Het verhaal achter de Unolaan, het Maurice Dequeeckerplein, de Eduard Van Steenbergenlaan en het districtshuis
Heb je jezelf ooit afgevraagd hoe straten en pleinen aan hun naam komen? Soms gebeurt dat willekeurig, dikwijls schuilt er een verhaal achter. In 2021 was het 65 jaar geleden dat de eerstesteenlegging van het districts- of gemeentehuis plaatsvond. Voor deze straatpraat zet Walter, gids bij 'Expeditie de Stad' het districtshuis extra in de kijker en verduidelijken we enkele straten/pleinen die een link hebben met het 'Huis van de Deurne'.
Vanwaar komt de naam...
Maurice Dequeeckerplein
Maurice Dequeecker werd op 27 juni 1905 geboren in proven (West-Vlaanderen) en overleed op 30 december 1985 in Deurne. Hij was burgemeester van de gemeente Deurne van 1954 tot aan de fusie met Antwerpen in 1983 en zeer geliefd bij de Deurnse bevolking. Onder zijn beleid kende het onderwijs in Deurne een nooit geziene bloei.
Burgemeester Maurice Dequeecker was niet de initiatiefnemer voor de bouw van een nieuw gemeentehuis in Deurne; dat was zijn voorganger Flor De Boey, burgemeester van 1945 tot 1954. Maar Dequeecker zal enorm veel tijd, energie en zorg besteden aan de realisatie ervan.
Voorheen heette dit plein ‘Unoplein’.
Unolaan
De Wereldfederatie van Oudstijders vroeg een straat te vernoemen naar de Verenigde Naties. De laan werd in de collegezitting van 12 september 1965 zo genoemd.
Eduard Van Steenbergenlaan
Eduard van Steenbergen (1889 – 1952) was architect-ontwerper. Hij ontwierp onder andere de Unitas Tuinwijk, het Koninklijk Atheneum en het districtshuis van Deurne.
Eind jaren 40 besliste de gemeente Deurne om een nieuw gemeentehuis te bouwen. Van Steenbergen tekende het ontwerp in 1947 en stierf in 1952. Zijn zoon, Edward Van Steenbergen Junior, werkte de plannen verder uit.
Deze benaming werd gegeven in de collegezitting van 7 december 1954.
Gids Walter aan 't woord...
Het ‘Huis van Deurne’ is en blijft een gebouw met veel troeven en een eigen schoonheid. Deze modernistische kolos met een toren van 39 meter waakt al sinds 1964 over Deurne. Wie de tijd neemt om het gebouw grondig te bekijken kan moeilijk ontkennen dat het om waardevolle architectuur gaat. Het interieur is trouwens een zeldzaam voorbeeld van een intact bewaarde inrichting uit de vroege jaren 60.
Voor deze straatpraat zet Walter, gids bij 'Expeditie de Stad', het districtshuis extra in de kijker. Hij geeft rondleidingen in het districtshuis en vertelt je waarom je het huis van Deurne zeker eens moet bezoeken.
Hallo Walter, kan je jezelf even voorstellen?
"Ik ben Walter De Ley, 74 jaar oud, architect en sinds 1996 gids bij 'Expeditie de Stad', dat toen nog Antwerpen Averechts heette. De meeste van mijn rondleidingen gaan dan ook vooral over architectuur en stadsontwikkeling. Ik gebruik maquettes en krijttekeningen op de grond om ideeën duidelijk te maken. Dat zegt veel meer dan woorden.
Toen de vraag kwam om twee rondleidingen in het districtshuis te geven tijdens Open Monumentendag, heb ik onmiddellijk toegezegd. Ik heb me wel in de materie moeten inwerken. De hoofdopdracht was: het publiek laten kijken door de ogen van Eduard Van Steenbergen (senior), de architect en om zo het gebouw beter te begrijpen."
Waarom moet je zeker deelnemen aan een gegidste rondleiding in het districtshuis?
"De meningen over het districtshuis zijn erg verdeeld. Mooi of lelijk, daar gaat het niet over. Meningen veranderen ook in de tijd. Maar als we kunnen terugkeren naar de tijd waarin het gebouw tot stand is gekomen en we proberen te begrijpen waarom de architect het zo gewild heeft, dan gaan we het gebouw ook beter begrijpen. En zo kan onze mening wat bijgestuurd worden of zelfs helemaal veranderen. Onbekend is onbemind."
Wat is er zo speciaal aan het districtshuis?
"Voor mijn eerste rondleiding heb ik het gebouw bestudeerd aan de hand van een nota van 1948, van de architect zelf (zie brochure Het Huis van Deurne) en voor mij had hij twee betrachtingen. 1) Als modernist dacht hij functionalistisch (de functie en het comfort van de gebruiker staan voorop), maar 2) het gebouw moest ook monumentaal zijn en voldoende waardigheid uitstralen. En deze twee zijn soms moeilijk te combineren.
Wat er nog speciaal is aan het districtshuis: het is gebouwd in een tijd dat de gemeente enorm aan het groeien was: een tijd van vooruitgang, men zag het groot en er waren voldoende financiële middelen. En dat zie je ook. De toren is een symbool van de Deurnenaar die hogerop wil. De socialistische burgemeester Maurice Dequeecker wou een 'Huis van alle Deurnenaren' en wou de ganse bevolking erbij betrekken.
Er staat voor het districtshuis ook een kunstwerk met de naam 'Opwaarts' (van kunstenaar Jozef Kets). Het beeld was een opdracht van de Dequeecker om de toenmalige groei van de bevolking in Deurne en het succes van het onderwijs in Deurne weer te geven. District Deurne is nu nog steeds het grootste district (na Antwerpen) qua inwoners.
Ik vergelijk het graag met het gemeentehuis in Borgerhout waar de burgerij, en de middenstand en een bloeiende industrie de gemeente rijkdom hebben geschonken. Men wou dat ook laten zien. Ze hadden een gemeentehuis laten bouwen: 'nog schoner dan dat van ’t Stad'. Deurne en Borgerhout: allebei trotse gebouwen voor een trotse gemeente, maar uit een andere tijd."
Wat vertel je graag tijdens een rondleiding in het districtshuis?
"Het verhaal van de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene. Expo 58 roept bij velen een beeld op vanuit hun jeugd. De Coene heeft veel bijgedragen aan dat Expo 58-beeld. Sommigen hebben al eens gehoord van De Coene, maar zijn blij om het ganse verhaal eens te horen.
Ik heb ooit nog les gekregen van zoon Edward Van Steenbergen (junior). Dat was rond 1970 tijdens mijn opleiding aan de Academie. In gedachten gaat die dan mee tijdens de rondleiding en dat maakt dat ik me op die manier dichter bij het gebouw betrokken voel. En hij kijkt erop toe dat ik niets verkeerd zeg."
Wat vind jij van het districtshuis?
"Het is een heel interessant gebouw. Typisch voor de naoorlogse periode met luxueuze ruimtes. Interessant om te vergelijken met de nieuwe ingang (verbouwing uit 2002). Ik heb wat problemen met de inplanting van het gebouw, de relatie met de straat en het park."
Wat is je favoriete plekje in het districtshuis?
"Het binnenkomen met de trap naar de binnenkoer met zicht op de toren en de ruime ‘wachtruimte’ met design van de fifties. Maar het hoogtepunt is toch de raadzaal."
Heb je nog een leuke anekdote over het districtshuis?
"Van Steenbergen ontwierp zijn gebouwen tot in het detail: deurklinken, kasten, het tegelpatroon op de vloer, .... Een van de deelnemers aan een rondleiding merkte op dat het patroon van de tegels op de voetpaden rond het gebouw hetzelfde was als dat van de natuursteen van de gevel. Dat was me voordien nog niet opgevallen."
Rondleiding in het districtshuis
Wil je graag (in groep) een exclusieve en gegidste rondleiding in het districtshuis van Deurne? Wil je meer weten over de geschiedenis, de bouw en het interieur van het 'Huis van Deurne'? Schrijf je dan zeker in voor de rondleidingen. Een gids van 'Expeditie De Stad' neemt je mee doorheen het gebouw.
Een rondleiding duurt ongeveer 1 uur en je vertrekt aan de hoofdingang van het districtshuis (stadsloketten - kant Hooftvunderlei, aan het Velostation).
Deze rondleidingen vinden enkel plaats op zondag en kosten 85 euro. Er kunnen per gids maximum 20 personen mee.
Inschrijven via info@expeditiedestad.be of tel. 03 338 39 39 (op ma, wo en vr).
Meer info via www.expeditiedestad.be.
www.schattenvandeurne.be
De website www.schattenvandeurne.be > huis van Deurne geeft je een (digitale) rondleiding in het districtshuis. De gidsen die je tekst en uitleg geven, weten waarover ze praten: de tekst is namelijk gebaseerd op nota’s van architect Eduard Van Steenbergen, toenmalig burgemeester Maurice Dequeecker en het architectenbureau Steenmeijer en Baksteen voor de verbouwing in 2002.
Jouw straat hier?
Heb je ook een leuk verhaal, weetje of anekdote over Deurne? Laat het weten aan de communicatiedienst van Deurne via communicatie.deurne@antwerpen.be. Misschien wordt het wel een artikel op www.schattenvandeurne.be.