De nood was groot voor een nieuw gemeentehuis
In de loop van de geschiedenis is Deurne als dorp, gemeente, bijna stad en uiteindelijk district steeds gegroeid. Vroeger had niet elk dorp een raadshuis. De raadszittingen gebeurden vaak in een café. De nood was dus groot voor een gemeentehuis.
Rond 1829 trachtte men Deurne en Borgerhout, toen nog één gemeente, een echt gemeentehuis te schenken. Door de omwenteling van 1830 komt er van de oprichting niets in huis, en we moeten wachten tot 1845 vooraleer achter de Sint-Fredeganduskerk, waar nu de Coeveltstraat is, een gemeentehuis met school verrijst.
Einde 1844 telt Deurne ongeveer 2500 inwoners. In 1876 zijn dat er 4500, zodat zowel school als gemeentehuis te klein worden.
Begin 1877 doet de gemeente een aanbesteding naar de plannen van bouwmeester Gife voor een gemeentehuis annex onderwijzerswoning en school aan het Cogelsplein. Het wordt ingehuldigd met grote feestelijkheden in 1880 en is berekend voor ongeveer 25000 inwoners.

Ook dit complex is snel te klein. De groeiende administratie palmt eerst de onderwijzerswoning in, vormt de schoollangsheen de Hertstraat om tot burelen en overdekte de speelplaats om ook daar bureauruimtes te installeren.
Uiteindelijk gaan de politiediensten, het bureau voor onderwijs, de bibliotheek en de technische diensten elders onderdak zoeken.
Burgemeester Maurice Dequeecker was niet de initiatiefnemer voor de bouw van een nieuw gemeentehuis in Deurne; dat was zijn voorganger Flor De Boey, burgemeester van 1945 tot 1954. Maar Dequeecker zal enorm veel tijd, energie en zorg besteden aan de realisatie ervan.