Contacteer stad Antwerpen

REantwerp’s officiële opening in het Antwerpse modekwartier, Kleine Markt 7

REantwerp - team

REantwerp is verhuisd! De nieuwe locatie ligt midden in het Antwerpse modekwartier. Kleine Markt 7 is het nieuwe adres waar ze ontwerpen en produceren in een groter atelier met daarnaast een shop, waar ze hun collecties verkopen. Gedaan met pop-ups, waar de deuren vanwege het grote succes sneller dan voorzien moesten sluiten, omdat hun collectie uitverkocht was.

REantwerp is een sociaal en duurzaam modelabel dat vluchtelingen met een jobachtergrond in textiel een werktraject aanbiedt om hun vakmanschap op te schalen naar high-end fashion. Wanneer ze er klaar voor zijn, stromen ze door naar andere modeateliers in het Antwerpse. 

Lokaal en kwaliteit zijn dus nog twee kernwoorden in de strategie van REantwerp. Ze gaan aan de slag met reststoffen van voornamelijk Belgische modemerken. Soms moeten ze buiten de grenzen sourcen, op zoek naar kwaliteit. Die beperkte meters reststoffen zijn een reden om kleine oplages te realiseren. Maar niet alleen daarom. REantwerp - of Tim Van Steenbergen en Ruth Goossens, hebben een missie.

Zomer 23 startte REantwerp op, op Nieuw Zuid. Nu vind ik jullie hier, in het centrum van de stad

Ruth: “Wij zijn gestart in Circuit, op Nieuw Zuid, een hele fijne omgeving waar we in een toffe cocon konden experimenteren. Maar na een tijd voelden we: we zijn hier uitgegroeid. Ook als commerciële locatie lag het pand ver weg van passage.

We hebben verkocht in pop-ups die super succesvol waren. Eentje in in de Huidevettersstraat, daarna in Hopland. Maar daar misten we telkens de connectie met het atelier. We willen tonen hoe onze collectie wordt gemaakt. Dit pand stond al langer op onze radar, maar was iets te klein. We sloten een deal om er een stuk bij te huren. Zo zijn we hier beland, Kleine Markt 7, vlak bij het modecentrum. Een groter atelier, met aparte stockruimte en een shop ernaast. Dit pand past bij wie we zijn en waar we voor staan.

Met twee extra machines, staat alles nu opgesteld zoals in een regulier productie atelier om voor een aantal stuks in ketting te kunnen werken. Hier kunnen we tien medewerkers opleiden om door te stromen. We bieden retouche voor de eigen kledingstukken aan – het voordeel van een atelier naast de shop. De winkel leent zich ook tot een volgende stap in het traject: onze mensen vaardigheden laten oppikken in verkoop, waar ook veel vacatures in zijn.”

REantwerp is dus ook een integratieproject naar werk.

Ruth: “Ja. De meeste medewerkers blijven maximaal zes maanden bij ons, dan zijn ze klaar voor een job in de sector. We hebben wel een aantal medewerkers vast bij ons, zodat ze de technieken kunnen doorgeven aan de nieuwkomers.”

Hoe bepaalt het werk met nieuwkomers jullie manier van ontwerpen?

Ruth: “De collectie, zo ook het werk, groeit organisch. Bij het ontwerpen houden wij rekening met de graad van expertise van de mensen in het atelier en de stoffen die in voorraad zijn. Dat zijn de ingrediënten van waaruit Tim samen met de medewerkers kledingstukken ontwerpt. Deze collectie evolueert trager dan in het klassieke modesysteem en groeit organisch, omdat het werk moet worden doorgegeven aan mensen die hier toekomen en weer vertrekken. Dus geen nieuwe collectie elk seizoen. Ook daarin zit onze duurzame werking vervat.

Het fijne aan dit project is dat wij creatief kunnen zijn op een nieuwe, verfrissende manier: het is niet de ontwerper die de inspiratiebron of de kleuren van de collectie bepaalt. Wij vertrekken vanuit de mensen en de middelen die we hebben.”

Wat kunnen de vluchtelingen die bij jullie toekomen?

Ruth: “Wanneer medewerkers toekomen, checken we eerst hoe ver ze staan en wat ze nog moeten bijleren. Een test waarbij ze een kraag stikken en een zak opstikken toont ons hoe nauwkeurig ze zijn en of ze met de machines kunnen werken. Als ze potentieel hebben, starten we een traject met hen. Daarin zitten soms grote verschillen: beginnen met hand-, knip- en stikwerk, arbeidsethos bijbrengen of het verder verfijnen van technieken.”

 

Hoe pakken jullie de productie van REantwerp aan, in deze context?

Ruth: “We bouwen vaak verder op één patroon. Zo krijgen de medewerkers het in de hand en kunnen ze dezelfde techniek voor een oversized shirt ook voor een jas of een jurk gebruiken. Dat maakt de productie makkelijker én duurzamer: je hoeft niet steeds nieuwe patronen te ontwikkelen.

We maken veel tijdloze stukken. We creëren opvallende stukken waar we stoffen combineren met verschillende prints. Daarnaast hebben we ook de klassieke white shirt en de black shirt. Al zijn deze steevast uit verschillende stoffen gemaakt, ze ogen toch klassieker. We produceren ook broeken met hetzelfde model, maar met de gebruikte stoffen zien ze er toch telkens anders uit. 

Op deze manier maken we het voor onze medewerkers herkenbaar en makkelijker om te kunnen werken. En beginnen we ons DNA te voelen en te zien, want dat rolt er stilletjes aan in. Het grootste deel van onze collectie is uniseks en dat is ook echt zo in onze verkoop. Daarnaast moeten items van REantwerp mooi passen in een tijdloze garderobe. Daarvoor ontwikkelden we een ‘Classic Collectie’ met stuks die altijd terugkomen. Er wordt ook ruimte gemaakt voor een ‘Atelier Collectie’ met high-end en exclusieve items. Dat kunnen we realiseren omdat we werken met kleine oplages en sommige medewerkers heel goed zijn in handwerk. 

Kwaliteit is superbelangrijk. Daarom moeten onze medewerkers vaak eerst leren vertragen. Wij willen high-end producten afleveren die naast andere designermode kan staan. In de praktijk komt dat neer op oefenen tot je het kan. Niet iedereen haalt hetzelfde niveau. Maar dat is niet erg, er is ook retouchewerk en andere jobs in de mode-industrie. Maar onze medewerkers moeten een kwaliteitslevel halen.

Vorig jaar hebben wij 100 profielen getest en slechts 20 profielen behouden. Dat is best wel een grondige selectie, waar veel tijd in kruipt.

Met het sociale luik van dit project doet REantwerp een stukje werk van de overheid. Mag ik er hier een lans voor breken? De trajecten die we met deze mensen opstarten zijn bijzonder waardevol. Ze krijgen hier een toekomst, maar er staat ook een kostenplaatje tegenover waarvoor je moet kunnen blijven rekenen op subsidies. Want intensieve begeleiding is nodig en wanneer onze medewerkers  het juiste niveau bereiken, stromen ze door naar een job. Van onze tien medewerkers zijn er altijd een aantal zich nog aan het inwerken.”

Dit sociale modeproject rijmen met een businessmodel. Geen evidentie, lijkt me

Ruth: “Onze collectie is succesvol. De verkoop loopt heel vlot. Daar zit veel potentieel. Met de laatste pop-up verkoop zijn we half mei moeten stoppen omdat alles uitverkocht was. Supertof, zeker, maar dat zegt wel iets over onze productiecapaciteit.

De uitdaging nu is de productie op punt zetten zodat we onze verkoop niet afremmen. 

Wij hebben gekozen om een sociaal en duurzaam label te zijn. Dit concept break-even krijgen is niet evident, want onze prioriteit ligt in het klaarstomen van onze medewerkers voor de arbeidsmarkt en dat vraagt tijd. Tijd die we ook nodig hebben voor de productie. Hier zitten we dus met een flinke spagaat.

We moeten ons productiemodel herbekijken en schakelen, een volgende stap zetten naar consolidatie. We bekijken nu of andere ateliers, waar onze mensen naar doorstromen, tijdens luwe periodes een deel van onze productie kunnen opnemen. Zo kunnen wij onze quota verhogen terwijl we hier de druk van de ketel halen en de andere ateliers hun mensen niet op tijdelijke werkloosheid dienen te zetten.”

Naar welke modedesigners zijn jullie medewerkers al doorgestroomd?

Ruth: “Dat is heel divers. Ze stromen zeker niet allemaal door naar de ontwerpers, al gingen er al medewerkers naar Christian Wijnants, Dries Van Noten en Essentiel. Soms  als interim, soms vast. Er zijn ook medewerkers die liever uitvoerend werk doen en zich beter voelen in een productie-atelier, maar ook een strijk- en retoucheatelier is mogelijk. Het kan gebeuren dat een medewerker tijdens het traject beseft dat de mode-industrie hem toch niet ligt. Ook dat kan, al is het jammer. Dan bekijken we samen nieuwe pistes en begeleiden we hen verder naar verkoop of zelfs horeca.”

Welke samenwerkingen hebben jullie al opgestart?

Ruth: “We hebben een collab gehad met concept store Graanmarkt 13. Die samenwerking klopte omdat we eenzelfde idee hebben over tijdloze mode. Met een deel van hun en onze deadstock, hebben we een collectie gemaakt die bij de shop paste. 

Voor de shop van het ModeMuseum maken we tassen van banners uit het MoMu en we verkopen er ook een serie T-shirts. We tasten momenteel af of we iets kunnen samendoen het Fomu, maar daar nog niks concreet.

Op 13 September start een samenwerking met Museum Plantijn Moretus. Het museum wilde de vrouwen van Plantijn Moretus meer in het daglicht zetten. We hebben zeven silhouetten gemaakt, geïnspireerd op die vrouwen. Geen historische kostuums, wel een vertaling van wat die vrouwen zouden dragen, gebaseerd op hun levensverhaal. Voor elke jurk vertrokken we vanuit het mannenhemd, omdat de vrouwen door de geschiedschrijving te lang in de schaduw van mannen bleven. Het resultaat is supermooi geworden, met heel veel handwerk van onze medewerkers.

En dan is er nog de Mariamantel. Er is een oproep gelanceerd naar alle Antwerpenaren om stoffen in te zamelen met een bijzonder verhaal. Dat hoefden niet per se waardevolle stoffen te zijn, zolang er maar een mooi verhaal aan gelinkt was. De verhalen zijn opgetekend en uit die stoffen hebben we een mantel voor het Mariabeeld in de Kathedraal gemaakt. Extra groot, waardoor het een beschermmantel kan zijn voor iedereen die er nood aan heeft. 

Wij krijgen superveel aanvragen om samen te werken. Helaas moeten we selectief zijn;  er is de eigen productie die roept en uiteraard moet elke samenwerking ook juist aanvoelen. Dus ja, we zijn heel kieskeurig.”

Jullie hebben sinds vorig jaar een Belgian Fashion Award op zak. En dit jaar alweer een nominatie.

Ruth: “Een beetje een verrassing. Hadden we niet zien aankomen. Vorig jaar wonnen we de Changemaker of the Year Award. Dat is heel fijn, want dat betekent dat REantwerp werd opgepikt. In België, maar ook internationaal, want in de jury vorig jaar zat als voorzitter: trendwatcher Lidewij Edelkoort.

Dit jaar zijn we geselecteerd voor ‘Emerging brand’ terwijl we in ons hoofd geen nieuwkomers meer zijn, we zijn allebei al zo lang bezig. Maar als concept, als merk vinden we die erkenning heel fijn om te krijgen, iets te kunnen betekenen in het Belgische modelandschap en ook internationaal een voorbeeld te kunnen zijn.