2 Planningscontext

 

2.1 Ruimtelijke plannen met bindend karakter

 

2.2 Ruimtelijke beleidsplannen

 

2.2.1 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (voorontwerp versie november 2005)

Het Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen is niet opgevat als een traditioneel comprehensief plan dat alles overal wil vastleggen. De houding die wordt aangenomen kan omschreven worden als renovatio urbis. Dit betekent punctuele en discrete acties in strategische gebieden. In het structuurplan wordt een Actief beleid voorgesteld, waarbij enkel de zaken geformuleerd worden, in welomschreven gebieden, die kunnen en moeten gezegd worden. Naast het Actief beleid wordt ook het generiek beleid vastgelegd als ruimtelijke strategie. ‘Generieke’ regels gelden voor iedereen en zijn afgewogen ten opzichte van alle gebieden van de stad.

 

Generiek beleid in de ecostad

Stadspark aangeduid als ‘juridisch beschermde gebieden + parken’

 

Generiek beleid in de spoorstad

Binnen het beeld van de spoorstad wordt gesteld dat openbaar vervoer een positieve rol kan spelen in het verwezenlijken van een nieuwe stedelijke concentratie, waarbij de verdere spreiding, fragmentatie en gebrek aan stedelijkheid in het grootstedelijk gebied wordt tegengegaan. Dit houdt onder andere in dat nieuwe grote ontwikkelingsgebieden zich situeren op belangrijke knooppunten van openbaar vervoer.

 

Om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen en als oplossing om zich beter binnen de Ring te verplaatsen, wordt een goed uitgerust parkeer- en overstapsysteem uitgewerkt. Er wordt op lange termijn gestreefd naar een beperking van het parkeren, met uitzondering van bewoners- en kortparkeerders. Hieraan gekoppeld wordt Antwerpen Centraal aangeduid als transferium: een overstapplaats op openbaar vervoer, gelegen op een goed ontsloten plek voor voetgangers, fietsers en voertuigen. Transferia verzamelen het lokaal verkeer en lokale gebruikers en geven toegang tot regionaal en (inter)nationaal openbaar vervoer.

 

De stedelijke boulevards verdelen het verkeer tussen de verschillende stadsdelen (districten). De stedelijke boulevard Roderveldlaan – Posthofbrug en Pelikaanstraat verbindt het stedelijk centrum van Pulhof met de omgeving centraal station, langs het spoorwegviaduct van Berchem. De vernieuwing van het station Antwerpen Centraal moet worden verder gezet, afgestemd met de ontwikkelingen in de omgeving.

 

Generiek beleid inde poreuze stad

De porositeit van de stad (waarbij de stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen zich moeten kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoonten van de maatschappij) moet gebruikt en verbeterd worden door handelsactiviteiten, wonen en werken te integreren in elkaars nabijheid. Het terugdringen van de leegstand is hieraan gekoppeld.

ouwblokprojecten

De stationsomgeving van Antwerpen Centraal is aangeduid als focusgebied. In de focusgebieden kan prioriteit worden verleend aan het opzetten van bouwblokprojecten als strategisch, stedenbouwkundig instrument ter ondersteuning van stadsontwikkeling. Hierbij wordt, op basis van ontwerpmatig onderzoek, nagegaan hoe een bouwblok ruimtelijk, economisch en sociaal, op korte termijn, opgewaardeerd kan worden. daarbij wordt een proces en een organisatie opgestart in functie van de uitvoering van minimum één deelproject binnen het bouwblok en als maximum het ganse bouwblok.

De bouwblokprojecten worden in hoofdzaak geconcentreerd in de 'modernistische' hoogbouwwijken, gebieden met grote dichtheden, gebieden met industriële gebouwen in transformatie, residentiële gebieden onder commerciële city-druk en gebieden met significante leegstand boven winkels. Voor dit soort gebieden is dit de strategie die vaak het meest bruikbaar is en het beste resultaat kan opleveren.

Het plangebied is aangeduid als bouwblokproject.

 

Winkelstraten

Grafisch worden langs het plangebied volgende straten aangeduid als winkelstraat:

  • Vestingstraat

  • Pelikaanstraat

 

Generiek beleid in de dorpen en de metropool

Het metropolitaan gebied is de belangrijkste ruimte voor de ontwikkeling van representatieve en grootstedelijke economische functies. De algemene regel die toegepast moet worden, wil zowel gebruik maken van economische functies om processen rond stadsvernieuwing en transformatie te promoten en te implementeren, als van een stedelijke vernieuwing om processen rond economische groei te promoten en te implementeren.

 

Hierbij worden o.a. volgende criteria gehanteerd:

  • Kantoren op knopen van openbaar vervoer, minder auto’s in het stadscentrum

Belangrijke knopen voor openbaar vervoer in de spoorstad kunnen de belangrijkste locaties worden voor nieuwe kantoorontwikkelingen binnen het metropolitaan gebied. Als HST-station is Antwerpen-Centraal de locatie met de grootste internationale potentie.

  • Benadrukken van de metropolitane functies en identiteit

Een aantal sterke en stevig gedefinieerde sectoren hebben vandaag een plek binnen het metropolitaan gebied; dit aspect moet benadrukt worden, met de focus op een aantal behoeften en mogelijkheden.

Het plangebied maakt deel uit van de diamant- en juwelencluster:

De diamant- en juwelencluster moet ruimte en voorzieningen voorzien voor industriële activiteiten gelinkt aan de diamant en juwelen, voor een verdeelcentrum voor diamanten en voor aanverwante detailhandel en winkels. De doelstelling van het ruimtelijk structuurplan is om een netwerk te definiëren dat de bestaande productiegebieden in het diamantdistrict en de aanverwante detailhandel verbindt met andere aantrekkelijke sectoren binnen de stad, bijvoorbeeld mode. Dit netwerk kan een goede relatie bepalen die zowel stedelijke als economische elementen versterkt.

Bovendien moet nagedacht worden over de beste plek voor nieuwe sites voor diamant(klein)handel; het ruimtelijk structuurplan ondersteunt de idee van een ‘diamanticoon’ in de nieuwe hal van het centraal station, zo wordt haar rol als toegangspoort voor de naburige detailhandelsplekken – die beter gedefinieerd moeten worden – gekoesterd.

Het is belangrijk om de activiteiten uit te breiden en om de randactiviteiten gelinkt aan de diamantsector te versterken. Dat kan de bijzondere werkkracht die niet meer nodig is voor de productie van de diamant opvangen.

Bovendien moet de mogelijkheid onderzocht worden om meer te investeren in gespecialiseerd onderwijs, door het realiseren van nieuwe scholen, zowel voor beroepsonderwijs als voor management of juweelontwerp; ook dit kan gelinkt worden aan de mode- of designsector. Borgerhout kan een goede locatie zijn voor deze structuur, gelinkt aan bestaande voorzieningen als het Designcentrum.

 

Volgende doelstellingen voor het werken zijn relevant voor het plangebied:

  • Behoud van de historische internationale clusters

Diamant

De positie van de stad als zenuwcentrum van de diamant moet verdedigd worden. Het voorziene verlies aan jobs in de industriële diamantbedrijvigheid kan gecompenseerd worden door de creatie van meer jobs in de commerciële diamantbedrijvigheid. Naast de grote internationale bedrijven is er een belangrijk aantal middelgrote bedrijven en ‘niche’-bedrijven. Deze staan onder hevige druk. Diamanthandelaars en verkopers zijn vaak direct of indirect betrokken in de productie van juwelen. Tot op vandaag is de handel in juwelen, zowel ruwhandel als kleinhandel, zo goed als afwezig in Antwerpen. In relatie tot de diamant zijn er grote mogelijkheden voor Antwerpen als een distributiecentrum van juwelen. De handel in juwelen leidt ook tot belangrijke nevenactiviteiten zoals productie, transport, financiën, verzekeringen en bezoekers. De creatie van een cluster van diamant en juwelen kan nieuwe activiteiten stimuleren en nieuwe jobs voortbrengen.

  • Ruimte voor nieuwe groeisectoren

Kantoren

Het doel is om in Antwerpen (en de regio) een aantal aantrekkelijke kantoorlocaties te ontwikkelen waar hoofdkantoren de hoofdactiviteit zijn. Naast de renovatie van het bestaand patrimonium, zal er anderzijds ook een substantiële uitbreiding nodig zijn van de kantooroppervlakte met nieuwe locaties om het huidige marktaandeel binnen Vlaanderen en op de internationale markt te kunnen handhaven. Nieuwe uitbreidingen dienen vooral te mikken op hoogkwalitatieve ontwikkelingen.

 

Selecties voor het werken

  • Nieuwe kantoorlocaties

Het streven is om de nieuwe grootschalige kantoorontwikkelingen te sturen naar de geselecteerde zones. Op deze wijze kunnen enerzijds de mobiliteitsstromen gericht worden naar de best bereikbare plekken (combinatie openbaar vervoer en weg) en kunnen de stedenbouwkundige relaties met de overige functies uitgewerkt worden.

Anderzijds voorkomt men dat een overaanbod aan kantoren gecreëerd wordt met als gevolg dat de kantoren aan ‘dumpingprijzen’ verhuurd worden.

De kantoorontwikkelingsgebieden zijn, met uitzondering van het noorden van het Eilandje (en luchthaven van Deurne), ook in het afbakeningsvoorstel van het grootstedelijk gebied Antwerpen (door het Vlaams gewest) geselecteerd als ontwikkelingspolen niveau 1 (internationaal) of niveau 2(grootstedelijk), en dus coherent met de mobiliteitsinzichten en planningsstrategieën.

 

Antwerpen centraal (57.000 + 35.000m²) is als zoekzone voor kantoorlocaties aangeduid. Hier worden volgende gebiedsgerichte ontwikkelingsperspectieven aangehaald die eveneens een ruimtelijke hiërarchie bepalen:

 

Actief beleid

Het plangebied situeert zich binnen de omgeving van het Centraal Station.

Het Centraal Station is een sleutelgebied in Antwerpen: het station zelf, de nabijgelegen diamantwijk, de zoo en de Keyserlei-Meir. Sinds enkele jaren wordt er een belangrijk en thematisch uitgesproken programma uitgevoerd, met o.a. de uitbouw van meer representatieve handelsruimten voor de diamantsector.

De doelstellingen voor het programma Centraal Station zijn o.a.:

  • de ontwikkeling van dit gebied als een representatieve ruimte, een hoogdynamisch onthaal voor Antwerpen, ondersteund door het beeld van de dorpen en metropool;

  • het programma bestaat uit een mix van stedelijke activiteiten, dikwijls openbare en aantrekkelijke grootstedelijke functies (kantoren, winkels, diensten, toerisme, recreatie en woningen) maar ook lokale activiteiten, parken en speelpleintjes. Over het algemeen kan een hoge graad van verwevenheid bereikt worden, zonder daarbij te veel druk uit te oefenen op de omliggende woonwijken;

 

Diamantwijk-Kievitplein-zuid wordt in het structuurplan aangeduid als strategisch project. Voor dit gebied wordt volgend programma vooropgesteld:

De projecten in de omgeving centraal station omvatten verschillende stedelijke ruimtes: de diamantwijk, waar een traditionele handel, met name die in diamanten, vandaag de dag een nieuwe relatie zoekt met de stedelijke ruimte; de nieuwe kantoorlocatie Kievit, waar de bouw van nieuwe hoogbouw kantoren gecompenseerd moet worden door een hoogkwalitatief openbaar domein en door een aangepaste mix van functies, ook publiek; het gebied tussen de spoorweg en de Van Immerseelstraat, waar een programma van stedelijke vernieuwing gecombineerd wordt met een nieuw park.

Deze gebieden, net zoals vele andere in Antwerpen, dragen grote potenties in zich, maar zijn nu eerder verzwakt - vooral op het vlak van openbaar domein - en gefragmenteerd. De voornaamste doelstelling van het project is dus het leggen van nieuwe relaties die de bestaande links versterken en aanvullen met enkele nieuwe, en die dit gebied meer openen naar de stad toe, meer zichtbaar maken en er een aangename en leefbare plek van maken.

De strategie om deze doelstelling te bereiken omvat een aantal acties. Ten eerste is de reorganisatie van de toegankelijkheid noodzakelijk om congestie, die zou kunnen ontstaan naar aanleiding van de aanwezigheid van metropolitane centraliteiten, te vermijden. De omschrijving van potentiële gebruikers van de nieuwe parkings die gebouwd worden, moeten nauwkeurig onderzocht worden.

Een tweede aspect is de mogelijkheid om een geïntegreerd systeem van openbaar domein te realiseren door bestaande en nieuwe parken (zoo en stadspark) te verbinden en de ruimte van de straat te gebruiken als corridors voor lage mobiliteit.

Een laatste aspect gaat specifiek over de diamantwijk en combineert acties om de kwaliteit en de zichtbaarheid van de economische, in het bijzonder handelsactiviteiten, te verhogen, met een programma van stedelijke vernieuwing. De herstructurering en vervanging van de bestaande bebouwde ruimte moet zorgvuldig gefaseerd worden volgens de dynamiek van de sector om overschatte hoeveelheden te vermijden. De herdefiniëren van de zuidelijke zijde, waar een groot leeg gebied zal gebruikt worden voor nieuwe woningen, moet een aangepast percentage aan woningen omvatten, alsook de mogelijkheid tot privaat en publiek gebruik van de open ruimte. Het gebied waar de residentiele functies aanwezig zijn, kan het meest toegankelijke deel van de wijk zijn; de meest beveiligde zone met een streng politietoezicht kan meer naar binnen gericht zijn. De ontwikkeling van dit gebied moet beschouwd worden in relatie met het karakter van een nieuw stedelijk front dat zal ontstaat aan het nieuw station. Een van de hypotheses in de discussie is om het gelijkvloers van het nieuwe centraal station te gebruiken als een atrium, met ruimte voor nieuwe commerciële activiteiten met een goed profiel, ook gerelateerd aan de diamantsector. Het 'traject diamant' zal dan starten in het centraal station en verder lopen langs een 'Diamantboulevard' aan de oostelijke zijde van het station, en ageren als een filter naar de bestaande diamantwijk.

 

 [image]

 

 

2.3 Sectorale studies

 

2.4 Overige relevante studies en plannen

 

2.5 Beschermde monumenten en landschappen

 

Binnen het plangebied is de Diamantbeurs beschermd als monument (MB 21.12.2001).

Ten noordoosten van het plangebied is de onderbouw van het Centraal Station beschermd als monument (KB 14.10.1976).

 

De afbakening van deze monumenten is aangeduid op het plan bestaande toestand.