Contacteer stad Antwerpen

Een handvol mensen bleef nog lang napraten.district Borgerhout

“Over de oorlog mochten wij niets vragen”

Hoe was het leven in Borgerhout onder de Duitse bezetting? In het kader van Littekens van Borgerhout gingen senioren daarover met elkaar in gesprek. Vooraf luisterden ze naar een geanimeerd verhaal over het verloop van de Tweede Wereldoorlog. 

Zo’n 20 senioren trotseerden regen en wind en zakten af naar het Borgerhoutse districtshuis voor een gespreksnamiddag over de Tweede Wereldoorlog. Sommigen waren geboren in de oorlogsjaren, anderen erna. Maar al hun families hadden een oorlogsverhaal, al werd daar soms jarenlang over gezwegen. Uit de verhalen die ze wel konden navertellen, bleek dat de oorlog niet voor iedereen op dezelfde manier is verlopen.

Deportaties van Joodse Borgerhoutenaren

Om het verhaal van de Tweede Wereldoorlog helder te vertellen, was ook Marc Weyns erbij. Marc is een van de initiatiefnemers van de struikelstenen in Deurne. Die plaatjes in de grond zijn kleine herdenkingsmonumenten voor slachtoffers van het nazisme. Speciaal voor deze namiddag verdiepte Marc zich in de oorlogsjaren van Borgerhout. In zijn verhaal belichtte hij ook de internationale evoluties waartegen de lokale gebeurtenissen zich afspeelden.

In Antwerpen vielen op 10 mei 1940 de eerste twee burgerdoden op een zandweg op de grens van Borgerhout en Deurne. Ze kwamen om bij Duitse bombardementen op de nabijgelegen luchthaven. Er zouden nog vele duizenden mensen omkomen in Antwerpen. En daarnaast stierven vele inwoners van de stad op andere plekken, zeker ook in de Duitse concentratiekampen. Vanuit Borgerhout werden Joodse burgers gedeporteerd en er werden verzetslui opgepakt.

Valse paspoorten maken 

Ook het dagelijkse leven bracht Marc aan bod, zoals het voedseltekort en de rantsoenzegels. “’Manneke, gij hebt geen oorlog meegemaakt’, zei mijn vader als ik als kind mijn bord niet wilde leegeten.” In Borgerhout zat Cinema Roma afgeladen vol voor filmvertoningen, onder meer met danseres en zangeres Marika Rökk. De bezetter wilde dat het rustig bleef, en dan kon een filmvertoning helpen. Wel kregen de bioscoopgangers voor de film nog wat Duitse propaganda te verwerken.  

Na het boeiende verhaal van Marc – hij had gerust nog een uur langer kunnen doorgaan – kwamen ook de aanwezige senioren met hun oorlogsverhalen. Die vertelden ze aan elkaar aan 4 gesprekstafels, met een moderator erbij. Zo werd duidelijk dat elk gezin een eigen oorlogsverhaal heeft. De ene familie leefde ondergedoken omwille van haar Joodse wortels. “Uit verveling maakte mijn moeder valse paspoorten voor Antwerpenaren die in Frankrijk werkten aan de Atlantikwall”, vertelde Jettie. Haar nonkel werd vermoord in Auschwitz en krijgt binnenkort een struikelsteen. De andere familie werd dan weer geconfronteerd met de naoorlogse vervolging van collaborateurs, of van wie daarvoor werd aanzien. “Mijn vader was voor de Duitsers, maar na de oorlog wilde hij daar nooit over praten.” 

De Jodenvervolging blijft tot vandaag mensen beroeren, merkt Alain. “Ik woon in de Langstraat, waar mijn buurvrouw al sinds 1942 woont. Als 6-jarige zag ze hoe haar Joodse buren uit hun huis werden gesleurd. Voor haar was dat een bijzonder traumatische ervaring waar ze nu nog over spreekt.”

Schuilen in de schuif

Aan eten komen was een grote bekommernis voor de meeste mensen. Zo kon je met rantsoenzegels zogenaamd oorlogsbrood kopen, wat niet door iedereen werd gesmaakt. “Maar ik lustte dat graag”, aldus Bea die in de oorlog werd geboren. “Mijn moeder moest dus geen moeite doen om voor mij aan witbrood te geraken. Ze vond mij een gemakkelijke.” Wie familie had op den buiten zag zich vaak verzekerd van verse groenten. 

Na de oorlog zorgden de V-bommen nog bijna een half jaar voor angst in de stad. Een van de aanwezigen sliep als jong kind in een schuif van een kast in de kelder. Bij bomalarm ging de schuif dicht, met kind erin. Wie ouder was, kon zelf een schuilplek zoeken. “Ik dook onder de tafel. Alleen lag ik er blijkbaar alleen met mijn hoofd onder. De rest van mijn lichaam stak eronderuit”, vertelde een vrouw lachend. Als kind was de oorlog niet alleen kommer en kwel, herinnerde Irma zich. Verschillende vrouwen van afwezige soldaten zochten bij gevaar met hun kroost een schuilplaats in de chocoladefabriek van Martougin (vroeger op de hoek van de Helmstraat en Schapenstraat). De kinderen vonden er heel wat speelkameraadjes.

Soldaten die thuiskwamen, hadden in hun bagage heel wat leed. “Mijn schoonvader zag hoe het schip met zijn vrienden erop werd gebombardeerd”, vertelde Martine wiens dochter Eveline ook van de partij was. “Hij zat normaal gezien ook op die boot. Nooit heeft hij erover gepraat, ook niet waarom hij doodsbang was van de omheining van een weide. De prikkeldraad maakte duidelijk iets in hem los. En van de bomma mochten wij er niets over vragen.” Haar familiegeschiedenis raakt Eveline, ze wil dan ook verder onderzoek doen in Kazerne Dossin.