In een wormenbak kan je composteren zonder dat je een tuin nodig hebt.

Ook voor niet-zo-handige-harry's

Zelf een wormenbak maken is helemaal niet moeilijk. Het enige dat je ervoor nodig hebt zijn 3 in elkaar passende plastic bakken, een deksel en een boormachine met boor van 5 of 6 mm.

• Op de bodem van 2 van de 3 bakken teken je een raster van horizontale en verticale lijnen die zo’n 4 cm uit elkaar liggen.
• Op elk kruispunt van de lijnen boor je een gaatje van zo'n 5 mm doorsnede. Doe het wel voorzichtig zodat het plastic van de bakken niet scheurt.
• De scherpe kantjes aan de gaatjes kan je een beetje wegschuren met schuurpapier.
• De bak zonder gaatjes komt onderaan.
• Daarin schuif je de twee bakken waarin je gaatjes boorde.
• Nu heb je nog compostwormen nodig en gft-afval en het composteren kan beginnen.

Wormen aanvoeren

In een wormenbak wordt het afval verteerd door bacteriën, schimmels, micro-organismen en wormen. Die wormen zijn geen regenwormen, maar strooiselwormen. Ze zijn kleiner dan regenwormen, ongeveer 8 cm lang en donkerder van kleur dan de rozige regenworm. Die wormen kan je het best uit een compostvat, composthoop of wormenbak van een vlijtige composteerder halen. Naast het EcoHuis is er een goed werkende composthoop waar je tijdens de openingsuren van het EcoHuis altijd naar wormen kan komen vissen. Start je wormenbak op met zo’n 2 liter aan halfverteerde compost waarin zo’n 20 wormen zitten. Verzamel vooraf al wat gft-afval dat je bovenop de compost met wormen in je wormenbak legt.

Heb je veel vers keukenafval dan kan je grote bakken gebruiken, bijvoorbeeld van 60 cm x 40 cm x 40 cm. Heb je niet zo veel groente- en fruitafval dan kies je beter voor wat kleinere bakken. Wanneer je niet zo veel plaats hebt, maar wel veel groenafval, kan je ook meer dan 3 bakken op elkaar stapelen. Koop dan nog twee plastic bakken extra waarin je ook gaatjes boort.

Wormensap

Let er wel op dat je enkel onverwerkt groente- en fruitafval aan je wormpjes geeft. Spaghettirestjes of een boterham horen bij het restafval en niet in de wormenbak.

Keukenafval bestaat voor het grootste deel uit vocht. De wormen zetten dat om in percolaat. Het vocht sijpelt dan naar de onderste bak, waarin je dus geen gaatjes maakte. Haal dat vocht elke twee weken uit de onderste bak van je wormenbak. Percolaat is een perfecte natuurlijk plantenvoeding die je sterk verdund aan je planten kan geven.

Wormen in de keukenkast

Net als in de grond hebben compostwormen in de wormenbak lucht, voedsel en wat warmte nodig. Daarom is een plek waar het niet vriest en niet heel erg warm wordt de beste standplaats voor een wormenbak. Een ingesloten balkon, een kelder, garage, gang of inkomhal zijn het meest geschikt om een wormenbak te zetten. Het actiefste zijn wormen bij een temperatuur tussen 15 en 25 graden, zoals bijvoorbeeld in de keuken. Een goed werkende wormenbak stinkt niet, dus kan je ook een plaats geven in je keukenkast. Vorst of temperaturen boven de 30 graden kunnen fataal zijn voor de wormen.