3 VOORSCHRIFTEN

 

3.1 Opzet van het RUP

Door middel van voorliggend RUP wordt een juridisch kader gecreëerd om de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het sport- en recreatiegebied Het Rooi vast te leggen.

De ambitie is om de mogelijkheden binnen het huidige recreatiegebied te verruimen met commerciële en gemeenschapsvoorzieningen.

 

3.2 Afbakening Grafisch Plan

Als begrenzing geldt de gewestplanbestemming recreatiegebied. In het noorden valt de grens samen met de grens van het BPA De Veldekens.

 

3.3 Opzet voor de voorschriften

In het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of beheer gebiedsgericht vastgelegd. De voorschriften hebben een verordenend karakter, dit wil zeggen dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen.

De stedenbouwkundige krachtlijnen worden doorvertaald in het RUP. Het RUP is een evenwichtsoefening tussen het vastleggen van bepalingen om de kwaliteit te garanderen en het inbouwen van vrijheden om het inspelen op toekomstige noden en behoeften.

 

3.4 Zonering en opbouw RUP

In het RUP zijn algemene voorschriften van toepassing evenals bijzondere gebiedsspecifieke voorschriften voor 4 bestemmingszones: zone voor Centrumfuncties (Ce), zone voor Gemengde functies (Ge), zone voor Recreatie (Re) en zone voor publieke domein (Pu).

Onderstaand worden bijkomende verduidelijkingen gegeven bij de stedenbouwkundige voorschriften. Bepaalde artikels zijn vanzelfsprekend; hiervoor is geen bijkomende toelichting nodig. In betreffend geval wordt enkel de titel vermeld.

Binnen de afbakening van voorliggend RUP zijn twee RUP’s van kracht, zijnde RUP ALM en RUP Roderveldlaan. Beide RUP’s worden door voorliggend RUP opgeheven. De ontwikkelingsmogelijkheden uit deze RUP’s zijn minimaal overgenomen in voorliggend RUP.

 

 

3.5 Algemene voorschriften

De voorschriften zijn cumulatief met de Bouwcode die steeds moet worden toegepast. Indien er een strijdigheid is tussen beide, primeren de voorschriften van dit RUP.

De algemene voorschriften zijn van toepassing voor het gehele plangebied en dus voor elke zone.

1.1 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding

In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat een stedenbouwkundig voorschrift te allen tijde sorteert onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding.

De artikels 1 tot en met 4 zijn bestemmingszones; de overige artikels zijn overdrukken of indicatieve aanduidingen.

1.2 Werken van algemeen belang

Onder werken van algemeen belang kan onder meer een gebouw voor warmteproductie verstaan worden.

1.3 Inpassing gebouwen in stedelijke, landschappelijke en historische context

Dit is een voorschrift om bij de vergunningsaanvraag te kunnen beoordelen of de inpassing in de stedelijke, landschappelijke en historische context op een voldoende kwalitatieve manier gebeurt. Hiertoe zullen volgende aspecten beoordeeld worden:

  • het project overschrijdt de ruimtelijke draagkracht niet;

  • het bestaan van een kwaliteitsvolle relatie tussen de stedelijke en landschappelijke context;

  • het respecteren van de historische constructies en infrastructuren;

  • een materiaalgebruik dat aansluit bij dat van gebouwen in de omgeving of er positief mee contrasteert.

1.4 Algemene ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit is nauw verbonden met:

  • ruimtelijke differentiatie (gebruiks- en belevingswaarde);

  • flexibiliteit (toekomstwaarde);

  • de opgave en het concreet te realiseren programma;

  • landschappelijke en cultuurhistorische onderlegger en stedenbouwkundige uitgangssituatie;

  • de ruimtelijke invulling en ruimtelijke structuur.

 

1.5 Overgangsmaatregelen inzake bestemming

Met dit voorschrift worden mogelijkheden gecreëerd voor functies die momenteel vergund zijn maar die volgens voorliggend RUP niet meer vergund zouden kunnen worden.

Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied.

1.6 Overgangsmaatregelen inzake bebouwing en inrichting

Met dit voorschriften worden mogelijkheden gecreëerd voor gebouwen die momenteel vergund zijn maar die volgens voorliggend RUP niet meer vergund zouden kunnen worden. De betreffende gebouwen kunnen instandgehouden, gerenoveerd en verbouwd worden voor zover het bouwvolume niet wijzigt.

Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied.

1.7 Verlichting

Bij de verlichting van onder andere de sportvelden dient lichtvervuiling voor de omwonenden beperkt te blijven. 1.8 Toegankelijkheid

Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied.

1.9 Warmtenet

Indien op het moment van de vergunningsaanvraag onvoldoende garanties bestaan over de beschikbaarheid van het warmtenet, wordt de warmtevoorziening voor de gebouwen collectief georganiseerd. Eén warmteproductie-eenheid per bouwvolume is daarbij een goed uitgangspunt.

1.9 Groenvoorzieningen

 

 

 

3.6 Bijzondere voorschriften

ARTIKEL 1: ZONE VOOR CENTRUMFUNCTIES

1.1 Bestemming

De bestemmingsomschrijving laat diverse hoofdfuncties toe in deze zone en sluit er ook een aantal uit. De nevenfuncties of aanhorigheden bij de toegestane hoofdfuncties zijn eveneens toegestaan ook al staan ze niet expliciet vermeld of worden ze als hoofdfunctie uitgesloten.

Minimum 50% van de bruto-vloeroppervlakte op het gelijkvloers dient functies te omvatten die anders zijn dan wonen. Op die manier wordt een levendige plint gecreëerd. Parkeren wordt hierbij niet als hoofdfunctie beschouwd.

Bij de bestemming dag- en verblijfsrecreatie gaat het om het aanbieden van activiteiten gericht op spel, sport, recreatie en ontspanning. Onder deze bestemming kunnen worden begrepen: muziek- en dansscholen, oefenruimten, zalenverhuur, toeristische attracties, entertainment, horeca, dag- en verblijfsrecreatie, sportterreinen en bijbehorende sportvoorzieningen, etc. De bestemming doet geen uitspraak of er al dan niet betaald hoeft te worden.

Het bestaande servicestation met bijhorende handelsfunctie wordt ook expliciet toegestaan. Wel wordt de mogelijkheid vrij gelaten om deze functie als losstaand element te beschouwen of om deze functie te integreren in de totaalontwikkeling met gemengde functies.

1.2 Inrichting

1.2.1 Vrijstaand servicestation met handelsfunctie

Als het servicestation behouden blijft als een vrijstaand element dan gelden specifieke voorschriften. Deze voorschriften stemmen in belangrijke mate overeen met deze van het RUP Roderveldlaan. Dit betekent ook de verplichte bouwlijn, zoals aangeduid op het grafisch plan, in dit geval niet van toepassing is. Deze geldt enkel als het servicestation geïntegreerd wordt in het geheel.

1.2.2 Overige

Voor de overige bebouwing gelden eveneens bijzondere stedenbouwkundige voorschriften.

1.2.2.1 Gebouwen en constructies

De toegestane bouwhoogte is enerzijds afgestemd op de maximale bouwhoogte van de kantoorgebouwen aan de overzijde van de Berchemstadionstraat. Anderzijds is bij de maximale bouwhoogte rekening gehouden met de benodigde hoogtes van ruimten waarbij gebruik gemaakt wordt van duurzame energievormen en vooruitstrevende technologieën. Om deze reden is een maximale bouwhoogte van 20m toegestaan. Om aan te geven dat deze verruimde bouwhoogte niet is ingegeven om een bijkomend programma te realiseren, is gelijktijdig ook het aantal bouwlagen vastgelegd.

Er wordt geopteerd voor een kwalitatief afgewerkt gebouw dat niet enkel gericht is naar de Berchemstadionstraat maar dat ook een ‘voorkant’ heeft naar het sportpark en meer bepaald het voetbalstadion. Dit verhoogt tegelijkertijd de sociale controle in het sportpark.

De toegestane constructies op het publiek domein zijn onder meer zitbanken, fietsenstallingen en luifelconstructies.

1.2.2.2 Integrale toegankelijkheid

Het opzet is dat belangrijke terreinwijzigingen voor het toegankelijk maken van gebouwen binnen deze zone dienen te gebeuren.

1.2.2.3 Niet-bebouwde ruimte

Aan de westzijde van de zone wordt de aanleg van een plein voorzien.

1.2.2.4 Parking

De aanleg van een inpandige parking is verplicht voor de functies die in het gebouw of de gebouwen worden gehuisvest. De parkeervoorzieningen kunnen aldus ondergronds of gelijkvloers (zij het dan wel in het gebouw) worden gerealiseerd. Om een levendige plint te garanderen wordt de ruimte voor inpandig parkeren op het gelijkvloers beperkt. Belangrijk hierbij is dat het parkeren niet als hoofdfunctie wordt beschouwd.

Om het aantal in- en uitritten te beperken is maximaal één aaneengesloten ondergrondse parking toegestaan ook als er meerdere gebouwen worden opgericht.

1.3 Beheer

 

ARTIKEL 2: ZONE VOOR GEMENGDE FUNCTIES

2.1 Bestemming

De bestemmingsomschrijving laat diverse functies toe in deze zone en sluit er ook een aantal uit. De aanhorigheden bij de toegestane functies zijn eveneens toegestaan ook al staan ze niet expliciet vermeld of worden ze als hoofdfunctie uitgesloten. Hierbij wordt onder meer gedacht aan logistieke ruimten, kantoren, restaurants en andere functies die functioneel deel uitmaken van de hoofdfunctie.

Bij de bestemming dag- en verblijfsrecreatie gaat het om het aanbieden van activiteiten gericht op spel, sport, recreatie, ontspanning en cultuur. Onder deze bestemming kunnen worden begrepen: muziek- en dansscholen, oefenruimten, zalenverhuur, toeristische attracties, entertainment, horeca, dag- en verblijfsrecreatie, sportterreinen en bijbehorende sportvoorzieningen, etc. De bestemming doet geen uitspraak of er al dan niet betaald hoeft te worden.

De bestaande activiteiten van ALM en Anntec, als zijnde vergader- en opleidingscentrum, worden expliciet toegestaan. De kantoren en diensten kunnen behouden blijven met een maximale bruto-vloeroppervlakte van 1.500m².

2.2 Inrichting

2.2.1 Terreinbezetting

Het minimale aandeel open ruimte heeft betrekking op te creëren publieke ruimte tussen de gebouwen.

2.2.2 Gebouwen en constructies

De toegestane bouwhoogte aan de Berchemstadionstraat is afgestemd op de maximale bouwhoogte van de kantoorgebouwen aan de overzijde van de straat. Voor de overige bebouwing is de maximale bouwhoogte afgestemd op deze uit het RUP ALM.

Er wordt geopteerd voor een kwalitatief afgewerkt gebouw dat niet enkel gericht is naar de Berchemstadionstraat of de Filip Williotstraat maar dat ook een ‘voorkant’ heeft naar het sportpark. Dit verhoogt tegelijkertijd de sociale controle in het sportpark.

 

2.2.3 Integrale toegankelijkheid

Het opzet is dat belangrijke terreinwijzigingen voor het toegankelijk maken van gebouwen binnen deze zone dienen te gebeuren.

2.2.4 Niet-bebouwde ruimte

Voor de gebouwen van ALM staan, voornamelijk in de voortuinstrook, een aantal waardevolle hoogstammen die behouden dienen te blijven.

2.2.5 Parking

De aanleg van een ondergrondse parking is niet verplicht. Indien er één wordt aangelegd zijn een aantal bepalingen opgelegd.

2.3 Beheer

 

ARTIKEL 3: ZONE VOOR RECREATIE

3.1 Bestemming

De bestemmingsomschrijving laat diverse hoofdfuncties toe in deze zone en sluit er ook een aantal uit. De nevenfuncties of aanhorigheden bij de toegestane hoofdfuncties zijn eveneens toegestaan ook al staan ze niet expliciet vermeld of worden ze als hoofdfunctie uitgesloten.

Bij de bestemming dag- en verblijfsrecreatie gaat het om het aanbieden van activiteiten gericht op spel, sport, recreatie en ontspanning. Onder deze bestemming kunnen worden begrepen: muziek- en dansscholen, oefenruimten, zalenverhuur, toeristische attracties, entertainment, horeca, dag- en verblijfsrecreatie, sportterreinen en bijbehorende sportvoorzieningen, etc. De bestemming doet geen uitspraak of er al dan niet betaald hoeft te worden.

Het behoud van het park staat voorop.

3.2 Inrichting

3.2.1 Terreinbezetting

Er wordt een minimum aandeel park bepaald. Bij de berekening worden de percelen van het restaurant Park West en het perceel van Lakonia (deze percelen zijn op het grafisch plan gearceerd) buiten beschouwing gelaten. Momenteel is in deze zone 58% bebouwd of aangelegd met sportinfrastructuur. Dit betekent dat 42% is aangelegd als park. Om toekomstige ontwikkelingen binnen de sportsector niet te hypothekeren wordt een marge voorzien tot 75%. Dit betekent dat minimaal 25% als park dient behouden te blijven om ook het groene karakter te garanderen.

 [image]

3.2.2 Gebouwen en constructies

De toegestane gebouwen en constructies zijn verbonden aan de sport- en spelinfrastructuur alsook aan het park. Dit betekent dat een solitaire sporthal niet in deze zone kan worden opgericht. De scoutslokalen zijn wel vergunbaar omdat deze activiteiten huisvesten die verbonden zijn aan spelactiviteiten in open lucht.

3.2.3 Niet-bebouwde ruimte

De aanleg van een openbare parking is niet toegestaan. Wel kunnen in functie van het restaurant en het saunacomplex een beperkt aantal parkeerplaatsen worden aangelegd. Ook bij de clubgebouwen kunnen een beperkt aantal plaatsen voorzien worden en dit onder meer voor mindervaliden.

Inzake afsluitingen dient een optimale landschappelijke inpassing te worden gerespecteerd. Uiteraard kunnen in functie van veiligheid en onderhoud rondom de sportvelden draadafsluitingen worden geplaatst.

De waardevolle hoogstammen dienen behouden te blijven.

3.3 Beheer

 

ARTIKEL 4: ZONE VOOR PUBLIEK DOMEIN

4.1 Bestemming

De zone heeft betrekking op de omliggende wegenis rondom het sportpark.

4.2 Inrichting

 

ARTIKEL 5: BEHOUD CULTUURHISTORISCH WAARDEVOL GEBOUW (CP) - OVERDRUK

Het restaurant dat gevestigd is binnen het cultuurhistorisch waardevol patrimonium kan behouden blijven voor zover dit patrimonium wordt gerespecteerd. Er worden zelfs ontwikkelingsmogelijkheden aan toegekend. Ook zijn andere functies toegestaan, zeker als deze minder belastend zijn voor de instandhouding van het cultuurhistorisch waardevol patrimonium.

 

ARTIKEL 6: OVERGANGSMAATREGELEN ONTSPANNING EN VERMAAK (OV) - OVERDRUK

De bestaande activiteiten van Lakonia, met als functie ‘ontspanning en vermaak’, kunnen behouden blijven als onderdeel van het recreatiegebied.

 

ARTIKEL 7: BOUWLIJN – OVERDRUK

In functie van een ordelijk straatbeeld is een vast bouwlijn aangeduid ten aanzien van de Berchemstadionlaan.

 

ARTIKEL 8: TOEGANG - INDICATIEF

De 3 toegangen zijn indicatief aangeduid. Dit betekent dat de toegang niet vastligt, maar in functie van de gewenste ontwikkeling kan bepaald worden. De 3 hoofdtoegangen dienen door middel van paden met elkaar verbonden te worden om een maximale doorwaadbaarheid te waarborgen.

 

3.7 Terminologie

De definitie van de begrippen zijn deze zoals algemeen toegepast door de stad Antwerpen. De begrippen worden aangevuld met begrippen specifiek voor voorliggend RUP.

 

 

3.8 Op te heffen voorschriften

Bij de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden de bestemmingen en de bijhorende voorschriften van het gewestplan, het RUP ALM en het RUP Roderveldlaan, die binnen de begrenzing van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de bestemmingsvoorschriften van het RUP Het Rooi.

 

De voorschriften vullen de stedenbouwkundige verordeningen van de stad Antwerpen aan. De voorschriften van de verordeningen zijn onverminderd van kracht. Indien er een strijdigheid is met de voorschriften van dit RUP, primeren de voorschriften van het RUP.

3.8.1 Gewestplan Antwerpen

Volgende voorschriften van het gewestplan nr. 14 Antwerpen (KB 03/10/1979) wordt door de opmaak van het RUP opgeheven:

  • KB van 28 december 1972 betreffende de indrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen art. 16.5.0 gebied voor dagrecreatie:
    De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren.
    De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie.

  • KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen art. 14.6.2. gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen :
    Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig.

  • KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen art. 5.1.0
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

3.8.2 RUP ALM

Volgende voorschriften van het RUP ALM (besluit deputatie 13/01/2011) worden door de opmaak van het RUP Het Rooi opgeheven:

  • Algemene bepalingen

  • Art. 1 Maatschappelijke functies (Ma) – vergader- en opleidingscentrum

De volledige weergave van de stedenbouwkundige voorschriften is in bijlage 6 toegevoegd.

3.8.3 RUP Roderveldlaan

Volgende voorschriften van het RUP Roderveldlaan (besluit deputatie 18/09/2008) worden door de opmaak van het RUP Het Rooi opgeheven:

  • Algemene bepalingen

  • Art. 1 Bedrijfsterrein (Be) – servicestation met kleinhandelsfunctie

  • Art. 2 Zone voor buffer (overdruk)

  • Art. 3 Zone voor voortuinstrook (overdruk)

  • Art. 4 Zone voor ontsluiting (overdruk, symbolische aanduiding)

De volledige weergave van de stedenbouwkundige voorschriften is in bijlage 6 toegevoegd.