3.5 Algemene voorschriften

De voorschriften zijn cumulatief met de Bouwcode die steeds moet worden toegepast. Indien er een strijdigheid is tussen beide, primeren de voorschriften van dit RUP.

De algemene voorschriften zijn van toepassing voor het gehele plangebied en dus voor elke zone.

1.1 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding

In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat een stedenbouwkundig voorschrift te allen tijde sorteert onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding.

De artikels 1 tot en met 4 zijn bestemmingszones; de overige artikels zijn overdrukken of indicatieve aanduidingen.

1.2 Werken van algemeen belang

Onder werken van algemeen belang kan onder meer een gebouw voor warmteproductie verstaan worden.

1.3 Inpassing gebouwen in stedelijke, landschappelijke en historische context

Dit is een voorschrift om bij de vergunningsaanvraag te kunnen beoordelen of de inpassing in de stedelijke, landschappelijke en historische context op een voldoende kwalitatieve manier gebeurt. Hiertoe zullen volgende aspecten beoordeeld worden:

  • het project overschrijdt de ruimtelijke draagkracht niet;

  • het bestaan van een kwaliteitsvolle relatie tussen de stedelijke en landschappelijke context;

  • het respecteren van de historische constructies en infrastructuren;

  • een materiaalgebruik dat aansluit bij dat van gebouwen in de omgeving of er positief mee contrasteert.

1.4 Algemene ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit is nauw verbonden met:

  • ruimtelijke differentiatie (gebruiks- en belevingswaarde);

  • flexibiliteit (toekomstwaarde);

  • de opgave en het concreet te realiseren programma;

  • landschappelijke en cultuurhistorische onderlegger en stedenbouwkundige uitgangssituatie;

  • de ruimtelijke invulling en ruimtelijke structuur.

 

1.5 Overgangsmaatregelen inzake bestemming

Met dit voorschrift worden mogelijkheden gecreëerd voor functies die momenteel vergund zijn maar die volgens voorliggend RUP niet meer vergund zouden kunnen worden.

Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied.

1.6 Overgangsmaatregelen inzake bebouwing en inrichting

Met dit voorschriften worden mogelijkheden gecreëerd voor gebouwen die momenteel vergund zijn maar die volgens voorliggend RUP niet meer vergund zouden kunnen worden. De betreffende gebouwen kunnen instandgehouden, gerenoveerd en verbouwd worden voor zover het bouwvolume niet wijzigt.

Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied.

1.7 Verlichting

Bij de verlichting van onder andere de sportvelden dient lichtvervuiling voor de omwonenden beperkt te blijven. 1.8 Toegankelijkheid

Dit voorschrift is van toepassing op het gehele plangebied.

1.9 Warmtenet

Indien op het moment van de vergunningsaanvraag onvoldoende garanties bestaan over de beschikbaarheid van het warmtenet, wordt de warmtevoorziening voor de gebouwen collectief georganiseerd. Eén warmteproductie-eenheid per bouwvolume is daarbij een goed uitgangspunt.

1.9 Groenvoorzieningen