevol om door te geven of te bewaren voor de toekomst?

Meer info

Lees meer

Dit artikel is gedeeld door