M-factor
Elke zondagmorgen geeft Solaïman les aan jonge kinderen en kleuters voor de bewegingsschool en multimove van Jespo. Wanneer we aankomen in de Parkloods, zien we hen mee het parcours bouwen. Dat doet de gediplomeerde M-coach Solaïman om hen meer bij de les te betrekken. Iedereen krijgt nog een high five en ze vliegen erin. Na de les praten we met Solaïman over de opleiding ‘Coach met de M-factor’.
Waarom heb je die opleiding gevolgd?
Motivatie is een belangrijk lesprincipe, zeker bij jonge kinderen. Je wil toch dat ze met plezier komen sporten en niet aan prestaties denken. De kinderen hebben verschillende niveaus. Ik wou beter weten hoe ik ook de minder sterke kinderen meer kan betrekken zodat ze niet afhaken. M-factor geeft je die tips en trics om je sporters op langere termijn te blijven motiveren.
Wat is je bijgebleven uit de cursus?
Als coach moet je je persoonlijkheid of manier van lesgeven niet overboord gooien. Je neemt een aantal tips en initiatieven mee die je wil en kan toepassen met je eigen expertise. Het zit hem vaak in kleine veranderingen of toevoegingen in je trainingen die extra motiverend werken.
De cursus M-factor werkt met de ABC-theorie: autonomie ondersteunen, betrokkenheid tonen en competentie ondersteunen. Via kleine veranderingen kan je als coach je sporters extra motiveren.
- Laat je sporters eens kiezen hoe ze de opwarming willen doen, met welke oefeningen ze de training willen starten of eindigen.
- Creëer een warme context. Begroet elke sporter persoonlijk met een high five en vraag hoe het gaat. Als ze je dan vertellen dat ze nog moe zijn van de turnles in school, dan weet je waarom iemand niet kan bijblijven.
- Geef voldoende positieve feedback. Concentreer je niet teveel op de tekortkomingen maar leg de focus op de gave van elk kind. Daardoor groeit hun zelfvertrouwen en zullen ze gemakkelijker hun tekortkomingen wegwerken.
Heb je nog tips voor andere coaches?
Als lesgever is het goed om een lesplan te hebben, maar durf hiervan afwijken. Probeer meer op maat van de kinderen te werken. Luister naar hen en zoek uit wat de kinderen boeit, wat zij willen en kunnen i.p.v. je eigen lessen geforceerd op te leggen. Stel je sporters eens letterlijk de vraag 'Waar willen jullie zelf nog aan werken?' of ‘Welke oefeningen doen jullie graag’. Verwerk hun interesses in de oefeningen. Hierdoor krijgen ze het gevoel van ‘controle’ over het eigen leerproces. Dat bevordert hun motivatie en plezier.
Als je de ABC-principes toepast, krijg je meer controle over het ganse lesgebeuren, je weet je sporters meer te prikkelen en te motiveren. Dat komt de hele groepsbinding ten goede.
Wil je meer concrete tips en trics? Schaf je dan het boek ‘motiverend coachen in de sport’ aan!