Waarom vellen we soms bomen in het Te Boelaarpark?
Soms vellen we in het Te Boelaarpark bomen. Vaak omwille van de veiligheid. Dit zijn bomen die dood zijn of een zeer slechte conditie hebben, waardoor de kans bestaat dat er takken uitbreken of de volledige boom om zal vallen. Lees hieronder alles over de aanpak.
Volgens beheerplan
De gevelde bomen worden niet één op één vervangen, omdat dit niet altijd mogelijk is. De groendienst plant ook niet enkel aan als er bomen worden geveld maar plant heel het jaar door aan volgens het beheerplan.
Een nieuwe aanplant zal soms niet werken, omdat de omliggende bomen te dominant zijn en waarschijnlijk ook mee de oorzaak zijn van het afsterven van de vorige boom. Op de meeste locaties in de boszones, is er natuurlijke verjonging aanwezig. Tijdens zijn leven zorgt de boom voor enorm veel nakomelingen, maar gemiddeld gezien zal er maar één van deze nakomelingen de plek kunnen opeisen van de gestorven boom. De meeste nakomelingen zullen weggeconcurreerd worden en afsterven. Sommigen zullen een plekje van een andere boom kunnen invullen.
Meeste slaagkans
Stad Antwerpen verkiest altijd de zaailingen van de bomen boven een heraanplant. Deze bomen zijn gratis en zijn bovendien het best aangepast aan de omstandigheden (de ouders zijn van dezelfde omgeving) en hebben ze de meeste slaagkansen. Het risico wordt ook enorm verspreid, als er één sterft is er nog steeds een andere die het kan overnemen.
Bosgoed
Als er geen natuurlijke verjonging aanwezig is, dan verkiezen we in de bospercelen voor bosgoed. Bosgoed heeft veel voordelen tegenover kluitbomen. Het is goedkoop (plaatsen en aanslag onderhoud), gemakkelijk om te plaatsen (geen zware machines)en beter voor het milieu (geen grondverplaatsing). Het zorgt nauwelijks voor bodemverstoring en bosgoed is niet veredeld.
Het enige voordeel dat hoogstammige kluitbomen hebben, is dat ze een kleine voorsprong hebben tegenover bosgoed en dat ze wat meer groenvolume hebben. Dat groenvolume kan op een veld of in een straat wel effect hebben, maar in een parkbos heeft het nauwelijks invloed op het bestaande groenvolume.
Op de grasvelden of belangrijke zichtassen verkiest de groendienst hoogstammige kluitbomen, omdat deze al wat meer groenvolume hebben.