Opleiding voor verpleegkundigen
Stuivenberg vertelt: Een opleiding voor verpleegkundigen heeft niet altijd bestaan. Het is pas in de 19de eeuw dat de geneeskunde en de ziekenzorg in een stroomversnelling kwamen en er nood was aan verpleegkundigen. In 1912 werd de School voor Ziekenverpleging opgericht, verbonden aan het Stuivenbergziekenhuis. Het was de voorloper van het Hoger Instituut voor Verpleging (HIV).

“De Verpleegschool van Stuivenberg stond heel goed aangeschreven. Het was één van de eerste opleidingen waar mannelijke studenten werden toegelaten. Waarschijnlijk kwamen er daarom veel studenten uit Limburg. Meerdere van hen bleven ook na hun opleiding in Stuivenberg en het OCMW werken, sommige bleven zelfs in Antwerpen wonen.” - Lutgard
Een opleiding voor verpleegkundigen heeft niet altijd bestaan. Het is pas in de 19de eeuw dat de geneeskunde en de ziekenzorg in een stroomversnelling kwamen en er nood was aan verpleegkundigen. De ontdekking van bacteriën, bacillen en virussen gaf immers een nieuwe kijk op de gezondheidszorg. Het Stuivenberggasthuis opende in 1884 de deuren, maar pas in 1912 werd de School voor Ziekenverpleging opgericht. Ze was verbonden aan het Stuivenbergziekenhuis en was de voorloper van het Hoger Instituut voor Verpleging (HIV).
De ijzeren discipline in het Hoger Instituut voor Verpleging
De beroepsschool speelde al snel na de oprichting een grote rol in de ontwikkeling van de opleiding van verpleegkundigen. Ook in de tweede helft van de 20ste eeuw zette de school deze koers verder. Zeker directrice Céleste De Wilde, die van 1966 tot 1991 de school leidde, had een vooruitstrevende visie en een grote invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Daar getuigen oud-studenten van het HIV ook van:
“Het was een gedegen opleiding. Het was ook een opleiding die heel ver stond. Hoe dat kwam? De toenmalige directrice, mevrouw De Wilde, hield het daar goed in de hand. Zij was actief op de kabinetten van het Ministerie en was zo betrokken bij het ontstaan van de wet op de uitvoering van verpleegkunde. Dus zij hield dat allemaal goed in het oog.” - Yvo
“Ik weet dat ik altijd fier was omdat ik in Stuivenberg werkte en ook gestudeerd had. We gingen ieder jaar naar het congres van de verpleegkundigen in Oostende. Als dan onze directrice [mevrouw De Wilde] kwam spreken of als ik haar hoorde noemen was ik altijd fier dat ze mijn directrice was geweest.” - Lutgard
De school kenmerkte zich tijdens de bestuursperiode van zuster De Wilde als een strenge, maar kwalitatieve school met een uitgebreide praktijkervaring. Het strikte internaat was verplicht waarbij mannen en vrouwen in aparte gebouwen sliepen. Mady vertelt dat het jongensinternaat zich tijdens haar opleiding in de jaren 1960 boven de psychiatrie van Stuivenberg bevond. Als er problemen waren met psychiatrische patiënten, konden de studenten extra mankracht bieden.
“We hadden een verplicht uniform en de zorg voor dat uniform was heel strikt. Wij moesten ook in uniform naar buiten als we vrij hadden.” - Hildegarde
De verplichte uniformen, de opleiding, de maaltijden, het internaat en het studiemateriaal waren allemaal gratis voor studenten. Als ze slaagden voor de examens aan het einde van het eerste semester, kregen ze een maandelijkse vergoeding tijdens de hele opleiding. In ruil hiervoor moesten ze wel na het behalen van hun diploma een bepaalde tijd in dienst treden bij de ziekenhuizen van de COO (Commissie van Openbare Onderstand, later het OCMW).
Praktijkervaring doorheen de stad
Studenten kregen vanaf het eerste jaar veel praktijkervaring en verantwoordelijkheden. Els vertelt daarover: “Wij deden vanaf ons eerste jaar nachtshiften. Meestal deden we de eerste nacht samen met een verpleegkundige, de volgende nacht stonden we alleen. Tijdens de drie jaar opleiding moesten we een bepaald aantal nachten doen. … Als ik er nu aan denk, was dat onverantwoord. Dan denk ik: hoe is het mogelijk dat wij dat hebben moeten doen?”
Vele verplegers in opleiding liepen stage in de ronde zalen van het Stuivenbergziekenhuis. De eerste indruk van studenten in de zalen was vaak overweldigend.
“Mijn eerste dienst was orthopedie mannen. Daar lagen veel jonge gasten met fracturen die in tractie lagen. Als je daar als jong meisje aankwam, dan mocht je niet te verlegen zijn, want er werd veel geroepen. Ik ben daar echt gevormd. Het was een snelle leerschool. Ik kwam uit een beschermd milieu en daar kwam ik plots terecht bij alle lagen van de bevolking.” - Els
Vele studenten bleven na hun studie werkzaam in het Stuivenbergziekenhuis en zijn ronde zalen. In de jaren 1990 evolueerde het onderwijs in grote mate. Het betekende het einde van het Hoge Instituut voor Verpleegkunde. De opleiding splitste op. De bacheloropleiding (voorheen A1-niveau) werd ondergebracht bij wat nu de AP Hogeschool is. De HBO5-opleiding (voorheen A2-niveau) bleef op de Stuivenbergsite.
Geheugen van Stuivenberg
'Stuivenberg vertelt' maakte deel uit van het programma Geheugen van Stuivenberg. ErfgoedLab Antwerpen werkte daarvoor in 2021-2023 samen met studenten Verpleegkunde van de Karel de Grote Hogeschool en studenten Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen. Welke getuigenissen vinden we waardevol om door te geven of te bewaren voor de toekomst?
Meer info