Artikel 2 - Indeling in gebieden | |
De in artikel 1 bedoelde grond wordt ingedeeld in :
de woongebieden kunnen worden onderverdeeld in : 1.0. Woongebieden 1.2. Bovendien kan het plan, in overdruk over voornoemde gebieden de volgende nadere aanwijzingen bevatten : 1.2.1. de dichtheid, waarbij kunnen worden onderscheiden : 1.2.1.1. gebieden met grote dichtheid 1.2.1.2. gebieden met middelgrote dichtheid 1.2.1.3. gebieden met geringe dichtheid 1.2.1.4. woonparken 1.2.2. woongebieden met een landelijk karakter 1.2.3. de culturele, historische en/of esthetische waarde van het gebied 2.0. De industriegebieden kunnen de volgende nadere aanwijzingen bevatten ter onderscheiding van : 2.1. gebieden voor vervuilende industrieën 2.2. gebieden voor milieubelastende industrieën 2.3. gebieden voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen 3.0. De dienstverleningsgebieden kunnen worden onderverdeeld in : 3.1. gebieden hoofdzakelijk bestemd voor de vestiging van grootwinkelbedrijven. 4.0. Het landelijk gebied kan worden onderverdeeld in : 4.1. agrarische gebieden 4.2. bosgebieden 4.3. groengebieden, waaronder kunnen onderscheiden worden : 4.3.1. Natuurgebieden 4.3.2. Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten 4.4. parkgebieden 4.5. bufferzones 4.6. bovendien kan het plan, in overdruk, over het landelijk gebied de volgende nadere aanwijzingen bevatten: 4.6.1. landschappelijk waardevolle gebieden 4.6.2. landelijke gebieden met toeristische waarde 5.0. De recreatiegebieden kunnen worden onderverdeeld in : 5.1. gebieden voor dagrecreatie 5.2. gebieden voor verblijfsrecreatie 6.0. De gebieden bestemd voor ander grondgebruik, kunnen worden ingedeeld in : 6.1. militaire domeinen 6.2. gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen 6.3. ontginningsgebieden 6.4. andere gebieden
|