HOOFDSTUK III. - VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE ONTWERPGEWESTPLANNEN EN DE GEWESTPLANNEN

 

Artikel 19

Onverminderd de andere nadere voorschriften betreffende het grondgebruik, die voortvloeien uit gemeentelijke plannen van aanleg of uit vignerende verkavelingsvergunningen, uit algemene of gemeentelijke bouw-, verkavelings- of wegenordeningen, of uit wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut, bepalen de bouw- en verkavelingsvergunningen, binnen de door de gewestplannen en ontwerp-gewestplannen gestelde perken, de bestemming, de bebouwingsdichtheid, de plaatsing, de afmetingen en het uiterlijk van de bouwwerken en installaties, alsmede de voorwaarden voor de uitvoering van de andere handelingen en werken, bedoeld in artikel 44 van de organieke wet.

 

De verkavelingsvergunningen bepalen tevens de perceelsafmetingen en het tracé van de wegen in verband met de aanleg van de verkavelingen.

 

De vergunning wordt evenwel, ook al is de aanvraag niet in strijd met het gewestplan of ontwerp-gewestplan, slechts afgegeven zo de uitvoering van de handelingen en werken verenigbaar is met de goede plaatselijke ordening.

 

Artikel 20

Bouwwerken voor openbare diensten en gemeenschapsvoorzieningen kunnen ook buiten de daarvoor speciaal bestemde gebieden worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de algemene bestemming en met het architectonisch karakter van het betrokken gebied.

 

Artikel 21

Opgeheven.

(B.VL. 3.10.1984 - art. 1 - B.S. 30.11.1984)

 

Artikel 22

Opgeheven.

(B. Vl. 29.9.1993 - art. 4 - B.S. 27.1.1994)

 

Artikel 23

Onverminderd artikel 21 en artikel 6, zijn de navolgende regelen van toepassing in alle gebieden niet zijnde woongebieden, met uitsluiting van de industriegebieden, de ontginningsgebieden, de natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de overstromingsgebieden.

 

- Opgeheven.

(B. Vl. 15.9.1993 - art. 1 - B.S. 27.1.1994)

 

Opgeheven.

(B.Vl. 3.10.1984 - art. 1 - B.S. 30.11.1984)