Eind van de 19de eeuw. Achter winkelgalerij ’t Hoefijzer bevindt zich een touwslagerij zo groot als een half voetbalveld.
Touwslagers fabriceren er kabels en scheepstrossen op lange ‘lijnbanen’. Maar er werken ook zogenaamde teerders. Zij maken scheepstouwen weerbestendig met kokende, vette teer. Een smerig werkje. En van de stank nog maar gezwegen!
Tegen de avond keren de mannen vuil en besmeurd huiswaarts langs deze gang, de personeelsuitgang. Van douches op het werk is nog geen sprake. De Merksemnaren spreken algauw van het ‘Vetstraatje’.
De hoofdpoort van de touwslagerij ligt in de Van Aertselaerstraat (nummer 17). Daar vind je nu dienstencentrum ‘De Zeelbaan’, naar een oud woord voor touwslagerij. In de ‘Corderie & Ficellerie de Merxem’ werden niet alleen touwen voor de scheepvaart, maar ook naaigarens en artikelen in zeildoek vervaardigd.