Contacteer stad Antwerpen

Frederik Beyens
Dichter Andy Fierens op de oude begraafplaats Moretus.District Wilrijk

10.000 audiostappen door Wilrijk met Andy Fierens

Stapschoenen, een smartphone met hoofdtelefoon en een flinke portie verwondering. Meer heb je niet nodig voor de nieuwe audiowandeling ’10.000 stappen door Wilrijk’, geschreven door Andy Fierens.


Kinderen Nora en Arthur achtervolgen 10.000 stappen lang een magisch boek, dat al vliegend letters verliest. Op hun jacht door Wilrijk ontmoeten ze pratende standbeelden en bomen. 

Dat is in een notendop het verhaal van “In 10.000 stappen door Wilrijk”, dat schrijver Andy Fierens bedacht. Je kan de audiowandeling op elk moment starten met een smartphone en de gratis app Izi Travel

“Het verhaal verzinnen was makkelijker dan een route van exact 10.000 stappen uitstippelen”, glimlacht de schrijver. “Ik ben zelf een fervent wandelaar: dan komen de ideeën van alle kanten op me af. Overal zie ik dan details waar ik me vragen over stel.”

Oude begraafplaats 

De wandeling start op de Bist aan de pomp 'De Kaeck' en gaat dan via onder meer de Sint-Bavokerk naar de parken Middelheim en Steytelinck. Onderweg ontdekte Andy zelf enkele fraaie Wilrijkse plekjes. 
“Ik hou van de oude begraafplaats aan de Jules Moretuslei", zegt Andy wanneer we hem vragen naar zijn favoriete plekje. "Zo ontdekte ik er het graf van een kunstschilder van wie er zelfs een werk in het Antwerpse stadhuis hangt.”

Start de wandeling

Klaar om op stap te gaan? Download de Izi Travel app of start met je smartphone via deze link. Veel wandelplezier!

Start

Hoe het avontuur begint...

Het volledige verhaal van Andy Fierens ontdek je al wandelend via de app of de link naar de webpagina hierboven. Kan je je nieuwsgierigheid niet bedwingen? Lees dan hier alvast het eerste hoofdstuk, dat begint op de Bist aan de oude schandpaal Kaeck:

Op een dag wandelden Nora en Arthur naar Bibliotheek Bist om er een boek te zoeken voor school.

Nora las dolgraag en keek ernaar uit om haar neus tussen de pagina’s te steken en de heerlijke geur van bedrukt papier op te snuiven. Arthur daarentegen hield helemaal niet van lezen. “Boeken zijn saai,” mopperde hij, terwijl hij een leeg colablikje wegstampte dat voor zijn voeten lag. “Ik haat lezen,” vervolgde hij. “Welke dommerik heeft dat ooit uitgevonden?”

“Waarschijnlijk dezelfde persoon die het schrijven heeft uitgevonden,” zei Nora, “want als je niet kunt lezen wat je schrijft, heeft het helemaal geen zin om iets te schrijven.”

Daar moest Arthur even over nadenken.

“Kijk daar!” riep Nora plots uit. Toen Arthur opkeek kon hij zijn ogen niet geloven. Er kwam iets holderdebolder een raam van de bibliotheek uitgevlogen maar je zag meteen dat het geen vogel was. En evenmin was het een drone of een papieren vliegtuigje. Het was ook duidelijk geen frisbee en al helemaal geen vliegende pizza.

Nee, dat was het allemaal niet. Het was… “Een boek?!” schreeuwden ze allebei toen het rakelings en heftig bladwiekend over hun hoofden scheerde en zich neerzette boven op de vreemde stenen pilaar waar ze op dat moment net langs liepen.

“Vooruit, we pakken ‘m,” riep Arthur. Maar toen de kinderen naar boven probeerden te klauteren vielen er allemaal zwarte brokjes uit het boek, recht in hun haar en op hun snoet.

“Eikebah,” riep Nora  uit, “hij dretst ons helemaal onder met keutels!”

Een paar van de brokjes kwamen in haar mond terecht. Toen ze die er weer uit viste, zag ze dat het toch geen drolletjes waren. “Het zijn letters, Arthur! Het boek verliest zijn letters! Kom we rapen ze op, wie weet kunnen we ze er straks weer in kleven.”

“Hela,” klonk het plots verontwaardigd, “wat zijn dat nu voor manieren. Ga eens met jullie vuile voeten van mijn neus af.” De stem kwam van een gezicht dat in de grote sokkel zat, waarop de pilaar steunde.”

“Excuseer meneer, we wilden u niet storen maar er is net een vliegend boek op uw huis geland en we proberen het te pakken,” zei Arthur. 

Dit is mijn huis helemaal niet, waar ik woon is het wel wat gezelliger, dit is De Kaeck, jongeman; een schandpaal uit de 17e eeuw.”

“Oei, da’s eng,” zei Nora verschrikt.

“Rustig maar, juffrouw,” ondertussen hebben ze hem omgebouwd tot waterpomp. Ik doe hier al eens graag een dutje. Maar goed, zowaar ik Lange Wapper heet, zo’n vliegend boek wil ik wel eens van nabij bekijken.”

“We zijn te laat,” zei Nora met een beteuterd gezicht. De vogel - ik bedoel het boek - is gevlogen.” En inderdaad, het bijzondere boek was nergens meer te bespeuren.

 “Niks te laat,” zei Lange Wapper. Trek mij hier snel uit deze sokkel, dan gaan we er achteraan. De kinderen trokken Lange Wapper voorzichtig aan zijn haren uit de waterpomp. Er leek maar geen einde te komen aan de armen en benen die eruit tevoorschijn kwamen. Tenslotte kwam de reus overeind, rechtte hij zijn rug en tuurde hij over de daken. “Daar! Het boek vloog net de hoek om, de Sint-Bavostraat in.” Hij nam de kinderen in één snelle beweging op zijn schouders en zette gezwind de achtervolging in.