Contacteer stad Antwerpen

Toelagereglement voor klimaatrobuuste ingrepen uitgevoerd vanaf 2023

Hier vind je het volledige toelagereglement dat van toepassing is als je op een perceel in Antwerpen aan de slag wil gaan met groen en water. Dit reglement werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 24/10/2022.


Vraag hier advies aan voor jouw klimaatrobuuste maatregelen

Alvorens je van start gaat met je project, vraag je advies aan. Na het advies krijg je de nodige info om je premie aan te vragen. Je doet de premie-aanvraag voor je de werken start.

In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

Basisingreep of basisondersteuning: de toelageregeling beloont basisingrepen rond vier thema’s zijnde

  1. het ontharden en vergroenen van verharde oppervlakken;
  2. het vergroenen van dakverhardingen;
  3. het hergebruiken van hemelwater vanop dakverhardingen;
  4. het infiltreren van hemelwater.

Klimaatadaptatie bonussen: de toelageregeling moedigt het verhogen van de impact van de genomen ingrepen aan. Ingrepen die verdergaan dan basisingrepen, komen in aanmerking voor één of meerdere klimaatadaptatie bonussen: 1.natuurbonus: voor het verhogen van de positieve impact op biodiversiteit door het toepassen van soortenrijke beplanting. 2.waterbonus: voor het verhogen van de positieve impact van de ingrepen op waterveiligheid en droogtebestendigheid door het toevoegen van extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping en/of hergebruik.

Klimaatadaptatie: aanpassing van natuurlijke en menselijke systemen aan de huidige en de te verwachten gevolgen van klimaatverandering.

Substraat: natuurlijk (niet-chemisch) product dat zorgt voor structuur en voor de opslag van water, lucht en voedingsstoffen(minerale elementen en organische stoffen) in functie van de gewenste vegetatie. De substraatlaag is de bewortelbare ruimte,waaruit de vegetatie haar voedingsstoffen haalt.

FLL-gekeurd substraat: een substraat dat voldoet aan de richtlijnen “Dachbegrünung”, vastgesteld door Forschungsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau (FLL) en hier een keuringslabel voor draagt.

Plat dak: een dak met een hellingsgraad lager dan 15°.

Groendak: een dak bedekt met vegetatie en een aantal onderliggende lagen die nodig zijn voor de ontwikkeling van deze vegetatie en de opslag van regenwater.

Retentiedak: een dak waar het regenwater op blijft staan al dan niet onder of in de afwerkingslaag.

  1. Bij een “statisch”retentiedak wordt een laag water tijdelijk gebufferd doordat de overstort hoger geplaatst is. Het regenwater stroomt vervolgens geleidelijk af door een extra geknepen (versmalde) afvoer.
  2. Een “dynamisch” retentiedak is voorzien van een besturingssysteem dat op basis van weersvoorspellingen zorgt dat het water geloosd wordt voor een bui.

Schoon verhard oppervlak: dakoppervlakken (geen asbest), groendaken inbegrepen, en/of particuliere erfverhardingen waarvan het hemelwater dat afstroomt, als proper kan worden beschouwd.

Hemelwatertank of -reservoir: reservoir voor het opvangen en opslaan van hemelwater voor hergebruik. Ook een dynamisch retentiedak waaruit structureel hemelwaterhergebruik gebeurt, wordt beschouwd als een hemelwatertank.

Gebruikersequivalent (GE): is het aantal gebruikers waarop een gebouw voorzien is. Afhankelijk van de functie van een gebouw wordt de GE bepaald op basis van het aantal slaapkamers, medewerkers, leerlingen, bedden, gastenplaatsen,opgediende maaltijden, bezoekers. Het gebruikersequivalent kan dus afwijken van het actuele aantal bewoners.

Basisafname: is een volume aan regenwater dat dagelijks nodig is om de gebruikers van een gebouw (gebruikersequivalent)van voldoende regenwater te voorzien voor één kraan type en één toestel type.

Grotere afname: een grotere dagelijkse afname uit de hemelwaterput dan de basisafname door het aansluiten van extra toestellen.

Infiltratie: proces waarbij hemelwater dat van dakoppervlakken en/of particuliere verharde oppervlakken afstroomt, in de bodem sijpelt.

Buffervolume: nuttig waterbergend volume tussen noodoverloop en het laagste punt waar water kan blijven staan.

Noodoverloop: voorziening die aangesproken wordt als het buffervolume niet toereikend is en wateroverlast voorkomt.

Waterdoorlatende en -passerende verharding: een verharding waardoor hemelwater naar de bodem kan infiltreren.

Klimaatrobuuste ingrepen: ingrepen die ruimte creëren voor klimaatadaptatie: hemelwaterbeheer, hittebestrijding en biodiversiteit zoals onder andere het vervangen van verhard oppervlak door beplanting, de aanleg van een groendak, een regentuin.

Verhard oppervlak: daken, verharde buitenruimte, terrassen, waarvan hemelwater tot afstroming komt.

Ontharden: weghalen van verharde oppervlakken inclusief funderingen en onderfunderingen zodat de bodem weer doorlaatbaar wordt. Zo ontstaat ruimte voor groen en regenwater.

Vergroenen: aanbrengen van beplanting waar men onthardt, (bovengrondse) infiltratievoorziening aanlegt, op dakverhardingen of aan gevels.

Beplanting: gewas waarmee de grond of het groeisubstraat is begroeid, waaronder bomen, heesters, klimplanten, dwergstruiken, een- en tweejarigen, vaste planten (zoals varens, kruiden, grassen) en bloembollen.

Soortenrijke beplanting: gevarieerde beplanting van verschillende plantensoorten met extra aandacht voor beplanting die voedsel (nectar, stuifmeel, vruchten), nest- of schuilplaatsen biedt aan dieren.

Inheems plus (of inheems+): is een beplanting, die inheems is in Vlaanderen en waarvan Vlaanderen dus in het natuurlijk verspreidingsgebied ligt of een cultuurvariëteit is van een inheemse soort (bv. langer bloeiende vorm) maar niet-invasief. (Zie www.ecopedia.be - om na te gaan of een wilde plantensoort inheems of geïntroduceerd is en www.ecopedia.be/pagina/uitheemse-invasieve-planten voor de lijst invasieve planten van Natuur en Bos.)

Groene gevel: beplanting op of voor een gevel, met als doel te zorgen voor verkoeling door evapotranspiratie en schaduwwerking. Mogelijke vormen zijn onder andere zelfhechtende klimplanten (direct op gevel), klimplanten geleid langs raster, klimhulp of groeihek, en leibomen tegen muren (de grondgebonden systemen) of beplanting in een substraat tegen de gevel (niet-grondgebonden systemen).

Dit reglement gaat in op 01/01/2023.

Dit reglement eindigt op 31/12/2025.

De ondersteuning wil de klimaatrobuustheid van de stad en de levenskwaliteit van haar bewoners en bezoekers vergroten door in te zetten op het ontharden, aanleggen van groene daken en het bufferen, hergebruiken en infiltreren van hemelwater op privaatdomein. Hierdoor worden hittestress, wateroverlast en verdroging tegengegaan en de biodiversiteit verhoogd.

De ondersteuning wordt verstrekt door stad Antwerpen.

Rechtspersonen en (groepen van) natuurlijke personen, voor zover zij eigenaar of houder zijn van zakelijke rechten van een perceel op het grondgebied van de stad Antwerpen waarop schone dakvlakken en/of schone verharde oppervlakken zijn aangebracht.

Huurders komen ook in aanmerking op voorwaarde dat ze de schriftelijke toestemming hebben van de eigenaar of houders van de zakelijke rechten voor de activiteiten of werken.

Een groep van personen kan één aanvraag indienen waarbij de indiener, rechtspersoon of natuurlijke persoon, een volmacht heeft van de andere deelnemende eigenaren.

7.01 Deze ondersteuning kan aangevraagd worden voor de activiteiten/werken:

Basisondersteuning:

De ondersteuning beloont nieuwe basisingrepen op private percelen van de volgende vier thema’s:

  1. het ontharden en vervolgens vergroenen van verharde oppervlakken, en/of
  2. het vergroenen van dakverhardingen, en/of
  3. het vasthouden, beheren en hergebruiken van hemelwater vanop dakverhardingen, en/of
  4. het ter plaatse vasthouden en infiltreren van hemelwater.

Klimaatadaptatie bonussen:

Bijkomend moedigt de ondersteuning het verhogen van de impact van de genomen ingrepen aan door een extra bonus te geven voor het bereiken van een hoger kwaliteitsniveau.

Nieuwe ingrepen die verdergaan dan basisingrepen, komen in aanmerking voor één of meerdere klimaatadaptatie bonussen voor het verhogen van de positieve impact.

  1. Natuurbonus voor het verhogen van de positieve impact van de ingrepen binnen de basisondersteuningthema’s 1, 2, 3 en 4 op biodiversiteit door het toepassen van soortenrijke beplanting; en/of
  2. Waterbonus voor het verhogen van de positieve impact van de ingrepen binnen de basisondersteuningthema’s 2, 3 en 4 op waterveiligheid en droogtebestendigheid door het toevoegen van extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping en -hergebruik.

Hoe meer kwaliteit gecreëerd wordt op vlak van klimaatadaptatie en hoe groter de omvang van de ingrepen, hoe groter de voordelen en de ondersteuning waarop beroep gedaan kan worden. Vergunningsplichtige ingrepen kunnen ook genieten van een klimaatadaptiebonus wanneer de ambitie en de uitvoering groter is dan het wettelijk opgelegde niveau.

Volgende werken/activiteiten komen niet in aanmerking voor ondersteuning:

  • herstel van bestaande klimaatrobuuste ingrepen;
  • ingrepen in de openbare ruimte waaronder geveltuintjes, geveltonnen;
  • de ingrepen aan particuliere gebouwen die niet vergund zijn of niet in overeenstemming zijn met de van toepassing zijnde regelgeving;
  • het uitvoeren van potentieel betoelaagbare ingrepen bij nieuwbouw en verbouwen, zolang deze beperkt blijven tot de geldende bouwvoorschriften voor (her)nieuwbouw;
  • ingrepen die reeds een korting genoten hebben in het kader van stedenbouwkundige ontwikkelingskost (SOK) – zoals bepaald in het kaderbesluit van 9 maart 2018 jaarnummer 2203 en haar eventuele latere wijzigingen;
  • de aanleg van kunstgras.

7.02 Om de ondersteuning te krijgen moet aan deze voorwaarden worden voldaan:

Algemene voorwaarden

  1. er is in de afgelopen 10 jaar geen ondersteuning verstrekt voor ontharden en vergroenen voor dat deel van het perceel, voor het groene dak, het hergebruik van hemelwater of voor het ter plaatse infiltreren van hemelwater waarvoor nu ondersteuning wordt gevraagd;
  2. de ingrepen worden na realisatie in stand gehouden en doelmatig onderhouden gedurende minstens 10 jaar na oplevering,inclusief het vervangen van mislukte aanplantingen of herstellen van werken. Bij verkoop of overdracht van de zakelijke rechtenop het perceel wordt die verplichting in de authentieke akte opgenomen;
  3. de aanvrager(s) voert op een oppervlakte van tenminste 40 m² basisingrepen zoals opgenomen in artikel 7.01basisondersteuning uit. Ingrepen combineren en samenwerken met andere perceeleigenaars is mogelijk om deze eis van minimale oppervlakte te halen;
  4. indien een aanvrager of een deelnemer aan een groepsaanvraag binnen de 3 jaar na een reeds goedgekeurd ondersteuningsdossier (op basis van het reeds opgeheven reglement en dit reglement) bijkomende ingrepen doet op hetzelfde perceel, dan vervalt bij dat vervolgdossier de eis van minimumoppervlakte aan ingrepen zoals beschreven in artikel 7.02 Algemene voorwaarden punt 3. De voorheen uitbetaalde ondersteuning wordt in mindering gebracht van het maximum verkrijgbaar bedrag;
  5. de ingreep is uitgevoerd volgens de regels van goed vakmanschap;
  6. voor ingrepen zoals opgenomen in artikel 7.01 ontharden en vergroenen, infiltreren en waterbonus geldt dat de subsidieaanvrager zelf verantwoordelijk is voor het adequaat beheren van zijn of haar hemelwater zonder dat er nadelige gevolgen bij omliggende percelen ontstaan. Hiertoe dient de subsidieaanvrager te onderzoeken of de bodemopbouw voldoende is om hemelwater te laten infiltreren.

Specifieke voorwaarden voor basisingrepen

  1. Voor artikel 7.01 ontharden en vergroenen:
    • de opgebroken (open) verharding en eventuele onderliggende lagen (bv zandcement, aangedrukte aarde) zijn vervangen door kwalitatieve teelaarde, aangepast aan de beplanting;
    • het onthard en vergroend oppervlak wordt volledig meegeteld, behalve het oppervlak bedekt met waterdoorlatende of waterpasserende verhardingen (zoals grastegels, steenslag, klinkers met brede voeg) al dan niet met beplanting in verwerkt.
  2. Voor artikel 7.01 vergroenen van dakverhardingen:
    • de subsidieaanvrager is zelf verantwoordelijk voor de bouwkundige staat van het gebouw en de draagkracht van de dakconstructie;
    • indien de ruimte eronder wordt verwarmd, is het dak geïsoleerd. De warmteweerstandscoëfficiënt R van het isolatiemateriaal op het dak bedraagt minimum 4,5 m²K/W;
    • minimum 35 liter buffervolume per m² (op het totale pakket berekend, dus buffervolume substraat inbegrepen);
      • over de volledig aangelegde oppervlakte is minstens (van onder naar boven) een wortelwerende laag, een draineer- (bijplat dak), substraat- en een beplantinglaag aanwezig;
      • de substraatlaag is minstens 6 cm dik, FLL-gekeurd en bestaat uit niet-chemisch materiaal (bijvoorbeeld geen minerale wol of steenwol).
  3. Voor artikel 7.01 hergebruiken van hemelwater:
    • enkel van schone dakoppervlaktes (groendak mag, dak met asbest niet);
    • een basis afname is dagelijks verzekerd door het aansluiten van minimum één kraan en één toestel (bv. toilet,wasmachine);
    • de inhoud van de hemelwatertank is afgestemd op de grootte van het afwaterend oppervlak én de basisafname volgens berekening op www.groenblauwpeil.be/  (waarbij voor eengezinswoningen het “aantal bewoners”gelijk is aan het aantal slaapkamers plus één en voor gebouwen met “andere” functies Bijlage 1 als basis dient voor de berekening van de basisafname);
    • In uitzonderlijke gevallen kan afgeweken worden van de berekening op groenblauwpeil.be, met als rekenparameters:
      • het aantal gebruikersequivalent volgens Bijlage 1 (zie onderaan deze pagina);
      • minimum 50 liter per m² aangesloten dakoppervlak;
      • een jaarlijkse dekking van minimaal 99%;
      • voor de dimensionering wordt het afwaterend oppervlak volledig en, in voorkomend geval, het aangesloten groendak voor 50% meegeteld.
    • de hemelwatertank wordt zo ontworpen en geïnstalleerd dat hergebruik heel het jaar door mogelijk is;
    • de aangesloten kranen dragen een label 'geen drinkwater‘;
    • er is geen contact tussen de hemelwaterleiding en de drinkwaterleiding zodat het hemelwater niet in de drinkwaterleidingen terecht kan komen.
  4. Voor artikel 7.01 infiltreren van hemelwater:
    • de ondersteuning is enkel van toepassing op verharde oppervlaktes waarvan het afstromend water in de bestaande situatie geloosd werd op het openbare rioolstelsel of oppervlaktewater en waarvan het water voortaan naar de infiltratievoorziening zal afwateren; en
    • een minimale buffervolume van 25 liter/m² aangesloten verharde oppervlakte; en
    • een minimale infiltratie van 4 m² infiltratieoppervlak / 100 m² aangesloten verharde oppervlakte (berekend volgens bijlage 2 - zie onderaan deze pagina); en
    • het afwaterend oppervlak wordt volledig meegeteld; en
    • in geval van een ondergrondse infiltratievoorziening krijgt dit een plaats buiten de wortelzones van bomen en struiken.

Specifieke voorwaarden voor de klimaatadaptatie bonussen

Ingrepen komen pas in aanmerking voor de klimaatadaptatie bonussen als er eerst voldaan is aan de voorwaarden uit artikel 7.02 algemene voorwaarden en 7.02 specifieke voorwaarden voor basisingrepen.

  1. Voor artikel 7.01 natuurbonus
    • minstens 40 % van de toegepaste plantsoorten zijn inheems plus;
    • geen enkele plantsoort is dominant (met een bedekking > 50 %);
    • er worden geen invasieve uitheemse soorten toegepast;
    • de beplanting is gelaagd (bijvoorbeeld bodembedekkers met hogere vaste planten of met heesters) om zo een diverse leefomgeving te creëren voor dieren.
  2. Voor artikel 7.01 waterbonus
    • bij een grotere afname uit de hemelwatertank dan de basisafname
      • moet aangetoond worden waar de extra afname voor dient en dat de tank groot genoeg is voor deze grotere afname; en
      • komt het besproeien van groene buitenruimtes niet in aanmerking; en/of
    • het groendak of retentiedak buffert minstens 70 liter/m² hemelwater; en/of
    • de infiltratievoorziening heeft minstens
      • 80 liter buffervolume per m² aangesloten verharde oppervlakte en
      • 12,8 m² infiltratieoppervlak per 100 m² aangesloten verharde oppervlakte (volgens Bijlage 2 - zie onderaan deze pagina) waarbij voor de dimensionering de aangesloten oppervlakte volledig wordt meegeteld; en/of
    • er wordt een niet-grondgebonden groene gevelsysteem geïnstalleerd dat op hemelwater werkt.

Aanvragen kunnen doorlopend ingediend worden. In 2025, het laatste jaar dat dit reglement van kracht is, moeten aanvragen ten laatste op 1 oktober 2025 worden ingediend.

Vrijblijvend advies vooraf

De kandidaat aanvrager kan een adviesgesprek vragen met vertegenwoordigers van de stad. Dit moet 2 maanden voor het indienen van de aanvraag gebeuren. Tijdens het adviesgesprek gaat men dieper in op de beginsituatie van het perceel, wensen en doelstellingen van de kandidaat aanvrager, de geplande ingrepen met betrekking tot de thema's en voorwaarden van een eventuele ondersteuning. De kandidaat aanvrager ontvangt na het adviesgesprek een verslag van het gesprek.

Aanvraag ondersteuning

De ondersteuningsaanvraag moet worden ingediend voor de uitvoering van de ondersteunde werken. De aanvraag verloopt via een online aanvraagformulier en bevat minstens volgende elementen:

  • een duidelijke omschrijving van het doel waarvoor de toelage zal worden aangewend;
  • andere aangevraagde toelagen voor hetzelfde doel;
  • het gewenste type toelage;
  • een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de locatie en van de ingreep of ingrepen met een aanduiding van het aantal vierkante meters op een schets van het perceel;
  • foto’s van de situatie voor uitvoering van de ingreep;
  • indien van toepassing, van de stad verkregen adviesverslag indien het overeenkomt met de aanvraag;
  • informatie over de technische kwaliteiten van de betoelaagbare activiteiten zoals beschreven in artikel 7.1 basispremie en klimaatadaptatie bonussen:
    • voor ontharden en vergroenen: een beschrijving van de op te breken verharding en onderliggende lagen, de toekomstigetype teelaarde en type beplanting; en/of
    • voor groendak: de laagopbouw, waterbergend vermogen, substraatdikte van het groendak en (waar van toepassing) een bewijs dat het dak voldoende geïsoleerd is; en/of
    • voor hemelwaterhergebruik: de dimensioneringsberekening voor de basisafname volgens www.groenblauwpeil.be (inclusief de oppervlakte en type van de aan te sluiten daken, het gebruikersequivalent van het gebouw, het type kraan en het type toestel voor de basisafname), de geplande inhoud van de hemelwatertank (m³ of liter) en de werking; en/of
    • voor infiltratievoorziening: de soort voorziening, buffervolume, noodoverloop en de werking; en/of
    • voor natuurbonus: een aanduiding van het aantal vierkante meters waarvoor men de bonus wil aanwenden met een technische omschrijving van de geplande soortenrijke beplanting; en/of
    • voor waterbonus:
      • een aanduiding van het aantal vierkante meters waarvoor men de bonus wil aanwenden met een technische omschrijving van de extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping op het dak, in de infiltratievoorziening of niet-grondgebonden groene gevelsysteem met daarin minimaal opgenomen:
        • de werking van de systemen;
        • het buffervolume (liter/m²) van het groendak, het retentiedak of de infiltratievoorziening; en/of
        • het dagelijks regenwaterverbruik per m² van het niet-grondgebonden groene gevelsysteem; en/of
      • de dimensioneringsberekening voor een grotere afname dan de basisafname volgens www.groenblauwpeil.be (waarbij alle ingebrachte gegevens dezelfde blijven als voor de basisingreep, behalve dat hier alle aan te sluiten toestellen mee in rekening worden gebracht voor de grotere afname); de geplande inhoud van de hemelwatertank (m³ of liter) en de werking.

Verder dient de volgende informatie over de aanvrager te worden bijgevoegd (of ter beschikking gesteld worden):

  • indien het een rechtspersoon betreft
    • de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de namens de rechtspersoon gemandateerde bestuurder, die ook de aanvraag ondertekent
    • de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de door de raad van bestuur aangestelde gevolmachtigden voor dagelijks bestuur
    • het bankrekeningnummer van de rechtspersoon
    • het BTW-statuut
  • indien het een feitelijke vereniging betreft
    • een lijst van de bestuursleden (indien beschikbaar)
    • de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de aanvrager, die de aanvraag ondertekent en persoonlijk verantwoordelijk is voor de aanvraag en de verdere opvolging en verantwoording van de aanwending van de toelage
    • het bankrekeningnummer van de feitelijke vereniging dat niet het rekeningnummer mag zijn van een natuurlijke persoon
  • indien het een natuurlijke persoon betreft
    • de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de aanvrager, die de aanvraag ondertekent en persoonlijk verantwoordelijk is voor de aanvraag en de verdere opvolging en verantwoording van de aanwending van de toelage
    • het bankrekeningnummer van de aanvrager
  • indien het een huurder betreft
    • schriftelijke toestemming van de eigenaar of houders van de zakelijke rechten voor de activiteiten of werken

De gegevens van de aanvrager zullen uitsluitend worden gebruikt in uitvoering van dit reglement.

De ontvangst en de volledigheid van de ondersteuningsaanvraag wordt bevestigd binnen een termijn van 21 kalenderdagen met een ontvangstmelding.

Wanneer de ondersteuningsaanvraag onvolledig is, stuurt de stad of het district aan de aanvrager een melding waarin wordt meegedeeld dat de aanvraag onvolledig is en dat de nodige aanvullende informatie moet worden overgemaakt binnen een termijn van 60 kalenderdagen.

Als het dossier niet binnen de opgelegde termijn vervolledigd wordt zal de aanvraag geweigerd worden.

Het bevoegde orgaan neemt een beslissing over de toekenning van de ondersteuning binnen een termijn van 90 dagen na de datum vermeld op de ontvangstmelding.

Het bedrag van de ondersteuning bedraagt maximum 50.000,00 EUR.

BASISONDERSTEUNING

De ondersteuning bedraagt een vast bedrag per genomen basisingreep (horizontaal gemeten). De hoogte van dit vast bedrag is verschillend per type ingreep/basisingreep:

  • € 10 per m² voor het ontharden en vergroenen van verharde oppervlakken;
  • € 15 per m² voor het vergroenen van dakoppervlakten;
  • € 15 euro per m² voor het hergebruik van hemelwater vanop dakverhardingen waarbij voor de berekening van de basisondersteuning de aangesloten oppervlakte volledig en, in voorkomend geval, het aangesloten groendak voor 50% wordt meegeteld;
  • € 5 euro per m² voor ter plaatse bufferen en infiltreren van afstromend hemelwater vanop verharde oppervlakken.

KLIMAATADAPTATIE BONUSSEN

De ondersteuning bedraagt een vast bedrag per genomen klimaatbonus ingreep. De hoogte van dit vast bedrag is verschillend per type:

  • € 15 per m² voor natuurbonus;
  • € 15 per m² voor groendak, retentiedak, niet-grondgebonden groene gevelsysteem (verticaal gemeten) of verharding aangesloten op infiltratie met ambitieus buffervolume;
  • € 50 per toegevoegde 100 liter voor het verschil in tankvolume tussen basis afname en de uiteindelijk gerealiseerde grotere afname.

De ondersteuning is niet cumuleerbaar met ondersteuningen van derden of van de stad Antwerpen voor dezelfde bewezen uitgaven. Het totaal van de gekregen ondersteuningen van de ondersteuningverstrekker en derden mag de totale kost van het project niet overschrijden.

Uitbetaling zal binnen 60 dagen na de controle van de volledig ingediende rapportage gebeuren.

De werkzaamheden moeten binnen 12 maanden na het besluit tot toekennen van de ondersteuning zijn uitgevoerd.

Termijn indienen rapportage

Als de werkzaamheden klaar zijn, moet de aanvrager dit binnen 2 maanden melden bij de verstrekker en de rapportage indienen.

De rapportage verloopt via een online aanvraagformulier en bevat minstens volgende elementen:

  • het resultaat van de uitgevoerde werken;
  • andere aangevraagde toelagen voor hetzelfde doel (indien nog niet aangegeven);
  • een exacte omschrijving van de uitgevoerde ingreep of ingrepen met een aanduiding van het aantal vierkante meters op een schets van het perceel en het gebouw;
  • foto’s van de situatie na uitvoering van de ingreep;
  • een kopie van de facturen of kassabons van de betoelaagbare ingrepen.

Verder wordt de volgende informatie over de technische kwaliteiten van de betoelaagbare activiteiten zoals beschreven in artikel 7.01 basisingrepen en klimaatadaptatie bonussen bijgevoegd:

  • voor ontharden en vergroenen: een beschrijving van de uitgevoerde werken (opgebroken verharding en onderliggende lagen, ingrepen rond bodemzorg, de toegepaste teelaarde en type beplanting); en/of
  • technische omschrijving van het groendak met daarin minimaal opgenomen de laagopbouw, waterbergend vermogen, substraatdikte en (waar van toepassing) een bewijs dat het dak voldoende geïsoleerd is; en/of
  • een technische omschrijving van het systeem voor hergebruik (inclusief de oppervlakte en type van de aangesloten daken, het gebruikersequivalent van het gebouw (volgens bijlage 1 - zie onderaan deze pagina), het type kraan en het type toestel voor de basisafname, noodoverloop en de werking), de soort en inhoud van de hemelwatertank; en/of
  • een technische omschrijving van de infiltratievoorziening met daarin minimaal opgenomen de soort voorziening, buffervolume, noodoverloop en de werking; en/of
  • voor natuurbonus: een aanduiding van het aantal vierkante meters waarvoor men de bonus wil aanwenden met eentechnische omschrijving van de toegepaste soortenrijke beplanting of beplantingen met daarin minimaal opgenomen alle toegepaste soorten en hun aantallen, met aanduiding en aandeel van inheems+; en/of
  • voor waterbonus:
    • een aanduiding van het aantal vierkante meters waarvoor men de bonus wil aanwenden met een technische omschrijving van de extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping op het dak, infiltratievoorziening of niet-grondgebonden groene gevelsysteem met daarin minimaal opgenomen:
      • het buffervolume (liter/m²) van het groendak, het retentiedak of de infiltratievoorziening;
      • het dagelijks regenwaterverbruik per m² van het niet-grondgebonden groene gevelsysteem;
      • de werking van de systemen; en/of
    • bij een grotere afname uit de hemelwaterput dan de basis afname: de inhoud van de hemelwatertank (m³ of liter) en de werking (inclusief de lijst van extra aangesloten toestellen).

Als de rapportage onvolledig is, dan moet dit binnen 30 dagen vervolledigd worden.

Op eenvoudig verzoek van de verstrekker bezorgt de aanvrager bijkomende informatie.

De uit te betalen ondersteuning wordt steeds berekend op basis van de effectief uitgevoerde werken, met een maximum van het toegekende ondersteuningsbedrag.

  • deskundig studiewerk in functie van de klimaatadaptatie bonussen (studies inzake stabiliteit en draagkracht, soortenrijke beplanting, regenwaterbeheer, regenwaterinfiltratie, opmaken van een beheerplan...);
  • professioneel ontwerp in functie van de klimaatadaptatie bonussen (inzake soortenrijke beplanting, regenwaterbeheer van het groendak met minimaal 70 liter/m² buffervolume, ontwerp van de bovengrondse infiltratievoorziening met minstens 80 liter/m²buffervolume en 12,8 m² infiltratieoppervlak per 100 m² aangesloten oppervlak);
  • werkuren van aannemers voor de aanleg;
  • materialen voor de inrichting;
  • het afvoeren van uitgebroken verharding voor het ontharden en vergroenen;
  • huurkosten van werkmateriaal.

De ondersteuning is niet cumuleerbaar met ondersteuning van derden of van de stad Antwerpen voor dezelfde bewezen uitgaven.

Het totaal van de gekregen ondersteuningen van de stad Antwerpen en derden mag de totale kost van het project niet overschrijden.

2020_GR_00611

Het reglement 2020_GR_00611 van 26 oktober 2020 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023 met uitzondering van:

  • aanvragen ontvangen voor 1 januari 2023;
  • de toepassing van artikel 8 in het opgeheven reglement waardoor voor werken uitgevoerd voor 1 januari 2023 aanvragen nog kunnen ingediend worden tot 31 december 2024.

De wet van 14 november 1983 ‘betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen’ is van toepassing, evenals alle andere toepasselijke wettelijke regels.

Het Kaderbesluit basisprincipes ondersteuningsbeleid zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 oktober 2020 (jaarnummer595).

Bijlage 1: Berekening gebruikersequivalent van een gebouw (GE) en basisafname

Tabel 1: Berekening gebruikersequivalent van een gebouw (GE)

Functie gebouwFormule om gebruikersequivalent (GE) te bepalen
Eéngezinswoning
GE = (aantal slaapkamers) + 1
Meergezinswoning
GE = (aantal slaapkamers + 1) x aantal wooneenheden
Kantoor
GE = aantal medewerkers x 0,33
School, onderwijsinstelling
GE = (aantal leerlingen x 0,1) + (aantal docenten x 0,5)
Andere:
Fabriek, werkplaats
GE = aantal medewerkers x 0,5
Hotel, pension
GE = aantal bedden + (aantal medewerkers x 0,5)
Camping, verblijfplaats
GE = aantal campingplaatsen x 2
Restaurant
GE = (aantal opgediende maaltijden per dag x 0,25) + (aantal medewerkers x 0,5)
Culturele instelling, bezoekerscentrum, feestzaal, café
GE = (gemiddelde aantal bezoekers per dag) x 0,033
Sportcentrum
GE = (gemiddelde aantal bezoekers per dag) x 0,05
Home, centrum voor specifieke verzorging, gevangenis
GE = (aantal bedden x 1,5) + (aantal medewerkers x 0,5)

Tel bij een gebouw met meerdere functies (bv sport + kantoorruimte) alle relevante rijen op.

Tabel 2: Berekening basisafname

Type hergebruikFormule berekening dagelijks verbruik
Kies 1 type toestel
Toilet
GE x 21 liter per dag
A
Wasmachine
GE x 16 liter per dag
Ander toestel met een dagelijkse afname heel het jaar door
Volgens technische fiche - in afstemming met de ondersteuning verstrekker
Kies 1 type kraan
Poetskraan
GE x 6 liter per dag
B
Tuinkraan voor actief bewaterde buitenruimte
Oppervlakte actief bewaterde groene zone (m²) x 0,34 liter per dag
Tuinkraan voor bewateringssysteem niet-grondgebonden groene gevelsysteem (4 liter per dag per m²)
Oppervlakte niet-grondgebonden groene gevel systeem (m²) x 4 liter per dag
Basisafname gebouw (liter per dag)
A + B

Bereken eerst het GE (gebruikersequivalent) volgens Tabel 1.

Bijlage 2: Het bepalen van de infiltratieoppervlakte in een infiltratievoorziening

Onder infiltratieoppervlakte wordt verstaan de som van de nuttige oppervlakken van de infiltratievoorziening. Met andere woorden de nuttige oppervlakte van de voorziening waarlangs het hemelwater in de bodem kan infiltreren. Hierbij maakt men een onderscheid tussen een
bovengrondse infiltratievoorziening en een ondergrondse infiltratievoorziening.

Bovengrondse infiltratievoorziening

Voor het bepalen van de infiltratieoppervlakte wordt de volledige schuine oppervlakte van het bekken (diepte meer dan 30 cm, deel boven de grondwatertafel en onder de overloop) ingerekend.

Bovengrondse infiltratievoorziening

Bovengrondse infiltratievoorziening

Bron: Technisch achtergronddocument bij de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater (CIW Vlaanderen 2016)

  • Een wadi / infiltratiegracht / infiltratiekom / infiltratieveld is een bovengrondse infiltratievoorziening die verdiept is aangelegd ten opzichte van het maaiveld, met hellende waterdoorlatende zijwanden en een waterdoorlatende bodem.

    Legt u de wadi minder diep dan 30 cm aan of ligt de bodem minstens 30 cm boven de gemiddelde grondwaterstand en is de wadi permanent begroeid, dan telt het gehele horizontale bodemoppervlak van de voorziening mee als infiltratieoppervlak. In alle andere gevallen tellen enkel de oppervlakken van de zijwanden mee als infiltratieoppervlak. Let op: de bodem moet boven de gemiddelde grondwaterstand liggen. Het buffervolume is het volume vanaf de bodem tot de overloop.
     
  • Een regentuin is een bovengrondse infiltratievoorziening met verticale waterdoorlatende zijwanden en een waterdoorlatende bodem. De infiltratieoppervlakte en het buffervolume worden op de zelfde manier berekend zoals een wadi. Een regentuin is permanent begroeid met vaste planten en kan zelfs aangevuld worden met heesters en bomen.
     
  • Een grindstrook of -koffer is een bovengrondse infiltratievoorziening, met verticale waterdoorlatende zijwanden en een waterdoorlatende bodem. Het is een uitgegraven ruimte bekleed met geotextiel en gevuld met grind. Het is zichtbaar op maaiveldniveau en is niet begroeid. In de holle ruimtes tussen het grind wordt het water opgeslagen, waarna het vertraagd kan infiltreren. Het grind biedt interne structuur en stevigheid aan de voorziening. Het grind dient dan ook een voldoende grote fractie te hebben om holle ruimtes te creëren voor het water. De bodem telt niet mee in het infiltratieoppervlak, alleen de zijwanden. De bodem moet boven de gemiddelde grondwaterstand liggen. Het buffervolume is 25% van het volume vanaf de bodem tot de overloop omdat het grind 75% van het volume inneemt.
     
  • Ook een regenvijver (vijver die onderaan ondoorlatend gemaakt is, maar waar bovenaan nog ruimte is voor infiltratie via de wanden) kan een infiltratievoorziening zijn. Voor de berekening van het buffervolume en het infiltratieoppervlak telt enkel het gedeelte van de zijwanden gelegen boven de waterdichte afdichting van de vijver en boven de gemiddelde grondwaterstand mee.

Ondergrondse infiltratievoorziening

Ondergrondse infiltratievoorzieningen slaan tijdens een regenbui water op, dat daarna geleidelijk in de bodem kan infiltreren. Ze hebben een open structuur en zijn omringd met
grof materiaal zoals drainzand, of kiezels. De bodem van deze voorzieningen moet boven de gemiddelde grondwaterstand liggen.

  • Indien men gebruik maakt van een infiltratie via infiltratiekratten (kunststof kratten ondergronds) of infiltratieputten (verticale buizen ondergronds) wordt bij de bepaling van de infiltratieoppervlakte de oppervlakte van de bodem van de infiltratievoorziening niet bijgerekend omdat deze op termijn kan dichtslibben. De zijkanten zorgen nog steeds voor voldoende infiltratie.
     
  • Indien men gebruik maakt van infiltratiebuizen (horizontale buizen ondergronds) worden de 2 zijkwarten van de buis mee ingerekend als infiltratieoppervlak.
Ondergrondse infiltratievoorziening

Ondergrondse infiltratievoorziening

Bron: Technisch achtergronddocument bij de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater (CIW Vlaanderen 2016)

Bereken jouw ideale regenwaterput

Bereken de infiltratiecapaciteit van jouw ingreep