Verhaal: De meesterbrouwer in Brouwerij De Ridder
Maria Van Regemortel vertelt het verhaal van Eugène en August Van de Wiele. “Mijn grootvader was nog meesterbrouwer in Brouwerij De Ridder in de Hertstraat. Dit kruikje is er nog een aandenken aan en werden verkocht door de brouwerij, met een ridderhoofdje in het aardewerk.”
Grootvader Gène en zijn broer Gust – voluit Eugène en August - Van de Wiele waren, samen met nog andere broers en zussen de kinderen van August senior, een herbergier en winkelier in het 19e eeuwse Stekene in Oost-Vlaanderen. Maar toen zijn zaak rond 1877 afbrandde, laadde de familie haar hebben en houden (of wat daar nog van over was) op en reden met paard en kar naar het Antwerpse. Overgrootvader begon te boeren op een stuk land aan de Deurnse Bosuil. Maar het noodlot achtervolgde de familie, want ook hier werden ze door brand geteisterd. Van verzekering was toen nog geen sprake. De familie zat financieel aan de grond. De toenmalige pastoor besliste om achteraan de Sint-Fredeganduskerk een speciale offerblok te zetten voor de pechvogels. De broers Gust en Gène hadden alleszins de ondernemingszin van hun vader geërfd, want zij maakten het allebei ‘from zero to hero’.
August Van de Wiele was veekoopman, trouwde met Maria Neefs en zou later zelfs burgemeester van Deurne worden. Zijn broer liet zich in 1895 aannemen als brouwersgast door Brouwerij De Ridder in de Hertstraat. Samen met zijn vrouw Marie-Thérèse Hofkens opende hij ook een café op de hoek van de Turnhoutsebaan en de Lundenstraat. Het koppel kreeg tussen 1895 en 1903 twee zonen en drie mooie dochters, waardoor het café in het begin van de 20e eeuw vooral onder het jonge volk en de studenten veel klandizie had. In 1909 werd Gène ‘meester-bierbrouwer’ bij De Ridder. Toen Marie-Thérèse tuberculose kreeg en overleed, namen de oudste twee dochters het café en het hele huishouden van hun moeder over.
Kort na de Grote Oorlog hertrouwde Gène met de Deurnse Louise De Bot, die zelf ook café hield op het Cogelsplein. Hij kocht op de Turnhoutsebaan, even voorbij De Veldduif zes arbeidershuisjes, voor elk van zijn kinderen één. In 1923 gaf hij bij De Ridder zijn ontslag en kocht de brouwerij van Viersel, waar hij zijn eigen baas was. Maar al twee jaar later liet hij die brouwerij aan één van zijn zonen en verhuisde, op aandringen van Louise, terug naar de stad, waar ze op de Te Boelaarlei een huis kochten en gingen rentenieren. In de jaren ‘70 zou de brouwerij bekend worden als het bezinningscentrum van Luc Versteylen.
Maria Van Regemortel is de dochter van Jeanne Van de Wiele, één van de dochters die het café aan de Lundenstraat hadden overgenomen van hun moeder. Maria herinnert zich nog de dag van de begrafenis van haar ‘bomma’ (stiefgrootmoeder) Louise De Bot op 3 februari 1945: “Iets na half vier die namiddag is een V2 gevallen op de in de Plankenbergstraat, op de huizen van de families Van Regenmortel en Pingnet. Bij de 16 slachtoffers waren geen Van Regenmortels, maar wel vijf Pingnets: vader Ludo en vier kinderen.”
Grootvader Eugène Van de Wiele overleed op 21 februari 1948, vijftien jaar na zijn broer August.