2 VISIE

 

2.1 Visie & doelstellingen

De doelstelling van dit RUP kadert binnen de visie van het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen (s-RSA) en het ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever (CBS, 1 februari 2008).

Door dit gebied te ontwikkelen onder voorwaarden van de zachte ruggengraat en de ecostad, kan bijgedragen worden tot het voeren van een specifiek doelgroepenbeleid (grote gezinnen) én een maatschappelijk verantwoord aanbodbeleid (betaalbare woningen). Daarnaast wordt ingespeeld op de creatie van een kwalitatieve verbinding tussen het Galgenweel en Middenvijver waar culturele en recreatieve activiteiten worden verweven met KMO. Belangrijk hier is de integratie van deze zone in de directe omgeving en dat speciale aandacht gaat naar doorwaadbaarheid als onderdeel van de ecologische link tussen de verschillende parken in de omgeving.

In het ontwikkelingsconcept Scheldepark Linkeroever wordt de woonschil van Linkeroever uitgebreid tot aan het Regatta-project als nieuwe stedenbouwkundige figuur. Gesteld wordt dat een aaneenschakeling van de uiteinden van de bebouwde schil van Linkeroever zoveel mogelijk gestimuleerd dient te worden. (zie bijlage 7.4 Ruimtelijk ontwikkelingsconcept Scheldepark-Linkeroever)

Het RUP streeft naar een betere verweving van het gebied in zijn woonomgeving. Het wil de link tussen de bestaande woonwijk en het nieuwe Regatta-project versterken. Indien nieuwe bedrijvigheid zich vestigt op het onbebouwd restperceel, komt dit de kwaliteit van de bestaande woonomgeving niet ten goede. De herbestemming van dit perceel naar woonzone biedt de mogelijkheid het bestaande woonweefsel van sector Galgenweel af te werken en de aantakking met het Regatta-project (ten zuiden van de woonzone) te versterken. Dit gebeurt met respect voor de bestaande woonkwaliteiten, het bestaande stratentracé en de groene omgeving.

Bij de bouwaanvragen van de verschillende bedrijven in de ingevulde KMO-zone, werd reeds een bufferstrook van 15m breed voorzien langs de perceelsgrens met het driehoekig onbebouwd restperceel. Nu het driehoekig perceel wordt ontwikkeld tot woonzone is een bestendiging en aanleg van de bufferzone van belang om zo de leefbaarheid van de woonwijk naast de bestaande KMO-zone te garanderen.

Het grasplein maakt vandaag integraal deel uit van het bestaande woonweefsel en wordt door de buurt gebruikt. Het gewestplan kleurt de zone rood, het plein kan dus bebouwd worden. Het RUP kiest ervoor het grasveld in de bestaande wijk te verankeren als onderdeel van het wijkgebeuren in open lucht. Het is belangrijk dat de toekomst van het grasplein verzekerd wordt.

De zone ten zuiden van de bestaande sporthal langs de Blancefloerlaan wordt in het Regatta-project gereserveerd voor sportfaciliteiten en gemeenschapsvoorzieningen. Het RUP wil deze opportuniteit aanhalen om in directe interactie met deze zone, de naastgelegen zone 'Rand Regatta' te herbestemmen naar een zone voor KMO, recreatieve en culturele functies. Doel is het realiseren van een brede link tussen het Galgenweel en Middenvijver door een toegankelijke en doorwaadbare activiteitenzone te crëeren waar een breed spectrum aan voorzieningen wordt aangeboden, zowel gericht op de directe woonomgeving als bovenlokaal. Een groen ingerichte noord-zuidas met infrastructuur voor zacht wegverkeer versterkt de ecologische samenhang met de omgeving.

Gezien vanuit mobiliteitsoogpunt is het plangebied gelegen langs de Blancefloerlaan, nabij een op- en afrit van het hoofdwegennet en goed ontsloten met openbaar vervoer. In het besluit van de Vlaamse Regering over het Masterplan 2020 wordt gesteld dat er tegen 2020 een duurzame modal split voor de Antwerpse agglomeratie moet bereikt worden van 50/50: 50% van de vervoersbewegingen dient te voet, met de fiets of het openbaar vervoer te gebeuren. Daarom is het belangrijk nieuwe woonontwikkelingen of activiteiten die mensen aantrekken vanuit de ruimere omgeving in nabijheid van het openbaar vervoersnet te organiseren. Uit de opmaak van het mobiliteitseffectenrapport (MOBER) Linkeroever blijkt ook dat de ontwikkeling van het geplande stedenbouwkundig programma langs de Blancefloerlaan (Katwilgweg, Regatta, Galgenweel Oost) zonder bijkomende maatregelen leidt tot een verliestijd voor het openbaar vervoer en een geringe afwikkeling van autoverkeer. Ontwikkeling van het stedenbouwkundig programma zonder verliestijd voor openbaar vervoer en een redelijke verkeersafwikkeling van autoverkeer vereist verkeerstechnische aanpassing van alle kruisingen op het wegtraject en een aanpassing van het snelheidsregime. Ondermeer gelet op de kwetsbare mobiliteitseffecten zal de herbestemming van 'Rand Regatta' naar KMO, recreatieve en culturele activiteiten (waar wonen niet is toeglaten) een gunstig effect hebben op de algehele mobiliteit, aangezien deze functies een ander mobiliteitsprofiel hebben als wonen. (zie bijlage 7.5 MOBER Linkeroever)

Samengevat zijn de motieven en doelstellingen voor opmaak van dit RUP:

  1. Afwerken van het bestaande woonweefsel van de sector Galgenweel en de link versterken tussen het Regatta-project en het bestaande woonweefsel van Linkeroever. Dit in uitvoering van de doelstelling voor de poreuze stad ‘het in gebruik nemen van holtes in de straatwand’.

Het versterken van de relatie met het Regattaproject wordt enerzijds bereikt door ruimtelijke ingrepen, anderzijds wordt de samenhang ook sociaal versterkt. Door het mogelijk maken van nieuwe woningen en voorzieningen, zowel kleinschalig in de woonwijken als grootschalig in de zone 'Rand Regatta' en de zone 'Rand Combori' (BPA Galgenweel-Borgerweert), groeit de levendigheid van Galgenweel Oost. Bewoners en bezoekers worden aangemoedigd gebruik te maken van de verschillende voorzieningen in de nabije omgeving.

 

  1. Streven naar een evenwicht met verschillende bewonersgroepen op Linkeroever in uitvoering van de doelstelling voor de poreuze stad ‘het verbeteren van de leefkwaliteit’. Voldoende flexibiliteit van percelen en bebouwde structuren mogelijk laten zodat innovatieve concepten mogelijk blijven en een zo breed mogelijk doelpubliek kan bereikt worden. Grotere woningen met voldoende private buitenruimte moeten voldoende differentiatie aanbieden van het woonaanbod en de wijk ook aantrekkelijk maken voor jonge gezinnen.

 

  1. Infrastructuur creëren voor het sociale leven in uitvoering van de doelstelling voor de poreuze stad ‘het verbeteren van de leefkwaliteit’. Het bestaande grasveld in de wijk bestendigen als onderdeel van het wijkgebeuren in open lucht (volgens het gewestplan kan het grasveld bebouwd worden). Recreatieve en culturele activiteiten toelaten in de zone 'Rand Regatta'.

 

  1. Tegemoet komen aan de doelstellingen voor de ecostad ‘bebouwing innovatief oplossen’ en de integratie tussen open ruimte en stedelijke woonbuurten bevorderen. Dit met speciale aandacht voor de toegankelijkheid en het creëren van fronten ten opzichte van de Blancefloerlaan (Rand Regatta) en het Regatta-project en het grasplein (Zone Coussemaker).

 

  1. Het projectgebied inpassen in de stedelijke parkstructuur om tegemoet te komen aan de uitwerking van de zachte ruggengraat. Rekening houden met de doorwaadbaarheid van de zone 'Rand Regatta' en een ecologische link creëren tussen Middenvijver en het Galgenweel.

2.2 Concepten & gewenste ruimtelijke structuur

Het voorontwerp RUP vertrekt van een inpassing in de structuur van Linkeroever. Volgend programma wordt mogelijk gemaakt:

  • een publiek grasveld

  • wonen

  • buffergroen

  • behoud van bestaande bedrijvigheid met de mogelijkheid dit te verweven met recreatieve en culturele activiteiten

Een aantal ruimtelijke concepten geven sturing aan het plan en zorgen ervoor dat de verschillende doelstellingen bereikt worden.

2.2.1 KMO, recreatie en culturele activiteiten

In het bestaande bedrijfsgebouw is een gemengde invulling van KMO, recreatie en culturele activiteiten mogelijk. Het perceel is vandaag quasi volledig bebouwd met één bedrijfsgebouw dat in verschillende delen wordt onderverhuurd. De bestaande bedrijven kunnen hun activiteiten behouden, ook nieuwe bedrijven kunnen hun intrek nemen in het bestaande bedrijfsgebouw. Door een gemengde invulling toe te laten, wordt het terrein toegankelijk buiten de normale bedrijfsuren en kan er naar een duurzaam gebruik van de ruimte en de gebouwen gestreefd worden.

Bij nieuwbouw in deze zone wordt gesteld dat elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning het geheel van de bestemmingszone moet beslaan. De voorschriften voor deze zone zijn geïnspireerd op de voorschriften van de bestemmingszone 'Rand Combori' (BPA Galgenweel-Borgerweert) zodat bij herontwikkeling 1 geheel met deze zone wordt bekomen.

Bij herontwikkeling van de zone is het doel om samen met de naastgelegen zone ‘Rand Combori’ een brede activiteitenstrip te creëren als link tussen het Galgenweel en Middenvijver waar speciale aandacht wordt besteed aan de doorwaadbaarheid voor zacht verkeer via een groen ingerichte noordzuidas. Hierbij wordt voortgeborduurd op het noord-zuidgerichte organisatiepatroon naar analogie met de omliggende woonomgeving.

2.2.2 Wonen

Het plangebied wordt gesitueerd binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen. Dit impliceert een stedelijke ontwikkeling. Het hoofdaccent voor het plangebied ligt op wonen.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) streeft in stedelijke gebieden naar een minimale woningdichtheid van 25 woningen per ha. Het s-RSA verfijnt dit streefcijfer in functie van de strategische ruimten: binnen de zachte ruggengraat wordt gestreefd naar een minimale woningdichtheid van 30 woningen per ha. Dit levert voor het driehoekige onbebouwd restperceel KMO-zone minstens 30 woningen op. Aangevuld met de onbebouwde percelen langs de Victor Delhezstraat betekent dit een totaal van minstens 43 woningen. Dit aantal wordt later verfijnd aan den hand van ontwerpend onderzoek.

Het woongebied kan ingevuld worden met een divers aanbod aan woningtypes waardoor kansen worden geschept om verschillende bewonersgroepen aan te trekken. Om tegemoet te komen aan de doelstelling uit het s-RSA om zich op Linkeroever in het bijzonder te richten op een woningtypologie voor jonge tweeverdieners, al dan niet met kinderen, zal binnen het woongebied een minimaal aantal te realiseren woningen worden opgenomen met een oppervlakte die voldoet voor een gemiddeld gezin. Voor grondgebonden woningen wordt uitgegaan van een netto vloeroppervlakte van minstens 100m², met minstens drie slaapkamers en een private buitenruimte aansluitend op de woning.

Er moet gestreefd worden naar een evenwicht tussen verschillende bewonersgroepen op Linkeroever. Op Linkeroever is binnen de bestaande ruimtelijke structuur een hoge concentratie aan sociale woningen aanwezig. Daarom moet de flexibiliteit van percelen en bebouwde structuren mogelijk blijven ten einde een zo breed mogelijk doelpubliek te bereiken. Grotere woningen met voldoende private buitenruimte moeten de wijk ook aantrekkelijk maken voor jonge gezinnen.

Woonondersteunende voorzieningen

Binnen de zone voor wonen zijn kleinschalige buurtondersteunende voorzieningen mogelijk die verweefbaar zijn met de woonfunctie, weinig druk leggen op het woonweefsel en geen bijzondere ruimtebehoefte vragen of mobiliteitseffecten teweeg brengen.

Ontsluitingsstructuur als basis voor 3 bouwblokken

De ontsluitingsstructuur voor de nieuwe woonontwikkeling takt aan op het bestaande stratentracé waardoor drie bouwblokken worden gevormd.

  [image]

Het is belangrijk het rustige karakter van de Edmond De Coussemakerstraat en de straten rondom te behouden. Om die reden moet doorgaand verkeer tussen de Regattawijk en de Edmond De Coussemakerstraat vermeden worden.

Fronten

Naar het grasveld aan de Edmond De Coussemakersstraat toe en naar de bebouwing uit het Regattaproject ten zuiden van het plangebied wordt een front geconcipieerd. Om dit front te bewerkstelligen worden op deze specifieke plaatsen een hogere bouwhoogte toegelaten. Naar het grasveld aan de Edmond De Coussemakersstraat zijn over de volledige zone 3 bouwlagen toegelaten; naar het Regattaproject 3 tot 4 bouwlagen, waarbij een afwisseling in bouwlagen verplicht wordt opgelegd. In de resterende zones wordt de bouwhoogte beperkt tot maximaal 3 bouwlagen waarbij een afwisseling in bouwlagen verplicht wordt opgelegd.

 [image]

Referentieontwerp

Het referentieontwerp is het resultaat van een proces van ontwerpmatig onderzoek. Het referentieontwerp geeft een mogelijke invulling weer binnen de vooropgestelde randvoorwaarden. Het referentieontwerp is echter geen eindbeeld. Er zijn tal van andere variaties mogelijk. Het referentieontwerp wordt gepresenteerd als een concrete ruimtelijke toetsing van de concepten en het programma op het terrein om de haalbaarheid en impact af te wegen. Het referentieontwerp geldt dus louter als een illustratie van de ruimtelijke principes die een vertaling kregen in het RUP.

Het ontwerpmatig onderzoek resulteert in een ontwerp waarvan het stratenpatroon een T-vormige structuur heeft en aantakt op de reeds aangelegde Victor Delhezstraat. De Victor Delhezstraat wordt verlengd tot aan de groenbuffer tussen het bedrijventerrein en de woonwijk om de noordelijke strip woningen te kunnen ontsluiten. Deze woningen worden noord-zuid georiënteerd waarbij de tuinen grenzen aan de tuinen van de woningen langs de Garmt Stuivelingstraat. Op deze manier wordt de privacy van de bestaande woningen gerespecteerd.

Het noord-zuid georiënteerde been van het T-vormige stratenpatroon deelt de driehoekige zone in twee delen waardoor er aan beide zijden van de nieuwe straat een bouwblok ontstaat. Hierdoor kan ook de bestaande reeks woningen langs de Edmond De Coussemakerstraat opgenomen worden en afwerking vinden in een volwaardig bouwblok. Ook hier wordt gekozen voor een tuin- aan-tuin-schakeling zodat de privacy van de bestaande woningen voldoende wordt gegarandeert. De koppen van deze bouwblokken worden aangeduid voor appartementen.

 [image]

Figuur: Referentieontwerp voor het braakliggende driehoekige perceel

In het ontwerp moet rekening gehouden worden met de (enige) woning die reeds gerealiseerd werd in de Victor Delhezstraat. De woning wordt geïntegreerd in het project.

 [image] [image]

Figuur: Inpassing van de bestaande woning binnen het referentieontwerp