Een goed gesprek kan vaak ergernissen of problemen oplossen.
Wacht niet te lang om met je buur te praten
Je kan makkelijker een kleine ergernis bespreken dan verschillende ergernissen die zich hebben opgestapeld.
Praat niet met je buur als je zelf nog boos bent
Wacht tot je vindt dat je rustig met je buur kan praten.
Bereid het gesprek voor
- Wat wil je juist met je buur bespreken?
- Bedenk al oplossingen voor het probleem (zie hierboven).
Contacteer je buur
- Heb je het telefoonnummer van je buur? Bel hem dan om te praten.
- Heb je geen telefoonnummer? Bel dan aan wanneer je denkt dat hij thuis is en tijd heeft. Vraag wanneer het voor hem past om eens te praten.
- Is je buur niet thuis? Steek dan een briefje in zijn brievenbus met de vraag om jou te contacteren. Schrijf je telefoonnummer op het briefje.
Voer het gesprek
- Zeg het als iets je stoort.
- Begin je zinnen steeds met 'ik' in plaats van 'jij'. Bijvoorbeeld: 'Ik kan moeilijk slapen als je 's avonds zoveel lawaai maakt'.
- Bespreek wat je buur kan doen om het voor jou aangenamer te maken én wat jij kan doen.