Koloniale littekens in Antwerpen & Borgerhout
In verschillende teksten op deze website belichten we het koloniaal erfgoed in Borgerhout. Maar eerst zoomen we kort uit naar het Belgische koloniale verleden, en met name ook de rol van Antwerpen daarin.
Miljoenen Congolezen stierven onder het koloniale schrikbewind van de Belgische vorst Leopold II tussen 1885 en 1908. Velen stierven ten gevolge van geweld en oorlogen, maar de meesten lieten het leven als gevolg van ondervoeding en ontbering door de intensieve rubberoogst en ziektes. Na de periode van Kongo-Vrijstaat als persoonlijk bezit van Leopold II, werd Congo een kolonie van de Belgische staat tot aan de onafhankelijkheid in 1960. In dezelfde periode werd ook Ruanda-Urundi een Belgische kolonie. Ook deze periode werd gekenmerkt door onderdrukking, uitbuiting en racisme jegens de Congolese en Rwandese bevolking. De bevolking werd onder andere gedwongen ingeschakeld in de mijnbouw en landbouw in de regio.
Dit Belgische koloniale verleden heeft littekens achtergelaten over heel België. Straatnamen, standbeelden, gebouwen… op veel verschillende manieren is deze geschiedenis tot vandaag aanwezig in het straatbeeld. In totaal bevinden er zich minstens vijftien straatnamen en zes monumenten verbonden aan de Belgische kolonisatie van Congo in de Antwerpse openbare ruimte. Ook in Borgerhout zijn er littekens van het koloniale verleden te vinden.
De kolonisatie van Congo en de Antwerpse zakenwereld
Om de littekens in Borgerhout en Antwerpen te begrijpen is het belangrijk om aandacht te besteden aan de Antwerpse rol in de kolonisatie. Bij het ontstaan van Kongo-Vrijstaat in 1885 was Leopold II op zoek naar investeerders. Er was nood aan Belgische bedrijven die Congolese filialen oprichten om de Congolese grondstoffen te ontginnen. Veel grote Belgische banken en bedrijven wilden niet meewerken aangezien de kolonisatie van Congo in de beginjaren niet winstgevend was. De Antwerpse handelskamer daarentegen stapte direct mee in het koloniale project. Zo werd de ‘Société Anversoise du Commerce au Congo’ opgericht om dit mee in goede banen te leiden. Na 1908 en het ontstaan van Belgisch Congo bleef de Antwerpse zakenwereld een belangrijke rol spelen. De Antwerpse handelskamer richtte in 1911 een monument op in het stadspark ter ere van de kolonie.
Ook de Antwerpse haven speelde een belangrijke rol in de exploitatie van de kolonie. Zowel in de periode van Kongo-Vrijstaat als in de periode van Belgisch-Congo was de haven van Antwerpen een tussenstop voor Congolese grondstoffen. In de periode van Kongo-Vrijstaat ging het hoofdzakelijk over ivoor en rubber. Ten tijde van Belgisch-Congo was er een verschuiving naar mijnbouw in de kolonie. Zo was Congo in 1929 de grootste producent van onder andere kobalt en diamant. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Congolees uranium gebruikt voor het ontwikkelen van Amerikaanse atoombommen.
Deze exploitatie van Congolese grondstoffen verrijkte de in Congo actieve ondernemers enorm. In Antwerpen is deze toen opgebouwde rijkdom nog steeds zichtbaar in enkele toen opgerichte kantoorgebouwen en hoofdzetels van de bedrijven en in enkele grote woningen gebouwd of gerenoveerd door de in Congo actieve ondernemers.
Neokolonialisme in Congo
De buitenlandse exploitatie en uitbuiting van Congo en de grondstoffen aanwezig in het land loopt verder tot vandaag. De Democratische Republiek Congo is één van de armste landen ter wereld. In 2018 leefde 72 % van de Congolese bevolking in extreme armoede, dat betekent dat 72 % van de bevolking rondkomt met minder dan 2,25 euro per dag. Dit staat in scherp contrast met de enorme natuurlijke rijkdom van het gebied. Zo is ongeveer 70 % van het wereldwijde gebruikte kobalt, een metaal cruciaal in de productie van onder andere batterijen, afkomstig uit het land. De kobaltontginning is echter in handen van Europese en Chinese bedrijven. Zij maken enorme winsten op deze ontginning zonder dat de rijkdom terugstroomt naar de Congolezen die werken voor de bedrijven of naar de regio waarin ze zich bevinden
De Antwerpse wereldtentoonstellingen
Op de Antwerpse wereldtentoonstellingen werd het belang van de Belgische ‘beschavingsmissie’ in Congo benadrukt. In 1885 was er bijvoorbeeld een ‘Congodorp’ met 13 Congolezen die overgebracht werden. Zij werden gekleed om hun primitiviteit te benadrukken en dus de nood aan het brengen van ‘beschaving’ in het gebied te benadrukken. In 1894 was er opnieuw een ‘Congodorp’ met deze keer 144 Congolezen. Het dorp bevond zich aan het huidige Museum van Schone Kunsten dat tijdens de expo als koloniaal paleis werd gebruikt. Van deze 144 Congolezen vielen 44 ziek tijdens de wereldtentoonstelling, acht mannen lieten uiteindelijk het leven. Zij werden in eerste instantie begraven op een begraafplaats op het Kiel. Later verhuisden de stoffelijke overschotten naar een ongemarkeerd massagraf op het Schoonselhof. Daarnaast werd er op de expo’s ook aandacht besteed aan de rijkdommen van Congo. Ivoor, rubber en goud kregen een prominente plaats in de tentoonstelling. Op deze manier wilde men de financiële voordelen van de kolonisatie duidelijk benadrukken.
Op de Antwerpse wereldtentoonstellingen van 1885, 1894 en 1930 was er telkens veel propaganda voor het koloniale project. Dit propaganda-offensief was onder andere een gevolg van de tegenkanting tegenover de kolonisatie vanuit de Belgische bevolking. De Belgische arbeiders leefden in zware omstandigheden en zagen de kolonisatie van Congo als een grote onnodige financiële investering. Tijdens de expo’s was er dan ook veel aandacht voor de winsten die gemaakt werden uit de handel van producten als ivoor, goud en rubber. Op deze manier werd de winstgevendheid voor de Belgische kolonisator benadrukt. Daarnaast was er ook kritiek vanuit de socialistische partij op de vreselijke behandeling van de Congolezen. Ook ten tijde van Belgisch-Congo werd dit propaganda-offensief verdergezet. De Belgische staat probeerde onder andere de Belgische kijk op de onpopulaire Leopold II te veranderen. Er was niet enkel kritiek vanuit België op de kolonisatie van Congo. Ook internationaal waren er kritische stemmen. Ten tijde van Kongo-Vrijstaat betrof het hoofdzakelijk kritiek vanuit Groot-Brittanië op de enorme brutaliteit van het regime ten tijde van Kongo-Vrijstaat.
De tentoonstellingen van 1885 en 1894 vonden beide plaats op de locatie van wat nu de buurt ‘Het Zuid’ is. In de buurt zijn er dan ook redelijk wat koloniale littekens terug te vinden. Zo zijn er straatnamen als de Lambermontstraat, Coquilhatstraat en de Baron Dhanislaan verwijzend naar enkele belangrijke figuren bij het begin van de kolonisatie.
Het koloniaal erfgoed in Borgerhout
Ook in Borgerhout zijn er littekens terug te vinden van het Belgische koloniale verleden. Enkele straatnamen, maar ook een grafmonument en gedenkplaat. In totaal verwijzen vier Borgerhoutse straatnamen naar oud-kolonialen of mensen met een sterke verbinding met het koloniaal verleden. Daarnaast is er net voorbij de Borgerhoutse grens in Stuivenberg nog het ‘Kongoblok’ begrensd door de Lange en Korte Kongostraat. Hier bevindt zich een oud klooster/rusthuis van de missionarissen van Maria. Van deze congregatie trokken er zusters naar Congo om deel te nemen aan de katholieke missies.
Opvallend is dat drie van de vier Borgerhoutse straatnamen zich in Borgerhout extra-muros bevinden. Dit deel van Borgerhout is pas later ontwikkeld, vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog. Als gevolg werden er nieuwe straten getrokken en benoemd. In diezelfde periode was er een propaganda-offensief vanuit de Belgische overheid om een positieve kijk op de kolonie te creëren bij de Belgische bevolking. Zeker de Sergeant De Bruynestraat en Luitenant Lippenslaan moeten vanuit deze context bekeken worden, net als de gedenkplaat op het districtshuis. De Vinçottestraat is een uitzondering. Het betreft een straatnaam die in 1920 werd aangepast in Borgerhout intra-muros. Verder is er nog steeds een afdeling van de Congregatie van de missionarissen van het Heilig Hart die sinds 1924 actief zijn in Congo. Op de begraafplaats in Silsburg is er een grafmonument ter ere van overleden missionarissen van de congregatie. De congregatie is nog steeds actief in de Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart parochie in Borgerhout.
Meer lezen?
Bas De Roo, historicus en onderzoeker, komt aan het woord in het artikel 'Antwerpen is een koloniale stad', gepubliceerd op de website van de Hendrik Conscience erfgoedbibliotheek.
Meer lezen over de Wereldtentoonstellingen kan in het artikel 'De menselijke zoo van Tervuren (1897)' op de website van het AfricaMuseum.