Het interieur van het districtshuis
Merkwaardig is dat Van Steenbergen heel expliciet kiest voor een heel sober interieur, terwijl burgemeester Dequeecker het Huis van Deurne wilde volstouwen met kunstwerken.
Dequeecker deed hiervoor beroep op de generositeit en de fierheid van de Deurnenaren.
De ambtenaren kregen weinig keuze. tijdens hun eerste werkdag, nog in proeftijd, kregen zij van hun directeur de keuze tussen de verplichte aankoop van een sierbord of een zilveren lepeltje. De opbrengst ging naar het ‘fonds ter verfraaiing van het gemeentehuis’. Op het ogenblik dat een klerk ongeveer 6000 frank per maand verdiende, kostte het kleinood 500 frank, afgehouden van het eerste maandloon of op afbetaling.
De burgemeester verwoordde het zo:
“Het huis van allen, voor allen! Bij de oprichting van het nieuwe gemeentehuis in het heerlijke domein Rivierenhof was het onze wens dit prachtige gebouw een hoge kunstwaarde te verlenen. Wij meenden dat alle Deurnenaars er prijs zouden op stellen deel te nemen aan de inrichting en de verfraaiing van het Huis van Deurne. Deze idee was de aanleiding tot de oprichting van het “Fonds voor de inrichting en de verfraaiing van het nieuwe gemeentehuis”.
Dat dit initiatief én bij de bevolking én bij het gemeentepersoneel gunstig onthaald werd, blijkt uit de vele waardevolle kunstwerken die ons raadhuis versieren. Onze grote personeelsfamilie stelde het goede voorbeeld en kan met fierheid blikken naar wat met eigen middelen kon worden verwezenlijkt.
Van moderne makelij
Het districtshuis van Deurne is de laatste grote ontwerpopdracht van Eduard Van Steenbergen, die niet alleen modernistisch bouwmeester was, maar ook binnenhuiskunstenaar.
Na de dood van zijn vader volgt Edward Van Steenbergen junior, zoon en vennoot, de werken op. Hij ontwerpt ook de binnenhuisarchitectuur, waarvoor vader Van Steenbergen in zijn ontwerptekeningen slechts een elementaire aanzet had gegeven.
Voor Van Steenbergen senior hoorde het interieur van het districtshuis tegelijk ‘sober’ te zijn en in het nodige ‘decorum’ te voorzien voor raads- en collegezittingen, huwelijksceremonieën en andere plechtigheden. Van Steenbergen junior komt aan deze dubbele vereiste tegemoet door een strakke vormgeving die, mee door de kwaliteit van de materialen en de vakkundige uitvoering door de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene, de protocollaire ruimtes van de nodige ‘luister’ voorziet.
“Vooral in de raadzaal gaan eenvoud, ernst en plechtstatigheid op een vanzelfsprekende manier samen. Geen franjes of verguldsel, maar verfijning en precisie zijn bepalend voor het ceremoniële karakter van dit vertrek. De zetels voor de raadsleden bijvoorbeeld, ontworpen door Van Steenbergen en uitgetekend en vervaardigd door De Coene, bestaan uit een strakke draagstructuur van mat verchroomd plat staal terwijl het ringvormige werkblad en de voorpanelen uit Amerikaanse notelaar zijn gemaakt: sobere meubelen waarvan de zorgvuldig afgewerkte onderdelen ook na de montage duidelijk te onderscheiden zijn. De tafels voor de pers en de adviseurs hebben een gelijkaardige ‘afleesbare’ structuur, maar zijn voorzien van rechthoekige werkbladen in mat zwart polyester”.
Net zoals bij de tafels van de raadsleden zijn in de perstafel ronde openingen voorzien voor asbakken in zwart geëmailleerd koper. De noblesse die eigen is aan de ontwerpen van Van Steenbergen wordt in diverse vertrekken van het districtshuis onderlijnd door de aanwezigheid van een aantal stukken uit de Knollcollectie.
Zo staan in de raadzaal stoelen van Eero Saarinen, oorspronkelijk met stof bekleed, wordt er in de diverse commissiekamers aan tafels van Florence Knoll vergaderd, en staan in de kabinetten een aantal exemplaren van de beroemde Barcelona-stoelen van ludwig Mies van der Rohe.
Het interieur van het districtshuis van Deurne behoort, samen met de inrichting van de door hem ontworpen gebouwen van Janssen Pharmaceutica in Beerse, tot de twee grootste binnenhuisopdrachten die Edward Van Steenbergen junior in de jaren zestig en zeventig voor zijn rekening nam. Beide projecten werden uitgevoerd door de firma De Coene, die op dat moment gekend was als een van de meest vakkundige meubelateliers.
Bladt & Verstraeten
In 2007 stelden de architecten Bladt & Verstraeten een aantal ingrepen voor om het interieur van het districtshuis terug het oorspronkelijk cachet te geven. In de gangen en lokalen in het representatieve gedeelte werden alle storende elementen verwijderd en de meubelen herschikt. In de trouwzaal staan nieuwe design stoelen. In het kabinet van de districtsvoorzitter is een ovale vergadertafel ‘Florence Knoll’ geplaatst en een lamp ‘fontana arte-drum’ in chroom en glas. De speelse ‘loop’ zitbanken op de erekoer zijn misschien wel de meest verrassende recente realisatie.