Contacteer stad Antwerpen

Sigrid Spinnox
Wapenschild van Deurne

De geschiedenis van Deurne

Wil je meer weten over het ontstaan en de geschiedenis van Deurne? Lees dan hieronder meer. 

200: Oudste sporen van nederzetting in Deurne

Deurne is als vestigingsplaats voor deze streek zeer oud. Het jammere is dat we hierover zeer weinig weten en door het uitblijven van een systematisch bodemonderzoek blijft deze kennis miniem. In 2015 werden er bij opgravingen aan het Eksterlaar sporen gevonden van zes gebouwen die uit de Romeinse tijd afstammen. Eén gebouw dateert zelfs uit de derde eeuw.

693: Thurnini 

‘Thurnini’ zou de oorspronkelijke naam zijn van het gebied waaronder Deurne viel. De echtheid van deze informatie is nooit bewezen. De versterking ‘Thurnini’ was gelegen aan de Schelde in de monding van de Schijn, op een stuifzandheuvel of terp. Deze heuvel was half in het water gelegen. De streek rond Deurne bestaat nog altijd uit terpen: onder andere Merksem is gelegen op een stuifzandheuvel. Het museum Turninum ontleent zijn naam van de Latijnse vertaling van Thurnini.

836: Noormannen in Deurne

Rond 836 werd Deurne en de streek errond verwoest door Noormannen. Hoe zij hier zijn geraakt is nog niet bewezen. Bijna zeker is dat de Noormannen met hun schuiten door de toen bredere Schijn onze contreien konden bereiken. Ze beschikten over Drakkar-platbodems waardoor ze met hun schepen in ondiep water konden varen.

1100 - 1199: Deurne in handen van een Luikse Bisschop

In de twaalfde eeuw was de Luikse prins-bisschop bezitter van onder andere Deurne. Hoe hij dit in bezit gekregen had, is niet duidelijk. Eerst had hij door de schaarse bewoning weinig interesse in Deurne. Dit veranderde met de opkomst van de steden en de bloeiende landbouw. De prins-bisschop trad als tolheffer op aan de Eiendijk, die van Deurne door het moerassige landschap (nu Borgerhout en Antwerpen-Noord) naar Antwerpen liep.

1288: Deurne in hertogelijke handen

Jan I werd hertog van Brabant. Hij kreeg de prins-bisschop zover dat hij afzag van zijn immuniteitsrechten op het Deurns grondgebied. Ook de schepenbank in Deurne viel onder de bevoegdheid van Jan I. De stad Antwerpen kocht de tol voor de Eiendijk af. Deze situatie bleef, op kleine veranderingen na, voortbestaan tot aan de Franse Revolutie.

1300 - 1399: Het belang van Antwerpen neemt toe

De greep van Antwerpen werd steeds sterker op nabijgelegen gebied. Antwerpen en enkele omliggende dorpen waaronder Deurne waren na de verloren Brabantse Successieoorlog als vuistpand in bezit van de Vlaamse graaf. Maar deze situatie bracht geen verandering in de groei van Antwerpen.

1400 - 1499: Deurne in handen van grootgrondbezitters

In de 15e eeuw was het grondgebied van Deurne voornamelijk eigendom van grootgrondbezitters. Zij verpachtten hun akkers aan de Deurnse boeren. Zij mochten deze bewerken op voorwaarde dat zij een huur en de tienden betaalden. De landbouw bracht voldoende op om 850 personen te voorzien van groenten en fruit.

1500 - 1599: Hoven van Plaisantie

In de 16e eeuw kende Antwerpen een enorme bloei. Het stadsbestuur probeerde de heerlijke rechten van Deurne-Borgerhout te bemachtigen. Verder bouwden vele Antwerpse kooplieden een kasteel of lusthof in Deurne. Sterckshof en Rivierenhof zijn hier voorbeelden van. In 1593 was Deurne zo goed als met de grond gelijk gemaakt na de Tachtigjarige Oorlog. De opbouw ging uiterst langzaam. Op zijn hoogtepunt telde Deurne 36 lusthoven. Er zijn maar een handvol van deze hoven overgebleven. De bekendste hiervan zijn Kasteel Boekenberg, De Drie Torekens, Bischoppenhof, Drakenhof, Zwarte Arend en Sterckshof.

1542 - 1593: Dorst naar goedkoop bier

Door de bouw van de vele kastelen bewaarde Deurne zijn landelijk karakter. In het meer verstedelijkte Borgerhout ontstond een agglomeratie waar handelaars zich vestigden en accijnsvrij bier verkochten. Antwerpse brouwers en magistraten waren hier niet mee opgezet. Doordat veel mensen goedkoop bier kochten in Borgerhout streefde de stad ernaar om op Deurne-Borgerhout heerlijke rechten uit te voeren. Toen dit plan lukte, werd het bierbrouwen verboden en kon de stad rustig verder gaan met heffen van accijnzen op bier.

1648 - 1793: Bouw kastelen in Deurne

In de periode tussen 1648 en 1793 waren er verschillende doortochten van vreemde legers maar het bleef redelijk rustig in Deurne. De haven in Antwerpen draaide toen op een laag pitje, maar de financiële activiteiten namen wel toe. Dit zorgde ervoor dat verschillende rijke lui een kasteel bouwden in Deurne. Kasteel Rivierenhof bijvoorbeeld werd toen in zijn huidige vorm gebouwd.

1800: Franse bezetting

In 1800 -tijdens de Franse bezetting- werden de oude parochiale organisaties vervangen door municipaliteiten. Pieter Jozef Broëta werd toen aangesteld als de eerste burgemeester van Deurne-Borgerhout. Hij voerde de eerste rudimentaire organisatie van openbare diensten door en stichtte de gemeenteschool. Hij oefende zijn ambt uit tot 1816.

1800 - 1899: Antwerpen wordt een grootstad

In de 19e eeuw kende Antwerpen een nieuwe bloeiperiode. Er waren vele inwijkelingen van de Kempen die naar de grootstad verhuisden. Deze vestigden zich in Deurne-Borgerhout. In de 19e eeuw werd een eerste verbindingsweg tussen de wijken Noord-centrum en Zuid aangelegd. De ligging van Deurne naast Antwerpen was goed voor de sociale en economische ontwikkelingen van Deurne.

1836: Afscheuring van Borgerhout

Onder de Verenigde Nederlanden werd een duidelijk verschil zichtbaar tussen een op handel en industrie georiënteerd Borgerhout en een landelijk Deurne. Doordat Deurne niet wenste te betalen voor de investeringen van Borgerhout werden deze 2 gemeenten in 1836 gescheiden.

1836: Deurne werkt eigen beleid uit

Deurne, dat inmiddels 2089 inwoners telde, verkoos in 1836 zijn eerste burgemeester. Uit 102 kiesgerechtigden werd Pieter Palinck, rentenier en voormalig burgemeester van Deurne-Borgerhout, verkozen tot eerste burgemeester van Deurne. In 1839 moest Palinck ontslag nemen wegens gezondheidsproblemen. De bevolking van Deurne had redelijk weinig interesse in politiek, in 1836 stemde maar 45% van de kiesgerechtige Deurnenaars- en dat waren er al niet veel.

1839: Georges Cogels

In 1839 werd Georges Cogels , mede-eigenaar van het Rivierenhof, aangesteld als nieuwe burgemeester. Georges Cogels verrichtte enkele belangrijke zaken voor Deurne: hij deed zijn uiterste best in het bestrijden van de Cholera-epidemie, stond toe om een verbindingsweg op zijn grond aan te leggen naar Deurne-Zuid, maar hij trachtte ook de inwijking van vreemde arbeiders af te remmen. Tijdens de Schoolstrijd ging hij met zijn gemeentebestuur de strijd aan met de regering en richtte een vrije katholieke jongensschool op.

1885 - 1919: Deurne groeit

Georges Cogels probeerde door het heffen van een taks op volkswoningen het inwijkingsproces tegen te gaan. Onder het mandaat van zijn opvolger, Florent Pauwels, was het inwijkingsproces niet meer te stuiten. In 1913 telde Deurne 15.093 inwoners.

1918: Deurne na WOI

De ontwikkeling van Deurne werd door de Eerste Wereldoorlog volledig verstoord. Na 1918 verbeterden de sociale toestanden: de minder welgestelden konden een eigen woning bouwen. Grootgrondbezitters konden hun gronden op voordeligere wijze exploiteren door ze te laten omvormen tot bouwgrond en er nieuwe straten door te laten trekken. Deurne verstedelijkte snel. Modernistische architecten zoals Eduard Van Steenbergen, Gaston Eysselinck, Nachman Kaplansky, Gustaaf Van Meel en Walter van de Broeck bouwden echte architecturale pareltjes.

1944 - 1948: Deurne tijdens en na WOII

De Deurnse evolutie werd gestuit door de Tweede Wereldoorlog. Het politiekorps werd door de Gestapo in 1944 grotendeels gedeporteerd en ook oorlogsburgemeester Alfons Schneider verdween in de concentratiekampen. Van oktober 1944 tot maart 1945 richtten de V-bommen grote materiële en menselijke schade aan. Onder leiding van burgemeester Flor De Boey bouwden de Deurnenaars hun gemeente terug op en in 1948 al was de geleden schade hersteld.

1954: Maurice Dequeecker

In 1954 werd Maurice Dequeecker burgemeester. Onder zijn beleid werden er veel initiatieven gerealiseerd om Deurne te moderniseren. Er werd onder andere een nieuw gemeentehuis gebouwd door architecten Van Steenbergen, berekend op een inwonersaantal van 100 000. Tot op de dag van vandaag doet dit gebouw nog steeds dienst als districtshuis.

1972: Inwonersaantal neemt af

Het aantal inwoners verminderde vanaf 1972. Dit was ten voordele van de verder van de stad gelegen landelijke gemeente Deurne. Door de nakende fusie waren er minder financiële middelen voor het realiseren van initiatieven. Desondanks werden werken zoals de bouw van het pomp- en zuiveringsstation en cinema Rix uiteindelijk toch gerealiseerd.

1983: Van gemeente naar district

Op 1 januari 1983 fusioneerde Deurne samen met Antwerpen, Berchem, Borgerhout, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk tot Groot-Antwerpen. Alle gemeenten werden toen omgevormd tot districten. Door de fusie met de randgemeenten wou Antwerpen zich sterker maken als stad. Het totaal aantal inwoners telde toen 500.000.

2001: Decentralisatie

Na de fusie was Antwerpen een te grote stad geworden om te besturen met één college. Vele prioritaire problemen van de burger werden hierdoor niet opgemerkt in het stadhuis. Om de politiek terug dichter bij de burger te brengen heeft elk district vanaf 2001 opnieuw een eigen bestuur met eigen bevoegdheden, zoals lokaal cultuur-, sport-, jeugd- en seniorenbeleid, openbare ruimte... Dit bestuur bestaat uit een districtsvoorzitter, -college en -raad.

DEURNE VANDAAG

2023 - ...: Deurne Vandaag

Vandaag is Deurne uitgegroeid tot het tweede grootse en meest diverse district, naast Antwerpen. Het kent bijna 80.000 inwoners van 132 verschillende nationaliteiten, verdeeld over 20 buurten.

Meer info

Dit zijn uiteraard maar summiere overzichten van de rijke geschiedenis van Deurne. Wil je meer weten, dan kan je altijd terecht VolXmuseum van Deurne

VolXmuseum, Koraalplaats 2, 2100 Deurne
www.volxmuseum.be
info@volxmuseum.be

Meer info staat ook op deze wikipediapagina.