Contacteer stad Antwerpen

4 september 1944: Wilrijk wordt bevrijd

Wilrijk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog bevrijd van de Duitse bezetters op 4 september 1944. Hoe die dag juist verliep, lees je in deze longread van de Kring voor Heemkunde Wilrica. Die werd gemaakt naar aanleiding van de tentoonstelling 'Wilrijk Bezet en Bevrijd'.

Een geallieerde tank rijdt op de Boomsesteenweg in Wilrijk ter hoogte van de Kleinesteenweg

RED BALL EXPRESS | Na de Landing in Normandië op 6 juni 1944, D-Day, veroveren de geallieerden de belangrijke havenstad Cherbourg, op dat moment de enige haven én vitale toegangspoort tot Europa, onmisbaar voor de bevoorrading van hun campagne in West-Europa. Maar die haven lag honderden kilometers verwijderd van het front. De aanvoerlijnen, ‘Red Ball Express’ genoemd, bereiken stilaan hun breekpunt. Wanhopig zoeken ze naar een tweede haven, dichter bij het front, en dat wordt Antwerpen.

WILRIJK |  Mei 1944, het vierde oorlogsjaar is ingegaan. De lentekermis zorgt voor wat verpozing op de Bist. Ondanks de rantsoenering en grote voedselschaarste staat in de verklarende legende van het verpachtingsplan een snoepkraam vermeld tussen de andere kermisattracties. Hetzelfde scenario bij de goedkeuring van de zomerkermis van augustus 1944, eén maand voor de Bevrijding…

Verpachtingsplan met kermisattracties lentefoor Wilrijk, 1944.

PROPAGANDA MET STROOIBILJETTEN | Het Onafhankelijkheidsfront is één van de belangrijkste Belgische verzetsorganisaties voor gewapend en ander verzet, opgericht door de Communistische Partij van België. Door middel van strooibiljetten roept de verzetsorganisatie op tot algemeen verzet. In de gegeven omstandigheden pure zelfmoord…

Ook de Geallieerden laten zich niet onbetuigd en informeren de bevolking eveneens via strooibiljetten voor mogelijke zware bombardementen gericht tegen de Duitse bezetter. Ze verontschuldigen zich voor het eventuele leed. ‘Friendly fire’…

1 SEPTEMBER 1944 | de Geallieerden bereiken de Belgische grens.

4 SEPTEMBER 1944 | Maandagmorgen 4 september, de 11de Britse Pantserdivisie van Maarschalk Montgomery vecht zich een weg richting Antwerpen, na een forse acht uur durende doorstoot van 177 km. Onder leiding van kolonel Frederic Slater, bereikt het 107de regiment zware luchtafweer van de Koninklijke Artillerie (RA-107-HAA-BLA) Wilrijk, via de Boomsesteenweg.

  • Toelichting: ‘Als er één daad bestaat waardoor de 11de Pantserdivisie in de herinnering blijft bestaan, dan zal dat waarschijnlijk de opmars naar Antwerpen en de inname van die stad zijn’, schrijft in 1945 de anonieme auteur van de divisionele geschiedschrijving Taurus Pusuant, vertaald als ‘Achtervolgende Stier’. De divisie landde op 13 en 14 juni 1944 in Normandië.
Kolonel Frederic Slater, afbeelding uit het Guldenboek van de gemeente Wilrijk.

Voormiddag | Brencarriers (kleine pantserwagens) en zware Shermantanks razen in sneltempo van Boom, via de Boomsesteenweg, door Aartselaar en Wilrijk richting Antwerpen. De Wilrijkse bevolking begroet uitbundig haar bevrijders maar opmerkelijk, hier geen stilstaande voertuigen, geen bloementaferelen, geen mensenmassa’s op de tanks, geen enkele zijstraat die wordt ingedraaid… De Antwerpse haven ongeschonden in handen krijgen is topprioriteit.

De 11de Britse Pantserbrigade op weg via de Boomsesteenweg, langs Aartselaar en Wilrijk, naar Antwerpen.

Na een poosje rijden een aantal tanks vanuit Antwerpen terug richting Boom. Grote teleurstelling onder de mensenmassa die eerst dacht dat de Duitsers een aanval van de Engelsen bij het binnenrijden van de stad hadden afgeslagen. Dat op- en afrijden gebeurde nog enkele malen en had enkel tot doel de route naar Antwerpen te verkennen, Duitse ‘weerstandsnesten’ uit te schakelen, en gepast materiaal aan te voeren.

Pantservoertuigen rijden vanuit Antwerpen terug richting Boom. Let op de verbaasde en teleurgestelde mensenmassa. Hoek Boomsesteenweg en Kleinesteenweg, t.h.v. het café van ‘Fee Kruit’.

Rond half twaalf verschijnt het 3de bataljon Royal Tank Regiment met hun Shermantanks aan de Boomsesteenweg t.h.v. garage Permeke. Ze komen via de Sint-Bernardsesteenweg en de De Bruynlaan, en rukken vandaar verder op via de Jan Van Rijswijcklaan richting Antwerpen. Antwerpse verzetslui begeleiden de tankeenheid. Aan de kazerne van de Wilrijkse Poort botsen ze op hevige weerstand maar die wordt snel de kop ingedrukt.

Een euforisch uitzinnige menigte kijkt van aan de zijlijn toe, en doet zelfs geen moeite meer om zich te verschuilen. Tegen de avond is de weerstand aan de bunkers in het Stadspark en aan de Kommandantur op de Meir gebroken. De nog aanwezige Duitsers geven zich massaal over.

Vreugdetafereel bij de bewoners in de Kruishofstraat te Wilrijk. Achter hen een militaire tank. Kinderen zwaaien met een Belgisch ‘Solo-margarine’-vlaggetje, een souvenir van vóór de voedselrantsoenering...
  • Impressie van een Engelse tankbemanning | ‘Terwijl wij snel afrekenden met de verspreide en gedesoriënteerde tegenstand konden we voor ons uit al de hoofdstraten van de stad zien, die vol stonden met mensen die op ons wachtten en dit wakkerde onze pogingen extra aan. Toen kwam het grote ogenblik waarop wij het hart van de stad binnentrokken om een ontvangst te krijgen waarvan niemand van ons ooit gedroomd had. Onze voertuigen konden niet meer vooruitkomen en raakten overdekt met mensen; we werden bedolven onder bloemen, flessen en kussen. Iedereen was stapelgek geworden en we namen er een paar minuten voor om de situatie te overzien.’ Citaat majoor Bell, De Slag om Antwerpen en de Schelde 1944-’45, J.L.Moulton, 1980.

Namiddag | Omstreeks 13 uur keert een aantal Engelse eenheden vanuit de stad terug naar Wilrijk. Onder massale belangstelling bereikt een eenheid via de Kruishofstraat en Heistraat het centrum van Wilrijk. Op aangeven van het verzet wordt her en der Duitse weerstand uit de weg geruimd en soldaten opgepakt.

Onderweg naar het Fort 6, via de Alfons Wellensstraat ter hoogte van het Steytelinckpark, dragen leden van de Witte brigade een Duitse krijgsgevangene over aan de politie.

Een Duitse krijgsgevangene wordt in de Alfons Wellensstraat door leden van de Witte Brigade uitgeleverd aan de politie.

De tanks vervolgen hun weg verder, via de Edegemsesteenweg naar Fort 6. Gedurende de oorlog was hier een depot voor lichte wapens en munitie in ondergebracht. In de omgeving van het fort was de spanning te snijden: de nog aanwezige Duitsers in het fort weigeren zich over te geven, en er ontstaat een vuurgevecht waarbij brand uitbreekt. Na een gerichte actie van enkele pantsers geven de Duitsers zich over.

  • Impressie van een Engelse tankbemanning | ‘We deden geen moment de luiken van onze geschutstorens dicht want dan werden we blind en doof en voelden ons veel kwetsbaarder. We voelden ons heel wat veiliger met die open luiken… Maar ik herinner me dat we er die middag ernstig over dachten ze te sluiten. Die sporadische schoten van bovenaf bleven echter beperkt tot de buitenwijken van de stad en later, maar dan intensiever, tot sommige stadsdelen in het centrum. Ons grootste probleem was de groepen opgewonden burgers die de straten vulden en op onze tanks klommen. We hadden niets tegen kussen van mooie meisjes, tegen sigaren of flessen champagne. Maar telkens klonken er weer uitbarstingen van schoten uit lichte wapens en nu en dan viel er een granaat; er waren dan ook doden onder de burgers.’ Dunlop, manuscript, De Slag om Antwerpen en de Schelde 1944-’45, J.L.Moulton, 1980.

Het publiek volgt de acties van de Geallieerden en het gewapend Verzet vanop de eerste rij. Het lijkt alsof ze figureren in een filmdecor. Toch is het gevaar niet helemaal geweken. Op weg naar Fort 6 sneuvelt verzetsstrijder Frans Severens (Groep G-sector 53-Wilrijk) wanneer hij onbeschermd van bovenop een tank de Engelse bevrijders de weg wijst. Op dat moment wordt hij door vluchtende Duitse soldaten van de tank geschoten. Na de oorlog verklaart de weduwe van Severens dat ter hoogte van het houten café op de hoek van de Alfons Wellensstraat en de Edegemsesteenweg, vlak nabij Fort 6, Duitse soldaten die zich hadden verschanst in het café haar man van de tank schoten, waarna ze hem met een bijl het hoofd insloegen.

Shermantanks vervolgen hun weg naar Fort 6. De uitgelaten bevolking beseft niet altijd het gevaar.

Het leven gaat verder, en na de acties is er even tijd om te verbroederen. Tal van opschriften aangebracht op de militaire voertuigen getuigen van de euforische doortocht door Wilrijk. Op datzelfde moment wordt in de Vaderlandstraat een man opgepakt, verdacht van samenwerking met de bezetter. Ter hoogte van de kerk in de Sint-Bavostraat wordt hij door leden van het Verzet overgedragen aan de politie.

Frans Severens is niet de enige die sneuvelt op een tank, getuige enkele politieverslagen waarin twee burgers worden vernoemd, door Duitse scherpschutters neergeschoten aan de Prins Boudewijnlaan terwijl ze de Engelse tankbemanningen van drank voorzien.

Na een kort vuurgevecht (huidig Dokter Donnyplein), geven de Duitsers op Fort 6 zich over. Het publiek volgt de actie vanop de eerste rij…

5 SEPTEMBER 1944 | De dag na de Bevrijding op dinsdag 5 september maakt een politieverslag melding van een ongeluk met een Wilrijkse scholier die overlijdt door de ontploffing van een granaat, nadat hij had gepoogd een deel van de granaat afkomstig van antitankgeschut te openen. Helaas zouden er nog meerdere ongelukken met kinderen gebeuren, door te spelen en te experimenteren met achtergelaten Duitse munitie.

Die dag is ook de 20-jarige Leo Vanderkindere getuige van een uitgeschakelde gevechtstank van de bevrijders (Engelsen/Canadezen) op de Prins Boudewijnlaan ter hoogte van de Oosterveldlaan/Ringlaan/Groenenborgerlaan, daar waar het Duitse afweergeschut (FLAK batterij) stond. In en rondom de tank liggen enkele lijken.

HET ONBEKENDE ‘KUSMEISJE’ OP DE TANK | Voor de Antwerpenaren, Wilrijkenaars, en hun Engelse bevrijders waren het euforische dagen én nachten. Een meisje met blonde vlechten wordt door haar vader op een tank gehesen en vol op de mond gekust door een Britse soldaat. Pas in 2018 maakt zij zich bekend als Josepha Velge uit Wilrijk. Ze overleed in 2020 aan de gevolgen van corona, en werd 84 jaar. 

De dag van de Bevrijding worden enkele duizenden Duitse krijgsgevangenen voorlopig ondergebracht in de Zoo van Antwerpen. De lege dierenkooien zijn uitstekend geschikt voor o.m. propagandafoto’s. De volgende dag al vertrekken de manschappen op transport, en worden later verdeeld over verschillende interneringskampen.

  • Toelichting: Na de bevrijdingsacties aan het stadspark en Den Brandt vroeg bevelvoerend officier luitenant-kolonel I.L. Reeves over de radiotelefoon aan zijn overste, generaal-majoor Churcher, wat hij met zijn 2000 gevangenen moest doen. Hij kreeg als antwoord een grote bioscoop te zoeken en ze daar voor de nacht onder te brengen. Een bioscoop was er niet, maar wel een dierentuin. ‘Daar kun je ze niet in opsluiten’ zei Churcher. ‘Die beesten moeten half verhongerd zijn en eten hen vast op.’

    ‘Er zijn geen dieren. De mensen zijn half verhongerd en hebben de dieren al lang opgegeten.’ Dus gingen ze naar de dierentuin. De gevangenen werden in de kooien en berenkuilen opgesloten voor de nacht. Tegen de ochtend waren het er al 6000 geworden. Tegen de middag moesten ze de stad uit, geëscorteerd door transportpelotons die langs de lange colonne heen en weer reed om te zorgen dat de razende bevolking de Duitsers geen kwaad deed.
    Manuscript generaal-majoor Churcher, De Slag om Antwerpen en de Schelde 1944-’45, J.L.Moulton, 1980.
Duitse krijgsgevangenen ondergebracht in lege dierenkooien in de Zoo van Antwerpen.

WILRIJK | Fort 6 wordt in gereedheid gebracht voor de opvang van Duitse krijgsgevangenen. Ook Fort 7 krijgt opnieuw het statuut van gevangenis.

Voor Antwerpen en zijn wereldhaven is 4 september 1944 een legendarische dag. De stad blijft zo goed als gespaard: de geallieerden beschikken nu over een grote haven dicht bij het oorlogsfront. Het zal nog 26 november duren, na de verovering van de Scheldemonding, dat de Westerschelde officieel mijnenvrij wordt verklaard en de haven opnieuw schepen kan ontvangen. Het belang van de Antwerpse haven voor de oorlogvoering kan niet overschat worden. De geallieerden beschikken nu over een grote haven op nog geen 150 kilometer van het front aan de Duitse grens. Op 28 november 1944 is de Antwerpse haven weer in gebruik.

STRAATREPRESSIE  | Op 5 september begint de zogenaamde ‘grote zuivering’. Echte en vermeende collaborateurs, meestal kleine vissen, worden opgesloten in de Begijnenstraat, de kazerne van Berchem en wat later ook in de kooien van de Zoo. Sommigen gaven toe aan een opborrelende volkswoede, wat soms leidt tot minder fraaie taferelen als duw- en trekwerk, plundering van eigendommen, het kaalscheren van vrouwen, tot ernstiger vormen van geweld. Mensen en hun bezittingen worden aangepakt. Hoeveel inboedels van onschuldige burgers er zo op straat zijn beland valt moeilijk te achterhalen. Het minste wat kan gezegd worden is dat het een indicatie is van het gevoel bij een deel van de bevolking. Voor sommigen  was verhuizen dikwijls de enige oplossing.

WILRIJK | Uitzonderlijk komt het ook hier tot straatrepressie. Bij de Wilrijkse politie circuleert een lijst waarop de namen van méér dan 550 personen staan vermeld, waaronder heel wat bekende Wilrijkenaars, mannen en vrouwen, allemaal verdacht van collaboratie. Iedere reden was goed om op die bewuste lijst terecht te komen: verdachtmakingen tegenover groothandelaars en winkeliers - vooral die van levensmiddelen - werkgevers, afrekeningen onder vrienden en familie, jaloezie, uit de hand gelopen burenruzies, enz. Het merendeel was een gevolg van kleinburgerlijk en asociaal gedrag. Iedere klacht, ook anoniem, werd genoteerd en uitgevlooid. Sommigen komen terecht in Fort 7 dat opnieuw dienstdoet als gevangenis wanneer enkele dagen later burgers verdacht van collaboratie in het fort worden opgesloten. Uiteindelijk zal nog geen 10 % effectief vervolgd worden.

  • Toelichting: Lijst geraadpleegd op het politiebureel van Wilrijk bij de voorbereiding in 2008 van een herdenkingstentoonstelling: ‘Wilrijk 1940-1945, van Bezetting tot Bevrijding’.
In de media wordt Hitler duchtig door het slijk gehaald met cartoons en vouwspellen. Eveneens gold een nieuwe ‘verplichte’ groet…

In de media wordt Hitler na de oorlog door het slijk gehaald. Tal van cartoons en bespottende imitaties verschijnen in kranten en vlugschriften, sommige onder de vorm van vouwspelletjes. Ze vinden gretig aftrek bij de bevolking. De nazi-groet is niet langer met gestrekte rechterarm vooruit, maar met beide armen omhoog… Humor, het kan allemaal terug, en ongestraft!

WILRIJK |  Het teruggedreven Duitse leger beslist om zich niet zomaar gewonnen te geven. Het laat zijn aftocht meermaals gepaard gaan met gewelddadige acties die de lokale bevolking nog lang zou voelen. Er wordt bevel gegeven om Fort 7 te laten springen. Een terugblik…

PASTOOR PAUWELS EN WILHELM METZGER  | Niet lang na de Duitse bezetting in mei 1940 ontmoet pastoor Jozef Pauwels van de Sint-Jan Vianneyparochie majoor Metzger, de  bevelhebber van het nabije munitiedepot Fort 7. Pastoor Pauwels, bezorgd om zijn parochie, beseft wat er op het spel staat. Na meerdere vruchtbare contacten en urenlange gesprekken met Metzger, groeit tussen hen beiden geleidelijk vertrouwen en vriendschap. Zoals later zal blijken, een reddende vriendschap voor de Wilrijkse gemeenschap, en vrienden voor het leven!

GEEN VERPLICHTE TEWERKSTELLING NAAR DUITSLAND | voor een 200-tal Belgische arbeiders. Door de tussenkomst van Metzger kunnen ze aan het werk in Fort 7 en het Fort van Kruibeke. Zo voorkomt de majoor dat deze mensen verplicht worden tewerkgesteld in Duitsland, ver weg van hun gezin en familie. Metzger stuurt hiervoor herhaalde malen valse rapporten naar de ‘Werbestelle’ waarin hij deze mensen als onmisbaar aanbeveelt voor zijn dienst.

Belgische arbeiders aan de slag in Fort 7.

DE KLOK TIKT |  Enkele dagen voor de Bevrijding krijgt Wilhelm Metzger vanuit Brussel het bevel alles in gereedheid te brengen om het volgepropte munitiedepot te vernietigen door het te laten springen. Op risico van zijn eigen leven negeert hij het bevel van hogerhand en neemt verregaande maatregelen.

  • Donderdag 31 augustus: Metzger laat in eerste instantie een deel van de zwaarste bommen uit het fort halen en vervangen door exemplaren van een lichter kaliber. Dat zou de impact van een mogelijke explosie verkleinen;
  • Zaterdag 2 september: Metzger geeft zijn manschappen opdracht zoveel mogelijk munitie langs de waterkant op te stapelen. Maar de Duitse overheid ruikt lont en stuurt vanuit Brussel een majoor om de zaak te controleren. Gelukkig wordt Metzger vooraf gebrieft van het bezoek en geeft de Belgische fortarbeiders het bevel om geen munitie in het water te gooien op het moment dat ‘de dikke majoor uit Brussel passeert’. Bij aankomst krijgt een van Metzgers onderofficieren de opdracht om de inspecteur rond te voeren in een motor met zijspan. Noch de onderofficier, noch de dikke majoor, worden later nog teruggezien…;
  • Zondag 3 september: Het eigenlijke bevel om de munitie in de vestinggracht te werpen wordt die zondagvoormiddag omstreeks 10.30 uur gegeven. Later op de dag schakelt Metzger het Antwerpse gemeentebestuur en de politie in voor versterking. Na middernacht worden de bewoners uit de Legerstraat, Koornbloemwijk en ruime omgeving, gewekt door de politie. Aan de mannen wordt gevraagd dringend naar het fort te komen om hulp te bieden. De overige bewoners wordt aangemaand hun woningen onmiddellijk te verlaten.

De fortarbeiders en aanwezige militairen krijgen de nodige steun van een honderdtal vrijwilligers uit de buurt. Honderden tonnen explosieven worden die nacht in de vestinggracht van Fort 7 gedumpt.

De klok tikt en het gevaar is niet ondenkbaar dat er tijdens het transport van de bommen toch een explosie zou plaatsvinden. Het is een spannende tijd voor de omwonenden, en iedereen houdt zijn hart vast voor wat komt.

  • Maandag 4 september:  Veel vroeger dan verwacht, rijden de bevrijdingstroepen over de Rupel in Boom, via de Boomsesteenweg en de Sint-Bernardsesteenweg richting Antwerpen;
  • Maandag 4 september 1944, omstreeks 11.25 uur, zijn de Britten ter hoogte van café De Valck aan de Boomsesteenweg;
  • Stipt om 11.30 uur verlaat majoor Metzger per auto het fort. Bijna een jaar lang verneemt niemand nog iets over hem.

Tegen de middag rijdt een colonne Shermantanks tegen hoge snelheid door Wilrijk naar Antwerpen, gevolgd door lichtere pantservoertuigen van het type Brencarrier. Wilrijk wordt bevrijd door de Royal Artillery - 107 Heavy Anti-aircraft - British Liberation Army (RA-107-HAA-BLA).

WILHELM METZGER, HELD VAN WILRIJK! | Na de Bevrijding blijft de sympathie voor de voormalige Duitse bevelhebber van Fort 7, majoor Wilhelm Metzger, bij de Wilrijkse bevolking overeind. Met respect spreekt men over ‘de held van Wilrijk’. Zijn besluitvaardig optreden behoedde Wilrijk voor een ramp van ongekende omvang. De explosie van het fort had zondermeer vele honderden onschuldige burgers het leven gekost. Een groot deel van Wilrijk zou er vandaag totaal anders uitzien.

DE JOODSE FAMILIE TROEDER EN MAJOOR WILHELM METZGER | Metzger wordt ingekwartierd in de Sorbenlaan 22 in Wilrijk, een villa die toebehoort aan de joodse familie Troeder. Albert Troeder is gewezen directeur van de intussen gesloten Minervafabriek. De verstandhouding en het samenleven onder hetzelfde dak verloopt gemoedelijk en respectvol. Geleidelijk ontstaat er tussen beiden een vertrouwensband.

Vanaf 28 oktober 1940 legt het Duitse militaire bestuur maatregelen op die de Joden hun fundamentele burgerrechten ontnemen. Met die eerste verordeningen tegen Joden in Antwerpen verslechtert ook de situatie voor de familie Troeder in de Sorbenlaan. Nadat in dezelfde straat een eenheid van SS’ers wordt ingekwartierd, en nog vele andere medeofficieren, is de toestand voor de joodse familie onhoudbaar. Op aandringen van Metzger besluit Albert Troeder om in 1941 met zijn familie te vluchten uit Wilrijk. Ze krijgen hulp van Duitse militairen, vrienden van Metzger. Aan de familie beloofd Wilhelm Metzger dat hij persoonlijk zal instaan voor de bescherming van hun eigendommen.

De familie Troeder vindt onderdak in het Franse Marseille en leeft er gedurende de oorlog verder ondergedoken. Nu er in de Wilrijkse villa geen joden meer aanwezig zijn, wordt Metzger van hogerhand ook verplicht de meubels uit het huis te liquideren. Al wat Joods was diende verwijderd uit de samenleving. Na een nachtelijke verhuis belanden de meubels bij bevriende buren.

WILRIJK | Voor een snelle frontbevoorrading zorgt het Ordonance Depot met hun zgn. ‘Red Ball Express’. Omdat de snelle opmars van de geallieerden in Antwerpen tijdelijk was stilgevallen, moest een massa materieel voorlopig opgeslagen worden in beschikbare gebouwen langs de Boomsesteenweg. In Wilrijk slaat het 15de Army Ordonance Depot zijn tenten op in steenbakkerij Neerland, de bedrijfsgebouwen van meubelfabriek De Staepelaere, en op het voetbalterrein van FC. Wilrijk. De administratie vindt onderdak in kasteel Hof Ter Beke.

Het 15de Army Ordonance Depot slaat zijn tenten op langs de Boomsesteenweg, o.m. in meubelfabriek De Staepelaere (huidige Aldi).

EINDELIJK ECHT VRIJ | De bevolking in de bevrijde gebieden geniet van de herwonnen vrijheid, en neemt uitgebreid de kans om te verbroederen met hun bevrijders. Chocolat, Chewing Gum en Cornet Beef met de speciale opener, een sleuteltje, doen hun intrede.

.

OORLOGSBRUIDEN | Het is een ‘adventure’ om oorlogsbruid te zijn. Dat moeten vele jonge vrouwen gedacht hebben toen ze tijdens de bevrijding de man van hun leven tegenkomen. De kranten stonden er vol van, maar niet iedereen vond het eeuwige geluk. Sommigen bleven verweesd achter, hun ‘bevrijdingsbaby’ in de armen, toen de vader sneuvelde, of gewoon niet meer opdook.  

Lees meer

Dit artikel is gedeeld door