Welkom!

Antwerpen.be maakt gebruik van cookies. Aan de hand van die cookies verzamelt en analyseert Antwerpen.be informatie over uw bezoek. Genieten van een optimale A-ervaring? Bevestig met alle cookies toestaan. Stel voorkeuren in en bepaal welke informatie u met Antwerpen deelt. Houd er rekening mee dat bepaalde media enkel beschikbaar zijn indien u de cookies ervan aanvaardt. Antwerpen.be bewaart cookievoorkeuren. U kan ze aanpassen via cookies beheren. Meer weten? Raadpleeg onze Cookieverklaring. Antwerpen.be waardeert uw vertrouwen en wenst u een verrijkende surfervaring toe!

stad Antwerpen

Aanpakken van discriminatie op arbeidsmarkt

Stad Antwerpen voerde samen met de UGent de eerste praktijktesten uit rond discriminatie op de arbeidsmarkt. Na die eerste fase, de nulmeting, komen er acties in samenwerking met de stakeholders.

Nulmeting geeft genuanceerd beeld

De praktijktesten zijn voor de stad Antwerpen een speerpunt in de strijd tegen verschillende vormen van discriminatie.

De eerste resultaten van de nulmeting door een onderzoeksteam van de UGent leveren een genuanceerd beeld op.

  1. Kandidaten met een niet-Vlaams klinkende naam krijgen 17% minder positieve reacties bij hun sollicitaties dan kandidaten met een Vlaams klinkende naam.
  2. Oudere kandidaten krijgen 11% minder positieve antwoorden dan kandidaten die 6 tot 12 jaar jonger zijn.
  3. Positief is dat er geen discriminatie is vastgesteld op basis van seksuele geaardheid en gender.

Etnische afkomst, leeftijd, seksuele geaardheid en gender

Seksuele geaardheid en gender zijn geen gronden voor structurele discriminatie op de Antwerpse arbeidsmarkt. Slechter nieuws is dat kandidaten met een niet-Vlaams klinkende naam een zesde minder positieve reacties kregen dan sollicitanten met een Vlaams klinkende naam.

Naast etnische verschillen zijn er ook verschillen in leeftijd. Zo blijkt dat kandidaten vanaf een leeftijd van 36 jaar een tiende minder kans hebben op een positieve reactie dan kandidaten die 6 tot 12 jaar jonger zijn. Voor een uitnodiging voor een gesprek is dat zelfs een vijfde minder kans.

Er zijn ook opvallende verschillen tussen sectoren. In de sectoren groot- en detailhandel en vervoer en opslag is discriminatie op basis van leeftijd vastgesteld. Bij administratieve en ondersteunende diensten gaat het om discriminatie op basis van etnische afkomst. Op het niveau van de sectoren industrie en de bouwnijverheid is geen statistisch significante discriminatie vastgesteld.

Infographic met de belangrijkste resultaten.

2880 sollicitaties op 1440 vacatures

Het onderzoeksteam van professor Stijn Baert van de UGent voerde de praktijktesten uit. Er werden 2 880 fictieve sollicitaties uitgestuurd naar 1 440 echte vacatures.

De praktijktesten gebeurden op sectorniveau, in de vijf grootste sectoren in Antwerpen:

  • de industriesector
  • de bouwnijverheid
  • de groot- en detailhandel
  • de sector vervoer en opslag
  • de sector administratieve en ondersteunende diensten

Er werd getest op:

  • etnische afkomst
  • leeftijd
  • seksuele geaardheid
  • gender

Hoe gebeurde de test?

De onderzoekers werken met correspondentietesten. Dat betekent dat twee kandidaat-sollicitanten via e-mail reageren op dezelfde vacature. De cv en motivatiebrief die ze versturen zijn hetzelfde, maar de kandidaten verschillen op basis van één van de geteste discriminatiegronden.

Een voorbeeld is een sollicitant met een Marokkaans klinkende naam en een sollicitant met een Vlaams klinkende naam die op dezelfde vacature reageren. Of een sollicitant van 50 jaar en een sollicitant van 38 of 44 jaar.

Zo wordt duidelijk wat de kans op een positief antwoord is voor de verschillende doelgroepen.

Een positieve reactie op de sollicitatie kan een uitnodiging voor het gesprek zijn, een vraag naar meer informatie of een uitnodiging voor een alternatieve positie binnen het bedrijf.

Wat zijn de volgende stappen?

De stad kiest voor een duidelijke en gefaseerde teststrategie.

  • De resultaten zijn de nulmeting die gebeurde zonder medeweten van de bedrijven.
     
  • Nu start de tweede fase waarbij in overleg met de belangenorganisaties van minderheidsgroepen, werknemersorganisaties, werkgeversorganisaties en sectorfederaties een verbeterplan wordt uitgerold met concrete acties rond informeren en sensibiliseren.
     
  • Na de uitrol van het verbeterplan volgt een tweede meting, die moet aantonen of de acties uit het plan effect gehad hebben.